ACTIEGROEPEN: FUNCTIE ALS ROOD LICHTJE taak OP HET SPOOR VAN BONHOEFFER „Wij kunnen niet voortbestaan op basis van oneerlijkheid” Dr. Kessler voor zware Gesprek met drs. A. D. W. Tilanus Reeks uitgaven Gesprek met ds. Beyers Naudé over kerkdienst 16 ZATERDAG 16 JANUARI 1971 Erbij 1 Afrikaanse Broederbond Revolutie (Van onze reisredacteur H. Kolb) JOHANNESBURG „Het apartheidsbeleid heeft alle integriteit afge broken. Wij, hier in Zuid-Afrika, zijn in verregaande mate schizofreen geworden. De huichelachtigheid en onwaarachtigheid worden steeds meer een grondslag van de samenleving, en op basis van een dergelijke oneer lijkheid kunnen wij niet blijven voortbestaan”. Woorden van de predikant N. Beyers Naudé, onvervaard bestrijder van de bewustzijnsvernauwing onder de overwegende meerderheid der Afrikaans sprekenden. Hij be hoort, zeggen sommigen, thuis bij de zogenoemde „geïnstitutionaliseerde oppositie” en zou volgens die opvatting deel uitmaken van een door de overheid vervalst vrijheidsbeeld. Al zou dit zo zijn, dan maakt het zijn woorden in elk geval niet minder behartigenswaardig. Langdurige isolatie Onze medewerker Rik Valkenburg hield een dis- cussie-interview met drs. A. D. W. Tilanus. De in 1910 geboren drs. Tilanus werd in 1966 gekozen tot partij voorzitter van de CHU en in 1968 werd hij ook nog fractievoorzitter van de Unie. Hij drukte dus de voet sporen van zijn vader. Toch is er geestelijk wel enig verschil. „Mijn vader was geloof ik rechtlijniger”, zegt hij, „rechtser als u wilt. Toch had hij later een merk waardige aanpassing aan nieuw opkomende ideeën, die hij wist te integreren in zijn laat ik zeggen be- ginselleven”. Drs. Tilanus jr is gehuwd en heeft twee dochters en een zoon. Hij is officier in de orde van Oranje-Nassau. Hij gaat er van uit dat de mens beeld drager Gods is, terwijl de maatschappij een structuur is, waarin gezag wordt uitgeoefend dat ontleend is aan God en ook van Hem afhankelijk is. Om medische re denen heeft drs. Tilanus de voorzittershamer neerge legd. Hieronder een weergave van het interview: DR. KESSLER Bep Andreas. RIK VALKENBURG kleine zeer DS. BONHOEFFER bezoekers: „Met uitzondering van twee of drie I de een negatief stemadvies uit te bren gen, omdat hij meende dat minister Udink een mannetje van gezag en or de zou zijn, hoe staat u daar tegen over? predikanten in de Nederduits-gerefor- meerde kerk is er nu geen theoloog meer te vinden, die apartheid nog bij bels zal verdedigen. Het gevaarlijke echter is het stilzwijgen van de theo logen en predikanten die weten wat Christus en zijn evangelie eisen en die niet de moed hebben dat rechtuit en eerlijk aan de gemeenschap te gaan zeggen. Dat is geestelijk verraad van de kudde des heren." waarin „het” gezegd kan worden. Het zal een nieuwe taal zijn, misschien helemaal niet-religieus, maar bevrij dend en verlossend als de taal van Jezus. De mensen zullen zich erover ontzetten en zich toch aan haar macht gewonnen geven. Het zal de taal van een nieuwe gerechtigheid en een nieu we waarheid zijn; de taal die de vrede van God met de mensen en de komst van zijn Rijk verkondigt.” Bonhoeffer verzet zich sterk tegen gens knelt. Maar ze mogen het nooit voor het zeggen hebben. Vindt u dat ook de kerkdienst en de kerkelijke organisatie geherstructu reerd moeten worden? verwerpen vormen een groep.” „Wiederstand und Ergebung” vindt men gevecht met de taal, waarin de dingen gezegd moeten worden, die zich door de taal zelf aan