Handjevol
vliegers
en artil
leristen
haalde in
mei 1940
237 nazi
vliegtui
gen neer
0 Vlucht
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1970
Erbij
0 Débacle
0 Triest relaas
-
>-•
4
0 David en Goliath
0 Afknapper
0 Paniek
0 Research
Afgang
„Ik heb veel mensen moeten inter
viewen, veel correspondentie gevoerd.
Op 14 mei 1940 gaf generaal Winkel
man opdracht, alle archieven te ver
branden. Na de bevrijding kregen alle
commandanten, die de oorlog hadden
overleefd, bevel verslagen te maken.
MAAR DIE waren niet alle objec
tief. „De mensen zijn geneigd de pret
tige dingen te onthouden en de min
der prettige te vergeten. Politiek heb
ik geweerd." In zijn boek komt één
geval van een executie voor. Hij
spreekt daar liever niet over. Hij heeft
de chaos van de meidagen '40 aan den
lijve meegemaakt, toegevoegd aan het
hoofdkwartier Veldleger, staf Tweede
Luchtvaartregiment.
NA DE capitulatie ging hij naar
Heerlen als expeditiemanager bij de
Staatsmijnen. Hij gaf daar een onder
gronds krantje uit, „Het Vrije Volk
en verdween via België, Frankrijk en
Portugal naar Engeland, toen de grond
hem te heet onder de voeten werd.
Hij werd door de Duitsers bij verstek
ter dood veroordeeld.
In 1945 keerde kolonel Molenaar te
rug naar het vasteland van Europa.
Als chef-staf van de Prinses Irene Bri
gade en commandant van de Tweede
Gevechtsgroep van die brigade vocht
hij in de strandsector Arromanches in
Normandië. Rondvliegende splinters
van een Duitse granaat troffen hem in
de frontlinie. Hij werd naar een En
gels ziekenhuis overgevlogen en bleef
daar drie maanden.
VERVOLGENS vloog hij naar be
vrijd Nederland, ten zuiden van de
grote rivieren. Als adjudant van de
minister van Defensie, prof. Jde
Quay, maakte hij de wederopbouw van
het ministerie mee, ging weer terug
naar de Staatsmijnen om vandaar, op
verzoek, de functie van chef personeel
van de luchtmacht („een baan waarin
je het nooit goed doet, die ik niemand
toewens") te aanvaarden. Na één jaar,
in 1948, werd hij commandant van het
Commando Luchtmachtopleidingen in
Nijmegen.
„De vier jaar die ik daar heb door
gebracht waren de mooiste van m'n
leven. Ik was weieens lastig; ik kwam
voor m'n jongens op ze hadden
niets, geen kleren, geen wapens." Zijn
carrière verliep voorspoedig. In de ja
ren vijftig werd hij vier jaar bij
Shape in Parijs gedetacheerd. Toen
kolonel Molenaar daarvan terugkeer
de had de chef-staf generaal Baretta
een andere functie voor hem.
TOEGEVOEGD aan de sectie krijgs
geschiedenis van de Koninklijke Land
macht werd hij belast met „de mei
dagen". „Eerst had ik daar niet veel
zin in, later is het een stuk van m'n
leven geworden". Na zijn pensionering
is hij daarmee doorgegaan. Hij werd
ernstig ziek, veel operaties, naweeën
van zijn oorlogsverwonding. In zijn
lichaam zitten nog 18 granaatsplinter»
ingekapseld.
DE PUBLIKATIE van „De luchtver
dediging in de meidagen 1940" dreigde
op de lange baan te worden gescho
ven. Toch werd er een oplossing ge
vonden, onder andere door toedoen
van ptof. L. de Jong met wie kolonel
Molenaar veel samenwerkte.
DE KOLONEL wacht nu op het ver
haal van zijn hand, uitgegeven bij de
„inrichting uitgeven boekwerken" van
het ministerie van Defensie.
Een verhaal van vijf dagen late
hulde aan de dappere mannen van de
luchtvaartafdeling en de „luchtdoel
artillerie.
