VERLOSSING KOMT VOORT UIT BOTSING VAN
PERSOONLIJKHEDEN
1
Ki
REGISSEUR PAUL AARON: IN NEW YORK
IS ANGST, IN AMSTERDAM ZEKERHEID
A
.w
I 1
I te
fooi*
Nederlands publiek
Wantrouwen
van Carré.
Ervaring
Concentratieoefeningen van de Salvation-spelers, onder directie van
Aaron, de maestro.
(Van een onzer verslaggevers)
AMSTERDAM. In Carré wordt op het ogenblik hard gewerkt aan de
musical Salvation (Verlossing), een rockmusical van Amerikaanse huize.
Het is een na-Hair-musical, maar zet zich tevens af tegen Hair. De schrij
vers C. C. Courtney en Peter Link voelen niets voor de Flower-Power-
ideologie, die zij achter Hair vermoeden; niet het „hier heb je een bloem
en dus zijn we lief voor mekaar”, maar de redding meet komen uit de
botsing van persoonlijkheden.
De regisseur praat met zijn spelers; zittend van links naar rechts: Rob de Nijs, Bill van Dijk, Hugo van Riet,
Cisca Beaudoux, Elsje de Wijn en Mies de Heer. Staande; Chapman Roberts en Sumire.
Paul Aaron: reach out op z’n
Amerikaans.
Ra
I I
i” -1
T 1
W 'ifl
ti.
j ISlIM
In de voorgaande weken is al duch
tig gewerkt. De zes man van het or-
zijn verlossing. Maar die god (de kerk,
drugs) gaat op de loop met de mens.
Salvation wil zeggen: sta even stil om
te voelen wat er van binnen bij je zelf
gebeurt. Er is geen keuze tussen he
mel en hel, goed of slecht, zwart of
wit, ja of nee. Het gaat gewoon om
jou”.
het toneelstuk „The prime of miss
Jean Brodie” met Kim Hunter in de
hoofdrol. Vervolgens bracht hij Salva
tion en is nu bezig aan de regie van
een echte Broadway-musical „70 girls
70”, waarvan de bezetting bestaat uit
acteurs en actrices tussen de 62 en 70
jaar oud. „Regelrecht van de kinde
ren naar mijn grootouders”, vat Aaron
samen.
kest zijn op elkaar ingespeeld; de de
cors en kostuums zijn gemaakt en de
spelers hebben zich op hun tekst ge
worpen, daarbij geholpen door Jules
Hamel, die als tekstregisseur werd
aangetrokken.
DE BEKENDSTE der „grote ego’s”
zijn Rob de Nijs, de omgeturnde pop
zanger van weleer, en Elsje de Wijn,
actrice bij Centrum maar alom be
kend tv-malle meid. Verder zitten er
jongelui in, die de academie voor
kleinkunst hebben afgelopen: Cisca
Beaudoux, Mies de Heer en Bill van
Dijk (draaide ook mee in Hair). Dan
is er Sumire, een Nederlands Japans
MET DEZE TIEN mensen ligt Paul
Aaron sinds 15 december in de slag.
Hij voorziet dat de Nederlandse Sal
vation er heel anders zal uitzien dan
de New Yorkse, die ook weer sterk
verschilde van de produktie in Los
Tussendoor een maand met de Am
sterdamse „kinderen”. „Inderdaad: je
kunt je een god voelen; ze nemen al
les van me aan. Amerikaanse spelers
zouden me wekenlang wantrouwend
aankijken; zo van: wat moet die ke
rel van me. Maar hier nemen ze al
les van me aan. Maar langzaam be
ginnen ze de macht over te nemen.
Het is precies als een baby krijgen.
Die wordt ontvangen, geboren en be
gint dan een eigen leven te leiden”.
Op 15 januari bij de première zal
blijken hoe dat eigen leven overkomt.
Angeles. Het kan niet anders. „De
manier van leven is hier zo verschil
lend”, zegt hij, „Het leven in New
York is gebaseerd op een bepaalde
angst. In New York sta je ’s mor
gens op met het idee: wat voor crisis
is er vandaag weer uitgebroken. In
Amsterdam is die angst er nooit. Als
ik hier ’s morgens om drie uur bij
voorbeeld naar huis loop, dan is het
zo kalm, je voelt een zekerheid. In
New York moet je altijd bedacht zijn.
Wantrouwen is de eerste reactie”.
meisje en Hugo van Riet die een paar
maanden bij de Amsterdamse La Ma
ma als basis heeft. Uit de New York
se bezetting kwam Chapman Roberts
die zich onmiddellijk aan de Neder
landse studie zette. Salvation is be
halve de titel Nederlandstalig, in
tegenstelling tot Hair. Vertaler en be
werker is Lennaert Nijgh. Behalve ge
noemde acht spelers doen twee „un
derstudies” mee: Nelly Vogler en Pa
trick Theunisse, die desgewenst elke
rol kunnen opnemen.
Aangezien Salvation een Amerikaan
se musical is, valt het Aaron niet ge
makkelijk bij zijn acteurs die scherp
te te krijgen, die hij nodig heeft. Hij
spreekt van „de beet, de echte boos
heid”. Hij zegt, dat zijn spelers hem
met een kinderlijk soort vertrouwen
en onbevangenheid tegemoet treden.
„Ze zeggen de dingen wel, maar den
ken er bij: dat kun je toch niet mé
nen? Maar langzaam begint het los te
komen”. Aaron laat zien wat hij be
doelt in de mini-voordracht van de
uitdrukking „reach out”, de hand uit
steken om hulp. Zijn „Hollandse”
manier van reach out komt neer op
„help ’s een handje”; de „Amerikaan
se” krijgt de radeloosheid mee van
iemand in doodsnood.
OVER SALVATION zegt Aaron:
„Veel verhaal zit er niet in. Er is
geen boodschap. Publiek komt niet
om een preek te horen, maar voor
een ervaring. Het is vrij simpel. Het
gaat over een mens, die naar elke mo
gelijke god met een kleine g
zoekt: een held, drugs, Jezus Christus
de Almachtige. De mens zoekt daar
Paul Aaron studeerde aan het Pen
nington College, haalde een graad in
de psychologie („zoals elke burger-
mansjongen doet”, zegt hij), probeerde
psychologie en toneel te verbinden
en ging daarom drama-therapie doen
in een tehuis voor emotioneel gestoor
de kinderen in Philadelphia. Hij gaf
les in het Hedgerowtheatre in die
stad en was regie-assistent. Later was
hij dat ook in een groot culttfreel cen
trum in Los Angelos, waar hij met
jonge spelers en toneelschrijvers sa
menwerkte. Na een rockmusical gere
gisseerd te hebben, regisseerde hij in
New York bij de National Company
OP HET IDEE van botsing is Sal
vation gebaseerd. Daarom wilde Paul
Aaron, de jonge Amerikaan die ook
de Salvations in Los Angeles en New
York regisseerde, in de acht (hoofd-)
rollen „creatieve monsters” hebben.
Geen monsters uit het rariteitenkabi
net natuurlijk, maar persoonlijkhe
den met een flinke dosis geldings
drang. „Grote ego’s”, aldus Aaron,
die een maand over is uit New York
om de Nederlandse Verlossers tot een
hechte groep te smeden en de musical
in scène te zetten.
SAL
VA
ION