het gezicht onttrek ken, aldus de schrijver. Hij signaleert het grote probleem bij de beoordeling van Bonhoeffers teksten, dat door de taal wordt opgeworpen. Taal is een struikelblok bij veel moderne theolo gen. Van Buren heeft er veel studies aan gewijd. Is het in een gewoon ge sprek al moeilijk als niet iedereen met hetzelfde woord hetzelfde bedoelt, in de theologie is dit des te klemmender. Bonhoeffer formuleerde dit als volgt: „De hele kerk wacht nóg op een taal Uit het bovenstaande blijkt wel, dat dr. Kessler in zijn nieuwe functie als secretaris van de raad voor Contact en Overleg bepaald niet om werk ver legen zal zitten. De predikant kan op zondag toch niet in drie kerken tegelijk preken? De vormingsleider, jeugdleider, en maatschappelijk werker kunnen even tueel ook de kerkdiensten leiden. De sacramenten moeten worden voorbe houden aan de predikanten. De voorzitter van de C. H. jeugd organisatie, de heer Boersema, dreig- Wat vindt u zelf van de bewinds man Udink? den. En als je nu weet dat zo’n explo sie uit dit beleid moét voortvloeien, dan is het toch alleen maar wijs en verstandig om die te voorkomen??” Helaas, Zuid-Afrika doet momenteel voor de Bantoe minder dan het abso lute minimum. De inkomensverschil len worden alleen nog maar groter. Negentig percent van de ouders kan Maar toch leefde de Raad voor Con tact en Overleg aanvankelijk een ta melijk teruggetrokken bestaan. Reeds in april 1968 kwam, na een uit nodigend schrijven aan kardinaal Al- frink, een bevestigend antwoord van deze kardinaal dat ook de Rooms-ka- tholieke Kerk wilde meedoen. Ook wa ren er inmiddels contacten gelegd met het Nederlands Bijbelgenootschap, de Bijbel Kiosk Vereniging en de Inter nationale Bijbelbond, terwijl door de Toestemming van kardinaal ook de Katholieke Bijbelstichting nauw bij het werk werd betrokken. De Bijbel Kiosk Beyers Naudé over zijn werk aan het Christian Institute of South Afri ca. „Het is arbeid die zich van de ene financiële crisis naar de andere be weegt. Hoe radicaler we zijn zoveel te minder steun krijgen we in eigen kring. Hoe minder vooruitstrevend we te werk gaan des te minder steun we verwerven van overzee. Te veel men sen zien ons als een in het openbaar optredende subversieve organisatie, die de grootste afkeuring van de blanke bevolking verdient. „Volksverrader” „communist”, „nigger-lover”dat zijn dan de namen die je krijgt toegemeten. Zij vormen de prijs die je moet beta len voor je overtuiging, zonder bitter te Worden ten opzichte van je misleide volksgenoten." WIE OVER nieuwe theologie schrijft stuit steeds op de naam Bonhoeffer. Hij heeft velen op het spoor gezet van een niet-religieuze interpretatie van de bijbel. In het nieuwe boek van dr. Sperna Weiland over Bonhoeffer wordt erop gewezen dat drie essays de theologie van de twintigste eeuw heb ben gemaakt tot wat zij is: de brief aan de Romeinen, de rede van Rudolf Bultmann over het Nieuwe Testament en de mythologie en de brieven van Dietrich Bonhoeffer. Over Bonhoeffer is al veel geschreven. Levensbeschrij vingen en essays, maar Sperna Wei land heeft ervaren dat er nog iets ont brak: het wachten was nog op een systematiek. Bonhoeffer heeft zijn ge dachten erg verspreid geuit. In zijn Wiederstand und Ergebung” vindt men diepe gedachten, maar het is uiterst moeilijk om de samenhang te bepalen. Sperna Weiland heeft zich aan de taak gezet in het verspreide materiaal een lijn te vinden. Hij wijst erop dat Bon hoeffer zich