ACTIEGROEPEN: FUNCTIE ALS ROOD LICHTJE
taak
OP HET SPOOR VAN BONHOEFFER
„Wij kunnen niet voortbestaan op basis van oneerlijkheid”
Dr. Kessler
voor zware
Gesprek met drs. A. D. W. Tilanus
Reeks uitgaven
Gesprek met ds.
Beyers Naudé
over kerkdienst
16
ZATERDAG 16 JANUARI 1971
Erbij
1
Afrikaanse Broederbond
Revolutie
(Van onze reisredacteur H. Kolb)
JOHANNESBURG „Het apartheidsbeleid heeft alle integriteit afge
broken. Wij, hier in Zuid-Afrika, zijn in verregaande mate schizofreen
geworden. De huichelachtigheid en onwaarachtigheid worden steeds meer
een grondslag van de samenleving, en op basis van een dergelijke oneer
lijkheid kunnen wij niet blijven voortbestaan”. Woorden van de predikant
N. Beyers Naudé, onvervaard bestrijder van de bewustzijnsvernauwing
onder de overwegende meerderheid der Afrikaans sprekenden. Hij be
hoort, zeggen sommigen, thuis bij de zogenoemde „geïnstitutionaliseerde
oppositie” en zou volgens die opvatting deel uitmaken van een door de
overheid vervalst vrijheidsbeeld. Al zou dit zo zijn, dan maakt het zijn
woorden in elk geval niet minder behartigenswaardig.
Langdurige isolatie
Onze medewerker Rik Valkenburg hield een dis-
cussie-interview met drs. A. D. W. Tilanus. De in 1910
geboren drs. Tilanus werd in 1966 gekozen tot partij
voorzitter van de CHU en in 1968 werd hij ook nog
fractievoorzitter van de Unie. Hij drukte dus de voet
sporen van zijn vader. Toch is er geestelijk wel enig
verschil. „Mijn vader was geloof ik rechtlijniger”, zegt
hij, „rechtser als u wilt. Toch had hij later een merk
waardige aanpassing aan nieuw opkomende ideeën, die
hij wist te integreren in zijn laat ik zeggen be-
ginselleven”. Drs. Tilanus jr is gehuwd en heeft twee
dochters en een zoon. Hij is officier in de orde van
Oranje-Nassau. Hij gaat er van uit dat de mens beeld
drager Gods is, terwijl de maatschappij een structuur
is, waarin gezag wordt uitgeoefend dat ontleend is aan
God en ook van Hem afhankelijk is. Om medische re
denen heeft drs. Tilanus de voorzittershamer neerge
legd. Hieronder een weergave van het interview:
DR. KESSLER
Bep Andreas.
RIK VALKENBURG
kleine
zeer
DS. BONHOEFFER
bezoekers:
„Met uitzondering van twee of drie
I
de een negatief stemadvies uit te bren
gen, omdat hij meende dat minister
Udink een mannetje van gezag en or
de zou zijn, hoe staat u daar tegen
over?
predikanten in de Nederduits-gerefor-
meerde kerk is er nu geen theoloog
meer te vinden, die apartheid nog bij
bels zal verdedigen. Het gevaarlijke
echter is het stilzwijgen van de theo
logen en predikanten die weten wat
Christus en zijn evangelie eisen en die
niet de moed hebben dat rechtuit en
eerlijk aan de gemeenschap te gaan
zeggen. Dat is geestelijk verraad van
de kudde des heren."
waarin „het” gezegd kan worden. Het
zal een nieuwe taal zijn, misschien
helemaal niet-religieus, maar bevrij
dend en verlossend als de taal van
Jezus. De mensen zullen zich erover
ontzetten en zich toch aan haar macht
gewonnen geven. Het zal de taal van
een nieuwe gerechtigheid en een nieu
we waarheid zijn; de taal die de vrede
van God met de mensen en de komst
van zijn Rijk verkondigt.”
Bonhoeffer verzet zich sterk tegen
gens knelt. Maar ze mogen het nooit
voor het zeggen hebben.
Vindt u dat ook de kerkdienst en de
kerkelijke organisatie geherstructu
reerd moeten worden?
verwerpen vormen een
groep.”
