OERA LINDA BOEK KOMT IN HERDRUK Raadsel rond oud Fries handschrift na ruim een eeuw nog niet opgelost ROND BIJBEL EN KERK DOCUMENTAIRE BIOGRAFIE OVER BEETHOVENS LEVEN mm. Te veel eer Felle kritok I WÊÊÊÊfSê Woordenboek der muziek van Herbert Gerigk Multatuli als schaker Woordenboeken TV en geloofsbrieven STAMMEN WE AF VAN DE GROOTFRIEZEN? Vervalsing SËsSËs WIJ ONTVINGEN 17 mm A-SV.J XIM viri.»P«AeA*vi.,»Ai'V«;<Avo/v Fraai verzorgd WOENSDAG 25 NOVEMBER 1970 sl m is! Iw (Van een medewerker) BINNENKORT zal een herdruk van het omstreden Oera Linda Boek weer in de boekhandels te koop zijn. Gezien het karakter van het boek wordt het nooit een bestseller en dat heeft de uitgever (Mi nerva te Amsterdam) ook wel ingezien, want de oplage is beperkt tot vijf honderd stuks. Voor mensen die zich verdiepen in de geschiedenis en de taalwetenschappen is dit herverschijnen echter van bijzonder belang, want nu hoeven ze niet meer naar een of andere leeszaal te gaan om het boek te raadplegen, maar ze kunnen het kopen en er dan lekker thuis op studeren. Wat is dat Oera Linda Boek? In het kort gezegd een oud-Fries handschrift waarvan nog steeds niet is aangetoond of het om een falsifi catie gaat of een origineel document Er is al een eeuw lang beroering over geweest in de wetenschappelijke wereld van Nederland en ver daar buiten, een beroering, die dikwijls ontaard is in een ordinaire herrie. TW 10*. a\a*ap wan AVO mVUpvaa*» Avftb v.*#M6vr*r - ***>-»- njinnnnnnnrw. W«n/WUWUVWVVVVVV| I I«Ko*n AHI.ru n**isi.{i m. FtttMW In 1867 kwam het Oera Linda Boek aan het licht. Het handschrift was toen in het bezit van de\ Helderse scheeps timmerman Cornelis\ over de Linden, die het uitleende aan de heer Eelco Verwijs, destijds archivaris en biblio thecaris van de provincie Friesland. Met goedvinden van Cornelis over de Linden bleef hel handschrift in de pro vinciale bibliotheek te Leeuwarden, waar het nu nog is Het is een verzameling van geschrif ten over de geschiedenis van de Groot friezen of Fryas, tot en mët le Romein se tijd, dus kort na Christus. Het werk werd met grote toewijding en zorg be waard door het geslacht Over de Lin den. Vandaar dat Cornelis over de Lin den het aan Eelco Verwijs1, kon over handigen. Hebt u wel eens van Atlan tis gehoord? Dat was een nu verzonken eiland. Volgens het Oera Linda Boek was Atlantis een gebied dat ten noor den van Texel lag en waarvan het laat ste deel ten onder ging in het jaar 2193 voor Christus. De Friezen, ofte wel de Frya's, af komstig van Atlantis, zouden het oud ste beschaafde volk ter wereld zijn ge weest en de voorouders van Germanen en Kelten. Ze stichtten reeds 3500 jaar geleden een kolonie in India Ook Athene werd door hen gesticht. Aldus het Oera Linda Boek. De Inhoud is\vol verering voor de moedercultus. Een Wodan-dienst hebben onze voorouders nooit gekend, dat is een fantasie Van Romeinse geschiedschrijvers en evan gelie-predikers geweest Het centrum van het rijk der Frya's was Den Burg op Texel. Nederlandse, Engelse, Skandinaafse, IJslandse en het Letse volk. De taal van hel Oera Linda Boek is die welke een goede zeshonderd jaar voor Christus normaal in onzr* landen schijnt te zijn gesproken, dat wil zeg gen vanaf Denemarken tot aan de Sei ne. En die taal staat even ver af van het huidige Nederlands als van het momentele Fries Er zijr delen in het Oera Linda Boek, die jonger zijn, maar ook stukken van enige duizenden ja ren ouder. Diverse malen is hel ma nuscript overgeschreven, hetgeer no dig was als de tekst onleesbaar dreig de te worden. laatste helft van de negentiende eeuw Maar naderhand werd aangetoond, dat in ieder geval het handschrift al moet hebben bestaan in 1848, toen Cornelis over de Linden het zou hebben gekre