OERA LINDA BOEK
KOMT IN HERDRUK
Raadsel rond oud Fries handschrift
na ruim een eeuw nog niet opgelost
ROND BIJBEL EN KERK
DOCUMENTAIRE BIOGRAFIE
OVER BEETHOVENS LEVEN
mm.
Te veel eer
Felle kritok
I WÊÊÊÊfSê
Woordenboek der
muziek van
Herbert Gerigk
Multatuli als
schaker
Woordenboeken
TV en geloofsbrieven
STAMMEN WE AF VAN
DE GROOTFRIEZEN?
Vervalsing
SËsSËs WIJ ONTVINGEN
17
mm
A-SV.J XIM viri.»P«AeA*vi.,»Ai'V«;<Avo/v
Fraai verzorgd
WOENSDAG 25 NOVEMBER 1970
sl m is!
Iw
(Van een medewerker)
BINNENKORT zal een herdruk van het omstreden Oera Linda Boek
weer in de boekhandels te koop zijn. Gezien het karakter van het
boek wordt het nooit een bestseller en dat heeft de uitgever (Mi
nerva te Amsterdam) ook wel ingezien, want de oplage is beperkt tot vijf
honderd stuks. Voor mensen die zich verdiepen in de geschiedenis en de
taalwetenschappen is dit herverschijnen echter van bijzonder belang,
want nu hoeven ze niet meer naar een of andere leeszaal te gaan om het
boek te raadplegen, maar ze kunnen het kopen en er dan lekker thuis op
studeren. Wat is dat Oera Linda Boek? In het kort gezegd een oud-Fries
handschrift waarvan nog steeds niet is aangetoond of het om een falsifi
catie gaat of een origineel document Er is al een eeuw lang beroering
over geweest in de wetenschappelijke wereld van Nederland en ver daar
buiten, een beroering, die dikwijls ontaard is in een ordinaire herrie.
TW
10*. a\a*ap
wan AVO
mVUpvaa*» Avftb v.*#M6vr*r
- ***>-»-
njinnnnnnnrw.
W«n/WUWUVWVVVVVV| I
I«Ko*n
AHI.ru
n**isi.{i m.
FtttMW
In 1867 kwam het Oera Linda Boek
aan het licht. Het handschrift was toen
in het bezit van de\ Helderse scheeps
timmerman Cornelis\ over de Linden,
die het uitleende aan de heer Eelco
Verwijs, destijds archivaris en biblio
thecaris van de provincie Friesland.
Met goedvinden van Cornelis over de
Linden bleef hel handschrift in de pro
vinciale bibliotheek te Leeuwarden,
waar het nu nog is
Het is een verzameling van geschrif
ten over de geschiedenis van de Groot
friezen of Fryas, tot en mët le Romein
se tijd, dus kort na Christus. Het werk
werd met grote toewijding en zorg be
waard door het geslacht Over de Lin
den. Vandaar dat Cornelis over de Lin
den het aan Eelco Verwijs1, kon over
handigen. Hebt u wel eens van Atlan
tis gehoord? Dat was een nu verzonken
eiland. Volgens het Oera Linda Boek
was Atlantis een gebied dat ten noor
den van Texel lag en waarvan het laat
ste deel ten onder ging in het jaar 2193
voor Christus.
De Friezen, ofte wel de Frya's, af
komstig van Atlantis, zouden het oud
ste beschaafde volk ter wereld zijn ge
weest en de voorouders van Germanen
en Kelten. Ze stichtten reeds 3500 jaar
geleden een kolonie in India Ook
Athene werd door hen gesticht. Aldus
het Oera Linda Boek. De Inhoud is\vol
verering voor de moedercultus. Een
Wodan-dienst hebben onze voorouders
nooit gekend, dat is een fantasie Van
Romeinse geschiedschrijvers en evan
gelie-predikers geweest Het centrum
van het rijk der Frya's was Den Burg
op Texel.