„Wiederstand und Ergebung” vindt men
gevecht met de taal, waarin de dingen
gezegd moeten worden, die zich door
de taal zelf aan het gezicht onttrek
ken, aldus de schrijver. Hij signaleert
het grote probleem bij de beoordeling
van Bonhoeffers teksten, dat door de
taal wordt opgeworpen. Taal is een
struikelblok bij veel moderne theolo
gen. Van Buren heeft er veel studies
aan gewijd. Is het in een gewoon ge
sprek al moeilijk als niet iedereen met
hetzelfde woord hetzelfde bedoelt, in
de theologie is dit des te klemmender.
Bonhoeffer formuleerde dit als volgt:
„De hele kerk wacht nóg op een taal
Uit het bovenstaande blijkt wel, dat
dr. Kessler in zijn nieuwe functie als
secretaris van de raad voor Contact
en Overleg bepaald niet om werk ver
legen zal zitten.
De predikant kan op zondag toch
niet in drie kerken tegelijk preken?
De vormingsleider, jeugdleider, en
maatschappelijk werker kunnen even
tueel ook de kerkdiensten leiden. De
sacramenten moeten worden voorbe
houden aan de predikanten.
De voorzitter van de C. H. jeugd
organisatie, de heer Boersema, dreig-
Wat vindt u zelf van de bewinds
man Udink?
den. En als je nu weet dat zo’n explo
sie uit dit beleid moét voortvloeien,
dan is het toch alleen maar wijs en
verstandig om die te voorkomen??”
Helaas, Zuid-Afrika doet momenteel
voor de Bantoe minder dan het abso
lute minimum. De inkomensverschil
len worden alleen nog maar groter.
Negentig percent van de ouders kan
Maar toch leefde de Raad voor Con
tact en Overleg aanvankelijk een ta
melijk teruggetrokken bestaan.
Reeds in april 1968 kwam, na een uit
nodigend schrijven aan kardinaal Al-
frink, een bevestigend antwoord van
deze kardinaal dat ook de Rooms-ka-
tholieke Kerk wilde meedoen. Ook wa
ren er inmiddels contacten gelegd met
het Nederlands Bijbelgenootschap, de
Bijbel Kiosk Vereniging en de Inter
nationale Bijbelbond, terwijl door de
Toestemming van kardinaal ook de
Katholieke Bijbelstichting nauw bij het
werk werd betrokken. De Bijbel Kiosk
Beyers Naudé over zijn werk aan
het Christian Institute of South Afri
ca. „Het is arbeid die zich van de ene
financiële crisis naar de andere be
weegt. Hoe radicaler we zijn zoveel te
minder steun krijgen we in eigen
kring. Hoe minder vooruitstrevend we
te werk gaan des te minder steun we
verwerven van overzee. Te veel men
sen zien ons als een in het openbaar
optredende subversieve organisatie, die
de grootste afkeuring van de blanke
bevolking verdient. „Volksverrader”
„communist”, „nigger-lover”dat zijn
dan de namen die je krijgt toegemeten.
Zij vormen de prijs die je moet beta
len voor je overtuiging, zonder bitter
te Worden ten opzichte van je misleide
volksgenoten."
WIE OVER nieuwe theologie schrijft
stuit steeds op de naam Bonhoeffer.
Hij heeft velen op het spoor gezet van
een niet-religieuze interpretatie van de
bijbel. In het nieuwe boek van dr.
Sperna Weiland over Bonhoeffer
wordt erop gewezen dat drie essays de
theologie van de twintigste eeuw heb
ben gemaakt tot wat zij is: de brief
aan de Romeinen, de rede van Rudolf
Bultmann over het Nieuwe Testament
en de mythologie en de brieven van
Dietrich Bonhoeffer. Over Bonhoeffer
is al veel geschreven. Levensbeschrij
vingen en essays, maar Sperna Wei
land heeft ervaren dat er nog iets ont
brak: het wachten was nog op een
systematiek. Bonhoeffer heeft zijn ge
dachten erg verspreid geuit. In zijn
Wiederstand und Ergebung” vindt men
diepe gedachten, maar het is uiterst
moeilijk om de samenhang te bepalen.