gen van zijn tante Aafje. Ir. J. F. Overwijn te Dordrecht, een man die graag naar de diepste diepten van de historie dook en dan dikwijls tot fantastisch lijkende conclusies kwam, heeft het Oera Linda Boek ook eens bestudeerd en in 1941 is bet op zijn instigatie uitgegeven door de N.V. Enkhuizer Courant. Overwijn heeft het bewerkt en van een uitgebreide inleiding en een toe lichting voorzien. Hij heeft het oor spronkelijke manuscript dat van Hiddo Oera Linda uit 1256 schijnt te zijn in handen gehad, dus hij heeft zich niet beperkt tot wat Ottema pu bliceerde Er is een uitgebreide pennenstrijd over gevoerd of dit manuscript nu wer kelijk van Hiddo was, maar in feite doet dat er weinig toe, want het boek is toch al enige keren overgeschreven en of die laatste meneer nu Hiddo heette doet weinig ter zake. Overwijn dan toont od grond van oude Atlan- tisliteratuur aan. dat het boek histo risch juist moet zijn. Vt IxtX VH ftfclo. Neen, dit is geen Noormannenschip, maar een boot bemand met Frya's, zoals ze in de fantasie van Over wijn voorkwamen. Onder de boot staat „In het uit- en ommevaren leit ons heil". Nu in de rooms-katholieke kerk steeds meer nadruk wordt gelegd op liturgieën in de volkstaal dreigt het ge vaar dat men daar het zicht verliest op de grote schatten, die deze kerk heeft verzameld op het gebied van de latijnse lofzangen. Frits van der Meer heeft een fraai boek samengesteld, dat een ware schatkamer vormt van oude kerkelijke gezangen. Hij heeft de oud-latijnse zangen metrisch vertaald. In de eer ste plaats hymnen van Ambrosius en Prudentius, maar daarna ook Italiaan se hymnen, uit Rome naar de Britse eilanden geraakt. Feestgezangen en hymnen voor verschillende heiligen. De heiligen vindt men in deze verza meling, die ook specimina bevat van het achttiende-eeuwse Breviarium van Parijs met zijn barokke karakter. De schrijver zegt dat de hymnen vanaf het begin een monastieke aange legenheid zijn geweest. In de gewone kerken zong men slechts psalmen De monnikken echter breidden het reper toire van grondlegger Ambrosius uit met lofzangen voor de getijden van dag, nacht en jaar. De schrijver zegt over Ambrosius en Prudentius: „Hun basilieken zijn verdwenen: hun lofzan gen kunnen we nog lezen en zelfs, in een zeldzame trouwe abdij, nog horen zingen." Aan dat zingen kan Van der Meer verder weinig doen, aan het lezen TOEN HET HANDSCHRIFT in de publiciteit kwam is de kritiek in Fries land het felst geweest. Dat klinkt merk waardig, want het is toch een Fries werk. Ja, dat is het wel, maar niet in de gangbare zin van het woord. Het verhaalt niet de geschiedenis van de Mid-Friezen de Friezen van Fries land maar die van de Grootfriezen oftewel de Frya's. De Frya's zijn de gemeenschappelijke stamouders van 't boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl DE OPPOSITIE tegen het Oera Lin da Boek was niet alleen sterk in Fries land, maar ook in Duitsland- De Ber- lijnse Universiteit verklaarde zelfs in 1938 het boek officieel als vals! Op merkelijk daarbij was, dat tot de ver dedigers behoorde prof. Weiss, een wereldberoemd Sanskritist. Zo'n man heeft een naam. Hij meen de ontdekt te hebben dat het oer- Grootfries dus de taal waarin het Oera Linda Boek is geschreven van huis uit een taal is, die men een pa rallel aan het Sanskriet moet noemen. Maar Weiss kon het met zijn bewijs voering niet bolwerken tegen andere geleerde mannen De genoemde Eelco Verwijs heeft het hele, meer dan tweehonderd pa gina's dikke handschrift niet kunnen vertalen. Johan Winkler begon er daarna aan, doch hij raakte er van overtuigd, dat de hele zaak een grap was en toen gaf hij er de brui aan. Toen is dr. J. G. Ottema, conrector van het Stedelijk Gymnasium te Leeu