vaak sterk op het Oude Testament heeft gericht. „We kunnen namelijk aannemen dat Bonhoeffer, delend in de ervaring van de dood van God naar het Oude Testament is ge dreven in de verwachting dat hij daar de taal zou kunnen vinden die hem in staat zou stellen het geloof niet-meta- fysisch te leven, te denken en te in terpreteren.” ven. En het angstwekkende is dat, wanneer eenmaal de morele grondslag van de samenleving doelbewust wordt gericht op leugens, huichelachtigheid en verdraaiing van feiten, er geen te rug meer is. Dat is het begin van het einde.” Beyers Naude: „Wat zijn die thuis landen? Slavenreservaten? Ach dat wil ik liever niet zeggen. Gedwongen arbeidsreservaten, dat past beter. De arbeiders zijn immers de gevangenen van het beleid. Wat men die thuislan den voorspiegelt is geen volwaardige onafhankelijkheid. Op zijn best gaat het op voor de zes miljoen Bantoes die er eerlang zullen wonen. Maar in de zogenoemde blanke gebieden blijven er dan altijd nog acht miljoen over. Ook ten opzichte van die mensen be staat een politieke verantwoordelijk heid. En wat is de toekomst van de 2,75 miljoen kleurlingen en de drie kwart miljoen Aziaten? Samen zijn dat al meer dan driemaal zoveel men sen als de blanken, die in deze gebie den wonen.” „De kleurlingen en de Indiërs zou den in de blanke samenleving moeten worden opgenomen. Niet als tweede- of derderangs burgers, maar als eer sterangs leden van de maatschappij. Voor de Bantoes moet ook een over schakeling naar die politieke volwas senheid worden bewerkstelligd en de stappen die daarvoor minimaal nood zakelijk zijn moeten duidelijk worden aangegeven.” zijn? Er zijn stromingen die het er wel degelijk van willen maken en daar ben ik bepaald op tegen! Vindt u het dan geen winstpunt dat er actiegroepen zijn? Als rood lampje hebben ze een func tie. Ze gaan branden als het er- Op 1 oktober 1970 is dr. J. B. A. Kessler jr. zijn veelomvattende taak als secretaris van de Raad voor Con tact en Overleg, een onderdeel van de „Raad van Kerken," begonnen. Deze taak begon met het houden van een reinigingsactie in het archief op de zolderkamer van „de Beukenhorst" in Driebergen, waar hij oude opberg- mappen begon uit te mesten en waar bruikbare stukken voor de toekomst nu door zijn toedoen overzichtelijk zijn opgeborgen. Vereniging publceert allerlei commen tariërend materiaal; de Internationale Bijbelbond houdt zich vooral bezig met eenvoudige verklaringen bij een bijbel- rooster. Deze meerdere contacten heb ben in 1968 uiteraard geleid tot uit breiding van de werkzaamheden van de Raad voor Contact en Overleg. De Raad bleek nu ook dringend behoefte te hebben aan een secretaris en zoals reeds werd gezegd, werd dr. Kessler daartoe in 1969 aangetrokken en begon hij zijn werkzaamheden op 1 oktober. Dr. J. B. A. Kessler was van 1950 tot 1958 in Peru als zendingsarbeider werkzaam geweest. Na een scheuring in de kerk die hij diende kwam hij naar Nederland om aan de Rijksuni versiteit in Utrecht zijn theologische studie voort te zetten. Deze studie re sulteerde in een promotie cum laude bij prof. dr. J. M. van der Linde op een dissertatie over de geschiedenis van de oudere protestantse zendingen en kerken in Peru en Chili. „Het einde van de religie: verder het spoor van Bonhoeffer”, door prof. dr. J. Sperna. uitgave Het Wereldvenster. Baarn. „We zijn bezig ons eigen graf te gra- Over geweld: „Onder de zwarte jon geren is geweld als middel aanvaard. De boodschap van