Sperna Weiland heeft zich aan de taak
gezet in het verspreide materiaal een
lijn te vinden. Hij wijst erop dat Bon
hoeffer zich vaak sterk op het Oude
Testament heeft gericht. „We kunnen
namelijk aannemen dat Bonhoeffer,
delend in de ervaring van de dood van
God naar het Oude Testament is ge
dreven in de verwachting dat hij daar
de taal zou kunnen vinden die hem in
staat zou stellen het geloof niet-meta-
fysisch te leven, te denken en te in
terpreteren.”
ven. En het angstwekkende is dat,
wanneer eenmaal de morele grondslag
van de samenleving doelbewust wordt
gericht op leugens, huichelachtigheid
en verdraaiing van feiten, er geen te
rug meer is. Dat is het begin van het
einde.”
Beyers Naude: „Wat zijn die thuis
landen? Slavenreservaten? Ach dat
wil ik liever niet zeggen. Gedwongen
arbeidsreservaten, dat past beter. De
arbeiders zijn immers de gevangenen
van het beleid. Wat men die thuislan
den voorspiegelt is geen volwaardige
onafhankelijkheid. Op zijn best gaat
het op voor de zes miljoen Bantoes die
er eerlang zullen wonen. Maar in de
zogenoemde blanke gebieden blijven
er dan altijd nog acht miljoen over.
Ook ten opzichte van die mensen be
staat een politieke verantwoordelijk
heid. En wat is de toekomst van de
2,75 miljoen kleurlingen en de drie
kwart miljoen Aziaten? Samen zijn
dat al meer dan driemaal zoveel men
sen als de blanken, die in deze gebie
den wonen.”
„De kleurlingen en de Indiërs zou
den in de blanke samenleving moeten
worden opgenomen. Niet als tweede-
of derderangs burgers, maar als eer
sterangs leden van de maatschappij.
Voor de Bantoes moet ook een over
schakeling naar die politieke volwas
senheid worden bewerkstelligd en de
stappen die daarvoor minimaal nood
zakelijk zijn moeten duidelijk worden
aangegeven.”
zijn?
Er zijn stromingen die het er wel
degelijk van willen maken en daar
ben ik bepaald op tegen!
Vindt u het dan geen winstpunt dat
er actiegroepen zijn?
Als rood lampje hebben ze een func
tie. Ze gaan branden als het er-
Op 1 oktober 1970 is dr. J. B. A.
Kessler jr. zijn veelomvattende taak
als secretaris van de Raad voor Con
tact en Overleg, een onderdeel van de
„Raad van Kerken," begonnen. Deze
taak begon met het houden van een
reinigingsactie in het archief op de
zolderkamer van „de Beukenhorst"
in Driebergen, waar hij oude opberg-
mappen begon uit te mesten en waar
bruikbare stukken voor de toekomst nu
door zijn toedoen overzichtelijk zijn
opgeborgen.
Vereniging publceert allerlei commen
tariërend materiaal; de Internationale
Bijbelbond houdt zich vooral bezig met
eenvoudige verklaringen bij een bijbel-
rooster. Deze meerdere contacten heb
ben in 1968 uiteraard geleid tot uit
breiding van de werkzaamheden van
de Raad voor Contact en Overleg. De
Raad bleek nu ook dringend behoefte
te hebben aan een secretaris en zoals
reeds werd gezegd, werd dr. Kessler
daartoe in 1969 aangetrokken en begon
hij zijn werkzaamheden op 1 oktober.
Dr. J. B. A. Kessler was van 1950
tot 1958 in Peru als zendingsarbeider
werkzaam geweest. Na een scheuring
in de kerk die hij diende kwam hij
naar Nederland om aan de Rijksuni
versiteit in Utrecht zijn theologische
studie voort te zetten. Deze studie re
sulteerde in een promotie cum laude
bij prof. dr. J. M. van der Linde op
een dissertatie over de geschiedenis
van de oudere protestantse zendingen
en kerken in Peru en Chili.
„Het einde van de religie: verder het spoor
van Bonhoeffer”, door prof. dr. J. Sperna.
uitgave Het Wereldvenster. Baarn.
