Arbiter, Boogaerts hanteert gulden regel: een gevaarlijke hobby veel mogelijk spelen r i „Laat voetballers 9 II DOOR JOHN DRIESKENS Kritiek 19 ZATERDAG 2 JANUARI 1971 11 i f Medicijnman Voetbalexpert '.A - MH Erbij W - Üi Instituut scheidsrechter wankelt maatregelen wonderdokter Zoals „Ik geloof Cruyff namelijk die be weerde, dat hij als junior al wist, ach ter de bal te moeten blijven in zo'n geval. Als ik mijn vrienden mag ge loven heeft Arts toen het doelpunt ge scoord werd dan ook naar de mid denlijn gewezen. Dat hij zijn beweging toen hij Van der Kroft hoorde fluiten corrigeerde, bewjjst dat hij een pri ma grensrechter is. Je moet je col lega immers dekken Praten is volgens Van Dinteren nood zakelijk omdat topsportmensen vrese lijk gevoelig zijn. „Ook al hebben ze vaak niets of is de blessure slechts licht, dan nog kunnen ze er vreselijk veel last van hebben. Dat simuleren ze niet. Dat is zo. Wat ik doe is dan ook noodzakelijk. Ik noem dat een ingreep in de persoonlijkheid van de sportman. Let wel in zijn voordeel „Toen ik Coppi verzorgde in zeven- vijftig lachte de heren doktoren mij uit als ik werkte met vitamines. Maar nu is dat anders geworden. Nu zijn ze zelfs alleen op recept te krijgen. Je begrijpt wel omdat die heren er hun dertig procent van willen opstrijken By Volendam werkt Van Dinteren ook met vitamines. En dat is volgens de autodidact zelfs noodzakeiyk. „Vo lendam is ryk aan fosforhoudende en jodiumhoudende lucht. De spelers ko men echter door de eetgewoonten (ze eten veel vis. En wat voor vis. De beste geven ze echt niet weg) toch tekort. Ik heb direct gezegd. Jullie moeten veel rood vlees eten, want aan jullie bloed- beeld mankeert wel het een en ander Ik heb ook gezegd: jullie hebben mij in feite zes weken te laat geroepen. Jullie moeten vol zitten met vitamines Die opbouw duurt zes weken. Nu is het zo ver. De opbouw is af. Ze zyn nu fysiek erg sterk. De spelers zyn zelfs zo goed, dat de toeschouwers denken dat de voetballers te nerveus zyn. Zo alert reageren die jongens...” De geesten waren medicynman Van Dinteren in het geval De Ruiter goed gezind. Binnen drie dagen had hy de keeper binnen de palen van zyn doel gepraat. Het lukte Van Dinteren, naar zyn zeggen, ook vier liesblessu res te genezen. Hoewel de vierde (Kras) nog niet helemaal hersteld is. In de weds try d tegen Telstar verliet hy tien minuten voor t(jd het veld. Van Dinte ren, die er zich op beroemt week in week uit de volledige selectie gezond en wel aan de trainer („den heer Hans Croon”) ter beschikking te stellen, doet over deze blessure geringschattend. „Eigeniyk is het over. Maar die jon gen voelde nog iets. Hij deed er ver- toestand waarin ze verkeren, echt niet verwonderlijk de eersten om op te staan als de scheidsrechter iets ver keerd heeft gedaan”. Jan van Dinteren, een snelle prater, die zijn verhalen doorspekt met in de vreemde opgedane woorden, die hij te pas en te onpas gebruikt, kan het 't best zelf vertellen: „Den heer Vyth zei me: misschien heb ik iets voor je. (Hij wilde niet zeggen wat.) Kom dan en dan naar mijn huis. Dan zullen we er over praten. Ik ontmoette daar ook den heer Hans Croon. De bedoeling was, zo bleek, dat ik voor moeilijke geval- De autodidact („ik heb mijn kennis verworven door middel van zelf-stu- die”) Jan van Dinteren beweert, dat hij om dat „geslik”, dat onmogelijk te weren was uit de wielersport, met zijn potjes, zijn zalfjes en zijn vitamines met graagte de wijk heeft genomen naar Volendam. De accu-miljonair Kurt Vyth heeft zich namelijk het lot van