Nederlandse, Engelse, Skandinaafse,
IJslandse en het Letse volk.
De taal van hel Oera Linda Boek is
die welke een goede zeshonderd jaar
voor Christus normaal in onzr* landen
schijnt te zijn gesproken, dat wil zeg
gen vanaf Denemarken tot aan de Sei
ne. En die taal staat even ver af van
het huidige Nederlands als van het
momentele Fries Er zijr delen in het
Oera Linda Boek, die jonger zijn, maar
ook stukken van enige duizenden ja
ren ouder. Diverse malen is hel ma
nuscript overgeschreven, hetgeer no
dig was als de tekst onleesbaar dreig
de te worden.
laatste helft van de negentiende eeuw
Maar naderhand werd aangetoond, dat
in ieder geval het handschrift al moet
hebben bestaan in 1848, toen Cornelis
over de Linden het zou hebben gekre
gen van zijn tante Aafje.
Ir. J. F. Overwijn te Dordrecht, een
man die graag naar de diepste diepten
van de historie dook en dan dikwijls
tot fantastisch lijkende conclusies
kwam, heeft het Oera Linda Boek ook
eens bestudeerd en in 1941 is bet op
zijn instigatie uitgegeven door de N.V.
Enkhuizer Courant.
Overwijn heeft het bewerkt en van
een uitgebreide inleiding en een toe
lichting voorzien. Hij heeft het oor
spronkelijke manuscript dat van
Hiddo Oera Linda uit 1256 schijnt te
zijn in handen gehad, dus hij heeft
zich niet beperkt tot wat Ottema pu
bliceerde
Er is een uitgebreide pennenstrijd
over gevoerd of dit manuscript nu wer
kelijk van Hiddo was, maar in feite
doet dat er weinig toe, want het boek
is toch al enige keren overgeschreven
en of die laatste meneer nu Hiddo
heette doet weinig ter zake. Overwijn
dan toont od grond van oude Atlan-
tisliteratuur aan. dat het boek histo
risch juist moet zijn.
Vt IxtX VH ftfclo.
Neen, dit is geen Noormannenschip,
maar een boot bemand met Frya's,
zoals ze in de fantasie van Over
wijn voorkwamen. Onder de boot
staat „In het uit- en ommevaren
leit ons heil".
Nu in de rooms-katholieke kerk
steeds meer nadruk wordt gelegd op
liturgieën in de volkstaal dreigt het ge
vaar dat men daar het zicht verliest
op de grote schatten, die deze kerk
heeft verzameld op het gebied van de
latijnse lofzangen.
Frits van der Meer heeft een fraai
boek samengesteld, dat een ware
schatkamer vormt van oude kerkelijke
gezangen. Hij heeft de oud-latijnse
zangen metrisch vertaald. In de eer
ste plaats hymnen van Ambrosius en
Prudentius, maar daarna ook Italiaan
se hymnen, uit Rome naar de Britse
eilanden geraakt. Feestgezangen en
hymnen voor verschillende heiligen.
De heiligen vindt men in deze verza
meling, die ook specimina bevat van
het achttiende-eeuwse Breviarium van
Parijs met zijn barokke karakter.
De schrijver zegt dat de hymnen
vanaf het begin een monastieke aange
legenheid zijn geweest. In de gewone
kerken zong men slechts psalmen De
monnikken echter breidden het reper
toire van grondlegger Ambrosius uit
met lofzangen voor de getijden van
dag, nacht en jaar. De schrijver zegt
over Ambrosius en Prudentius: „Hun
basilieken zijn verdwenen: hun lofzan
gen kunnen we nog lezen en zelfs, in
een zeldzame trouwe abdij, nog horen
zingen."
