IJmuider Courant J Veranderend normbesef werkt door bij de artsen Zestigduizend per jaar. Bijdrage tot de meningsvorming MAAR DE NORMEN ver anderen. Vele tegenstanders van „gisteren" zijn de weifelaars van „vandaag" en de voorstanders van „morgen". „Van een vooral ethisch, moreel en religieus probleem wordt voortijdige zwangerschaps onderbreking langzaam maar zeker een sociologisch vraagstuk. En de pest is dat je er vandaag anders over denkt dan gisteren". Dat zegt ons een vrouwenarts: een der deskundigen die op ons ver zoek hun meningen formuleerden over de „a.p.". Vier huisartsen en drie gynaecologen (hervormd, ge reformeerd en katholiek). Ano niem (omdat hun ethische erecode het noemen van namen verbiedt) hebben zij ons openhartig geant woord op een aantal vragen die verband houden met de problema tiek rond de legale abortus en hun eigen visie daarop. Hoe ver die visies onderling ook uiteenlopen, gezamenlijk vormen zij een bij drage aan de objectieve menings vorming over het voortijdig af breken van de zwangerschap en dat is, gezien de begripsverwarring bij het publiek geen overbodige luxe. Richtlijnen 0 Geestelijk letsel Salto mortale ,Doe het zelf!' O „Rotwerk" O Kwade kans Geen stuk vuil Breinaald Achterlopen Wat is leven? ABORTUS: JA OF NEE? Een probleem waarover thans allerwege, door leken en medici, gediscussieerd en geschreven wordt alsof „het leven ervan afhangt". En dat doet het dan ook, want de kern van het vraagstuk is nog altijd, om met Shakespeare te spreken^ het „to be or not to be". Het zijn of niet-zijn van de ongeboren vrucht in het moeder lichaam: het meest elementaire van alle „rechten van de mens", het recht op leven. Een recht waaraan tot voor enkele jaren eigenlijk niet te tornen viel IN NEDERLAND worden per jaar circa 60.000 abortussen op gewekt. „Dat zijn er (volgens de medisch leidster van een der Dr. Rutgerhuizen, medische consultatiebureaus voor seksuele moeilijkheden) zeker 50.000 teveel. Voorbehoedsmiddelen moeten zo ingevoerd raken dat abortus niet meer nodig is, vindt zij, die zelf per week 3 tot 4 keer per week over abortus geconsulteerd wordt en vrijwel nooit een verzoek afwijst. Maar voor „al die jonge lui die maar raak vrijen" heeft zij geen goed woord over. „Sex is geen consumptie-ijsje of een zakje frites. Ze zouden tenminste voor zorgen moeten nemen!" De beste voorzorg? „Nog steeds de pil. Daarna, in volgorde van zekerheid: spiraaltje, ring en condoom. In de toekomst ook een abortuspil. En nu reeds, als er toch een ongelukje gebeurt, de morning-after-pil". ongelukje gebeurt, de morning-after-pil". Het is allemaal weer hevig actueel, sinds deze week de stichting van Stimezo Nederland gemeld werd. ABORTUS, JA OF NEE? EEN HUISARTS met middelgrote praktijk: „Abortus provocatus is een onderdeel van een veel groter geheel, het bevruchtingsvraagstuk. Het gaat daarbij om totaal tegengestelde zaken: bevruchting en het voorkomen daarvan. Ik heb geen idee of er veel behoefte is aan abortus. Met een verbeterde anti conceptie zal het verminderen. Je hebt daarenboven nu al de morning-aftei - pil: als er een ongeluk is gebeurd, kun je dat binnen 24-48 uur ongedaan ma ken. Straks krijg je ook nog een abor tus-pil". „Najuurlijk vernietig je bij abortus het potentiële individu. Maar er kunnen tijdens de ontwikkeling van de vrucht zoveel dingen gebeuren, dat ik er per soonlijk geen bezwaar meer tegen heb. Drie jaar geleden wel, toen dacht ik er heel anders over. Wat nu zwaar weegt is het afwegen van de kans op een redelijk plezierig bestaan voor het kind. Abortus is nog in tegenspraak met de ethiek. Het is prettig dat er richt lijnen zijn maar het kan gebeuren dat die richtlijnen hun waarde verliezen door de enorme ontwikkeling die gaan de is. Vernietiging van het leven zou een kwaad zijn, maar als je gaat af wegen wat er van dat leven terecht zou kunnen komen dan moet je van twee kwaaie de minste kiezen". „Het opwekken van de abortus is een kwestie van overleg tussen een aantal mensen: vrouw, eventuele partner, huis arts, eventueel een psychiater om de echtheid van de wens te toetsen en de gynaecoloog. De laatste moet tenslotte de abortus plegen. Je moet de aanvra gen van geval tot geval bekijken. Ik krijg aanmerkelijk meer gevallen dan