KRAKER: (WONING)NOOD BREEKT WET
GEERTSEMAALLEEN BINNEN DE WET
TWEE MENINGEN,
TWEE WERELDEN
DONDERDAG 24 DECEMBER 1970
i
Erbij
EEN GESPREK tussen de ge
noemde heren in de kamer van
de heer Geertsema in het gebouw
van de Tweede Kamer loopt
schijnbaar nogal eensgezind af.
Hoewel er maar drie kwartier be
schikbaar was, kan men uit onder
staand verslag toch opmaken dat
er van „communicatie" nauwelijks
sprake was. Beide heren leven
praktisch in verschillende werel
den. De heer Geertsema houdt
strak vast aan de wet en het parle
ment als enige normen, André
Schmidt geeft blijk ook last te
hebben van wat wel eens „de
paranoia van links" is genoemd.
Het enige waarover ze het eens
zijn is, dat de niet-radicale weg
„eigenlijk de beste" is. Maar in de
praktijk komt het erop neer dat ze
zich in de verste hoeken van het
vertrek opstellen. Radicaliseren,
heet dat. Hier volgt het gesprek.
Andere normen
Noodparty
Technocratie
STERKSTE STAALTJE VAN
DE ACTIE 70 IN AMSTERDAM
WAS HET KRAKEN VAN HET
KAPITALE PAND HEREN
GRACHT 529 OP DE BEVRIJ
DINGSDAG. EEN SPANDOEK
WERD UITGEHANGEN MAAR
NA EEN KORT HANDGEMEEN
CAPITULEERDEN DE BEZET
TERS (FOTO LINKS BOVEN)
VOOR HET POLITIEGEWELD.
„LAW AND ORDER" HADDEN
OPNIEUW GEZEGEVIERD...
„Vervolgen
Grote verdeler
Geweld
,A pol it lek"
Mr. Geertsema (links)
in dispuut met kraker
Schmidt en diens vrien
din Tonny van der Ham
(rechts).
Hardere lijm?
„Heel graag"
De actie der krakers
(Door Santé Brun)
EEN VAN DE MEEST markante verschijnselen van de
radicalisering in Nederland is het huizen kraken. In
Amsterdam, in Den Haag, in Utrecht, Haarlem, Arnhem
en Nijmegen zijn al veel panden gekraakt. In Amsterdam is
zelfs een „alternatief" huisvestingsbureau, dat van Actie '70.
Eén van de medewerkers van dat bureau is André Schmidt.
De krakers zijn degenen die het met de eigendomsrechten van
anderen niet zo nauw nemen. Dat is de ene pool. Vele anderen
zijn van mening dat eigendomsrechten op woningen heilig zijn
en dat er dus tegen de krakers opgetreden moet worden door
politie en justitie. Eén van de mensen die dat menen is mr.
W. J. Geertsema, fractievoorzitter van de VVD in de Tweede
Kamer en burgemeester van Wassenaar.
-- - s - -
SCHMIDT: „Ik weet niet in details
hoe het tijdens de watersnood in 1953
is gegaan, maar ik ben ervan over
tuigd dat toen allerlei kwesties van
particuliere eigendom terzijde zijn ge
zet om de getroffenen op korte termijn
onderdak te verschaffen. Een parle
mentaire commissie is nu net in Am
sterdam geweest, en deze heeft het
woord .,ramp" gebruikt in verband
met de woningnood daar, niet onbe
grijpelijk waar er in het eerste half
jaar van 1970 maar 200 woningen zijn
klaargekomen in Amsterdam en een
veelvoud van dat cijfer dichtgespijkerd
of gesloopt is. En dat terwijl er in het
centrum zoveel panden leeg staan dat
er woonplaats zou zijn voor 15.000 a
20.000 mensen.
Nu is er een gezegde dat luidt: nood
breekt wet. Dat betekent in dit ge
val dat allerlei wettelijke beschermin
gen niet meer van toepassing zijn,
dat er dan andere normen gelden, die
niet zoveel behoeven af te wijken van
de wettelijke. Er blijft tenslotte het
menselijk normbesef, maar als door
de overheid geen behoorlijke oplossing
wordt gegeven voor een noodsituatie,
moet een doorbreken van de wettelij
ke normen acceptabel zijn.
GEERTSEMA: En dat noemt u de
mocratie?
SCHMIDT: Ik meen dat wanneer de
mocratie zodanig in bureaucratie ont
aard is, dat een noodsituatie niet meer
adequaat kan worden opgelost en al
leen maar verergert, dat dan andere
vormen van democratie, van directe
democratie, zich presenteren.