Aan dat zingen kan Van der Meer
verder weinig doen, aan het lezen
TOEN HET HANDSCHRIFT in de
publiciteit kwam is de kritiek in Fries
land het felst geweest. Dat klinkt merk
waardig, want het is toch een Fries
werk. Ja, dat is het wel, maar niet in
de gangbare zin van het woord. Het
verhaalt niet de geschiedenis van de
Mid-Friezen de Friezen van Fries
land maar die van de Grootfriezen
oftewel de Frya's. De Frya's zijn de
gemeenschappelijke stamouders van 't
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
DE OPPOSITIE tegen het Oera Lin
da Boek was niet alleen sterk in Fries
land, maar ook in Duitsland- De Ber-
lijnse Universiteit verklaarde zelfs in
1938 het boek officieel als vals! Op
merkelijk daarbij was, dat tot de ver
dedigers behoorde prof. Weiss, een
wereldberoemd Sanskritist.
Zo'n man heeft een naam. Hij meen
de ontdekt te hebben dat het oer-
Grootfries dus de taal waarin het
Oera Linda Boek is geschreven van
huis uit een taal is, die men een pa
rallel aan het Sanskriet moet noemen.
Maar Weiss kon het met zijn bewijs
voering niet bolwerken tegen andere
geleerde mannen
De genoemde Eelco Verwijs heeft
het hele, meer dan tweehonderd pa
gina's dikke handschrift niet kunnen
vertalen. Johan Winkler begon er
daarna aan, doch hij raakte er van
overtuigd, dat de hele zaak een grap
was en toen gaf hij er de brui aan.
Toen is dr. J. G. Ottema, conrector
van het Stedelijk Gymnasium te Leeu
warden, aan de gang gegaan en hij
bleek in staat het boek te vertalen,
waarbij hij tot de conclusie kwam. dat
het wél echt was.
Het boek met vertaling en inleiding
is toen gepubliceerd en het zal nu door
Uitgeverij Minerva in deze vorm
totaal ongewijzigd weer op de
markt worden gebracht. Na Ottema is
er weer een luid gekrakeel ontstaan
onder tal van mensen uit de weten
schappelijke wereld. Mannen met klin
kende namen schreven erover, maar
nog is het raadsel niet opgelost.
Een toentertijd bekend geleerde,
Beckering Vinckers heeft in 1876 op
grond van zekere stukken gemeend te
kunnen aantonen, dat het handschrift
vias samengesteld door de scheepstim
merman Cornelis over de Linden zelf
e^ dus een mystificatie zou zijn uit de
HOE HET OOK ZIJ, dat de heer
Beckering Vinckers het boek heeft toe
geschreven aan Com. over de Linden is
natuurlijk flauwekul. Ik wil helemaal
niet de intelligentie en de ontwikke
ling van de man in twijfel trekken,
maar om een handschrift als het Oera
Linda Boek te maken, daarvoor moet
men toch wel een heel bijzondere knob
bel hebben.
Het boek is geschreven in het zoge
naamde Frya-alfabet dat drieëndertig
letters had. Dat Frya-schrift is nader
hand opgegaan in het Latijnse, Griekse
en runenalfabet. Hoofdletters kende
het niet, de hele interpunctie bestond
uit de punt, die aan het eind van een
alinea herhaald werd om aan te geven,
dat men een nieuwe regel wil begin-
nen.
Enfin, hoe het ook zij merkwaardig
is, dat in de afgelopen eeuw niemand
de moeite heeft genomen om een ern
stig wetenschappelijk onderzoek naar
de herkomst van het handschrift in te
stellen. Grafologisch werd het hand
schrift niet onder de loep genomen,
chemisch zijn papier en inkt niet on
derzocht en genealogisch ging men de
herkomst van het geslacht Over de
Linden niet na
In ieder geval is *t nu zo, dat er de
mogelijkheid bestaat voor ieder, die dat
wenst zich boos te maken over het
Oera Linda Boek dan wel er alleilei
dingen omheen te weven en aan vast
te knopen, zoals Overwijn in zijn uit
gave heeft gedaan. In dit verband vind
ik het jammer dat Uitgeverij Minerva
niet de tekst van Overwijns inleiding
en toelichting heeft gebruikt, maar zich
heeft beperkt tot die van Ottema.