Christus geeft mij geen recht tot goedkeuring van ge weld, maar ik begrijp veel en veroor deel niet. De Afrikaners hebben het tenslotte zelf ook gedaan. Als ik tegen geweld ben, dan richt dat dch dan net zo goed tegen de Boerenoorlog als tegen de dingen die ons hier te wach ten kunnen staan. De militaire, poli tieke en economische situatie i s zo zorgvuldig onder controle gebracht, dat geweld geen kans heeft om op gro te schaal enigszins succes vol te zijn. Het zal wel met sabotage beginnen.” „Inderdaad, als je gaat vergelijken met wat er in Botswana, Lesotho en Swaziland, als zelfstandige staten wordt gedaan en wat hier uit net tra ditionele besef van verantwoordelijk heid gebeurt, dan valt dat voor Zuid- Afrika positief uit. Maar je moet ver gelijken met wat de Bantoe hiér er tegenover stelt: zijn bijdrage aan de economische opbouw van het .and En dan is er veel minder reden om te pronken. Integendeel.” Op Boersema’s insinuatie en zijn stemadvies ben ik vierkant tegen, a. Hij heeft Udink blijkbaar helemaal niet begrepen, b. Een chantage-mo- gelijkheid, die ik in een democrati sche organisatie ontoelaatbaar acht. Heeft u iets tegen de CHJO? Nee, het is een zelfstandige organi satie met eigen verantwoordelijkheid. Zij kunnen goed werk doen en doen dat ook. Ze moeten echter niet met onzin aankomen. de apologetiek, die hij methodistisch of piëtistisch noemt, zo maakt Sperna Weiland uit Wiederstand und Erge bung op. Hij vond het onchristelijk mensen systematisch in het net te drij ven van de zogenoemde „laatste vra gen” en hen dan met het Evangelie te overvallen, waarbij jacht wordt ge maakt op al die dingen, die te zamen „des mensen ellende” zijn en die wij het liefst verheimelijken: de angst voor het leven en de angst voor de dood, het bewustzijn te hebben gefaald en straks wéér te zullen falen, enzo voorts en zie je nu wel dat je niet buiten God kunt? Er zijn nog altijd de zogenoemde „laatste vragen” waarop „God” alleen een antwoord kan geven en die maken, dat wij God en de kerk en de dominee niet kunnen missen. Wij leven dus in zekere zin van wat men de „laatste vragen” van de men sen noemt. Hoe staat het echter, wan neer die vragen er op een dag niet meer op die manier zijn, c.q. wanneer wij er ook zonder „God” een antwoord op weten te geven?” Een van de knellende vragen van deze tijd, die vele publikaties beheerst. Sperna Weiland waagt zich daarna aan een model van niet-religieuze interpre tatie van de bijbel. Een interpretatie, die het evangelie losmaakt van het metafysische wereldbeeld, die geen an- „Verder heeft natuurlijk ook de langdurige isolatie van het algemeen theologisch denken elders een rol ge speeld. Wat daar gebeurde drong wel tot anderen door, maar niet tot dit af gesloten deel van de wereld; en zo doende werd de Afrikaanse opvatting verheven tot een vals evangelie.” „Ten derde mag men niet vergeten dat de kleine minderheid van blanken zich voortdurend bedreigd voelde en zocht naar geestelijke ankerplaatsen Voor een godsdienstig mens is dat zijn interpretatie van het geloof. Hij buigt alles om, tot het past bij het eigen levenspatroon.” De kerkelijke organisatie past niet meer in deze moderne samenleving. Het is nu de tijd voor grotere een heden, fusies, samenwerkingsverban den, districten etc. De kerk moet daar haar les uit leren. Niet langer kleine wijkgemeentetjes en dorpsgemeenten met zeg 200 zielen. We moeten naar grotere eenheden. Dan zijn er ook mo gelijkheden tot