GEERTSEMA: Directe democratie
dus, als ik het goed begrijp, de macht
van de minderheid.
SCHMIDT: Ik vind het woord min
derheid in deze niet zo op zijn plaats.
GEERTSEMA: Ik vind dat we nu in
een heel andere situatie zitten dan bij
de watersnoodramp, waarbij acuut
moest worden ingegrepen. Het parle
ment heeft de mogelijkheid om wat u
noodrecht noemt, wettelijk vast te leg
gen. De Kamer heeft het recht om
vast te leggen dat de eigendomsrech
ten van panden b.v. niet meer be
schermd worden zoals in ons Burger
lijk Wetboek en in ons Wetboek van
Strafrecht is vastgelegd. Van die mo
gelijkheid heeft de meerderheid van
het volk via haar vertegenwoordigers
geen gebruik gemaakt. Daarom durf
ik te zeggen dat de meerderheid uw
oplossing niet voorstaat.
SCHMIDT: De Woonruimtewet van
1947 biedt de mogelijkheid tot vorde
ring
.maar tegen ver-
GEERTSEMA:
goedlng
SCHMIDT: dat is een ander
punt
GEERTSEMA: Ja.en is aan wet
telijke voorwaarden onderworpen en
het zijn de gemeentebesturen die daar
al dan niet gebruik van kunnen maken.
Als zij er, tegen de meerderheid in de
gemeente in, geen gebruik van maken
zijn ze interpellabel, de wethouders
zijn naar huis te sturen. De meerder
heid heeft alle mogelijkheden.
SCHMIDT: Zoals u zegt is de wo
ningnood ondanks de mogelijkheden
die de democratie biedt niet opgelost.
Wanneer de zaak zolang getraineerd
is dat de streep allang is overschre
den, is er alleen nog de mogelijkheid
van b.v. het kraken van grote panden,
om de mensen met de neus op de fei
ten te drukken, te zorgen dat de wette
lijke mogelijkheden worden toegepast.
GEERTSEMA: En dat wordt niet
gedaan. Wat betekent dat? U zult het
met mij eens zijn dat je met kraken
alléén de woningnood niet oplost. Daar
voor moet je bouwen. Kraken kan
hooguit een hulpmiddel zijn om tijde
lijk enig soelaas te bieden. Waarom
heeft het Nederlandse volk de woning
nood tot nu toe niet opgelost? Omdat
het in meerderheid nooit bereid is ge
weest, al het andere daarvoor opzij te
schuiven.
zeer gering, een soort „checken" ach
teraf. Het kan op den duur wel iets
doorwerken, maar de technocratie
werkt zo snel, vergeleken bij het stel
sel
GEERTSEMA: Wat zou u daaraan
willen doen?
SCHMIDT: Tegenover de technocra
tie van het ambtelijk apparaat moet
een tegenwicht bestaan dat over de
zelfde middelen beschikt om niet ach
ter te raken.
Maar goed terug naar de woning
nood. Die is niet overal gelijk van
structuur, hij leidt dan ook lokaal tot
uitbarstingen, niet zozeer gericht op
het annexeren van bezit, dat ligt bij
de meeste mensen die wij kennen dui
delijk niet op de achtergrond. Het is
geen wezenlijke aanval op de eigen
dom, het is naar mijn mening een ge
richt pleidooi voor de uitvoering van
het recht op onderdak voor iedereen.
Dankzij de kraakactie is de Amster
damse wethouder Kuipers nu bezig om
een concrete nota op te stellen over de
op wat dan ook de aandacht te vesti
gen. Er zijn genoeg wettelijke midde
len: u kunt massademonstraties op touw
zetten zoveel als u wilt.
SCHMIDT: Als u stelt dat er „dan
maar" een partij tegen de woningnood
moet komen, meen ik dat dat een po
ging is om de gezamenlijke verant
woordelijkheid voor een noodsituatie af
te schuiven. Volgens die redenering
had in 1953 een partij tegen de wa
tersnood moeten worden opgericht.
GEERTSEMA: Ik zeg niet dat het
móet gebeuren, ik zeg alleen dat als u
eraan wilt ontkomen dat uw groep
een kleine minderheid blijft, dan zou u
het eens moeten proberen via een par
tij tegen de woningnood. Nu heeft
het Nederlandse volk in meerderheid
gezegd dat in het kader van andere
prioriteiten de woningnood niet onmid
dellijk, maar geleidelijk moet worden
opgelost.