warden, aan de gang gegaan en hij bleek in staat het boek te vertalen, waarbij hij tot de conclusie kwam. dat het wél echt was. Het boek met vertaling en inleiding is toen gepubliceerd en het zal nu door Uitgeverij Minerva in deze vorm totaal ongewijzigd weer op de markt worden gebracht. Na Ottema is er weer een luid gekrakeel ontstaan onder tal van mensen uit de weten schappelijke wereld. Mannen met klin kende namen schreven erover, maar nog is het raadsel niet opgelost. Een toentertijd bekend geleerde, Beckering Vinckers heeft in 1876 op grond van zekere stukken gemeend te kunnen aantonen, dat het handschrift vias samengesteld door de scheepstim merman Cornelis over de Linden zelf e^ dus een mystificatie zou zijn uit de HOE HET OOK ZIJ, dat de heer Beckering Vinckers het boek heeft toe geschreven aan Com. over de Linden is natuurlijk flauwekul. Ik wil helemaal niet de intelligentie en de ontwikke ling van de man in twijfel trekken, maar om een handschrift als het Oera Linda Boek te maken, daarvoor moet men toch wel een heel bijzondere knob bel hebben. Het boek is geschreven in het zoge naamde Frya-alfabet dat drieëndertig letters had. Dat Frya-schrift is nader hand opgegaan in het Latijnse, Griekse en runenalfabet. Hoofdletters kende het niet, de hele interpunctie bestond uit de punt, die aan het eind van een alinea herhaald werd om aan te geven, dat men een nieuwe regel wil begin- nen. Enfin, hoe het ook zij merkwaardig is, dat in de afgelopen eeuw niemand de moeite heeft genomen om een ern stig wetenschappelijk onderzoek naar de herkomst van het handschrift in te stellen. Grafologisch werd het hand schrift niet onder de loep genomen, chemisch zijn papier en inkt niet on derzocht en genealogisch ging men de herkomst van het geslacht Over de Linden niet na In ieder geval is *t nu zo, dat er de mogelijkheid bestaat voor ieder, die dat wenst zich boos te maken over het Oera Linda Boek dan wel er alleilei dingen omheen te weven en aan vast te knopen, zoals Overwijn in zijn uit gave heeft gedaan. In dit verband vind ik het jammer dat Uitgeverij Minerva niet de tekst van Overwijns inleiding en toelichting heeft gebruikt, maar zich heeft beperkt tot die van Ottema. Maar wellicht is die lacune aanleiding tot een tweede boek waarin men dan tevens het verwante geschrift van Overwtjn over de huis- en graftekens zou kunnen opnemen. Dit is een bladzijde van het Oera Linda Boek. UITGEVERIJ SPECTRUM-UTRECHT. J. Dalsace en R. Palmer: „Anticon ceptie", biologie en methodiek De auteurs zijn beiden medici, en beper ken hun beoordeling tot het terrein van hun eigen verantwoordelijkheid; moralistische beschouwingen blijven dus achterwege. Het boek biedt stof in overvloed, niet alleen de anticon- ceptionele middelen, maar bijna alle methoden en praktijken van abortus provocatus en sterilisatie worden be handeld. Dr. A. J. Boerman tekent voor de vertaling. Het boek is ver schenen in de reeks „Mens en Mede mens". „Lofzangen der Latijnse Kerk" vertaald door F. van der Meer. Latijn se teksten en metrische vertaling geput uit het Brevarium Monasticum aan gevuld met specimina uit het Breva rium van Parijs. Voor een groep ken ners en fijnproevers, die de litteraire juwelen van Frits van der Meer ken nen, is dit een boek dat weer een nieuw aspect laat zien van zijn veelzijdige litteraire kwaliteiten. Hoe wel hij zich bescheiden „Vertaler" noemt kan hij voor een belangrijk deel als „Auteur worden beschouwd. UITGEVERIJ LEMN1SCAAT Anle- la Jaffé: „Jung over de zin van hel leven" De vraag naar de zin of de zinloosheid van het leven is altijd een brandende geweest, maar juist in deze moderne tijd, toch wel bijzon der dringend. De schrijfster heeft ge tracht de ideeën van Jung, die ge