het Volendamse voetbal aange- Overigens ondervond ook het optre den van Boogaerts kritiek. Onlangs nog na de derby SpartaFeijenoord. Volgens onder andere de Telegraaf zou back Dries Visser (Sparta) de bal in het strafschopgebied niet met zijn borst hebben gestuit maar met de hand. lui” opgeplakt, of zoals het Bredase enfant terrible Frans Derks nog al eens overkomt hij wordt uitgemaakt voor een „flikker” omdat ’s mans broekje wat kort is uitgevallen. Het voetbal in Nederland is veran derd. En de scheidsrechter heeft zich daarbij moeten aanpassen. Eén van de beste voorbeelden van dit acclima- tisatieproces is Ad Boogaerts (45 jaar). len zou worden ingeschakeld. En dat is weldra uitgegroeid tot de volledige be handeling van Volendam”. „Het kwam zo. De doelman Jan Rui ter had het al weken in zijn rug. Ta bletten, massages. Dat alles hielp niet. Ik zei: heeft de dokter er naar gekeken? Want als het hernia is, dan blijf ik er af. Hernia was het niet, zo verzekerde men mij. Nou, zei ik, dan speelt die Ruiter zondag weer. Niemand geloofde me. Dat kon ik echter gemakkelijk zeggen omdat als het geen hernia was, het een scheuring of verrekking moest zijn. En scheuringen en verrekkingen moeten na weken van rust genezen. De kunst is echter te zorgen dat de man het „natuurlij k-mobiel-bewegen” geen pijn doet. Wat ik dan doe? Nou ik on derzoek hem met mijn handen. Ik be kijk het beeld van zijn bloed. Ik con troleer zijn hart en polsslag. En als dat ook allemaal goed is, dan ga ik a point praten. Ik vertel hem over de pijnlijke plek. Ik zeg hem dat er eigenlijk niets aan schort, maar dat het „natuurlij k- mobiel-bewegen” nog niet goed is. Ik geef hem dan een analgeticum (een middel dat een tijdelijke verdoving tot stand brengt). Na hem vervolgens goed gemasseerd te hebben stuur ik hem weg. Hij voelt zich door de massage wat stijf. De volgende morgen moet hij terugkomen. Ik vraag dan hoe hij zich voelt. Niet met een duidelijke belang stelling; alsof ik bang ben dat de be handeling niet heeft geholpen, maar met een zeker flegma. Hij moet denken dat ik er zeker van ben dat het goed gaat. En dat is meestal ook zo Ik begrijp de jongens tegenwoordig dan ook wel. Laat ze kankeren. Ze moeten natuurlijk niet te ver gaan, want dan zal ik treffen. Maar voor die tijd waarschuw ik ze nog wel even. Niet zoals Karei van der Meer vroeger. Maar door er gewoon even onopvallend langs te lopen en te zeggen „Doe me 'n lol joh; voetbal en rotzooi niet”. Of: „hé vriend van dat rot trucje hou ik niet”. Ik verneder zo’n knaap dan ook niet. - (Van onze sportredactie) DORDRECHT. Ook één van de laatste heilige huisjes in Nederland, het instituut scheidsrechter, wankelt. Na de invoering van het betaalde voetbal, waar de arbiters voor enkele tientjes mee mogen snoepen, lijken de legendarische vaderfiguren op de velden, die met behulp van hun vin gers voetballers desnoods naar zich toe lieten kruipen, uitgestorven. Ze zyn er niet meer de onaantastbare heren in het zwart. Zoals vroeger een Dirk Nijs, die het bestond om de uitslag van de wedstrijd te bepalen door wel of niet een strafschop toe te kennen, of een Karei van der Meer die een speler, die de bal had weggetrapt, een vernederende gang dwars over het veld kon laten maken om „het leer” op te halen. Neen, tegenwoordig is de scheidsrechter een gewone man en hij is verre van onaantastbaar. De arbiters Van Ravens en Van der Kroft kunnen daarover meepraten na respectievelijk wedstrijden te hebben geleid in Maastricht en in Volendam. Zij konden ternauwernood worden gered