VEERTIG JAAR GELEDEN OPGERICHT
Arbeidsproces
niet veranderd
CEMIJ produceert
ruim één miljoen
per jaar
5000 ton
cement
per dag
i
IS
r
r:
9
MOEILIJK BEGIN
VIJFDUIZEND TON
P 'P 9 I
mjSOm
DONDERDAG 17 DECEMBER 197t
(Van een onzer verslaggevers)
IJMOND De Cemij, één van de oudste dochters van het Hoogovens-
concern slechts twee jaar jonger dan de Mekog bestaat deze maand
40 jaar. Zij het dan op papier, want de produktie begon eerst in juni 1931
op gang te komen, zodat men als produktiebedrijf pas volgend jaar jubileert.
Begonnen werd met één cementmolen, waarvan een produktie van 100.000
ton per jaar werd verwacht. In 1955, bij het 25-jarig bestaan bedroeg de
produktie met vier cementmolens ongeveer 400.000 ton en thans, nu men
over zeven molens beschikt bij de komst van de achtste werd de eerste
cementmolen uit bedrijf genomen heeft de Cemij een produktiecapaciteit
van meer dan één miljoen ton per jaar bereikt. Cemij en de onlangs op
gerichte zusteronderneming Robur voorzien nu de Nederlandse markt voor
70 cent. De resterende dertig percent bestaat uit Duits en Belgisch cement.
f r
-
K C8*£|
Bllll»
r
y /a»w» iww'W' SjSi
Directeur G. van de Plassche
in wezen niets veranderd
Aan de oprichting van de Cemij in
1930 is vijf jaar van overleg voorafge
gaan. De oud-president-directeur van
Hoogovens ir. A. H. Ingen Housz schreef
namelijk bij het zilveren jubileum van
Cemij, dat hij tussen zijn oude papieren
nog een nota van zijn hand aantrof uit
1925 handelend over de oprichting van
een cementfabriek. De gedachte aan een
cementfabriek vloeide voort uit het toen
malig inzicht, dat wanneer men aan
Hoogovens een verzekerd bestaan wilde
geven, de bijprodukten zoveel mogelijk
tot waarde gebracht moesten worden.
Voor de kooksovengassen was de Me
kog tot stand gekomen, terwijl de hotTS-
ovengassen verkocht werden aan het
overheidselektriciteitsbedrijf Pegem,
waaruit later het PEN is ontstaan.
Het derde bijprodukt was de hoogoven-
slak. De enige mogelijkheid was de slak
te granuleren en het granulaat dan te
mengen met cementklinker teneinde daar
uit Hoogovencement te maken.
Die mogelijkheid ontstond pas echt
toen de „Enci" in Maastricht werd op
gericht en daardoor in Nederland een
productie van klinker ontstond. Een ont
moeting tussen de toenmalige directeur
ing. G. A. Kessler, voorzitter van de di
rectie en zijn Enci-collega de heer P.
Regout leidde er toe, dat deze gedachte
van cement fabriceren kon worden uit
gewerkt. Hoogovens en Enci besloten ge
zamenlijk de Cemij op te richten, waar
bij elk de helft van het benodigde kapi
taal zou verschaffen en ook ieder twee
leden en twee plaatsvervangende leden
zou aanwijzen voor de Raad van Beheer.
Ook heden ten dage participeren beide
ondernemingen voor de helft in de Cemij.
Als ingenieur voor hoogovenslakver-
werking destijds, werd het oud-lid van de
directie ir. P. van Delden toegevoegd
aan de toenmalige bedrijfsdirecteur dr.
O. Wehrheim. Beiden werkten onder meer
samen met de vroegere hoofdingenieur
Ledeboer en diens opvolger, de inmid
dels afgetreden voorzitter van de Raad
van bestuur ir. A. Drijver. Van de
ze twee droeg de fabriek een typische
karakteristiek namelijk „practische een
voud".
In het voorjaar van 1931 begon de aan
loopperiode van de Cemij (Cementfa
briek IJmuiden) en in juni van dat jaar
kon men spreken van de eerste produc
tie.
Het was toen reeds duidelijk, dat het
niet eenvoudig zou zijn in een typische
portlandcementmarkt in ons land een
soort cement te introduceren, welke
moest voldoen aan alle voorschriften
voor portlandcement, doch in sommige
eigenschappen toch iets daarvan afweek.
De nadruk diende gelegd t e worden op
kwaliteit en nog eens kwaliteit. Dit stre
ven, dat ook nu nog terdege geldt al
dus de huidige directeur de heer G. van
Plassche paste op zichzelf niet goed
in de beginperiode van Cemij, daar het
niet gepaard gaat met kostprijsverla
ging en men in verband met d e toen
heersende wereldcrisis tot het alleruiter
ste moest bezuinigen. Desondanks is aan
het streven naar verbetering van de
kwaliteit vastgehouden en achteraf is
men daar zeer verheugd over. Dit werd
namelijk de basis van de succesvolle in
troductie van Cemij-cement en van de
latere sterke groei van het bedrijf. Ui
teraard waren er aanloopmoeilijkheden,
maar de leidende ploeg van toen.be-
staande uit de directeur dr. ing. F. Scho
nenberger, P. C. Cremer en W. Gregouir
wist deze het hoofd te bieden.
