Max Lezvin, geen voorstander onbeperkte vrijheid: LINKSE INFECTIE MOET KOST WAT KOST UIT SAMENLEVING WORDEN GESNEDEN" Supermarkt in godsartikelen Laatste der Mohikanen Gevangenen- eilanden in Griekenland sympathiek IS i U VYDM toegelaten tot georganiseerd overleg DE HEER JUTTE OVERLEEFDE KERKVERNIEWING Vereniging beoogt snelle hulp voor hartpatiënten "«'U jJ! BELACHELIJK TJ-o+h Ottawa ONBLOEDIG GEPEUPEL HARDE REACTIE DECORATIE KWALITEIT WOENSDAG 16 DECEMBER 1970 (Van onze correspondent) GRONINGEN „De linkse infectie zal kost wat kost uit de maatschappij gesneden moeten worden. Eerlijk, ik ben niet voor een onbeperkte vrijheid". Aldus de 51- jarige Amsterdamse zakenman Max Lewin, hoofdredac teur van het blad „Rechts Om" in een interview dat hij ons toestond voor hij op reis ging naar Griekenland, waar hij een onderhoud had met vice-premier en mi nister van Binnenlandse Zaken Pattakos, de staatssecre taris van coördinatie, belast met de economie, Kozonis en de plaatsvervangend chef der strijdkrachten, generaal Broumos. Vóór hij in het vliegtuig naar Athene stapte, had de heer Lewin nog weinig reacties op zijn trip ont vangen. „Ik heb zoveel tegenstanders die klaarblijkelijk toch geen hekel aan me hebben. Dit is gewoon een kwes tie van met je tegenstanders kunnen omgaan. Het is een bepaalde tactiek, een methode om een zaal vol tegen standers te kunnen beheersen". Minister van Defensie: (Van onze correspondent) Spaar ze gelactie If „Meestal lukt dat aardig, zoals met die VPRO-uitzending over de volkstelling vanuit de RAI. De zaal zat vol, 1500 man. Ik ga dan eerst altyd achteraan zitten: kijken wat er binnenkomt. Het waren allemaal voorstanders. Je kunt dan wel proberen de aanwezigen te overtuigen, maar dat lukt toch niet, je kunt daarom beter proberen om wat zinnigs naar vo ren te brengen en daardoor een discussie uit te lokken. Je moet proberen om de stemming van lieve-jongens-onder-elkaar eruit te halen. Er waren alleen maar spre kers die beluisterd werden als afgoden. Ik ga dan zeggen dat achter deze hele samen komst een linkse agitatie zit, en dan heb je meteen geloei in de zaal. Fascist ga weg, riep iemand. Ik zei toen: in de oorlog was ik niet bang voor het nationaal-socialisti- sche gespuis, nu ben ik niet bang voor het gespuis dat hier in de zaal zit". „Via de televisie is dit leuk in de huis kamers overgekomen, heb ik later ge hoord. Dit is de enige taal die linkse lieden verstaan. Er stond ook een Surinamer .fascist' te roepen, tegen hem riep ik: hou uw mond, ik noem u toch ook niet ne- ger"- .Ik had toen nog meer rumoer verwacht, maar zoiets dringt helemaal niet tot die botte hersens door. Ze beseffen niet eens, dat ze je, door je telkens in de rede te val len, veel belangrijke maken dan je in we zen bent. Na afloop komen er dan van nie mand zoveel foto's in de krant als van mij". „Door deze tactiek vindt links mij waar schijnlijk gevaarlijk, ik ga ook voortdu rend naar het hol van de leeuw. De meeste aandacht van de Griekse ambassade zal mijn optreden op een anti-Griekenland avond, die door Leidse studenten was ver oorzaakt, wel getrokken hebben. Ik heb er weer dezelfde tactiek gevolgd: kan ik een punt vinden waardoor de avond voor de organisatoren de mist in gaat en voor mij succes geboekt worot? Ik begon met ons blad, een extra Griekenland-nummer uit te delen. Volgens het publiek doe ik dat altijd erg leuk". „Nu wist ik toevallig dat iemand, die in het forum zat, bij de NSB was geweest. Ik heb dat gezegd, de man