Luftwaffe
Nederland
betaalde overval op
met zware verliezen
(Van een onzer verslaggevers)
EIND VAN DIT JAAR gaat er
opnieuw een „oorlogsboek"
verschijnen, een lijvig boek
werk van 1200 pagina's dat geheel
gewijd is aan de rol die onze mili
taire vliegers en luchtdoelartille
risten in mei 1940 gespeeld hebben.
Een tragische rol, maar ook: een
heldenrol. Want uit dit boek, „De
luchtverdediging van Nederland in
de meidagen van 1940", geschreven
door kolonel b.d. F. Molenaar als
resultaat van 16 jaar vorsingswerk,
blijkt zonneklaar dat het handjevol
dapperen, dat in verouderde vlieg
tuigen en achter vrijwel onbruik
baar „luchtdoelgeschut" de strijd
tegen de veelvoudige nazi-over
macht aanbond, geen enkele blaam
treft. Integendeel, want kolonel
Molenaar constateert in zijn hoek
dat onze vliegers en luchtdoelartil
leristen in die vijf dagen dan toch
maar 237 vijandelijke vliegtuigen
neerschoten, waarvan er 220 be
hoorden tot het type Junkers JU-
52: grote driemotorige transport
vliegtuigen die valschermjagers en
luchtlandingstroepen aanvoerden.
Daar had de „Luftwaffe" aller
minst op gerekend, zegt Molenaar
en „die harde klap is Hitiers
Wehrmacht dan ook nooit helemaal
te boven gekomen", naar hem na
1945 door vele ex-functionarissen
van de Duitse generale staf beves
tigd is.
KOLONEL MOLENAAR kreeg zijn
cijfers en inlichtingen uit eerste hand. In
mei 1945, toen Duitsland capituleerde,
beval luchtmaarschalk Goering alle
Luftwaffe-archieven te vernietigen.
Dat gebeurde grondig. Toch bleven er
stukken over, aan de hand waarvan
later, met medewerking van ex-com
mandanten die allen opdracht kregen
een verslag te schrijven, de strijd kon
worden geanalyseerd.
KORT NA zijn bezoek aan de En
gelse RAF Historical Branch in 1954
bezocht hij een Luftwaffe-Studien-
gruppe in Blankenese bij Hamburg.
Daar kreeg hij inzage in operatiesche
ma's en verlieslijsten van generaal
Speidel's Luftflotte 2. „Ik heb alles la
ten fotokopiëren, ik heb er vele ge
sprekken gevoerd. Ook met een oud
instructeur vlieger."
DEZE LAATSTE vertelde hem van
het debacle van de Junkers 52. Zijn
relaas: „De zevende luchtlandingsdivi
sie van generaal Student was een goed
geoefende eenheid. Vliegers en man
schappen waren op elkaar ingespeeld.
Vóór 10 mei 1940 hadden die eenhe
den veel geoefend. Met de 22ste Lucht
landingsdivisie was dat anders. Omdat
er onvoldoende militaire Ju-52's waren
moest die divisie met burgervliegtui
gen van dat type worden vervoerd.
Kort voor 10 mei werden die vlieg
tuigen gerequireerd, opgeëist van bur-
gervliegscholen en Lufthansa. „Op de
avond van 9 mei, op het laatste mo
ment, kwamen die machines van de
burgervliegvelden naar militaire bases
van waaruit de andere dag de sprong
zou worden gemaakt. Vliegers veel
leerlingen en bemanningen waren
niet aan elkaar gewend."
Het gevolg was een chaos. De lang
zame Ju-52's van de 22ste divisie raak
ten boven Nederland bij gebrek aan
oriëntatiepunten en vliegerervaring de
weg kwijt. Ongewoon hevig was ook
het afweervuur. Formaties raakten
verspreid en in paniek zetten de me
rendeels jonge vliegers hun zware
machines neer in weilanden, op we
gen en stranden.
HET GEBIED waarop de Duitse
luchtarmada aan de grond kwam,
strekte zich uit van Valkenburg
nog onderdeel van de grondstrijd
krachten, waren slecht uitgerust!"