uit de handen van een wraakgierig publiek. Tegenwoordig wordt de scheids rechter ook niet meer gezellig Ome Dirk genoemd (zoals Nijs), maar hem wordt bijvoorbeeld in de Rotterdamse „Kuip” al gauw het etiket „honde- standig aan om vroegtydig uit het veld te stappen. Dat heb ik hem ook ge zegd, maar hy had de wedstryd kun nen uitspelen Het voetbal heeft de zeventigjarige geheel en al in zijn ban. Hij heeft er hele theorieën over opgebouwd, die hij met overtuiging aan de man brengt, nadat hij heeft verteld dat het een her nieuwde kennismaking betreft. „Ik ben met massage begonnen bij NOAD. In de crisisjaren was er in mijn vak (ik bekleedde een vertrouwenspo sitie. Ik moest letten op de accu’s in een laboratorium van Philips.) niets meer te verdienen. Ik werd toen door NOAD benaderd omdat men wist dat ik aardig masseerde. Later ben ik naar de wielrennerij overgestapt”. „Voetbal is meer teamwork. In de wielrennerij werken de wielrenners ook wel samen. Bij het zogenaamde afstoppen, maar bij voetbal komt dat toch nog meer naar voren.” „Dat is ook noodzakeiyk. Die Van Kerkhoven (lees René v. d. Kerkhof) is niet voor niets door Schryvers (lees RÜvers, trainer van F.C. Twente) naast het elftal gezet. Hy spande zich te wei nig in voor het team. Dat was duide- lyk te zien Ja, Van Dinteren is nu voetbalex pert. Met enthousiasme heeft hij zich op het voor hem oude, nieuwe „ter rein” geworpen. Veel van zijn vroegere specialisatie komt hem ook nu nog van pas. De vitamines bijvoorbeeld. Van Dinteren zweert bij deze middelen. In het verleden al. je een speld horen vallen. Zo’n ont zag had men voor die man. Maar de tijd dat men, zoals mijn ouders bij voorbeeld, vreselijk opkeek tegen een arts is voorbij. Tegenwoordig zeg gen ze: „Wie is dat?” Ik bedoel maar de afstand tussen spelers, publiek en scheidsrechter is verkleind”. „Ik geloof ook dat de drank een voorname rol speelt. Vroeger had de cantinebeheerder een baan. De can- tine was een schnabbeltje. Tegen woordig moet hij in die cantine zijn boterham verdienen. In een korte spanne tijds, in de rust van de wed strijd, moet hij zo veel mogelijk om zetten. Zijn assortiment heeft hij dan ook drastisch uitgebreid. Naast de koffie en de gevulde koek van vroe ger is nu sterke drank gekomen en bier. Bij DFC (Boogaerts is een sup porter van de Dordtse eerste divisie- club) zie ik mensen soms al een kwar tier voor het einde van de eerste helft van de tribune verdwijnen en een kwartier na het begin van de tweede speelhelft weer uit de cantine tevoor schijn komen. In die drie kwartier hebben ze veel naar binnen gehesen. En die lui zijn en dat is gezien de Van der Kroft bijvoorbeeld bestond het om na de wedstrijd Feijenoord Ajax, zelfs na de televisieuitzending die zijn ongelijk onbarmhartig toonde, vol te blijven houden: „Cruyff stond buitenspel toen hij in de tweede helft de bal van Hulshoff ontving”. De kri tiek, die op het hoofd van de arbiter neerdaalde was alles behalve mals. Boogaerts daarover: „Van der Kroft had natuurlijk ongelijk. Ik heb de wed strijd niet gezien, maar ik heb het mo ment ’s avonds nog wel op de buis bekeken. Uit de verhalen die ik van vrienden heb gehoord lijkt het me, dat Van der Kroft al twijfelde toen Arts („een goeie grensrechter. Ik heb al vaker met hem gewerkt”) wenkte door te laten spelen toen Hulshoff doorbrak op de middenlijn. En al die meters heeft hij, zo geloof ik, lopen denken, „Tjé is het nou wél of géén buitenspel van Barry. Had Arts die vlag nou maar omhoog gedaan, dan had ik er keihard overheen kunnen