schrok zo, dat hij onmiddellijk ,ja' zei. Toen werd mijn mi crofoon uitgedraaid". U bent sluw? Max Lewin: „Het is gewoon een kwes tie van heel nuchter, zakelijk verstand, dat gepaard gaat met idealisme. Sluw mag je het niet noemen. Ik kan wel iets schaak spelen, ik denk altijd lang over de dingen na. Ik probeer zoveel mogelijk feitenken nis te hebben, ik lees alles wat in linkse kringen uitkomt. Wat ik tegen al die schreeuwlelijken heb is dat ze een leeg hoofd, een grote mond en totaal geen fei tenkennis hebben. Ze kunnen niet anders dan bulderen. Ze zijn bang, bang voor het leven. Ik ben niet bang, ik heb een moedig gecalculeerde moed, ik ben niet bang voor links, ik sla hen alleen met be zorgdheid gade". '.ys-" ->'A den geleerde mannen voortgebracht, dan kan het onderwijs toch niet slecht zijn. Er zijn hier honderdduizenden uitvindingen gedaan. Neem nou mijn schrijfbureau. Hoe veel kennis is er voor nodig om zo'n ding te maken. Dat lukt alleen met zo'n goed onderwijssysteem waarin je mensen op leidt". „Het maatschappelijk lichaam heeft nieuwe weerstand nodig. Het eerste pro bleem is om de massa meer te ontwikke len. Daarna moeten we maatregelen ne- mene om de kwade elementen onschade lijk te maken. Dat is niet moeilijk. Je moet zorgen dat ze moeten werken en je moet elke vorm van financiële subsidie afsnijden. Dan zijn die jongens wel ge dwongen om fatsoenlijk werk te zoeken. Zijn ze toch te beroerd om te werken, dan vervallen ze tot misdaad en kun je ze zon der meer uitschakelen. Het is een sim pele vorm van denken, maar je bereikt er veel mee". „Je moet die linkse groep gewoon iso- leren van de rest van de bevolking, zodat ze die lieden bewust uitstoten. Je kunt die I groep gemakkelijk belachelijk maken. Je moet die arme jongens eens zien met dat bandje om het hoofd. Dat kun je reuze leuk belachelijk maken. Ik ben geen voor stander van onbeperkte vrijheid". „En bovendien is het uiterlijk van die lieden ergerlijk. Ik ga graag met ze pra ten, maar ik ga dan niet op de grond zit ten. Mijn vader heeft er voor gevochten dat we stoelen konden kopen, en dan ga ik niet terugvallen door op de grond te gaan zitten. We hebben jaren gevochten voor een bad of douche in de huizen. En nu handhaaf je lieden die je op afstand kunt ruiken. Ik heb er niks op tegen dat iemand een bandje draagt op een onbe woond eiland. Maar men heeft niet het recht eeuwen beschaving af te breken. Het normaal denkende deel van de bevol king zal dat met me eens zijn. Die jongens zijn tegen bezit, zeggen ze. Maar je moet es proberen hun gitaar in elkaar te trap pen. Moet je es horen hoe ze gillen. En ze vechten harder dan kapitalisten om een gulden". De kamer, van waaruit de heer Lewin strijdt tegen wat hij bij voorkeur „linkse imbicielen" noemt," is kaal. Een kaal bureau, alleen zeil op de vloer, kleurloos behang, stalen grijze kasten, nergens bloe men, nergens rommel. Max Lewin: „Dit is mijn karakter, ik ben een ordenende geest". DEN HAAG. Minister Den Toom van Defensie heeft er geen bezwaar tegen, als de Vereniging van Dienstplichtige Mili tairen, (VVDM) wordt toegelaten tot het georganiseerd overleg met vertegenwoor digers van de organisaties van militaire ambtenaren. De minister zegt dat de WDM tot het overleg wordt toegelaten, zolang zij vol doet aan de eisen, die ook worden ge steld aan de thans aan het overleg deel nemende verenigingen. Die eisen zijn: de vereniging moet representatief zijn voor de categorie militairen die zij vertegen woordigt en