SCHMIDT: U spreekt over een nood
alsof het helemaal geen nood is.
SCHMIDT: Ik geloof dat uw voort
durende gebruik van „het Nederland
se volk" en „de meerderheid" in ze
kere zin politieke platitudes zijn. De
werkelijkheid van de machtsuitoefe
ning ligt bij betrekkelijk weinigen.
Door het thans gebruikte stelsel wordt
maar een deel van de bevolking gere
presenteerd.
GEERTSEMA: Waarom? Natuurlijk,
een deel, dat wil zeggen: de mensen
die stemgerechtigd zijn. Maar die re
presenteert het parlement toch alle
maal?
SCHMIDT: In feite is de vraag wie
uiteindelijk gekozen wordt gebaseerd
op een stelsel van kiesverenigingen
GEERTSEMA: 25 kiezers kunnen
een lijst indienen met alle mensen er
op die zij willen, mits het er niet meer
dan dertig zijn; 25 huizenkrakers kun
nen samen de lijst „opheffing van de
woningnood" indienen en als u gelijk
hebt, zou die lijst de meerderheid in
het parlement halen.
SCHMIDT: Dat is iets anders. De
vestiging van die partij zou jaren ver
gen, terwijl de bevolking toch al niet
zo erg gelooft in de feitelijke moge
lijkheid tot het uitoefenen van invloed.
De meerderheid, die heeft tot nu toe
gezwegen, dat gaat volgens mij in de
richting van misbruik
GEERTSEMA: Je kunt niet meer
doen dan ze de gelegenheid geven te
stemmen. Als ze daar geen gebruik van
maken dan hebben ze dat aan zichzelf
te wijten, en niet aan het stelsel.^ Ik
weet geen beter stelsel dan het huidi-
dige. Kent u een beter? Ja, het recht
van de sterkste, maar dat noem ik
geen stelsel. U verdedigt dat recht
van de sterkste.
SCHMIDT: U dan toch ook, met uw
meerderheid?
GEERTSEMA: Ik verdedig het recht
van de gekozen meerderheid.
SCHMIDT: De invloed van het eco
nomische leven is toch enorm groot.
GEERTSEMA: De oliemaatschappij
en maken in de Kamer beslist de dienst
niet uit. Er zit zelfs bijna geen enkele
werkgever in het parlement.
SCHMIDT: De invloed van de Ka
mer op beslissingen is in ieder geval
<wvwl<llMMtlWWWWMWIIWWWVWWW«><MWWWWWWWWWWW«WVWWWWWWVt/WWW»"HW»WMWW><ww'
/V\AA^VW\AAAA<\A^WWVWVVVVVVVVVWVWVVWVWVVVWVVVWVWVWWWWWWWWVWVWWVVWVi
„WVWWWWVWVWVWWVWWWWWtfVWWWVWVWVWWWWVWVWVWWVWWWWWVWWl/U
w*m
bewoning van grote leegstaande pan
den in de Amsterdamse binnenstad-.
Tevoren zijn er nooit positieve, con
structieve plannen op de tafel geko
men. Dat men wakker geworden is, is
een gevolg van de directe actie. Ik ge
loof dat, gegeven de nood en de per
manente leegstand van 20.000 woon
plaatsen, er geen ander standpunt mo
reel verdedigbaar is dan: hoe dan ook,
bewonen.
GEERTSEMA: Ja ja, dat kunt u nu
wel denken
SCHMIDT: Ik heb zelf ook een huis
op een van de Amsterdamse grach
ten. Ik weet heel goed dat een aanpak
zoals nu door de weihouder wordt
voorbereid, ook voor mijn huis een de
valuatie van de geldwaarde betekent,
zoals het ook een devaluatie betekent
van nogal wat bezit van de AMRO-
bank en andere eigenaren. Maar juist
door de speculatie van die eigenaren
raakt de binnenstad ontvolkt, terwijl
het juist andersom zou moeten zijn.
Helaas heeft de gemeente Amsterdam
geen sanctiemogelijkheid om het Fonds
voor Woning-onttrekking op het peil te
krijgen waarop het zou moeten staan.
