ONDERHANDELINGEN OVER GROOT
MEREVELD:STEEKSPEL
MET TWAALF MILJOEN GULDEN
r*
f -
M
’bh
O ...-I "KI
•W-
I
door
VOORSTANDER
Theo Klein
REEEL
AFGESLOTEN
NIET ALLEEN
RECORD-
VERBETERING
afc'
1 4ï!
1-1 S31'
ZATERDAG 16 JANUARI 1971
Erbij
'hl
BB
a
'“«ft
-
r
Toen de Romeinen rond het be
gin van onze jaartelling hun stel
lingen ten zuiden van het toenma
lige Ultrajectum (tegenwoordig
Utrecht) versterkten met de bouw
van het fort Vechten, konden zij
niet bevroeden dat hun bolwerk
zo’n slordige tweeduizend jaar
later een zesjarige „minioorlog”
tussen de Stichting Nederlandse
Draf- en Rensport en de Utrechtse
Paardensportverenlging zou ver
oorzaken. Op de plaats waar eens
de Latijnse bezetters ronddraafden
plande men negentien eeuwen
later een snelweg, waarop de jong
ste generaties met hun nieuwste
vervoermiddelen moeten kunnen
razen. Omdat boomstammen alleen
allang niet meer voldoende zijn
voor een betrouwbaar wegplaveisel
kwamen er bij de voorbereidende
werkzaamheden graafmachines aan
te pas, die op een goede dag onver
mijdelijk op de resten van fort
Vechten stuitten. De verwezen
lijking van de rijksweg was van
groot belang, maar kennelijk toch
niet gewichtig genoeg om er de
resten van het Romeinse bouw
werk voor op te offeren. Er moes
ten nieuwe plannen komen en
daarmee begonnen de moeilijk
heden pas echt.
as- 7 14 1W IB
I
A’ J
A fel
3
de
Pikeur Piet Smit moet ook van Mereveld verdwijnen.
Al deze stallen zullen ook moeten verdwijnen op Mereveld.
f
bleef door de gebrekkige accomodatie
uit.
Daarom kwam de aanzegging van de
wegenbouwers om te vertrekken voor
de NV Exploitatie Maatschappij Mere
veld, die de drafbaan namens de ge
meente Utrecht beheert, en de op Me
reveld organiserende Utrechtse Paar-
densportvereniging, wellicht nog niet
zo erg ongelegen. Immers, door de
noodzakelijke afbraak van de oude
baan, werd tevens de gelegenheid ge
schapen tot de creatie van een geheel
nieuw complex waarop de vaderlandse
toppers zich op niveau met de buiten
landse krachten zouden kunnen meten.
Bovendien werd de toezegging verkre-
andere bestemming krijgen. Het ziet
er echter niet naar uit dat de gemeen
te onder deze omstandigheden het ver
zoek van de NDR om daar een lande
lijk trainingscentrum te beginnen zal
inwilligen. En wel om de doodeenvou
dige reden dat zo’n centrum geen en
kele mogelijk biedt tot passieve recre
atie van het Utrechtse publiek.
„Wij hebben ons aanbod voor deel
name in een nieuw Mereveld gedaan,”
verduidelijkt de heer Weijburg, „ver
der is het een interne kwestie in de
paardensportwereld. Als de NDR niet
zo pessimistisch blijft en alsnog tot
overeenstemming zou komen met de
UPV, dan juichen wij dat toe.”
Een hoofdstuk apart vormen de Ne
derlandse Spoorwegen in deze kwes
tie. Reeds op 14 april van het vorig
jaar liet mr. Rameijer, chef verkoop
en toerisme van de NS, in een brief
aan de Utrechtse Paardensportvereni-
ging weten dat de spoorwegen onder
voorbehoud van de goedkeuring van de
hoofddirectie en de raad van commis
sarissen, bereid waren om een tot
twee miljoen gulden in Groot-Mereveld
te steken. De belangstelling van de NS
was gewekt door de gunstige ligging
van de nieuwe baan, op korte afstand
(400 meter) van het nieuw te bouwen
(en waarschijnlijk in 1973 gereed te
komen) station Lunetten, dat uitste
kend geschikt zou zijn voor de aan
voer van de toeschouwers op de 80 ge
plande koersdagen.