het algemeen belang mag zich niet tegen toelating verzetten. Met vertegenwoordigers van het over legorgaan van de drie vakcentrales zal minister Den Toom bespreken of de vak beweging tot het georganiseerd overleg moet worden toegelaten. Die toelating zou betekenen dat burgers aan het overleg deelnemen. Thans zijn het alleen militai- ren. Het vakantieverlof voor de dienstplich tigen bij de land- en luchtmacht zal bin nenkort worden uitgebreid tot 16 dagen per 12 maanden werkelijke diensttijd. Voor de dienstplichtigen bij de zeemacht is het vakantieverlof gelijk aan dat voor het vrijwillig dienend personeel, namelijk 29 dagen per kalenderjaar. OTTAWA (AFP en Reuter)1Premier Heath van Groot-Brittannië is vanochtend in Ottawa aangekomen voor besprekingen met zijn Canadese ambtgenoot Trudeau. Vanmiddag reist hij door naar Washington waar hij de gast zal van president Nixon. gg&föS QfógfóCfó 9* W Hij zegt blij te zijn met de uitnodiging die hij van het Griekse regiem kreeg om naar Griekenland te komen. „De Griekse coup is de meest onbloe dige geweest sinds 1917. Ik vind dat al die jongens die daar nu gevangen zitten, niet zo'n grote mond moeten hebben. Als je tegenstander sterker is dan jezelf, moet je verwachten dat je opgesloten wordt. Dat is het politieke spel. Het leven is hard". „Ik ben er ook van overtuigd dat als de linkse lieden de macht in handen zou den krijgen, zij hun tegenstanders mee dogenloos zouden vernietigen". U doet dat niet? Max Lewin: „Ik zou ze onschadelijk ma Max Lewin: „Veel tegenstanders vinden miij sympathiek. (Van onze correspondent) DEN HAAG. De Nederlandse Hart patiënten-Vereniging begint deze week met een nationale spaarzegelactie, welke erop gericht is fondsen te verwerven voor de strijd tegen hart- en vaatziekten. Win keliers zullen bij besteding van 50 cent gratis een zegel aan de klant verstrek ken. Als een klant 500 zegels heeft ver zameld kan hij een „hart-cheque" ont vangen van 5 gulden. De vereniging streeft ernaar om zo snel mogelijk faciliteiten te scheppen voor be handeling van de ruim één miljoen lij ders aan hart- en vaatziekten in Neder land. Zij denkt onder meer aan uitbrei ding van elektronisch bewaakte bedden in alle Nederlandse ziekenhuizen. Vol gens de voorzitter van de vereniging, de heer H. S. Fievet, overlijdt jaarlijks 30 percent van de hartpatiënten door tekort aan bewakingsapparatuur in de zieken huizen. Jaarlijks moeten enkele duizen den patiënten op een operatie wachten wegens gebrek aan accommodatie. De Hartpatiëntenvereniging beoogt acu te problemen snel op te lossen. Bij de Hartstichting gaat het om projecten op lange termijn, aldus de heer Fievet. ken door ze te isoleren. Niet in concen tratiekampen, daar krijg je maar samen zweringen. Ik zou ze vast zetten in gewone gevangenissen. Want het zijn gevaarlijke jongens, die nergens voor terugdeinzen „Ik vind dat die Griekse gevangenen erg goed behandeld worden. Ik heb ook die luchtfoto's van die gevangenen-eilanden gezien. Dat vind ik heel sympathiek. Zo lang je je tegenstander op een eiland zet, ontneem je hen niet eens alle vrijheid, ze kunnen er vrij rondlopen". „Toen Theodorakis werd vrijgelaten zat hij volgens de kranten vol t.b.c.. Maar hij bleek niet zo ziek te zijn dat hij niet on middellijk een reis naar Moskou kon on dernemen. Ik acht iemand als Theodora kis tot dezelfde daden als een Lages in staat. Lages zou ook nooit zo'n misdadiger geworden zijn onder normale omstandig heden. Het gevaarlijke van Theodorakis