grotere verscheiden heid. Een predikant heeft voor woord- verkondiging en catechisatie geleerd. Geen vormingswerk. Dat moet een vormingsleider zijn. Vervolgens is ook een jeugdleider en een maatschappe lijk werker nodig. In grotere eenhe den is de mogelijkheid met hetzelfde geld een veel meer deskundig team te laten werken. Er zijn toch al mensen die in de gemeente werken? „Als dit allemaal niet gebeurt is uit eindelijk een revolutie niet te vermij- Onder het motto „Over de kerk dienst” heeft het Landelijk Centrum voor Gereformeerd Jeugdwerk een dub bel nummer samengesteld van het ge- spreksblad Kwik. Met deze uitgave vraagt het LCGJ aandacht voor enige vernieuwingen op het gebied van de eredienst. Over de vormgeving en de opzet van kerkdiensten wordt de laat ste jaren veel geschreven. De christenen verstaan de vernieuwingen van de ere dienst op verschillende wijze. Sommi gen zoeken vernieuwingen in een die per begrip van rijke oude liturgieën. Bij anderen betekent vernieuwing te vens nieuwe vormen van eredienst waarbij veel proefnemingen nodig zijn. Het Kwiknummer over de kerkdienst bevat vooral veel in de concrete situa tie gebruikte modellen. Er zijn een paar complete liturgieën van min of meer experimentele kerkdiensten afgedrukt. Naast positie bepalende opmerkingen worden modellen gegeven van een avondgebed, een themadienst, een ex- perimenteel-liturgische dienst, een con- frontatiedienst van een „gesprek bij de bijbel”. Ook wordt er aandacht be steed aan de wijze waarop binnen de gemeente de voorbereiding voor deze diensten kan worden aangepakt. Als er voldoende interesse voor is, zal dit nummer het eerste zijn in een reeks over de kerkdienst. „Over de kerk dienst” zal dan zoveel mogelijk als uit wisseling van experimenten op het ge bied van de kerkdienst dienst gaan doen. Omdat er in de plaatselijke situa tie veel gedaan wordt waarmee andere gemeenten hun voordeel kunnen doen en omdat er tot nu toe geen mogelijk heid was informatie en ideeën uit te wisselen, heeft het LCGJ besloten deze taak op zich te nemen. Dit Kwiknummer is verkrijgbaar door drie gulden over te maken op giro 47 50 60 t.n.v. Gereformeerd Jeugdwerk, Driebergen onder vermelding van „Kwik-Over-de-kerkdienst”. het schoolgeld voor de kinderen niet betalen. „Zoals overal vind je ook in de rijen van de gekleurde bevolking wel een aantal collaborateurs, die al leen maar hun geijkte praatje houden tegenover buitenlandse bezoekers: „their masters voice”.” Over de ontuchtwetten: „Die hebben een scheef beeld geschapen van immo raliteit. Alsof die alleen maar een zon de is wanneer zij zich voltrekt tussen blank en zwart.” Die „Raad voor Contact en Over leg” kwam tot stand doordat de „Raad van Kerken,” geboren uit de conferen tie van Woudschoten in 1965, daar op de duur behoefte aan voelde. De Raad vergaderde op 26 september 1967 voor het eerst. Al direct kwam daarbij naar voren, dat hiervoor veel meer ker ken en geloofsgroeperingen geïnteres seerd bleken dan voor de Nederland se (oecumenische) Raad van Kerken. Want behalve de leden-kerken van die raad, doen ook de Christelijk Gere formeerde Kerken, de Unie van Bap tisten Gemeenten, de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten, de Broeder schap van Pinkstergemeenten, de Ver gadering van Gelovigen en de Zeven- de-Dags Adventisten daaraan mee. „In elke samenleving waar een autochtone groep met het christendom in aanraking komt en waar een groot godsdienstig bewustzijn