GEERTSEMA: U wilt dus gewoon
zeggen: het gemeentebestuur van Arp-
sterdam doet het fout. Daar heeft u
mijn volledige zegen in dit college
van B. en W. doet inderdaad niks
goed, dat ben ik met u eens. Als u de
onteigening van panden in Amsterdam
voor elkaar kunt krijgen tegen de
waarde volgens de onteigeningswet,
dan kan ik daar geen bezwaar tegen
hebben. Dat is de wettelijke weg daar
in. Dat wat u doet is onwettig. En
daar heb ik bezwaar tegen. Ik heb
dat in een televisiedebat met Den Uyl
ook al eens gezegd: ik ben tegen het
gebruik van onwettige middelen om
GEERTSEMA: Het is wel degelijk
een nood. Samen met een aantal an
dere noden is het een heel erge nood.
SCHMIDT: Momenteel is er een
langs sluipwegen tot stand gekomen
prioriteit voor bedrijfsbouw. Er is
drastisch ingrijpen nodig om de prio
riteit anders te leggen. Behalve oplos
sing via goedkoop kapitaal voor wo
ningbouw is er de mogelijkheid van
centrale woonvoorzieningen in grote
panden.
GEERTSEMA: Het gros van de
mensen wil toch een redelijk normaal
huis. Het gevaar van uw idee is,
dat als iedereen zo geholpen zou zijn,
andere mensen zouden zeggen: nou
hoeft er niks meer te gebeuren, want
iedereen heeft al onderdak.
SCHMIDT: Alleen door het kraken
zijn we erin geslaagd de aandacht van
de gemeenteraadsleden te vestigen op
de grote leegstand. Ik vraag u geen
goedkeuring voor het kraken, ik vraag
u ook geen toestemming voor onwetti
ge stappen.
GEERTSEMA: Ik vind integendeel
dat er een vervolging tegen moet wor
den ingesteld.
SCHMIDT: Het justitieel beleid in
Amsterdam is gelukkig nogal genuan
ceerd tegenover het kraken.
GEERTSEMA: De dingen die in
Amsterdam gebeuren kan ik niet be
oordelen. Maar ik heb wel een groot
bezwaar tegen het kraken: dat het in
feite berust op het recht van de sterk
ste. Degenen die niet tot kraken in
staat zijn, verliezen.
Hannie van der Ham (vriendin van
Schmidt): Wij helpen juist de gezinnen
die zelf niet kunnen kraken.
GEERTSEMA: Ik vertrouw uw or
ganisatie dat verdelen niet toe. Als
mensen die zichzelf hebben aangewe
zen gaan uitmaken: dit geval vind ik
urgent, daar kraak ik voor, en dat
geval vind ik niet zo urgent, dan gaat
u zich een macht toemeten die u niet
toekomt. De gekozen vertegenwoordi
gers zijn tegenwoordig nog net iets, de
benoemde zoals de burgemeesters zijn
helemaal wegwerpmateriaal, maar u
gaat uzelf benoemen tot rechtvaardi
ge verdelers van woonruimte.
SCHMIDT: Dat is een verkeerde ty
pering. Degene die een ander in nood
te hulp snelt heeft met een benoeming
helemaal niets te maken. Het punt
„benoeming" is irrelevant.
GEERTSEMA: U benoemt uzelf tot
verdeler van woonruimte.
SCHMIDT: Geen sprake van.
GEERTSEMA: U zegt: voor Jansen
kraak ik wel, voor Pietersen kraak ik
niet.
SCHMIDT: Integendeel wij wer
ken blinder dan vrouwe Justitia.
GEERTSEMA: Hoe gaat dat dan?
SCHMIDT: Degene die hulp vraagt
helpen wij.
GEERTSEMA: Daarmee is nog niet
gezegd dat dat de urgentste gevallen
zijn.
SCHMIDT: De hulp die wij bieden
is zonder aanziens des persoons.
GEERTSEMA: Dus u kraakt ook
voor mensen die het niet nodig heb
ben, de man die zijn eigen huis voor
een paar duizend gulden verhuurt,
daar gaat u voor kraken.
SCHMIDT: Wij kennen geen geval
len van mensen die het risico van een
kraakwoning nemen, wanneer ze niet
door een hele hoge nood worden ge
dreven.
GEERTSEMA: Dat hoopt u maar.
U kunt dan wel de bureaucratie ver
vloeken, maar u weet helemaal niet
wat u doet. U hebt geen enkel appa
raat tot uw beschikking
SCHMIDT: Ik neem aan dat u ook
de bureaucratie vervloekt
GEERTSEMA: Ehje kunt het
in deze wereld niet zonder ambtena
ren stellen.
