„FEIJENOORD HEEFT DOOR MIJ MISSCHIEN WEL DRIE STADIONS VERDIEND" SPORT EN VAKBOND -SPORT EN VAKBOND -SPORT EN VAKBOND - SPORT P H lp DOOR JOHN DRIESKENS DOOR HANS ROMBOUTS Depressie Ar ad Einde nadert Belangenbehartiging Stelling nemen WH Machtsblok oulijn kent oorzaak niet van (Van onze sportredactie) ROTTERDAM Weet u wat een inzinking voor de oude meester Coen Moulijn inhoudt? Het be tekent voor de afgod van het Rotterdamse publiek niet meer of minder dan een gang door de hel. Weken van mysterieuze onmacht omdat deze perioden zich om de paar jaar manifesteren en nooit van fysieke aard zijn. Mouljjn, een welvarend middenstander in heren kleding en herenmode, voelt zulke recessies reeds van tevoren aan komen: „Hoewel ik dan nog goed speel, weet ik dat het binnen enkele weken fout met me zal gaan. Het komt altijd uit. Dat was in achten vijftig zo en ook in vijfenzestig. Ik kan dan weldra niets meer. In achtenvijftig werd ik zelfs terug gezet in het tweede elftal Enkele weken geleden was het weer zo ver. Coen Moulijn, nog altijd goed voor enkele duizenden bezoekers, die alleen voor hem het stadion van De Kimpe bezoeken, maakte weer een cri sis door. Een terugval in vorm, die nu al enkele weken aanhoudt. En net als toen zoekt Coentje (drieëndertig jaar oud) tevergeefs naar de oorzaken. Wat is de reden voor deze depressie? Een naderend winterseizoen voor de reeds in de herfst van zijn voetbalcarrière levende vedette; zoals sommigen suggereren. Coens uitstekend gesoigneerd hoofd schudt ontkennend. „Dat kan niet. Mijn conditie is pri ma. Ik weeg nog niets meer dan in mijn jonge jaren. Eenenzestig kilo. Ik ben nog snei genoeg. Daaraan zou ik het toch het eerst moeten merken als de sleet erin kwam. .Neen, ik ben nog niet te oud. Zijn het misschien de geruchten als zou het duo Happel en Brox Lippens of Grabovski willen ko pen? Verhalen, waarvan collega Henk Wery wel eens heeft gezegd, dat hij er gek van wordt, omdat zijn naam altijd het eerst wordt genoemd als de te vervangen man? Moulijn glimlacht. ,,Ik zou het juist prettig vinden als er goede reserves worden aangetrokken. Dan zou ik wat gemakkelijker vervangen kunnen wor den. En zonder enige overlast voor het elftal een week of drie, vier rust kun nen krijgen". Zorgen in het bestaan van Moulijn in deze voor kleine zelfstandigen economisch moeilijke tijden? Weer schudt Coen het hoofd. „In de zaak is het druk. Kerstmis na dert. Weliswaar is de oude gewoonte de Kerst „in het nieuw" te willen be leven aan het verwateren, maar toch houden zich nog veel klanten aan deze gedragsregel." Is Moulijn dan niet te veel met zich zelf bezig? Denkt hij te veel aan voetbal? Pijnigt hij zich soms tot in de kleine uurtjes met zijn toch tijdelijke mislukkingen op de grasmat? Maar ook dat schijnt niet tot de mogelijkheden te beko ren. „Ik denk wel veel aan voetbal. En zeker als ik slecht speel. Ik pieker dan om de oorzaak te vinden. Te veel tijd besteed ik daaraan echter niet. Dat kan niet, want ik heb het razend druk in de zaak. We hebben pas ingekocht. Voor volgend jaar winter. Dat is nood zakelijk omdat de collectie in augustus al in huis moet zijn". (Prognose van Coen Moulijn: „het silhouet van de man zal in het komende jaar slank blijven. Aan de bestaande lijn zal dus weinig worden veranderd. Wel wijzigt de mode. Die wordt bonter." Met veel kleuren meneer, bent U volgend jaar in. Voor niet ingewijden: herenmode is iets anders dan herenkleding. Onder mode wordt vooral verstaan de shirts, de sjaaltjes etcetera, etcetera. Maar toch blijkt de laatste mogelijk heid voor Mouljjn