heerst, wordt altijd gepoogd op bijbelse gronden een apartheid te rechtvaardigen. Hier ging dat nog een stapje verder. De ver knochtheid aan de bijbel was groter en de parallellen tussen de boeren en het oude volk van Israel waren zo duidelijk. Op basis van een verwron gen uitleg van het Oude Testament en de valse vereenzelviging van de boeren-voortrekkers met Israel, zijn de mensen zichzelf gaan beschouwen als het volk Gods van zuidelijk Afrika. Dus streefden zij ernaar dit volk on aangetast te bewaren, het bloed zuiver te houden. De geestelijke leiding van de meerderheid der predikanten heeft daar een overgrote nadruk op gelegd, totdat het onafwendbaar deel was ge worden van het hele levenspatroon van de Afrikaans sprekenden.” Meneer Tilanus, bent u hervormd? Ja. Een bepaalde "ichting? Nee, gewoon recht toe Hervormd. Bent u voor de algemene kerkver gadering? Ja en nee. Positief is dat er een mogelijkheid bestaat, dat nu het ge wone gemeentelid zich kan uiten. Aan de andere kant wil ik opmerken, dat we een bepaalde kerkorde hebben waarbij de Generale Synode het wet- telijk, ik zou haast zeggen, toporgaan is van de kerk. Daarnaast komt nu de A.K.V. De A.K.V. wil toch geen toporgaan Jawel, maar er moet onderscheid zijn tussen een gemeente-lid dat zich inzet voorkerkwerk en een full-time functionaris die een stuk deskundig heid inbrengt. In het land van Maas en Waal heb ik daarvan een voorbeeld gezien. Daar is nu een team mensen met verschillende deskundigheden Wat is de taak van de vredikant in deze structuur? Die vervult zijn taak dan in een aantal dorpen tegelijk. De gemeente leden moeten immers leren over de grens van het dorpsleven heen te kij ken. dere en „eigenlijke” werkelijkheid kent buiten of achter of boven de aardse geschiedenis. Bonhoeffer heeft ook de uitspraak gedaan: „De kerk is alleen dan kerk wanneer zij er is voor anderen.” Zijn gedachten gaan in de richting van een niet-hiërarchische experimentele com mune, die de taak op zich neemt de wereld en de structuren waarin men sen hun leven doorbrengen zo te ver anderen dat er gerechtigheid wordt ge daan en het regime van God ontstaat want het regime van God is er niet, maar ontstaat in het handelen. Sperna Weiland schrijft dat het marxisme wel altijd buiten Bonhoef fers horizon heeft gelegen, maar dat de tendens van Wiederstand und Er gebung toch wel een confrontatie met Marx is en met de in het marxisme le vende gedachten over de dialectiek van de geschiedenis en over de weg naar het Rijk van de vrijheid: een confrontatie, waarin niet in de eerste plaats de traditionele theologie en metafysische vragen als die rondom het atheïsme en het geloof in God in het geding zijn, maar de vragen die betrekking hebben op het menselijk handelen. Ik vind hem een zeer bekwaam man. Kijk eens, de eerste die als apr- te bewindsman iets aan ontwikkelings hulp heeft gedaan was C.H.-staatsse cretaris Diepenhorst. Die heeft het fundament gelegd. In de tijd van Bot (K.V.P.) waren er geen spectaculaire ontwikkelingen. Udink heeft er een so lide gebouw van gemaakt. Zowel in financiële, economische als mentale zin. Dat geldt niet alleen voor Neder land, ook in het buitenland geniet hij van collega’s grote achting en waar dering. Hij heeft nu bereikt dat er 1 percent voor ontwikkelingshulp wordt gereser veerd. Is dat voldoende? Voldoende is pas: „Wie twee rok ken heeftJe zou dus eigenlijk 50 percent moeten geven, maar dat is irreëel. Er moet wel een groei zijn. In