fluiten”. Boogaerts, toch één van de oude ren onder de scheidsrechters (over drie jaar zwaait hij af), heeft zich ondanks ai die nieuwe moeilijkheden, die de inmiddels gepensioneerde scheidsrechters niet gekend hebben prachtig aangepast. Niet alleen door zijn kalend hoofd te bedekken met een toupetje, maar ook door zich te verdiepen in de mentaliteit van de speler. „Ik heb vroeger ook gevoet bald. Ik was een felle. Ik weet me nog best te herinneren hoe ’n grote pest ik had aan die vent in het zwart. Zoals de meeste voetballers probeer- En hij heeft toch in de gaten, dat ik zijn streken door heb. Het gebeurt me vaak dat zo’n knul even later langs komt en zegt: „Neem me niet kwalijk scheidsrechter. Het zal niet meer voorkomen”. Maar dan ben ik hel al vergeten. Het is tenslotte voet bal „Vooral in het begin van je carriè re is het moeilijk zulke stukken te verteren. Later heb ik begrepen dat het een persoonlijke mening is van een meneer op de tribune. De man naast hem kan er wel geheel anders over denken. Ik vind het alleen jam mer dat die journalist van de Tele graaf na de wedstrijd niet is komen praten. Ik had hem dan kunnen ver tellen van Henk Wery (Feijenoord), die vlak bij mij stond en die zei: „Goed gezien meneer Boogaerts Fouten van scheidsrechters worden de laatste tijd aangegrepen om te plei ten, zoals Vasovic deed, voor een hoekeysysteem met twee scheidsrech ters of voor een groep prof-arbiters. Onlangs zei scheidsrechter Derks bij voorbeeld: „Men kan natuurlijk veel eisen, maar met welk recht? Om die aalmoes soms die ik in mijn handen krijg gestopt? Man ik moet er hon derden guldens bijleggen Op het ogenblik voelt Boogaerts niets voor ’n professionele status: „Mis schien zes jaar geleden wel. Maar nu niet meer. Over drie jaar zal ik, als de leeftijdsgrens gehandhaafd blijft, mijn laatste wedstrijd fluiten. Wie geeft mij een job op achten veertig ja rige leeftijd? Ik geloof aan de ande re kant wel dat een prof beter zou fluiten. Neem mij nu. Ik ben autover koper. Zaterdags verkopen wij het meest. Tot zaterdagavond ben ik druk bezig. Enkele uren later, op zondag, moet ik in de ere-divisie fluiten. Ach, ik probeer me natuurlijk zo veel mo gelijk te concentreren („ik speel een belangrijke wedstrijd minstens drie maal van tevoren”), maar het zou on getwijfeld beter kunnen”. Tot slot een behartenswaardige uit spraak van Boogaerts: „Voor een scheidsrechter is de spelregelkennis lang niet het blangrijkste. De kunst is de voetballers zo veel mogelijk te laten spelen Boogaerts heeft die gulden regel in praktijk gebracht. In zijn lange carrière stuurde hij slechts één speler uit het veld (Koos Knoef). Knoef trapte in de moeilijke wedstrijd HeraclesAjax de bal van de penalty stip nadat Boogaerts de bal daar had neergelegd omdat hy Ajax een straf schop had toegekend. UTRECHT. Het gezicht van de „man-met-de-zachte-handen” Jan van Dinteren (70 jaar) lijkt volkomen oprecht wanneer hy vol afschuw zegt: „In de wielrennerij bedriegen ze je tegenwoordig waar je bystaat. De renners grypen soms zonder dat de leiders het we tennaar stimulantia. Daarom ben ik bly, dat ik weg ben. Kijk, tussen renner en masseur moet een volledig vertrouwen bestaan. Met de jongere renners had ik dat niet meer. Ze bedonderden my, hun masseur. Ik ben namelijk tegen doping En tochstond masseur Jan van Dinteren bij wijze van spre ke aan de wieg van de wielren nerij. Hij was er bij toen Joris van den Bergh in 1939 met acht renners startte in de Ronde van Frankrijk. En tochverzorgde Jan van Dinteren grote renners als de Zwitser