HIJ VERTELT het verhaal van de
luchtafweer: „Een triest verhaal, hoe
wel het aan die luchtafweer te danken
is geweest dat de Duitse transport vloot
in de grond werd geboord. De hele
opbouw van de luchtverdediging was
pas begonnen op 1 november 1938. De
Een van de laatste pogingen om aan
geschikt geschut te komen, werd in de
richting van Duitsland zelf gedaan,
een handeling die duidde op een „ein
deloze naïviteit van onze legerlei
ding." Het zouden 20 batterijen Skoda
7,5 cm tl-no. 2 (zoals ze bij het leger
werden genoemd) worden. Toen we
er drie hadden ontvangen, werd de uit
voer verboden."
Zuinigheid heeft de wijsheid bedro
gen, schrijft kolonel Molenaar aan het
slot. Wat het Nederlands leger in de
meidagen van 1940 restte was totaal
v
..v
Een Fokker T-5-bommenwerper wordt op patrouille begeleid door twee Fokker
die tijd betrekkelijk modem gevechtsvliegtuig, met een snelheid van 450 km
(Z.-H.) tot op het eiland Rozenburg.
In de diepte reikte het tot voorbij Gou
da. Een groot deel verongelukte tijdens
de landing, een ander aanzienlijk deel
werd bij het aanvliegen van de lan
dingsplaats in de lucht aan flarden
geschoten. Honderden Duitse luchtin-
fanteristen kwamen in de wrakstuk
ken om het leven.
MAAR BOVEN de eskaders Ju-52's
ontplooide zich al gauw een paraplu
van razendsnelle Messerschmitts BF-
109: eenmotorige jagers, snelheid meer
dan 500 km per uur, bemand door goed
geoefende vliegers die konden profite
ren van de ervaringen van het Condor-
legioen dat in de Spaanse burgeroor
log een rol van grote betekenis had
gespeeld. Daartegen moesten de Ne
derlandse jachtvliegafdelingen onder
commando van generaal Best het op
nemen. Een ongelijke strijd, met on
verwachte successen, maar met een
afloop die bij voorbaat vaststond.
In het boek van kolonel Molenaar
wordt die titanenstrijd beschreven,
met de kleine, wendbare maar te lang
zame Fokkers D-21, de logge T-5-bom-
menwerpers die een gemakkelijke
prooi waren voor de Messerschmidts.
Het verhaalt van een luchtgevecht van
acht Fokker D-21-Jagers tegen negen
Messerschmidts, een weergaloos krin
gengevecht. Vijf Me-109's verdwenen
brandend naar de aarde. Eigen verlie
zen: geen.
Het is allemaal zeer minutieus weer
gegeven, zoals het ook is gebeurd. Een
wirwar van gebeurtenissen, die een
beeld geven van het manhaftig gedrag
van enkelingen, maar ook een aan
klacht inhouden. Kolonel Molenaar:
„Veldleger en luchtvaartafdeling, toen
achterstand die toen vooral op mate
rieel gebied bestond, kon niet meer
worden ingehaald".
„Generaal Best pakte de zaken ener
giek aan, dat moet ik wel zeggen"
aldus kolonel Molenaar. In Engeland
werd 7,5 cm Vickers afweergeschut
aangekocht. Daarvan werden maar en
kele batterijen afgeleverd. Daarna
werd een opdracht geplaatst in Zwit
serland voor het 2,5 cm Oerlikon lucht
doelkanon.
Door de neutraliteitspolitiek van dat
land werd die opdracht niet helemaal
uitgevoerd. „We hebben in Italië nog
wat 2 cm Scott Isotta Frascini-kanon-
nen kunnen kopen, maar ook dat was
snel over, toen de politieke verhoudin
gen in West-Europa duidelijker wer
den en de spanningen toenamen."
D-21-jagers. De D-21 was een voor
per uur en een grote wendbaarheid.
verouderd. Het merendeel stamde uit
de Eerste Wereldoorlog. Zoals de Duit
se Spandau mitrailleurs, die in 1918
op de verslagen Duitse troepen buit
gemaakt waren en later door Neder
land zijn aangekocht.