het volgende kabinet zouden we naar 2 percent moeten groeien. Ik stel dat niet als absolute eis, maar het zou mooi zijn. Is het waar dat de arme landen twee keer zoveel schulden hebben als in komsten en is dat mede een gevolg dat de rijkere landen aan hun ontwik kelingshulp verdienen? Voor een gedeelte i§ het een fabel tje dat wij er beter van worden. Voor een ander deel vind ik, dat we de we reldhandel, de wereld-arbeidsmarkt en de wereldproduktie opnieuw moeten bezien om tot rechtvaardige verdelin gen te komen. Ik heb eens de volgen de suggestie gedaan in het kader van de Wereldraad. Vanuit Nederland zou den we initiatief moeten nemen om te komen tot een wereldraad voor ont wikkelingssamenwerking, waar over heid, kerken en particuliere organi saties uit rijk en arme landen bij el kaar komen om een wereldplanning te krijgen. Vergelijk de Nationale Ad viesraad voor Ontwikkelingssamen werking. U wilt de ideale wereld aan deze kant van de grote horizon? Als christen hebben we de opdracht de aarde zo goed mogelijk bewoon baar te maken. Aan de andere kant moet je je bewust zijn, dat het abso lute pas komt bij het einde der dingen. „Afgezien van dit alles is er na tuurlijk ook nog de Afrikaanse Broe derbond Dat is een organisatie van ongeveer negenduizend tot tienduizend topmannen uit allerlei afdelingen van de Afrikaner samenleving: academici, predikanten, boeren, zakenlieden, poli tiefunctionarissen. In de afgelopen ja ren is hun invloed misschien enigszins verzwakt door de strijd tussen de ge matigden en de onwrikbaren, .verlig- tes” en „verkramptes”, zoals men hier zegt. Veel leden van de Broederbond waren op de een of andere manier ge lieerd met de Ossewa brandwag” (een volgens nationaal-socialistisch patroon denkende, uiterst rechtse organisatie. De huidige premier B. J. Vorster was er generaal van). „De gedachten die daar werden ont wikkeld leven nog steeds bij de leiders van de Broederbond, je kunt wel zeg gen dat een groot aantal leiders van de Afrikaner gemeenschap zijn ideolo gische en politieke scholing in de Osse wa Brandwag heeft opgedaan.” „Wat de jeugd betreft: een klein aantal Engelssprekende radicale stu denten neigt tot aansluiting bij de jon ge Bantoes en kleurlingen, tot begrip tot samenwerking Maar de blanke Afrikaans sprekende studenten zijn in het algemeen conservatief in de aan vaarding van de apartheid. Er zijn wel geringe tekenen dat sommigen zich meer afvragen verder zoeken en zich ongerust maken, maar degenen die de apartheid in beginsel betwijfelen of Als secretaris van de raad voor Con tact en Overleg kreeg dr. Kessler drie opdrachten: een onderzoek instellen naar de vraag welke moeilijkheden jongeren ondervinden bij het lezen van de bijbel. Hebben zij hulp nodig in de vorm van betere vertalingen? Nemen zij aanstoot aan bepaalde ge dachten die zij niet begrijpen, onder meer aan de offergedachte? Of weten zij met de betekenis van de bijbel voor hun dagelijks leven geen raad’ De tweede opdracht voor dr. Kess ler is een overzicht te maken van wat er verschijnt op het gebied van medi taties en handleidingen bij leesroos- ters en dergelijke. Zijn er nog bepaal de manco’s op dit terrein? Tenslotte als derde opdracht, gaat dr. Kessler een studie maken van de hulpmidde len bij de bijbel. Is het mogelijk daar bij naast het gedrukte woord ook filmstrips, tv-programma’s, films en dergelijke te gebruiken? recht aan V'- ft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 16