Maar wellicht is die lacune aanleiding
tot een tweede boek waarin men dan
tevens het verwante geschrift van
Overwtjn over de huis- en graftekens
zou kunnen opnemen.
Dit is een bladzijde van het Oera
Linda Boek.
UITGEVERIJ SPECTRUM-UTRECHT.
J. Dalsace en R. Palmer: „Anticon
ceptie", biologie en methodiek De
auteurs zijn beiden medici, en beper
ken hun beoordeling tot het terrein
van hun eigen verantwoordelijkheid;
moralistische beschouwingen blijven
dus achterwege. Het boek biedt stof
in overvloed, niet alleen de anticon-
ceptionele middelen, maar bijna alle
methoden en praktijken van abortus
provocatus en sterilisatie worden be
handeld. Dr. A. J. Boerman tekent
voor de vertaling. Het boek is ver
schenen in de reeks „Mens en Mede
mens". „Lofzangen der Latijnse Kerk"
vertaald door F. van der Meer. Latijn
se teksten en metrische vertaling geput
uit het Brevarium Monasticum aan
gevuld met specimina uit het Breva
rium van Parijs. Voor een groep ken
ners en fijnproevers, die de litteraire
juwelen van Frits van der Meer ken
nen, is dit een boek dat weer een
nieuw aspect laat zien van zijn
veelzijdige litteraire kwaliteiten. Hoe
wel hij zich bescheiden „Vertaler"
noemt kan hij voor een belangrijk deel
als „Auteur worden beschouwd.
UITGEVERIJ LEMN1SCAAT Anle-
la Jaffé: „Jung over de zin van hel
leven" De vraag naar de zin of de
zinloosheid van het leven is altijd een
brandende geweest, maar juist in
deze moderne tijd, toch wel bijzon
der dringend. De schrijfster heeft ge
tracht de ideeën van Jung, die ge
woonlijk over vele moe'lijk grijpbare
geschriften zijn verspreid, in een gro
te synthese aan ons voor te leggen.
UITGEVERSGROEP COMBO
BAARN. Hofstede: „Tot onze diepe
droefheid", documentaire over de
dood. Verantwoording en teksten van
de gelijknamige televisie-serie.
VVO» STAT IS IA/UT AA WAQAf» XV P
f V/VU, ./v
tüt'FcX wftiTtAf. ■-*
WÊt;
AO P WITH^ICT AAf €?Ot>-
- -
i - e.A/aAiA A A i iJVjOtL
|«VMAAfUA
DE BIOGRAFEN Hans Conrad Fi
scher en Erich Koek zeggen in hun
voorwoord bij „Beethoven" in de
vertaling van M. de Metz, uitgegeven
door H. J. W. Becht in Amsterdam:
„Ons boek is geen chronologische bio
grafie, maar wil de mens en de com
ponist Beethoven vanuit verschillende
gezichtspunten onder de loep nemen.
De verschillende hoofdstukken zijn op
gebouwd rond het gedrag, de werk
zaamheden en situaties, die karakte
ristiek voor Beethoven als mens en
kunstenaar. De illustraties zijn ont
leend aan een voor de televisie ge
maakte Beethovenfilm, waarbij wij de
gelegenheid hadden talrijke originele
handschriften, partituren, prenten, ui
tingen van tijdgenoten en de plaatsen
het leven van Beethoven zich afspeel
de te bestuderen.
Uit dit vele materiaal kan dit boek
slechts een verantwoorde keuze bie
den. Wij kunnen alleen al wegens
de omvang van onze uitgave geen
interpretatie geven van Beethovens
werken, maar willen de mens Beet
hoven in woord en beeld voor velen
begrijpelijk maken, zonder daarbij te
proberen zijn werk te verklaren uit
zijn levensbeschrijving, noch de mens
uit zijn werk. Wij zijn veeleer van me
ning dat de dokumenten en bronnen,
mits men deze zakelijk onderzoekt,
een waarschuwing voor een dergelijke
simplificatie inhouden".