is dat hij alles doet onder het mom van artisticiteit, waardoor hij de mensen mak kelijk kan benaderen". „Ik ben tegen het martelen van tegen standers. Ik hou erg van fair play. Maar je kunt nog zoveel respect voor een tegen stander hebben, op een gegeven moment zul je hem moeten uitschakelen. Ik kan respect hebben voor klasgenoten van de h.b.s. die een goede SS-er zijn geweest. Zo iemand zou ik met respect doodschie ten: het is een flinke jongen geweest". Houden de Griekse kolonels zich aan uw fair play? Max Lewin: „Over hen wordt te eenzij dig geschreven. Men heeft hier het woord .kolonel" bewust een enge klank gegeven. Het gekke is dat de mensen die al die martétverhalen komen vertellen, zelf zijn vrij gelaten. Je ziet nooit littekens. Ik had trouwens een man als Theodo rakis nooit vrijgelaten. Men zei hier, dat hij is vrijgelaten, omdat hij anders zou zijn gestorven. Maar doden zijn geen gevaar, alleen levenden zijn gevaarlijk". U ontwijkt die vraag over het fair play in Griekenland. Max Lewin: „De kolonels zijn militairen met politieke feeling. Ik heb veel geschie denis gelezen. Het is altijd beroerd als er een slachtoffer valt, maar in het grote his torische verband speelt een enkel slacht offer geen enkele rol. Ik ben er van over tuigd, dat de agitatie tegen Griekenland alleen gebeurt om het westelijk bondge nootschap te ondermijnen. Links heeft er alle belang bij om de NATO te verzwak ken. Links steunt buitenlandse mogend heden". „Het valt me ook steeds op hoeveel geld die linkse lieden hebben. Dat wordt hun verschaft. Ik weet zelf veel te goed hoe veel al het drukwerk kost". zegt mij dat niks. Het feit dat iemand arts is, zegt nog niks over zijn kennis. Maar je moet maar es opletten in welke kringen hasj wordt gepropageerd. Dat zijn de link se kringen die tegen de westerse civilisa tie zijn. Zij hebben de hasj hier ge- importeerd om de weerstand te ondermij nen en te zorgen dat Nederland gemakke lijk te overrompelen is door krachten die vernietigend werken". „De pornografie is door die kringen ook opzettelijk hier geïmporteerd. Het is een verschijnsel voor ziekelijke figuren. Waar om wordt pornografie hier gepropageerd: omdat het de aandacht afleidt van de hoofdzaken. Een sociaal-democratische re- „Iedereen is bang voor links. De rechters zijn al bang voor het linkse gepeupel. Ik wilde tegen burgemeester Samkalden een aanklacht indienen omdat in het huis van de gemeente, Fantasio, hasj werd ge bruikt. En als een officier van Justitie mjj dan vraagt die aanklacht in te trekken, dan is hij gewoon een lafaard". „De hasj is gevaarlijk voor de gezond heid van het volk. Als artsen ervoor zijn, gering heeft niks meer te zeggen, maar ze leiden daar met de pornografie de aan dacht van af". „In een land waar gevochten wordt, duldt men geen pornografie. Een legerlei ding weet dat het verslappend werkt. Het ondermijnt de weerstand van een land. Bij de Spartanen vond je geen pornogra fie. Toen het kwam, ging het volk ten on der", „De filmproduktie van dit moment is ook schadelijk voor de volksgezondheid. Steeds meer seks en geweld. Ik kan er te gen, omdat ik geestelijk gewapend ben. Maar er is een voortdurende strijd om de moraal te ondermijnen. Baas in eigen buik, klinkt leuk, maar als ik de Dolle Mina's observeer, zijn het allemaal vrouwen met problemen en afwijkingen. Maar ze hoe ven maar te kikken of de jongens met de camera's draven op en van elke dwaas heid maakt de pers volzinnen". Nu verwijt u Jinks' uw eigen tactiek. Max