vroeger. In de beoordeling spelen een heleboel factoren meer, waarbij de stem van de vrouw en haar eventuele part ner wel belangrijk, maar niet doorslag gevend is. Als huisarts moet je er zeker van zijn dat de vraag echt gemeend en serieus is en dat het bijvoorbeeld niet op aandringen van de familie gebeurt". „Een groot aantal vrouwen voelt zich, als zij bij me komen, nog niet de draag- Embryo van iyz centimeter. ster van een kind. Dat gevoel komt pas na een maand of twee, drie. Op dat mo ment als zij ervaart dat zij moeder aan het worden is komt zij niet meer om abortus". EEN COLLEGA-HUISARTS, in de zelfde gemeente: „Van de arbortus pro vocatus weet je nooit welke juridische gevolgen het voor een arts die het zelf uitvoert heeft. Mijn indruk is, dat een beslissing in commissie wordt genomen om aan de justitie te ontkomen. Als je het op eigen houtje doet, grijpen ze je eerder dan wanneer je het samen doet, met een zenuwarts en vrouwenarts." „Belangrijkste norm voor mij is of er bij degene die het afdrijven van de vrucht ondergaat een geestelijk litteken kan overblijven; het gaat erom of de vrouw dat kan verwerken. Aan het doden van de vrucht ga ik voorbij, als je met z'n allen hebt beslist dat dat het beste voor de vrouw is". HUISARTS met een grote praktijk (meer dan 3000 patiënten): „Er moet ruimte voor abortus komen. "We zitten met de absolute eerbied voor het le ven. Voor veel artsen betekent het een salto mortale om van dat absolute standpunt af te komen. Mensen kwamen en komen bij je met de vraag. En je bent er niet mee om absoluut afwijzend te staan. De vraag is of het abortus vraagstuk wel een medisch probleem is, en niet veel meer een sociaal-psycho logische zaak. Voor een vrouwenarts is het wel „medisch", die moet'de hande ling verrichten". „De vrouw beslist eerst, maar niet uiteindelijk. Ze komt bij ons, en legt ons de verantwoordelijkheid voor verbre king van de zwangerschap op ons nek. In de toekomst zal dat veranderen met de abortuspil. Dan is de vrouw onaf hankelijk in haar beslissing. De huis- te dierbaar. Hoewel, het is een moment opname. De ethiek is niet vaststaand. Misschien denk ik er over tien jaar anders over. Mijn patiënten weten hoe ik denk. Uiteraard zorg ik wel voor de begeleiding tijdens de zwangerschap. Ik laat mijn patiënten dus maar betrekke lijk in de kou staan". „Ja, mijn persoonlijke mening dring ik dan op aan de ander. Maar op zulke punten moet je je persoonlijke over tuiging laten prevaleren. Natuurlijk laat ik wel steeds blijken waarom ik zo denk". „In principe is het mogelijk dat als je weigert een vrouw een uur later zelfmoord pleegt. Je kunt je er als huisarts op verkijken. Bij twijfel is het prettig dat er een commissie be staat". „Een vrouw alleen kan niet over abortus beslissen; zij overziet het pro bleem, de psychische consequenties niet". HOE BEOORDEELT de vrouwenarts, de uitvoerder van de arbortus, de ont wikkeling? Gynaecoloog no 1: „Ik ben geen voor stander van abortus. Waarom niet? Voor mij is het kernprobleem de vraag of de provocatus in feite het doden van een wezen is of niet. Die kernvraag wordt door allerlei mensen verschillend be antwoord. Ik kan me best voorstellen dat een vrouw die over tijd is, dat er vaart als een penibele situatie, maar niet denkt aan een menselijk wezen in de baarmoeder. Voor haar zou abortus het opheffen van een ongewenste toe stand zijn". „Maar de vrucht is, hoe vroeg ook, duidelijk te herkennen als een levend wezen; het maakt geluidjes, het spar telt. Voor de gynaecoloog is er geen twijfel of hier is sprake van leven. Dat leven moet dood, anders is je werk mis lukt. Provocatie is dus het doden van een levend wezen". „Er is maar één situatie waarin het bijzonder moeilijk wordt. Je hebt niet hem gezegd: Je moet er bij zijn, je moet het zelf eens doen". „Het is bijzonder onaangenaam, dat je aan je geweten tekort doet als je zegt: ik moet het toch doen. Het is on juist om bepaalde geneeskundige han delingen te verrichten. Als je het zelf niet goed en juist vindt, dan moet je het niet doen. De integriteit van je me disch handelen is verschrikkelijk be langrijk. Daarom mag je je niet laten beïnvloeden door de wens van de pa tiënt. Een patiënt heeft nooit voldoende gegevens, hij verstoort