„We zijn bezig ons eigen graf te gra-
Over geweld: „Onder de zwarte jon
geren is geweld als middel aanvaard.
De boodschap van Christus geeft mij
geen recht tot goedkeuring van ge
weld, maar ik begrijp veel en veroor
deel niet. De Afrikaners hebben het
tenslotte zelf ook gedaan. Als ik tegen
geweld ben, dan richt dat dch dan
net zo goed tegen de Boerenoorlog als
tegen de dingen die ons hier te wach
ten kunnen staan. De militaire, poli
tieke en economische situatie i s zo
zorgvuldig onder controle gebracht,
dat geweld geen kans heeft om op gro
te schaal enigszins succes vol te zijn.
Het zal wel met sabotage beginnen.”
„Inderdaad, als je gaat vergelijken
met wat er in Botswana, Lesotho en
Swaziland, als zelfstandige staten
wordt gedaan en wat hier uit net tra
ditionele besef van verantwoordelijk
heid gebeurt, dan valt dat voor Zuid-
Afrika positief uit. Maar je moet ver
gelijken met wat de Bantoe hiér er
tegenover stelt: zijn bijdrage aan de
economische opbouw van het .and En
dan is er veel minder reden om te
pronken. Integendeel.”
Op Boersema’s insinuatie en zijn
stemadvies ben ik vierkant tegen, a.
Hij heeft Udink blijkbaar helemaal
niet begrepen, b. Een chantage-mo-
gelijkheid, die ik in een democrati
sche organisatie ontoelaatbaar acht.
Heeft u iets tegen de CHJO?
Nee, het is een zelfstandige organi
satie met eigen verantwoordelijkheid.
Zij kunnen goed werk doen en doen
dat ook. Ze moeten echter niet met
onzin aankomen.
de apologetiek, die hij methodistisch
of piëtistisch noemt, zo maakt Sperna
Weiland uit Wiederstand und Erge
bung op. Hij vond het onchristelijk
mensen systematisch in het net te drij
ven van de zogenoemde „laatste vra
gen” en hen dan met het Evangelie te
overvallen, waarbij jacht wordt ge
maakt op al die dingen, die te zamen
„des mensen ellende” zijn en die wij
het liefst verheimelijken: de angst
voor het leven en de angst voor de
dood, het bewustzijn te hebben gefaald
en straks wéér te zullen falen, enzo
voorts en zie je nu wel dat je niet
buiten God kunt? Er zijn nog altijd de
zogenoemde „laatste vragen” waarop
„God” alleen een antwoord kan geven
en die maken, dat wij God en de kerk
en de dominee niet kunnen missen.
Wij leven dus in zekere zin van wat
men de „laatste vragen” van de men
sen noemt. Hoe staat het echter, wan
neer die vragen er op een dag niet
meer op die manier zijn, c.q. wanneer
wij er ook zonder „God” een antwoord
op weten te geven?”
Een van de knellende vragen van
deze tijd, die vele publikaties beheerst.
Sperna Weiland waagt zich daarna aan
een model van niet-religieuze interpre
tatie van de bijbel. Een interpretatie,
die het evangelie losmaakt van het
metafysische wereldbeeld, die geen an-
„Verder heeft natuurlijk ook de
langdurige isolatie van het algemeen
theologisch denken elders een rol ge
speeld. Wat daar gebeurde drong wel
tot anderen door, maar niet tot dit af
gesloten deel van de wereld; en zo
doende werd de Afrikaanse opvatting
verheven tot een vals evangelie.”
„Ten derde mag men niet vergeten
dat de kleine minderheid van blanken
zich voortdurend bedreigd voelde en
zocht naar geestelijke ankerplaatsen
Voor een godsdienstig mens is dat zijn
interpretatie van het geloof. Hij buigt
alles om, tot het past bij het eigen
levenspatroon.”
De kerkelijke organisatie past niet
meer in deze moderne samenleving.