Lewin: „Zo'n blad als Sextant is gewoon te vies. Het zijn allemaal mensen met geestelijke en lichamelijke afwijkin gen die het in elkaar trommelen". „Op al dit soort dingen komt een harde reactie, van wie, weet ik niet, misschien wel van onze groep. Natuurlijk ben ik voor een harde lijn, die zal er gewoon moe- tx komen. Maar een man als Udink is daar niet geschikt voor, die is teveel een salon figuur". „Geen enkele samenleving kan zich per mitteren dat er lieden met afwijkingen I tussen in leven, mensen met seksuele af wijkingen en aanpassingsmoeilijkheden. In elke dierensamenleving worden de ab- I normalen uitgestoten. Maar of wij sterk genoeg zijn om de infectie te kunnen stop pen, is de vraag". „En dan agiteert men dat het onderwijs- systeem slecht is. Nederland heeft duizen- ROTTERDAM In een winkel aan de Goudse Rijweg in Rotterdam is God nog lang niet dood. Maar het is wel zo dat de voorstelling, die men hier op aarde van zijn zoon Jezus Christus heeft, met de jaren ver anderd is. In de „handel in religieuze artikelen" van Inno Jutte hangen tientallen kruisbeelden en naarmate hun datering jonger wordt bespeurt men in het gelaat van de Christus een evolutie van smartelijk naar fier. Er zijn er ook bij waar het corpus geheel gestileerd is. Er is zelfs een kruis dat aan de voorkant een paarse ametist. toont en aan de achterkant een heel klein Christusfiguurtje. Wie trou wens de andere beelden in de grote winkel van Jutte bekijkt, bespeurt dat St. Jozef er niet langer, zoals vroeger, als een doetje bij staat, maar een klassebewuste ambachtsman is ge worden en dat Maria iets van haar devote oogopslag heeft laten vallen en de bezoeker wat brutaal aankijkt. Kort samengevat: de veranderingen in de rooms-katholieke geloofsbeleving heb ben de handel in religieuze artikelen wel iswaar beroerd, maar die handel is er niet minder levendig om. En dat verbaast in de eerste plaats de rooms-katholieke ge lovigen zelf. „Je ziet ze hier wel eens binnenkomen", zegt Jutte. Dan komen ze een kruisbeeld kopen met een verlegen gelaatsuitdrukking van: ik wil een kruis, maar hebbie die eigenlijk nog wel Inno Jutte is 34 jaar. Zijn voornaam is een afkorting van Innocentius. „Dat bete kent onschuldige", zegt hij. „Ze hebben een stuk of zeven, acht pausen die naam gege ven". Hij nam de zaak vijf jaar geleden van zijn vader over, die er daarvoor 35 jaar nering in had bedreven. „Als een business man", zegt de jonge Jutte, „niet als zo'n koster die een winkeltje had om de men sen de weg naar de hemel te wijzen. Mijn vader zag deze handel als handel. Zonder gekwezel". Jutte heeft, doordat vader en zoon 40 jaar volgens modern management werk ten, thans nagenoeg het monopolie in de Nederlandse handel in religieuze artikelen. Er zijn wel wat kleine winkels waar men terecht kan voor een crucifix, maar wie een beetje beeld, kerstgroep of doopvont wil hebben, kan slechts in Rotterdam te recht. Dat geldt, wonderlijk, ook voor de gelovigen in het zuiden des lands. „Dat komt omdat we groot genoeg wa ren om de revolutie te overleven", ver klaart Inno Jutte. „De anderen waren dat kennelijk niet. Ik ben de laatste der Mohi kanen. Leuk vind ik dat niet helemaal. Ik was liever de grootste van 200 collega's geweest, want dat geeft je als ondernemer wat meer voldoening". Door het monopolie is de Rotterdamse zaak nu een soort supermarkt in godsarti kelen geworden. Voor de decoratie van kerken en kapellen (vooral de laatste wor den veel gebouwd door de toename van