Zij besluiten hun voorwoord met te
zeggen, dat zij de lezer documentair
materiaal in handen geven voor een
zakelijker en daardoor menselijker
portret van Beethoven, waartoe ook de
schaduwzijden van zijn karakter on
verbrekelijk behoren.
Wie het enorme aantal levensbe
schrijvingen van Beethoven nog met
een nieuwe uitgave wil uitbreiden,
moet wel heel voorzichtig zijn met het
verkondigen van de stelling, dat het
de bedoeling is om „de mens Beetho
ven in woord en beeld voor velen be
grijpelijk te maken" Dit is naar mijn
Hennie Schouten bewerkte voor Uit
geverij Strengholt in Amsterdam het
„Woordenboek der muziek" van Her-
bert Gerigk.
„In deze tijd, waarin de program
ma's van radio en televisie en zelfs
de etiketten van grammofoonplaten
vaktermen bevatten, die voor velen
een verklaring behoeven, is een woor
denboek der muziek meer dan ooit
noodzakelijk. In opera en concert en
niet minder in huismuziek en amuse
mentsmuziek, wordt een vaktaal ge
bruikt, die een kleine kring van inge
wijden kent, maar waarvan zelfs niet
alle beroepsmusici volledig op de hoog
te zijn. Dit boek stelt zich ten doel zo
wel muziekliefhebbers als vakmisici
beknopte en betrouwbare inlichtingen
te geven" zo schrijft de samensteller
van dit muziek-woordenboek in zijn
voorwoprd.
Inderdaad bestaat er behoefte aan
een verklarend woordenboek der mu
ziek. De bekende boekjes „Vreemde
Woorden in de Muziek" geven over
het algemeen slechts de vertaling van
bepaalde vreemde woorden en termen,
terwijl men toch juist een nadere ver
klaring van enkele regels nodig heeft
om de betekenis goed te begrijpen. De
ze nadere verklaring wordt_ in de
meeste gevallen in dit boekje gege
ven en dat maakt het tot een waar
devol bezit voor iedere muziekliefheb
ber en vakman. Er zijn niet minder
dan 225 illustraties en meer dan hon
derd muziekvoorbeelden in opgeno
men. Het is bovendien gedrukt op
mooi glanzend papier en stevig gebon
den in zwart leren kaft Ik kan het u
aanbevelenl
J. H. MOLENIJZER
mening een onmogelijkheid, omdat
men zich nooit door middel van een
boek een beeld kan vormen van een
mens. laat staan van een genie.
Een dergelijke onderneming moet
altijd stranden op de betrekkelijke
waarde van de gegevens die men tot
zijn beschikking heeft, hoe uitgebreid
die ook zijn. Bovendien is het de vraag
of het enige zin heeft om te trachten
nader tot de mens Beethoven te ko
men, wat men daarmee bereikt is
hoogstens een nivellering van de uit
zonderlijke hoogheid van zijn verschij
ning. Maar gelukkig zijn de schrijvers
in vele opzichten van hun doelstelling
afgeweken, want bij het doorlezen van
het boek heb ik ervaren, dat zij de
objectiviteit die zij voorstaan, voort
durend uit het oog verliezen Er wor
den aparte hoofdstukken gewijd aan
Beethovens karakter en aan Beetho
ven en de religie, maar de mens Beet
hoven wordt hier zeker niet begrijpe
lijker door.