Het is nu de tijd voor grotere een
heden, fusies, samenwerkingsverban
den, districten etc. De kerk moet daar
haar les uit leren. Niet langer kleine
wijkgemeentetjes en dorpsgemeenten
met zeg 200 zielen. We moeten naar
grotere eenheden. Dan zijn er ook mo
gelijkheden tot grotere verscheiden
heid. Een predikant heeft voor woord-
verkondiging en catechisatie geleerd.
Geen vormingswerk. Dat moet een
vormingsleider zijn. Vervolgens is ook
een jeugdleider en een maatschappe
lijk werker nodig. In grotere eenhe
den is de mogelijkheid met hetzelfde
geld een veel meer deskundig team te
laten werken.
Er zijn toch al mensen die in de
gemeente werken?
„Als dit allemaal niet gebeurt is uit
eindelijk een revolutie niet te vermij-
Onder het motto „Over de kerk
dienst” heeft het Landelijk Centrum
voor Gereformeerd Jeugdwerk een dub
bel nummer samengesteld van het ge-
spreksblad Kwik. Met deze uitgave
vraagt het LCGJ aandacht voor enige
vernieuwingen op het gebied van de
eredienst. Over de vormgeving en de
opzet van kerkdiensten wordt de laat
ste jaren veel geschreven. De christenen
verstaan de vernieuwingen van de ere
dienst op verschillende wijze. Sommi
gen zoeken vernieuwingen in een die
per begrip van rijke oude liturgieën.
Bij anderen betekent vernieuwing te
vens nieuwe vormen van eredienst
waarbij veel proefnemingen nodig zijn.
Het Kwiknummer over de kerkdienst
bevat vooral veel in de concrete situa
tie gebruikte modellen. Er zijn een paar
complete liturgieën van min of meer
experimentele kerkdiensten afgedrukt.
Naast positie bepalende opmerkingen
worden modellen gegeven van een
avondgebed, een themadienst, een ex-
perimenteel-liturgische dienst, een con-
frontatiedienst van een „gesprek bij
de bijbel”. Ook wordt er aandacht be
steed aan de wijze waarop binnen de
gemeente de voorbereiding voor deze
diensten kan worden aangepakt. Als er
voldoende interesse voor is, zal dit
nummer het eerste zijn in een reeks
over de kerkdienst. „Over de kerk
dienst” zal dan zoveel mogelijk als uit
wisseling van experimenten op het ge
bied van de kerkdienst dienst gaan
doen. Omdat er in de plaatselijke situa
tie veel gedaan wordt waarmee andere
gemeenten hun voordeel kunnen doen
en omdat er tot nu toe geen mogelijk
heid was informatie en ideeën uit te
wisselen, heeft het LCGJ besloten deze
taak op zich te nemen.
Dit Kwiknummer is verkrijgbaar door
drie gulden over te maken op giro
47 50 60 t.n.v. Gereformeerd Jeugdwerk,
Driebergen onder vermelding van
„Kwik-Over-de-kerkdienst”.
het schoolgeld voor de kinderen niet
betalen. „Zoals overal vind je ook in
de rijen van de gekleurde bevolking
wel een aantal collaborateurs, die al
leen maar hun geijkte praatje houden
tegenover buitenlandse bezoekers:
„their masters voice”.”
Over de ontuchtwetten: „Die hebben
een scheef beeld geschapen van immo
raliteit. Alsof die alleen maar een zon
de is wanneer zij zich voltrekt tussen
blank en zwart.”
Die „Raad voor Contact en Over
leg” kwam tot stand doordat de „Raad
van Kerken,” geboren uit de conferen
tie van Woudschoten in 1965, daar op
de duur behoefte aan voelde. De Raad
vergaderde op 26 september 1967 voor
het eerst. Al direct kwam daarbij naar
voren, dat hiervoor veel meer ker
ken en geloofsgroeperingen geïnteres
seerd bleken dan voor de Nederland
se (oecumenische) Raad van Kerken.
Want behalve de leden-kerken van die
raad, doen ook de Christelijk Gere
formeerde Kerken, de Unie van Bap
tisten Gemeenten, de Bond van Vrije
Evangelische Gemeenten, de Broeder
schap van Pinkstergemeenten, de Ver
gadering van Gelovigen en de Zeven-
de-Dags Adventisten daaraan mee.