bejaardenhuizen) komen de architecten bij de heer Jutte hun keus maken. Het is van hen dat hij bestaan moet. Want wat de verkoop aan zoals hij ze noemt „par ticulieren" betreft, is het geen vetpot meer De beminde gelovigen lopen mee in de tred der progressie. „Al heb je er nog wel", zegt de heer Jutte, „die een heiligenbeeld kopen en er dan gelijk mee naar de kerk aan de overkant gaan om het eerst te la ten zegenen voor ze bidden gaan. Maar ze worden schaars". Vereist Jutte's koopmanschap een bij zonder idealisme? „Niet meer dan Jamin idealistisch met zijn snoepjes is", zegt hij. „Mijn werk is mooier, artistieker, dat wel, maar het is gewoon handel. Met vroomheid heeft het niets uit te staan. Ze dachten vroeger dat als je zo'n winkel had dat je dan de hele dag de rozenkrans liep te bidden. U stak net een sigaret op. Vroeger waren men sen die heel schuchter vroegen of ze in zo'n winkel als de mijne eigenlijk wel roken mochten. Ze beschouwden mijn zaak als een soort voorportaal van het hiernamaals. Mijn vader en ik hebben dat nooit aange moedigd". Vreest hij niet dat zijn handel door nog verder gaande ontwikkelingen in de r.-k.- kerk bedreigd wordt? De heer Jutte: „Ik weet niet hoe die ont wikkeling is. Het rooms-katholieke geloof is een stuk cultuur dat misschien bedreigd wordt, op kantelen staat, maar misschien komt het ook drie keer zo sterk terug. Ik weet het niet. De paus weet het ook niet. Weet u het? De bisschop wist het ook niet toen hij, een paar jaar geleden nog maar, een seminarie van acht miljoen liet bouwen, dat nu leeg staat. En de pastoor wist het ook niet toen hij zo in de weer was voor zijn nieuwe kerk, waar nu geen kip meer komt. Maar mij gaat het nog steeds goed, bloeiend". Kwantitatief is de handel getuimeld, maar kwalitatief sterk gestegen. Daardoor bleef Jutte's omzet niet alleen op ouder wets niveau, maar nam zelfs toe: „De mensen kopen nu mooie dingen. Een kerk De heer Jutte in zijn winkel. neemt één mooie St. Jozef voor twee mille en niet zoals vroeger twaalf van die le lijke gipsen heiligen of een Christusbeeld met het heilige hart, waaruit men het liefst het bloed nog op het tapijt zag drui pen, zo kitscherig realistisch wilde men het. Bij de eerste communie ook. Ouders geven de kinderen één mooi kruis of een fraaie rozenkrans. Vroeger kreeg je, god arme kinderen twaalf missalen, hele sta pels, een tafel vol, hoe meer hoe mooier en hoe vromer". „Vanmorgen", zegt hij, „heb ik aan een bejaardenhuis nog een houten heilige fa milie verkocht voor 2800 gulden. Uit Ober- ammergau, met de hand gesneden. Dat is de smaak van de nieuwe tijd. Men wil mooie dingen en ik ga ieder jaar een paar keer op reis om die te zoeken". Het Rijke Roomsche Leven hield op, zegt men, in het midden van de jaren zes tig. Inno Jutte heeft dus nog volop beleefd hoe jongens bij hun ouders zeurden om een kazuifel en misgerei om „kerkje te kunnen spelen". „Hou op", zegt Jutte, „Een altaarstelle tje noemden ze dat. Die verkocht mijn va der ook. Ik heb er nog één in het maga zijn staan als een soort curiositeit. Acht op de tien roomse jongens hadden zoiets toch wel thuis, ook na de oorlog nog. Dan ging je de mis opdragen en de ouders za ten er bq te grozen. Kqk eens hoe vroom. Dat is gelukkig veranderd". „Nu", zegt hij peinzend, „spelen ze Ivan- hoetje. Of ze vragen treintjes. Als myn zoon ooit zou zeuren om een altaarstelle tje, zou ik zeggen: Jo, ga alsjeblieft schaat sen...!"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 17