woonlijk over vele moe'lijk grijpbare geschriften zijn verspreid, in een gro te synthese aan ons voor te leggen. UITGEVERSGROEP COMBO BAARN. Hofstede: „Tot onze diepe droefheid", documentaire over de dood. Verantwoording en teksten van de gelijknamige televisie-serie. VVO» STAT IS IA/UT AA WAQAf» XV P f V/VU, ./v tüt'FcX wftiTtAf. ■-* WÊt; AO P WITH^ICT AAf €?Ot>- - - i - e.A/aAiA A A i iJVjOtL |«VMAAfUA DE BIOGRAFEN Hans Conrad Fi scher en Erich Koek zeggen in hun voorwoord bij „Beethoven" in de vertaling van M. de Metz, uitgegeven door H. J. W. Becht in Amsterdam: „Ons boek is geen chronologische bio grafie, maar wil de mens en de com ponist Beethoven vanuit verschillende gezichtspunten onder de loep nemen. De verschillende hoofdstukken zijn op gebouwd rond het gedrag, de werk zaamheden en situaties, die karakte ristiek voor Beethoven als mens en kunstenaar. De illustraties zijn ont leend aan een voor de televisie ge maakte Beethovenfilm, waarbij wij de gelegenheid hadden talrijke originele handschriften, partituren, prenten, ui tingen van tijdgenoten en de plaatsen het leven van Beethoven zich afspeel de te bestuderen. Uit dit vele materiaal kan dit boek slechts een verantwoorde keuze bie den. Wij kunnen alleen al wegens de omvang van onze uitgave geen interpretatie geven van Beethovens werken, maar willen de mens Beet hoven in woord en beeld voor velen begrijpelijk maken, zonder daarbij te proberen zijn werk te verklaren uit zijn levensbeschrijving, noch de mens uit zijn werk. Wij zijn veeleer van me ning dat de dokumenten en bronnen, mits men deze zakelijk onderzoekt, een waarschuwing voor een dergelijke simplificatie inhouden". Zij besluiten hun voorwoord met te zeggen, dat zij de lezer documentair materiaal in handen geven voor een zakelijker en daardoor menselijker portret van Beethoven, waartoe ook de schaduwzijden van zijn karakter on verbrekelijk behoren. Wie het enorme aantal levensbe schrijvingen van Beethoven nog met een nieuwe uitgave wil uitbreiden, moet wel heel voorzichtig zijn met het verkondigen van de stelling, dat het de bedoeling is om „de mens Beetho ven in woord en beeld voor velen be grijpelijk te maken" Dit is naar mijn Hennie Schouten bewerkte voor Uit geverij Strengholt in Amsterdam het „Woordenboek der muziek" van Her- bert Gerigk. „In deze tijd, waarin de program ma's van radio en televisie en zelfs de etiketten van grammofoonplaten vaktermen bevatten, die voor velen een verklaring behoeven, is een woor denboek der muziek meer dan ooit noodzakelijk. In opera en concert en niet minder in huismuziek en amuse mentsmuziek, wordt een vaktaal ge bruikt, die een kleine kring van inge wijden kent, maar waarvan zelfs niet alle beroepsmusici volledig op de hoog te zijn. Dit boek stelt zich ten doel zo wel muziekliefhebbers als vakmisici beknopte en betrouwbare inlichtingen te geven" zo schrijft de samensteller van dit muziek-woordenboek in zijn voorwoprd. Inderdaad bestaat er behoefte aan een verklarend woordenboek der mu ziek. De bekende boekjes „Vreemde Woorden in de Muziek" geven over het algemeen slechts de vertaling van bepaalde vreemde woorden en termen, terwijl men toch juist een nadere ver klaring van enkele regels nodig heeft om de betekenis goed te begrijpen. De ze nadere verklaring wordt_ in de meeste gevallen in dit boekje gege ven en dat maakt het tot een waar devol bezit voor iedere muziekliefheb ber en vakman. Er zijn niet minder dan 225 illustraties en meer dan hon derd muziekvoorbeelden in opgeno men. Het is bovendien gedrukt op mooi glanzend papier en stevig gebon den in zwart leren kaft Ik kan het u aanbevelenl J. H. MOLENIJZER mening een onmogelijkheid, omdat men zich nooit door middel van een boek een beeld kan