Toch wil ik u niet ontraden dit boek
aan te schaffen, integendeel ik be
veel het u aan. omdat het een waar
devol boek is met een groot aantal
prachtige illustraties. De afbeeldingen
van de schilderijen zijn met grote
nauwkeurigheid afgedrukt en de typo
grafische verzorging is voorbeeldig. Ik
heb wel bezwaren tegen de oppervlak
kige vertaling en de kromme zins
bouw die hiervan het gevolg is, maar
dat kunt u rustig op de koop toe ne
men. Al zou u dit boek alleen maar
doorbladeren, dan bent u er nog niet
aan bekocht.
J. H. MOOLENIJZER.
De lezing van het nieuwste boek van
Lodewijk Prins: „Multatuli en het spel
van koningen" laat de lezer achter met
de vraag, of hij dit werk moet beti
telen als een litterair boek over een
schaker dan wel als een schaakboek
over een litterator. Prijs laat er overi
gens in zijn inleiding weinig twijfel
over bestaan dat hij het boek niet be
paald uit innerlijke noodzaak heeft ge
schreven. De uitnodiging van het Mul-
tatuli-genootschap aanvaardde hij niet
uit onverdeelde sympathie voor de
held. Des te meer mag men het waar
deren dat hij er toch in is geslaagd
een boek te schrijven, dat een aanvul
ling betekent voor de Multatuli-litera-
tuur. Een bepaald facet van Douwes
Dekkers leven krijgt hier ruime aan
dacht.
Frappant is vooral dat Multatuli's
schaakbelangstelling vrijwel alleen uit
ging naar het correspondentieschaak.
De emotionele ontmoeting achter het
bord beviel hem niet, daar hangt te
veel af van het avontuurlijke, het ne
men van beslissingen op grond van in
stinctieve overwegingen. Douwes Dek
ker speelde in de laatste jaren van zijn
leven een reeks correspondentiepartij
en, waarbij hij de mogelijkheden goed
bleek te benutten, want in de beste
voorbeelden geeft hij blijk de openings
theorie goed te kennen In beroemde
openingshoeken, zoals de Bilguer,
vindt men nog enkele varianten uit
partijen van Multatuli.
Een goed schaker is hij nochtans
niet geweest, daarover laat Prins toch
weinig twijfel bestaan „Slechts één
goede partij is Prins van Multatuli
bekend. Dat hij nochtans het karwei
heeft aangepakt om een jubileumjaar
luister bij te zetten valt te waarderen.
(„Multatuli en het spel van konin-
door Lodewijk Prins. De Bezige
daarentegen heeft hij gedaan wat
maar mogelijk is. Want door deze ver
zameling heeft hij de prachtige oude
gezangen dichter bij de moderne mens
gebracht.
IN DE AULASERIF is nu het Bij
bels historisch woordenboek van Bo
Reicke en Leonhard Rost afgerond In
pocketformaat zijn hier in zes delen
tal van bijbelse wetenswaardigheden
samengebracht. Tal van illustraties
verluchten de tekst, het laatste deel
bevat de inhoudsopgave. In ons vijf
de deel kwamen nog al wat onbedruk
te bladzijden voor. Jammer van deze
leuke serie, die ook zoveel aandacht
besteed aan de gebieden om de bij
bel heen.
Het Liturgisch Woordenboek (1958.
1968) is nu afgesloten met de verschij
ning van het supplement, dat getuige
nis aflegt van de verschillende wijzen
waarop rond het jaar 1970 in Neder
land de vernieuwde liturgie gezien
wordt. Naast indices en registers be
vat het supplement een aantal uiteen
zettingen en beschouwingen van ver
schillende inspiratie Zij hebben be
trekking op de hoofdpunten, waarop de
met Vaticanum II ingezette liturgie
hervorming gestalte heeft gekregen.
Uitgebreide literatuuroverzichten zor
gen voor verdere oriëntering.