het zindelijk denken". EEN TWEEDE vrouwenarts denkt er heel anders over: „Ik ben geen princi pieel tegenstander van zwangerschaps beëindiging. Ik ben gelovig. Op grond daarvan ben ik er wel tegen geweest. Ik ben er niet meer tegen, omdat er arts zal over het algemeen grotendeels de sociale indicatie hanteren, want me dische indicaties op grond waarvan abortus opgewekt moet worden, zijn er bijna niet. Wat zal het lot van dit kind zijn, moet de huisarts overwegen want heel veel ongewenste kinderen ontsporen later. Dat zijn overigens din gen die je tot voor kort niet mocht zeg gen" TENSLOTTE opnieuw een huisarts met een middelgrote praktijk, maar zonder abortus-ervaring. „Ik kan het niet, abortus opwekken of eraan mee werken. Ik ben er een pricipieel tegen stander van. Voor mij is het leven nog Een foet van drie maanden; de lengte is 7i/2 centimeter. alleen te maken met een levend kind, maar ook met een levende moeder. Er kunnen zich situaties voordoen waarin de leefbaarheid van de moeder in het geding komt. Dan moet je kiezen: er is geen uitweg mogelijk om beiden tot hun recht te laten komen. Wat je dan moet kiezen? Daar weet ik geen duide lijke maatstaven voor. Een algemene regel zou kunnen zijn: het leven van de moeder is waarschijnlijk belangrij ker dan dat van het kind". „Nee, ik heb nog nooit een abortus opgewekt. Een huisarts is eens erg boos geworden, omdat ik weigerde. Ik heb zich gevallen voordoen waarin of de zwangerschap, of de bevalling, of het hebben van een kind, of eèn combinatie van deze drie, de gezondheid van de vrouw ernstig kan bedreigen. In de eer ste plaats moeten de betrokkenen over het verbreken van de zwangerschap be slissen: man en vrouw, als er tenminste een man is. De huisarts kan daarbij een eerste rem zijn. Ik geloof, dat hij de enige in de medische sfeer is, die de gezinsomstandigheden kent. In zo'n be slissing spelen zijn eigen opvattingen een rol, zoals trouwens bij alle medische zaken". „Er zijn duidelijke „absolute" sociaal- economische indicaties, overigens veruit de minst populaire in de medische we reld. Abortus als oplossing van een so ciaal probleem: daar sta ik zeer gere- ik heb ook moeten zweren dat ik te al len tijde mijn patiënten moet helpen. Dat gaat bij mij voor. En wat de wet erover zegt, dat is ergens bijzaak. Mijn patiënten helpen naar beste kunnen en weten, dat is voor mij wet". serveerd tegenover. Je moet eerder die sociale problemen oplossen". „Abortus is doodslag, ja. Ik vind het de rotste ingreep die er in mijn vak bestaat. Bijna alle moeilijke gevallen bespreek ik met mijn vrouw, zonder haar overigens mee te laten beslissen. Ik ken haar erin. Je hebt behoefte om erover te praten met iemand die er niet vak-technisch bij betrokken is. Als ik een abortus heb gedaan, merkt mijn vrouw dat het iets zeer onaangenaams is geweest". DE DERDE gynaecoloog zegt dit: „Abortus provocatus is een beladen woord, je denkt dan aan de Zeedijk, aan fluisteren over een breinaald, waarmee ze in de baarmoeder zitten te peuteren. Onderbreking van de zwangerschap klinkt iets beter. Er zijn maar drie medische indicaties, de andere liggen niet op verloskundig medisch vlak: 1. De vrouw die in het begin van de zwangerschap rode hond doormaakt en kans loopt op beschadiging van de vrucht; 2. Mensen die rhesusantagonisme heb ben (onverenigbaarheid van bloedsoor- ten op grond van vorming van een anti stof in het bloed van rhesus-negatieve personen na transfusie met bloed van een rhesuspositieve); 3. Vrouwen die tijdens zwangerschap zo enorm braken, dat zij er dood aan kunnen gaan. Het beroerde voor ons, gynaecologen, is dat de indicaties door huisarts en zenuwarts worden gesteld. Niemand die opkomt voor het ongeboren kind. Kin derartsen zwijgen in alle toonaarden over dit probleem. Als je je kind niet wilt, kun je het toch altijd afstaan". „Als je zwangerschap op grote schaal gaat onderbreken in speciale klinieken, zoals in Rotterdam de Stimezo dat wil, dan is de stap nog maar klein om men sen uit bepaalde inrichtingen op te rui men. Daarom moet je er voorzichtig mee zijn. Voor iedereen die niet zwan ger wil worden zijn er mogelijkheden te over. Eigenlijk zouden wij een pil moeten uitvinden die door het brood wordt gemengd: dan vergeet de