vormen van een mens. laat staan van een genie. Een dergelijke onderneming moet altijd stranden op de betrekkelijke waarde van de gegevens die men tot zijn beschikking heeft, hoe uitgebreid die ook zijn. Bovendien is het de vraag of het enige zin heeft om te trachten nader tot de mens Beethoven te ko men, wat men daarmee bereikt is hoogstens een nivellering van de uit zonderlijke hoogheid van zijn verschij ning. Maar gelukkig zijn de schrijvers in vele opzichten van hun doelstelling afgeweken, want bij het doorlezen van het boek heb ik ervaren, dat zij de objectiviteit die zij voorstaan, voort durend uit het oog verliezen Er wor den aparte hoofdstukken gewijd aan Beethovens karakter en aan Beetho ven en de religie, maar de mens Beet hoven wordt hier zeker niet begrijpe lijker door. Toch wil ik u niet ontraden dit boek aan te schaffen, integendeel ik be veel het u aan. omdat het een waar devol boek is met een groot aantal prachtige illustraties. De afbeeldingen van de schilderijen zijn met grote nauwkeurigheid afgedrukt en de typo grafische verzorging is voorbeeldig. Ik heb wel bezwaren tegen de oppervlak kige vertaling en de kromme zins bouw die hiervan het gevolg is, maar dat kunt u rustig op de koop toe ne men. Al zou u dit boek alleen maar doorbladeren, dan bent u er nog niet aan bekocht. J. H. MOOLENIJZER. De lezing van het nieuwste boek van Lodewijk Prins: „Multatuli en het spel van koningen" laat de lezer achter met de vraag, of hij dit werk moet beti telen als een litterair boek over een schaker dan wel als een schaakboek over een litterator. Prijs laat er overi gens in zijn inleiding weinig twijfel over bestaan dat hij het boek niet be paald uit innerlijke noodzaak heeft ge schreven. De uitnodiging van het Mul- tatuli-genootschap aanvaardde hij niet uit onverdeelde sympathie voor de held. Des te meer mag men het waar deren dat hij er toch in is geslaagd een boek te schrijven, dat een aanvul ling betekent voor de Multatuli-litera- tuur. Een bepaald facet van Douwes Dekkers leven krijgt hier ruime aan dacht. Frappant is vooral dat Multatuli's schaakbelangstelling vrijwel alleen uit ging naar het correspondentieschaak. De emotionele ontmoeting achter het bord beviel hem niet, daar hangt te veel af van het avontuurlijke, het ne men van beslissingen op grond van in stinctieve overwegingen. Douwes Dek ker speelde in de laatste jaren van zijn leven een reeks correspondentiepartij en, waarbij hij de mogelijkheden goed bleek te benutten, want in de beste voorbeelden geeft hij blijk de openings theorie goed te kennen In beroemde openingshoeken, zoals de Bilguer, vindt men nog enkele varianten uit partijen van Multatuli. Een goed schaker is hij nochtans niet geweest, daarover laat Prins toch weinig twijfel bestaan „Slechts één goede partij is Prins van Multatuli bekend. Dat hij nochtans het karwei heeft aangepakt om een jubileumjaar luister bij te zetten valt te waarderen. („Multatuli en het spel van konin- door Lodewijk Prins. De Bezige daarentegen heeft hij gedaan wat maar mogelijk is. Want door deze ver zameling heeft hij de prachtige oude gezangen dichter bij de moderne mens gebracht. IN DE AULASERIF is nu het Bij bels historisch woordenboek van Bo Reicke en Leonhard Rost afgerond In pocketformaat zijn hier in zes delen tal van bijbelse wetenswaardigheden samengebracht. Tal van illustraties verluchten de tekst, het laatste deel bevat de inhoudsopgave. In ons vijf de deel kwamen nog al wat onbedruk te bladzijden voor. Jammer van deze leuke serie, die ook zoveel aandacht besteed aan de gebieden om de bij bel heen. Het Liturgisch Woordenboek (1958. 