ONLANGS HEEFT men voor de
tweede maal het TV-stuk .Zoon des
mensen" kunnen zien. Na het grote
verzet voor de vertoning vielen de
reacties na afloop erg mee. In de
„Oekumene"-serie is nu het toneelstuk
van Dennis Potter opgenomen in een
vertaling van Evert Straat. Men kan
nu de tekst eens rustig op zijn gemak
lezen, en daarbij de onmiddellijke in
drukken, die het tv-spel opriep, nog
eens controleren.
Hetzelfde is mogelijk inzake de te
levisie-serie „Tot onze diepe droef
heid." van IKOR-CVK van dr Peter
Hofstede. De teksten hiervan zijn in
de vorm van een Anthos-boek gepu
bliceerd.
Buiten de teksten treft men hier
boeiende beschouwingen aan over de
wording van deze reeks. Ons trof voor
al de ontdekking dat bij de sterk re
ligieus geladen categorieën overlij
densadvertenties de verbale droef
heidsuitingen vier- tot zesmaal minder
voorkomen dan elders. De schrijver
zegt dat dit resultaat als een rode
draad door de uitzendingen is gaan lo
pen. „Het inzicht, dat verdriet in onze
tot op het merg geperverteerde cul
tuur eigenlijk verboden is. Verdriet
houdt namelijk critiek in op het al
machtige en goedertieren opperwezen.
Foei."
Het boek bevat verder een littera
tuuropgave, bijbelplaatsen en brieven
en krantencommentaren over de se
rie.
KEES MAAS
„Lofzangen der Latijnse kerk" door
F. van der Meer, uitgave Het Spec
trum, Utrecht-Antwerpen. „Bijbels-
historisch woordenboek" door Bo Reic
ke en Leonhard Rost, uitgave Het
Spectrum Utrecht-Antwerpen. „Zoon
des mensen" door Dennis Potter,
Bosch Keuning nv, Baarn. „Tot on
ze diepe droefheid" door Peter Hofste
de, uitgave Bosch en Keuning nv,
Baarn. „Liturgisch woordenboek, sup
plement," uitgave J. J. Romen Zo
nen, Roermond.
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboeken WIJ ONTVINGEN
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenI
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
AMBO-B1LTHOVEA Dr J L. Klink
„Kind en geloof' De theologie van
de kinderen een kleine theologie voor
de ouders. Dr Klink, Remonstrants
Predikante die grote bekendheid
kreeg door haar „Bijbel voor de kin
deren met zingen en spelen" heeft
het plaatselijk gemeentewerk er aan
gegeven, om zich geheel te kunnen
wijden aan het onderzoek voor en het
schrijven van „Kind en Geloof' Er zul
len nog twee delen volgen op dit eer
ste boek, die respectievelijk vóór- en
najaar 1971 zullen verschijnen, en
waarvan een overzicht van de inhoud
is te vinden op de laatste bladzijde
van dit eerste deel
Corn. Verhoeven: „Bijna Niets' be
schouwingen tussen taal en werke
lijkheid.
EM. QUERIDO-S UITGEVERSMIJ.
AMSTERDAM Enige herdrukken in
de Salamander Reeks. Jol&n Földes:
„Gouden oorringen" een rmusante,
lichtvoetige avonturenroman An Rut
gers van der Loeff: „Alleen tegen al
les" Het leven van '•en 'ongeman "lie
aan het einde van zijn puber-zijn is.
Alain Fournier ,Het grote avontuur"
(Le Grand Meaulnes) Df schrijver
is heel jong in de Eerste Wereldoor
log in 1914 gesneuveld en heeft dan
ook niet veel meer gepubliceerd dan
deze roman, die ivenwei zo'n indruk
heeft gemaakt, dat Fournier met dit
ene werk wereld beroemd is gewor
den. Het is een wonderlijke verwe
ving van droom en werkeliikheid F.
Bordewijk: .Noorderlicht" een za-
kenroman
W 'GAADE N V DEN HAAG Wal
ter R. Fuchs: „Moderne Natuurkun
de", wegwijzer door de wetenschap.
gen
Bij, Amsterdam).
KEES MAAS.