SCHMIDT: De bureaucratie heeft in
ieder geval een grote steun aan de di
recte democratie
GEERTSEMA: .die ik dictatuur
noem, de dictatuur van de sterkste,
de dictatuur van de minderheid
SCHMIDT: De macht van uw min
derheid, de V.V.D.-fractie, wordt hier
geneutraliseerd
GEERTSEMA: .die wordt geneu
traliseerd door het feit dat niemand
de absolute meerderheid heeft. Je
moet het altijd met andere partijen
eens zijn om je wil door te drijven.
Dat is nou een voordeel van de de
mocratie. U hoeft met niemand reke
ning te houden omdat u geweld pleegt,
hoogstens moet u rekening houden
met geweld van de politie.
de gemeente Wassenaar worden uitge
legd.
GEERTSEMA: Overigens hebben
wij nog niet met kraken te maken ge
had. Als dit gesprek in de krant komt,
krijgen we misschien wel de Wasse-
naarse kraakactie
SCHMIDT: Uw vaak extreme type
ringen ten aanzien van minderheden
geven een minister, die harde maat
regelen wil, naar mijn gevoel onnodi
ge steun. Ik ben van mening dat een
democratische ontwikkeling in veel
gevallen van de V.V.D. geen tegen
stand ondervindt, maar dat uw uit
spraken het realistische standpunt dat
de V.V.D. dikwijls inneemt, geweld
aandoen. Ik bedoel uitspraken als „on
wettig", „vervolgen", anarchisme" Do
mensen die tot markante actie over
gaan, bedoelen zich niet te mengen in
de politiek
GEERTSEMA: Een rookbom om een
vergadering van een Kamercommissie
onmogelijk te maken is wel degelijk
een wapen in de politieke strijd
SCHMIDT: .ik verdedig niet elke
rookbom. Ik heb er nu ook geen bij
me.
GEERTSEMA: Daar had ik min of
meer op gerekend
SCHMIDT: Ik ben bang dat die har
de uitspraken van u middel zullen kun
nen wonden in de handen van anderen
om tot een veel straffere structuur te
komen dan de meerderheid van Ne
derland wil.
GEERTSEMA: Ik wens niet tot een
straffere structuur te komen. Ik heb
niets tegen minderheden, zij kunnen
een zeer nuttige functie in de maat
schappij hebben, maar ik blijf er wel
op staan dat de wet aangehouden
wordt. Dat zal ik altijd verdedigen.
SCHMIDT: Mogen wij op uw hulp
rekenen als het gaat om het zo goed
mogelijk toepassen van de wettelijke
mogelijkheden tot oplossen van de
nood, ook als daar commerciële belan
gen mee in strijd zijn?
GEERTSEMA: Op dat punt hebt u
met mij geen moeite, ik verdedig geen
commerciële belangen. Ik ben com
missaris van geen enkele maatschap
pij. Er wordt wel eens gezegd, de
V.V.D. staat zo dicht bij de grote
maatschappijen, daar zullen ze wel
niks tegen durven zeggen.
SCHMIDT: O nee, dat weet ik wel
anders, ik ken teveel V.V.D.-ers (mijn
eigen advocaat is er een) om te twij
felen aan persoonlijke integriteit. Daar
om vraag ik het u ook.
ANDRé SCHMIDT komt vervolgens
met het formulier van de volkstelling
op tafel, waarmee volgens zijn idee
iemand gedwongen zou kunnen wor
den, toe te geven in een gekraakte
woning te zitten. De heer Geertsema
wijst dit van de hand; ook een ge
kraakte woning is een bewoonde wo
ning, meent hij. Althans, zo zal het
betreffende punt van het formulier in
GEERTSEMA: Alles dat overeen
komstig de wet is en dat uw doel
kan dienen, daar sta ik achter.
SCHMIDT: Dus we gaan naar een
hardere politiek tegenover de eigena
ren van leegstaande panden toe, als
het aan u ligt?
GEERTSEMA: De enige plaats waar
ik op dit punt momenteel wat in de
melk te brokken heb is Wassenaar, en
daar wordt op ruime schaal gebruik
gemaakt van de mogelijkheid tot vorde
ren van woonruimte.
SCHMIDT: Maar is het niet moge
lijk, via de Kamer en de minister
druk uit te oefenen?
GEERTSEMA: Het is in de eerste
plaats de taak van de gemeentebestu
ren. Ik zou hoogstens de V.V.D.-raads-
fracties kunnen bewegen, hier meer
aandacht aan te besteden.
SCHMIDT: Nou, heel graag.