1968) is nu afgesloten met de verschij ning van het supplement, dat getuige nis aflegt van de verschillende wijzen waarop rond het jaar 1970 in Neder land de vernieuwde liturgie gezien wordt. Naast indices en registers be vat het supplement een aantal uiteen zettingen en beschouwingen van ver schillende inspiratie Zij hebben be trekking op de hoofdpunten, waarop de met Vaticanum II ingezette liturgie hervorming gestalte heeft gekregen. Uitgebreide literatuuroverzichten zor gen voor verdere oriëntering. ONLANGS HEEFT men voor de tweede maal het TV-stuk .Zoon des mensen" kunnen zien. Na het grote verzet voor de vertoning vielen de reacties na afloop erg mee. In de „Oekumene"-serie is nu het toneelstuk van Dennis Potter opgenomen in een vertaling van Evert Straat. Men kan nu de tekst eens rustig op zijn gemak lezen, en daarbij de onmiddellijke in drukken, die het tv-spel opriep, nog eens controleren. Hetzelfde is mogelijk inzake de te levisie-serie „Tot onze diepe droef heid." van IKOR-CVK van dr Peter Hofstede. De teksten hiervan zijn in de vorm van een Anthos-boek gepu bliceerd. Buiten de teksten treft men hier boeiende beschouwingen aan over de wording van deze reeks. Ons trof voor al de ontdekking dat bij de sterk re ligieus geladen categorieën overlij densadvertenties de verbale droef heidsuitingen vier- tot zesmaal minder voorkomen dan elders. De schrijver zegt dat dit resultaat als een rode draad door de uitzendingen is gaan lo pen. „Het inzicht, dat verdriet in onze tot op het merg geperverteerde cul tuur eigenlijk verboden is. Verdriet houdt namelijk critiek in op het al machtige en goedertieren opperwezen. Foei." Het boek bevat verder een littera tuuropgave, bijbelplaatsen en brieven en krantencommentaren over de se rie. KEES MAAS „Lofzangen der Latijnse kerk" door F. van der Meer, uitgave Het Spec trum, Utrecht-Antwerpen. „Bijbels- historisch woordenboek" door Bo Reic ke en Leonhard Rost, uitgave Het Spectrum Utrecht-Antwerpen. „Zoon des mensen" door Dennis Potter, Bosch Keuning nv, Baarn. „Tot on ze diepe droefheid" door Peter Hofste de, uitgave Bosch en Keuning nv, Baarn. „Liturgisch woordenboek, sup plement," uitgave J. J. Romen Zo nen, Roermond. boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenI boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl AMBO-B1LTHOVEA Dr J L. Klink „Kind en geloof' De theologie van de kinderen een kleine theologie voor de ouders. Dr Klink, Remonstrants Predikante die grote bekendheid kreeg door haar „Bijbel voor de kin deren met zingen en spelen" heeft het plaatselijk gemeentewerk er aan gegeven, om zich geheel te kunnen wijden aan het onderzoek voor en het schrijven van „Kind en Geloof' Er zul len nog twee delen volgen op dit eer ste boek, die respectievelijk vóór- en najaar 1971 zullen verschijnen, en waarvan een overzicht van de inhoud is te vinden op de laatste bladzijde van dit eerste deel Corn. Verhoeven: „Bijna Niets' be schouwingen tussen taal en werke lijkheid. EM. QUERIDO-S UITGEVERSMIJ. AMSTERDAM Enige herdrukken in de Salamander Reeks. Jol&n Földes: „Gouden oorringen" een rmusante, lichtvoetige avonturenroman An Rut gers van der Loeff: „Alleen tegen al les" Het leven van '•en 'ongeman "lie aan het einde van zijn puber-zijn is. Alain Fournier ,Het grote avontuur" (Le Grand Meaulnes) Df schrijver is heel jong in de Eerste Wereldoor log in 1914 gesneuveld en heeft dan ook niet veel meer gepubliceerd dan deze roman, die ivenwei zo'n indruk heeft gemaakt, dat Fournier met dit ene werk wereld beroemd is gewor den. Het is een wonderlijke verwe ving van droom en werkeliikheid F. Bordewijk: .Noorderlicht" een za- kenroman W 'GAADE N V DEN HAAG Wal ter R. Fuchs: „Moderne Natuurkun de", wegwijzer door de wetenschap. gen Bij, Amsterdam). KEES MAAS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 17