de meest reële. „Misschien is het wel zo. Ik voel tenslotte zo'n inzinking aankomen. Misschien beeld ik het me wel in. Wie zal het zeggen. Ik niet. En ook een ander niet .Niemand kan me over zo'n terugslag heenpraten. Het moet zjjn tijd hebben. Misschien ook is het dit keer wel gemakkelijk te verklaren. Het gehele elftal kreeg immers een terug slag. Na het wereldkampioenschap. Na Arad (het clubje waardoor het grote Feijenoord uit de nieuwe Europa Cupi- competitie werd gesmeten). We moes ten te snel naar een top toegroeien. Het ergste echter was de entourage. Het publiek, de kaartjesjagers. Dat al les is als een vloedgolf over ons heen geslagen. Dat moest wel een uitwer king hebben op de resultaten. Maar ja, het is achter de rug. Feijenoord, het team, heeft zich al weken gele den hersteld. Maar ik niet. Ik had rust nodig. Met rust dacht Coen Moulijn te ge nezen. Het gebeurde immers al eer der. Voor paardemiddelen (reservebank of tweede elftal) heeft de oude crack daarentegen grote angst. Daarvoor voelt hij zich te goed. Niet dat Coen Moulijn kapsones heeft. Verre van dat. Zijn manier van doen (heel gewoon en voor zelfs het vervelendste handtekeningen jagertje een vriendelijk woord) en zijn oude Peugeot zijn er om dat te bewij zen. Neen, Coen Moulijn weet, dat de voetballer in hem op reservebanken en in tweede elftallen niet meer kan ge dijen. Hij verstijft. Zijn algehele situa tie zou op die plaatsen eerder slechter worden dan verbeteren. Daarom ook vroeg hij Ernst Happel, een trainer waarvoor hij heel veel respect heeft, om rust. Misschien smeekte hij wel om niet meer zo'n afgang hoeven mee te maken als in Eindhoven. De bekerwedstrijd PSV-Feijenoord staat nog altijd in zijn geheugen ge grift, als door een brandijzer aange bracht. Die martelgang, dat gelach, dat gehoon wil hij nooit meer beleven. „Ik kan niet invallen, „zegt hij ver ontschuldigend. „Ik heb daarvoor te lang op een hoog peil gestaan. Ik ben er niet meer voor geschikt. Zeker niet tijdens zo'n inzinking. Niets lukt me dan immers. Elke bal springt van mijn voet af. Ik kan geen zuivere voor zet meer geven.. Coen Moulijn, de man die het van zijn gevoel moet hebben op het voet balveld, denkt dat het einde van de depressie nadert. Deze week ging het tijdens de trainingen al beter. Dat kan het begin van het definitieve herstel inluiden. Definitief, omdat Rotterdam, De Kuip, Nederland, waarschijnlijk nooit meer een val van de ster Moulijn zullen meemaken. Het gebeurt hem immers om de paar jaar. En voor die tijd, voordat de volgende depressie zich zal aankondigen heeft Coen Mou lijn al afscheid van zijn publiek geno men. Zijn contract bindt hem nog an derhalf jaar aan Feijenoord. Daarna zal Moulijn waarschijnlijk een punt achter zijn carrière zetten. Hij wil, evenals zijn buurman ex-doelman Ed dy Pieters Graafland, op de top van zijn kunnen afscheid nemen. Hij wenst niet als een oude versleten man langs de lijn te sukkelen. Neen, dat zal Mou lijn niet gebeuren. Voor die tijd komt, zwaait hij af. Hij heeft dan nog een wens._ Een eis eigenlijk. Een benefietwedstrijd. „Ik zou dat prachtig vinden. Ik vind bovendien dat Feijenoord me zo'n duel schuldig is. Ik ben voor vijfentwintig duizend gulden gekocht. In de jaren dat ik bij Feijenoord speel (vanaf zijn zeventiende) heb ik misschien wel drie stadions bij elkaar gevoetbald". Het is nog niet zo lang geleden dat Jos Coler, voorzitter van de sectie betaald voetbal van de KNVB, geschrokken uitriep: „Moet ik nu met Kloos gaan onderhan delen? Geen sprake van". Het was op het moment, dat de VVCS (Ver eniging