„In elke samenleving waar een
autochtone groep met het christendom
in aanraking komt en waar een groot
godsdienstig bewustzijn heerst, wordt
altijd gepoogd op bijbelse gronden een
apartheid te rechtvaardigen. Hier ging
dat nog een stapje verder. De ver
knochtheid aan de bijbel was groter
en de parallellen tussen de boeren en
het oude volk van Israel waren zo
duidelijk. Op basis van een verwron
gen uitleg van het Oude Testament
en de valse vereenzelviging van de
boeren-voortrekkers met Israel, zijn de
mensen zichzelf gaan beschouwen als
het volk Gods van zuidelijk Afrika.
Dus streefden zij ernaar dit volk on
aangetast te bewaren, het bloed zuiver
te houden. De geestelijke leiding van
de meerderheid der predikanten heeft
daar een overgrote nadruk op gelegd,
totdat het onafwendbaar deel was ge
worden van het hele levenspatroon
van de Afrikaans sprekenden.”
Meneer Tilanus, bent u hervormd?
Ja.
Een bepaalde "ichting?
Nee, gewoon recht toe
Hervormd.
Bent u voor de algemene kerkver
gadering?
Ja en nee. Positief is dat er een
mogelijkheid bestaat, dat nu het ge
wone gemeentelid zich kan uiten. Aan
de andere kant wil ik opmerken, dat
we een bepaalde kerkorde hebben
waarbij de Generale Synode het wet-
telijk, ik zou haast zeggen, toporgaan
is van de kerk. Daarnaast komt nu
de A.K.V.
De A.K.V. wil toch geen toporgaan
Jawel, maar er moet onderscheid
zijn tussen een gemeente-lid dat zich
inzet voorkerkwerk en een full-time
functionaris die een stuk deskundig
heid inbrengt. In het land van Maas
en Waal heb ik daarvan een voorbeeld
gezien. Daar is nu een team mensen
met verschillende deskundigheden
Wat is de taak van de vredikant
in deze structuur?
Die vervult zijn taak dan in een
aantal dorpen tegelijk. De gemeente
leden moeten immers leren over de
grens van het dorpsleven heen te kij
ken.
dere en „eigenlijke” werkelijkheid
kent buiten of achter of boven de
aardse geschiedenis.
Bonhoeffer heeft ook de uitspraak
gedaan: „De kerk is alleen dan kerk
wanneer zij er is voor anderen.” Zijn
gedachten gaan in de richting van een
niet-hiërarchische experimentele com
mune, die de taak op zich neemt de
wereld en de structuren waarin men
sen hun leven doorbrengen zo te ver
anderen dat er gerechtigheid wordt ge
daan en het regime van God ontstaat
want het regime van God is er niet,
maar ontstaat in het handelen.
Sperna Weiland schrijft dat het
marxisme wel altijd buiten Bonhoef
fers horizon heeft gelegen, maar dat
de tendens van Wiederstand und Er
gebung toch wel een confrontatie met
Marx is en met de in het marxisme le
vende gedachten over de dialectiek
van de geschiedenis en over de weg
naar het Rijk van de vrijheid: een
confrontatie, waarin niet in de eerste
plaats de traditionele theologie en
metafysische vragen als die rondom
het atheïsme en het geloof in God in
het geding zijn, maar de vragen die
betrekking hebben op het menselijk
handelen.
Ik vind hem een zeer bekwaam
man. Kijk eens, de eerste die als apr-
te bewindsman iets aan ontwikkelings
hulp heeft gedaan was C.H.-staatsse
cretaris Diepenhorst. Die heeft het
fundament gelegd. In de tijd van Bot
(K.V.P.) waren er geen spectaculaire
ontwikkelingen. Udink heeft er een so
lide gebouw van gemaakt. Zowel in
financiële, economische als mentale
zin. Dat geldt niet alleen voor Neder
land, ook in het buitenland geniet hij
van collega’s grote achting en waar
dering.
Hij heeft nu bereikt dat er 1 percent
voor ontwikkelingshulp wordt gereser
veerd. Is dat voldoende?