Hugo Koblet. Het hor loge aan zijn pols met de in scriptie „Mein Freund und Pfle- ger Jan”, herinnert hem dage lijks aan die periode. Ook de spie ren van de allergrootste, de Itali aan Fausto Coppi werden door de man-met-de-zachte-handen („Ze zijn niet groot, maar dat hoeft ook niet. Ze zijn erg zacht. Als ik mijn vingers tegen elkaar wrijf, dan voel ik het in mijn harengestreeld. En tochwas Jan van Din teren ook de masseur van de ge neratie wielrenners, waarin de Brit Tommy Simpson excelleer de en tenslotte de dood vond. Desondanks sprak Jan van Dinteren vorige week in zijn Utrechtse flat, die hij deelt met zijn zuster, zijn verontwaardi ging uit tegen het dopingsge- bruik. HAARLEM. Dat het beroep scheidsrechter, ook al heb je geen ge vaar te duchten van boze spelers of van een kwaad publiek gevaarlek kan zyn ondervond Boogaerts in het be gin van dit jaar. De Dordtse arbiter moest na afloop van de door hem geleide wedstryd DWS-Feyenoord met een ziekenauto naar zyn woning worden vervoerd om dat hy een hersenschudding had opge lopen. Kort na rust van de wedstryd werd Boogaerts by een hoge bal door de achteruitlopende DWS-verdediger Martin Kamminga met het achterhoofd vol op de kaak getroffen. De scheids rechter ging knock-out. Hy was even volkomen buiten bewustzyn, maar hij werd binnen enkele minuten door de toegesnelde helpers van DWS en Feyenoord op de been gebracht. Ogen- schynlyk was daarna met de scheids rechter niets aan de hand. In de ca tacomben van het Stadion zakte d« scheidsrechter na de wedstryd echter in elkaar. trokken. Zoals hij tevoren zich inspande voor een wielerploeg, voor de zesdaagse van Amsterdam en voor de Zwarte Schapen (zoals bekend een amateur-voetbalploeg.) Activitieten, waarvoor hij intussen, uitgezonderd de wielerploeg, alle belangstelling heeft verloren. En Vyth, door middel van zijn wielerteam Acifyt, werkgever van Jan van Dinteren, betrok de masseur bij zijn nieuwe hobby. De Dordtse autoverkoper wordt zelfs door de jongste generatie prof-voet- ballers geprezen om zijn eenvoud in het bedienen van de fluit en om zijn doorzicht in het spel. Ad Boogaerts, typeert de tijd, toen een arbiter nog echt een scheidsRECHTER was, al dus: „Het is toch nog niet zo lang ge leden dat je in het buitenland ver langde naar een Nederlands veld. Zon der hekken, zonder vuurwerk en zon der politiehonden. Maar dat is alle maal veranderd. Ook Nederland heeft nu zijn kooien, waarvan ze de hekken achter je op slot moeten doen. Het pu bliek is hier even gek geworden als in het buitenland”. Als oorzaak verstrekt Boogaerts het al vaak gehanteerde argument „de televisie maakte de mensen zo, om dat ze via de buis gewaar werden hoe supporters en spelers zich bijvoor beeld bij Real Madrid gedroegen” en: „Vroeger als Karei Lotsy de kleedka mer bij DFC binnenkwam dan kon Jan van Dinteren (70 jaar' de ik hem uit. Ik kankerde etcetera, etcetera. Totdat het de goede man te veel werd en hij zei: „Nog een keer meneer en dan kunt u naar de kleed kamer gaan”. Ik wist dan dat ik de grens had bereikt en ik hield me koest”. Boogaerts begreep ook, dat de mo derne scheidsrechter fouten mag ma ken, maar dat hij dan wel zo groot en volwassen moet zijn om die mis grepen te erkennen. Na een wedstrijd komt het voor dat hij bekent een ver keerde beslissing te hebben genomen. Sommige van zijn collega’s hebben nog niet begrepen dat zulke beken tenissen slechts in het voordeel van de arbiter kunnen uitvallen. Collega I... "’kfe’sbï i - ss SH» -■

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 19