De zware wereldcrisis maakte, dat
men de eerste jaren moest leveren tegen
afbraakprijzen op een regel- en stuurlo
ze markt. De sterk kapitaal-intensieve
bedrijven als Enci en Cemij werden
daardoor met ondergang bedreigd, zodat
men zich tot de Nederlandse regering
wendde. De regering besefte, dat hulp
geboden diende te woren, omdat de ce-
mentindustrie leverancier is van een
sleutelprodukt voor het Nederlandse eco
nomische leven en men niet kon riske
ren hiervoor geheel van invoer afhanke
lijk te zijn.
Mede daardoor kon de Cemij doorgaan
en werd het pad geëffend voor uitbrei
ding. De tweede molen kwam in 1939,
daarna duurde het elf jaar voor de derde
cementmolen kon worden geplaatst. In
1967 werd de achtste cementmolen aan
geschaft en tegelijk werd de eerste uit
bedrijf genomen.
In het gesprek, dat wij hadden met de
directeur de heer G. van de Plassche en
diens secretaris de heer C. J. van Heest
kwam -duidelijk naar voren, dat in we
zen niets is veranderd in het fabricage
proces bij de Cemij.
Nog steeds gebruikt men de slak van
Hoogovens en de klinker van Enci uit
Maastricht. Uiteraard heeft het bedrijf
wel wijzigingen ondergaan zowel aan het
uiterlijk als in het inwendige, waar men
nu aanzienlijk grotere cementmolens ziet
draaien naast de oorspronkelijke.
En nog steeds ziet men aan de Noor
delijke Sluisweg de enorme hoeveelheden
slakzand liggen, waarvan voorbijgan
gers wel eens menen, dat dit gewoon ce
ment is, waarvan men denkt, dat er nim
mer iets afgaat. Doch de regelmatige
voorbijganger die oplet, zal constateren,
dat de bergen zand wel degelijk groter
en kleiner worden, afhankelijk van de pro
ductie welke op haar beurt weer af
hankelijk is van de bouw. Bij vorstverlet
en tijdens de bouwvakvakantie wordt na
melijk niet geproduceerd. In die perioden
worden de machines nagezien, gerevi
seerd en weer geheel in orde gebracht.
De Cemij namelijk draait de volle 24 uur
en ook in de weekeinden, waarbij per
dag 5000 ton cement de deur uitgaat.
Komt er rust in de bouwwereld, dan be
tekent dat tevens rust voor de machines
van Cemij, die daarna weer volop moe
ten kunnen draaien om aan de behoefte
te voldoen.
Zoals wij al in de aanhef schreven voor
zien Cemij en de in 1965 in productie ge
komen Robur in Rotterdam ook een
dochter van Hoogovens en Enci 70
percent van de Nederlandse markt. Bei
de bedrijven hebben het voordeel dat zij
aan het water liggen voor de aan- en af
voer van hun grondstoffen en producten.
Cemij heeft één eigen schip, de ce
ment-tanker „IJmond" en daarnaast
met een rederij, handelaren en Enci de
Rederij Cement Tankvaart met een
vloot van 17 schepen; terwijl over de
Nederlandse wegen elke dag 22 grote
tankauto's rondrijden met het opschrift:
„weer 25 ton Nederlands cement".
Een goed functionerend, tweehonderd
man personeel tellend, bedrijf is dus in
veertig jaar tot stand gekomen. Onge
twijfeld zal men daar volgend jaar juni,
als Cemij 40 jaar produceert, bij blijven
stil staan.
De bouwwerkzaamheden aan de
Cemij in de jaren 1930 aan de Noor
delijke Sluisweg met op de achter
grond de eerste hoogoven en daar
tussen een toen nog kaal terrein.
J» SS
I V-
7. 7. 7;. 7:;:;7
O S-SV'S 1
eV y -r- - 7 - 7 t~ v>
t
x
Zo zag de in 1930 opgerichte en het
jaar daarna in gebruik genomen
Cementfabriek er aanvankelijk uit.
De fabriek kenmerkte zich door
„praktische eenvoud", waarin ken
ners de hand herkenden van zowel
hoofdingenieur Ledeboer als van ir.
A. Drijver, de inmiddels afgetreden
voorzitter van de Raad van Bestuur
van Hoogovens.
De foto hieronder toont de huidige
Cemij, waarin duidelijk de contouren
van de eerste fabriek te onderkennen
zijn.
Ook bij de Cemij wordt een groot
deel van de produktie geregeld van
uit een meet- en regelkamer van
achter een bedieningspaneel, terwijl
de gang van zaken vanaf de wand-
panelen afgelezen kan worden.
-ujj.j-uüMam
jy.'iv
y<::f
*?r
1 i
k 'J&c-r
Kolossale cementmolens zorgen in de
fabriek voor een dagelijkse produk
tie van 5.000 ton cement. Hier een
van de menginstallaties behorend bij
cementmolen VII, waar de grond
stoffen aan de molen worden toege
voegd.