Voldoende is pas: „Wie twee rok
ken heeftJe zou dus eigenlijk
50 percent moeten geven, maar dat
is irreëel. Er moet wel een groei zijn.
In het volgende kabinet zouden we
naar 2 percent moeten groeien. Ik stel
dat niet als absolute eis, maar het zou
mooi zijn.
Is het waar dat de arme landen twee
keer zoveel schulden hebben als in
komsten en is dat mede een gevolg
dat de rijkere landen aan hun ontwik
kelingshulp verdienen?
Voor een gedeelte i§ het een fabel
tje dat wij er beter van worden. Voor
een ander deel vind ik, dat we de we
reldhandel, de wereld-arbeidsmarkt en
de wereldproduktie opnieuw moeten
bezien om tot rechtvaardige verdelin
gen te komen. Ik heb eens de volgen
de suggestie gedaan in het kader van
de Wereldraad. Vanuit Nederland zou
den we initiatief moeten nemen om te
komen tot een wereldraad voor ont
wikkelingssamenwerking, waar over
heid, kerken en particuliere organi
saties uit rijk en arme landen bij el
kaar komen om een wereldplanning te
krijgen. Vergelijk de Nationale Ad
viesraad voor Ontwikkelingssamen
werking.
U wilt de ideale wereld aan deze
kant van de grote horizon?
Als christen hebben we de opdracht
de aarde zo goed mogelijk bewoon
baar te maken. Aan de andere kant
moet je je bewust zijn, dat het abso
lute pas komt bij het einde der
dingen.
„Afgezien van dit alles is er na
tuurlijk ook nog de Afrikaanse Broe
derbond Dat is een organisatie van
ongeveer negenduizend tot tienduizend
topmannen uit allerlei afdelingen van
de Afrikaner samenleving: academici,
predikanten, boeren, zakenlieden, poli
tiefunctionarissen. In de afgelopen ja
ren is hun invloed misschien enigszins
verzwakt door de strijd tussen de ge
matigden en de onwrikbaren, .verlig-
tes” en „verkramptes”, zoals men hier
zegt. Veel leden van de Broederbond
waren op de een of andere manier ge
lieerd met de Ossewa brandwag” (een
volgens nationaal-socialistisch patroon
denkende, uiterst rechtse organisatie.
De huidige premier B. J. Vorster was
er generaal van).
„De gedachten die daar werden ont
wikkeld leven nog steeds bij de leiders
van de Broederbond, je kunt wel zeg
gen dat een groot aantal leiders van
de Afrikaner gemeenschap zijn ideolo
gische en politieke scholing in de Osse
wa Brandwag heeft opgedaan.”
„Wat de jeugd betreft: een klein
aantal Engelssprekende radicale stu
denten neigt tot aansluiting bij de jon
ge Bantoes en kleurlingen, tot begrip
tot samenwerking Maar de blanke
Afrikaans sprekende studenten zijn in
het algemeen conservatief in de aan
vaarding van de apartheid. Er zijn wel
geringe tekenen dat sommigen zich
meer afvragen verder zoeken en zich
ongerust maken, maar degenen die de
apartheid in beginsel betwijfelen of
Als secretaris van de raad voor Con
tact en Overleg kreeg dr. Kessler drie
opdrachten: een onderzoek instellen
naar de vraag welke moeilijkheden
jongeren ondervinden bij het lezen
van de bijbel. Hebben zij hulp nodig
in de vorm van betere vertalingen?
Nemen zij aanstoot aan bepaalde ge
dachten die zij niet begrijpen, onder
meer aan de offergedachte? Of weten
zij met de betekenis van de bijbel
voor hun dagelijks leven geen raad’
De tweede opdracht voor dr. Kess
ler is een overzicht te maken van wat
er verschijnt op het gebied van medi
taties en handleidingen bij leesroos-
ters en dergelijke. Zijn er nog bepaal
de manco’s op dit terrein? Tenslotte
als derde opdracht, gaat dr. Kessler
een studie maken van de hulpmidde
len bij de bijbel. Is het mogelijk daar
bij naast het gedrukte woord ook
filmstrips, tv-programma’s, films en
dergelijke te gebruiken?
recht aan
V'-
ft