„Er is geen wapen geweest dat zo
veel haperde als de Spandau. Storin
gen en nog een storingen", zegt kolo
nel Molenaar schamper: „Logisch,
want ze waren totaal versleten. Het is
een compleet wonder dat er deson
danks nog zo veel weerstand werd ge
boden. Nee, ook van sabotage heeft de
luchtvaartafdeling nooit iets gemerkt.
De mensen waren ailen berekend voor
hun taak, van hoog tot laag."
VOORBEELDEN van goede wil wa
ren er in die oorlogsdagen voldoende
te geven. Maar alles hield op toen de
Duitse wals, op speciaal bevel van
Adolf Hilter, westwaarts rolde: de Ne
derlandse tegenstand moest zo snel
mogelijk worden gebroken. Kolonel
Molenaar laat dat authentieke opera
tiebevel zien. Geen compassie, geen
pacificatie maar doordrukken.
„De Vesting Holland moest zo snel
mogelijk worden genomen. Zo staat
het ook letterlijk in het bevel". Op en
om de Grebbeberg stokte de Duitse
vooruitgang, de situatie was er zeer
critiek. Het grootste gedeelte aan vlie
gend materieel van onze twee lucht
vaartregimenten die luchtsteun had
den kunnen bieden was vernietigd.
Wat overbleef repte zich op maandag
13 mei naar dat gebied. Het was niet
veel.
VIER verkenningsvliegtuigen van
het type C-10 (tweedekkers), twee
G-l-jager-bommenwerpers en vijf D-21
jagers verschenen boven de gehaven
de resten van een onderbewapend le
gerkorps dat met elke Duitse granaat
inslag een morele afknapper kreeg.
Dr. L. de Jong schreef in zijn oorlogs
historie: „Toen die vliegtuigen ver
schenen dachten velen: nou gaat het
goed."
Want hoe groter de benauwenis, des
te vuriger het geloof aan een miracu
leuze ommekeer". Het is voorspel
baar anders uitgekomen. Na 13 mei
verdwenen de weinige Nederlandse
vliegtuigen successievelijk uit het
luchtruim. Stuka-duikbombardemen-
ten namen toe in aantal en hevigheid.
Kameraden werden in stukken gere
ten. De zinloosheid van blijvende te
genstand werd met de minuut duide
lijker. Vandaar de panische vlucht van
velen.
KOLONEL Molenaar, nu wonend in
Apeldoorn, heeft die meidagen van
1940 vele malen beleefd. In 1954 werd
hij met de geschiedschrijving belast.
De licentiebouw van de 7,5 cm
Vickers „toen het meest moderne
luchtdoelwapen ter wereld" in Ne
derland werd een regelrechte afgang.
Kolonel Molenaar: „We dachten dat
we het zelf wel konden, het kwam an
ders uit. In juni 1939 kwamen de eer
ste 100 kanonnen bij de wapenfabriek
Hemburg gereed. Door ziekte van de
fabrikant van de zeer ingewikkelde
vuurleidingssystemen kwam die appa-
tuur niet klaar.
„Toen de oorlog uitbrak hadden we
acht batterijen van dat geschut. Hon
derd kanonnen konden niet worden
gebruikt bij gebrek aan richtmiddelen.
Ze bleven in de magazijnen en vielen
later in handen van de vijand. Boven
dien moest er worden geschoten met
brisantgranaten kolonel Molenaar
lacht de fabrikant die de tijdbuizen
moest leveren voor luchtdoelgranaten
bleef in gebreke."
Vertrouwd beeld in de meidagen 1940: neergehaalde Duitse toestellen in Neder
landse weilanden.
Een formatie D-21-jagers (hier
boven en linksboven) van de „jacht
vliegaf deling" (JAVA). De machi
nes waren bewapend met vier lich
te mitrailleurs, die qua kaliber en
vuursnelheid niet konden wed
ijveren met de Messerschmidts.