van contractspelers) zich presenteerde als een echte vakver eniging onder de vanen van het Nederlands Verbond van Vakver enigingen. De autoritair regerende sportbonden zagen zich ineens ge plaatst tegenover een machtsblok uit een heel andere hoek, waaraan ze in hun amateuristische ge- dachtenwereld nooit aandacht be steed hadden. Het NVV, de vakbe weging, ging zich serieus bezig houden met het maatschappelijk aspect, dat sport heet en dan met name beroepssport. Gezien de ont wikkelingen in de sport zit er een groei in naar een federatie van be roepssportbeoefenaars, die in haar totaal aangesloten wordt b(j het NVV. De voetballers hebben de eerste stap gezet over de drempel van het NVV-gebouw. Later volg den zij het dan alleen nog maar om contacten te leggen de wiel renners, de mensen uit de draf- en rensport, de boksers en de voetbal- oefenmeesters. Er is zelfs al contact tot stand gekomen met het Comité Topsport. Piet Damming, algemeen secretaris van het NVV, en Jan Witteveen („niet de andere Witteveen; die komt hier niet"), hoofd afdeling organisatie en propaganda van het NVV, hebben in deze voor de vakbeweging zo woelige dagen („we hebben maar weinig uren nachtrust gehad") graag tijd beschik baar gesteld om te praten over de nog jonge relatie sport-vakbeweging. Het NVV ziet, zo zegt Damming, in de toekomst een federatie van beroeps sportbeoefenaars komen. De body van die federatie is de WCS. „Binnen de vakcentrale streven we naar een concentratie van bonden. Dat is in deze tijd een noodzaak. Als grote eenheid kun je doelmatiger werken. Wij animeren het dan ook niet, dat kleine organisaties zich apart aanslui ten. We vormen blokken. Zo moet het ook gaan met de georganiseerde be roepssportmensen. Ze moeten samen een federatie vormen, waarbinnen ze diverse vakgroepen hebben. We heb ben het al over voetbal, boksen, wiel rennen en de bond van oefenmeesters gehad. Maar we denken ook aan ijs hockey en op den duur sporten als basketbal, volleybal enz. Er gaan steeds meer sporten professioneel be oefend worden. Daarnaast zijn er de masseurs, de coaches, de managers." Waarom heeft het NVV zich ingela ten met de sportbeweging? Damming: „We hebben langs twee lijnen gerede neerd. Daar is allereerst gewoon de zaak van de belangenbehartiging van de werknemers, mensen, die in de sport hun brood verdienen, en daar is de zaak van het maatschappelijk vraagstuk van de sport, waarmee je je als vakbond, als maatschappelijk or gaan, ook bezig hebt te houden. Ik noem de actieve en passieve vormen van sportbeoefening. Ik noem ook de sport op scholen, de vorming van de werkende jeugd. De vakbond heeft op dat terrein wel degelijk een belang rijke taak." Het NVV heeft sinds kort een com missie voor sport, een adviescommis sie zoals het NVV ook commissies heeft voor de sociale verzekeringen, de loonpolitiek en de onderwijs- en be roepsopleiding. Het is een brainstor- merscollege, waarin men allerlei figu- verschijnsel op tafel te leggen en daar van een rapport samen te stellen, dat als basis kan dienen voor het beleid van het NVV ten aanzien van de sport. Het NVV wil ook meewerken aan de democratisering in de sport. Jan Witteveen stelt het scherp: „Het kan zijn, dat wij duidelijk stelling nemen tegen de bonden, omdat democratise ring in alle geledingen van de maat schappij ons aangaat, ook in de sport, waar we de rechten van de werkne mers behartigen." En Witteveen en Damming snijden een andere zaak aan: „Er is ook nog de kwestie van de lei ding in de sportbonden. Er is in feite maar een beperkte keuze van bestuurs leden aan de