vrouw hem niet en dan krijg je ook geen on gelukjes". „Ergens lappen we de medische ethiek aan onze laars. Tot op zekere hoogte natuurlijk. Neem een theoretisch geval: groot gezin, moeder zwanger, pa is er met 'n ander vandoor. De vrouw staat er nu alleen voor, zij zit met iets in haar lichaam dat haar voortdurend her innert aan de vent die 'm is gesmeerd. In zo'n geval ben ik geen tegenstander van abortus. Maar het is een walgelijke ingreep. Gelukkig weet je je gesteund door andere artsen, met wie je samen de beslissing hebt genomen". „Wij zijn gebonden aan de eed dat wij geen leven zullen vernietigen. Maar „DE ACTIE van Dolle Mina? Er wordt me aan het verstand gebracht dat hier grote gevaren dreigen, of voor de pa tiënten of voor de omgeving. Dat Mina komt en zegt: ik wil eraf, dat kan niet. Ik heb met twee individuen te maken: het wichtje en de vrouw. De vrouw is baas over haar eigen lichaam. Althans: zij is baas over de consequenties. Maar een kind of zwangerschap is geen stuk vuil dat je zomaar weggooit. Nee, ik ben geen voorstander van Dolle Mina en haar kreet: rotzooi maar wat an. Een psychotrauma krijgt de vrouw er van, zo groot dat het niet mooi meer is. Er spelen twee levensgrote problemen: a) veel mensen doen hun uiterste best om kinderen te krijgen en b) mensen die geen kinderen willen hebben en er proberen vanaf te komen". „Ik ga van het standpunt uit, dat het in de geneeskunde nooit zwart-wit is. Het abortusvraagstuk mag je daarom ook niet in zwart-wit zien. Ik ben een aanhanger van de ja, tenzij theorie. Wel of geen abortus hangt duidelijk samen met de maatschappelijke ontwikkeling. Wij als artsen moeten ons aan de ont wikkeling aanpassen. Natuurlijk heeft een vrouw altijd het laatste woord. Een vrouw zal beginnen met een gesprek met de huisarts. Als die nee zegt en de vrouw ja, dan moet de arts heel goed zijn motieven uiteenzetten. Hij kan dan wel zeggen: Ik doe het niet, maar op datzelfde moment moet hij de vrouw doorsturen naar een ander. De vrouw is de baas. Abortus opwekken mag overigens nooit zonder gesprek: niet iedereen die zwanger is kan zich zon der meer laten aborteren, dat gaat me te ver". „DE VLUCHT naar Engeland: het zelfde heb je gezien bij het verstrekken van voorbehoedmiddelen. Daar hing tot voor kort nog een waas van stiekem gedoe over. De arts, ik heb het al eer der gezegd, moet zich aanpassen. Hij loopt altijd achter, want hij is bang, een slechte naam te krijgen. Daarom gaat hij vrij aarzelend met de ontwik keling mee. Wanneer in de artsenkring zelf de abortus accepté wordt, dan ko men steeds minder afwijzingen voor". „OP DIT moment mag abortus pro vocatus wettelijk nog niet. Iedere arts is kwetsbaar ais een patiënt na afloop zegt: je hebt me erin laten vliegen. De commissie ad hoc is daarom meer een commissie ter bescherming van de medicus dan van de vrouw. Het foute van een gesprek bij een psychi ater, vind ik, dat een volkomen ge zonde vrouw bij een psychiater te recht komt en dan ineens patiënte wordt. Dat is een beetje „fraglich". Dit soort problemen hoort typisch thuis bij de huisarts, hoewel ik wel gevoel heb voor de bezwaren van de gynaeco loog die zegt: jullie hebben gemakke lijk praten, maar jullie vergeten dat wij het vuile werk moeten doen. Voor die gynaecologen zou je daarom eerst de wet moeten veranderen, om hen van dat nare gevoel af te helpen dat zij iets oneerbaars doen". „HET IS eigenlijk een kwestie voor ethici: wanneer is het moord? Ik persoonlijk vind het pas moord wan neer je van een levend wezen kunt spreken. Datzelfde heb je met de dood. Als iemand zo ernstig ziek is, dat er nauwelijks sprake van leven is, moet je dat leven dan nog in stand houden? Ik vind van niet, je moet het niet onnodig rekken. Je moet iemand gunnen rustig te sterven. Dat is een fase waarin je met rust moet worden gelaten, omdat je het hele maal alleen moet doen. Je mag niet door prikkerij en allerlei toestanden worden gestoord om langer te leven: Tenzij,ja, tenzij de familie zegt: dokter, wij staan erop dat er geprikt wordt. In al deze dingen komt het erop aan dat de arts zich veel meer in dienst gaat stellen van de patiënt en dat hij betrokken is in diens fami liestructuur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 15