top, omdat men die werk zaamheden alleen maar kan verrichten als men een groot bedrijf achter zich heeft en men daarvan vrije tijd kan krijgen. In wezen is dat natuurlijk niet Coler (KNVB): Met Kloos onderhandelen? Nooit! ren aantreft, die raakvlakken hebben met vakbond en sport. Het is een „bont" gezelschap, dat zich onder voorzitterschap van Piet Damming over de sport en zijn maatschappelijke consequenties gebogen heeft. Daar is een Karei Jansen natuurlijk, secreta ris van de VVCS (en WBW), Guus Brox van Feijenoord, Dreimüller van MVV, Rentmeester van de bond van oefenmeesters. Storm (basketbal), Rij- kenberg (handbal), Scheffer, oud-wet houder van Sportzaken in Schiedam. Ras van CRM, Kupers, inspecteur LO in Amsterdam, Witteveen van het NVV (secretaris) en nog enkele anderen. De opdracht van deze commissie is een visie over de sport als maatschappelijk juist. Het is allemaal nog te amateuris tisch. Je kunt dan ook als vakbond in fel conflict raken met de bonden. Ik denk maar aan de kwestie van de transferregeling bij de voetballers." Het is duidelijk, dat het voor be- roepssportslieden, die per „branche" per tak van sport, natuurlijk nooit groot in aantal zijn, een prettige zaak is te weten, dat een machtsblok als het NVV met bijna 600.000 leden achter hen staat. Het NVV levert technische inbreng, zorgt voor dienstverlening op allerlei gebied (adviezen van deskun digen op het gebied van de sociale ver zekeringen en het advies voor arbeids recht om iets te noemen). Er is ook juridische steun, zoals enkele voetbal lers in strafzaken al hebben kunnen ervaren. Het NVV heeft ook contact met het Comité Topsport. Is dat niet wat merk waardig, aangezien de meeste topspor ters buiten het voetballen en het wielrennen amateurs zijn? En heefi dat geen moeilijkheden gegeven met het NOC, een organisatie, die haar be staansrecht ontleent aan het feit, dat het amateurisme (al of niet verkapt) in stand wordt gehouden? Damming en Witteveen vinden dat niet zo vreemd, dat contact. „Er is een deel werknemers bij. Daar kom je dus automatisch mee in aanraking. Maar ook met de topamateurs wilen we graag praten om op de hoogte te zijn van onder meer de maatschappelijke begeleiding. Op dat gebied zouden we best wat kunnen doen. We hebben graag rechtstreeks contact met de nauw bij de sport betrokkenen. De visie van het Comité Topsport zou wel eens een stuk invloed kunnen hebben op het door het vakverbond te voeren beleid op het gebied van de sport. Bo vendien raken we dan ook het vlak van de coaches en managers. En wat het NOC betreft: daar hebben we niets mee te maken. Het gaat ons in eerste J. Witteveen en P. Damming in het hoofdkwartier van het NVV. instantie om de belangenbehartiging van de werknemers, ook in de sport (dus ook van coaches e.d.)." De NVV-bestuurderen hebben zich ook ingelaten met vraagstukken als: moet je de commercie in de sport toe laten en welke betekenis hecht je aan de profsport. Zie je dat alleen maar als commercieel gebeuren of ook als actieve cn passieve recreatie. Men is er zich van bewust, dat hier een heel stuk „maatschappij" nog braak ligt voor de activiteiten van de vakbon den. Vandaar dat secretaris Damming (oud-voetballer in Hoogeveense Boys en oud-korfballer in Vitesse) en Wit teveen (voorzitter van de zaterdag voetbal tweede klasser Spijkenisse, oud-voetballer van onder andere Neer- landia, en oud-atleet in de Arbeiders sportbond) een uur uit de loon verwik kelingen wilden breken om over vak bond en sport te discussiëren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1970 | | pagina 17