Requiem voor een draversbaan
Waar Piet Smit terecht zal komen
is nog niet bekend De eigenaren van
de zeventig paarden die hij in pension
heeft zien de toekomst echter somber
in. De heer Huizinga, eigenaar van
Gunnar Dear, het meest succesvolle
paard dat op Mereveld gestationeerd
is (hij is als dierenarts bevoegd tot
oordelen) valt pikeur Smit by. „De si
tuatie is hier voor de paarden ideaa..
Op Mereveld staan ze in buitenstallen,
terwijl ze in Hilversum altijd binnen
staan. Dat is lang niet zo gezond.
Veel paarden gaan er van hoesten.
per meeting en dan hadden we nog
maar een baantje zoals Mereveld nu
is.” Die hoge kosten werden mede ver
oorzaakt door het feit dat de Utrecht
se Paardensportvereniging per seizoen
slechts vijftien maal koersen op Mere
veld kan organiseren. Al met al was
voor de NDR het risico te groot en
daarmee was het plan van de baan.
De Utrechtse Paardensportvereni
ging liet zich achter niet zo gemak
kelijk uit het veld slaan. Opnieuw wer
den de koppen bij elkaar gestoken en
kwam men gezamenlijk met het idee
„Hilversum” en Mereveld samen te
bundelen om zodoende bij Utrecht tot
een internationaal drafcentrum te ko
men. Kosten van dit project: 12 mil
joen. Ook voor dit plan, bekend onder
de naam Groot-Mereveld, was
plaatselijke overheid enthousiast.
Voor de NDR is de zaak daarmee
afgesloten. Berg: „Het is geen punt
meer. Mereveld verdwijnt. Dit jaar
zullen er nog koersen gereden wor
den maar Rijkswaterstaat heeft al
laten weten dat de werkzaamheden
aan de weg zover gevorderd zijn dat
men op 1 november het hele boeltje
inpikt”. De NDR-vertegenwoordiger
maakt zich geen zorgen over het hi
aat dat door de verdwijning van Me
reveld zal ontstaan. „De verbindingen
met Hilversum worden zo goed dat
het voor het publiek weinig uit zal
maken of het in de toekomst naar
Utrecht of naar Hilversum moet rei
zen”, aldus Berg.
De toeschouwersaantallen op Mere
veld waaraan de NDR zo gemakke
lijk voorbij gaat, waren de afgelopen
„Paarden als Henri Buitenzorg, Gal
lant Way, Anton, Quarteron II, en Car
los Pluto, die nu rond de 1,18 lopen
hadden hun record dan zeker tot 1.15
1.16 omlaag kunnen halen,” verzekert
de heer Kasbergen, voorzitter van de
Utrechtse Paardensportvereniging. In
eerste instantie was het plan Mereveld
ongeveer op de grootte van de bestaande
baan te herbouwen. Ruimte was daar
voor genoeg, want de gemeente hield
ongeveer 23 ha. voor de sportieve re
creatie gereserveerd op steenworp af
stand van het oude ovaal. Het gemeen
tebestuur van Utrecht, „in” voor elke
mogelijkheid om de inwoners van de
snel groeiende stad sportieve ontspan
ning te bieden, was bereid de op
brengst van de verkoop van de oude
grond (rond de 4 miljoen, onder voor
waarde van de koper, het rijk, dat
Mereveld herbouwd zou worden) in het
nieuwe complex te steken. Bovendien
wilde de plaatselijke overheid garant
staan voor een eventuele lening, als
die nodig mocht zijn om aan het totale
bedrag van ruim zeven miljoen te kun
nen komen, terwijl Utrecht tevens zijn
aandeel in het exploitatietekort (150.000
gulden) wilde leveren.
Het leek allemaal eenvoudig, maar
toch leed nieuw-Mereveld schipbieuk.
De heer Berg, woordvoerder van de
Stichting Nederlandse Draf- en Ren
sport zegt: „De kosten waren te hoog.
Twintigduizend gulden vaste onkosten
Ir. Rameijer (NS) behoort ook tot
de tegenstanders van het plan-Hilver-
sum, en dat ondanks het feit dat de
Nederlandse Spoorwegen door hun
station bij de Hilversumse baan toch
gebaat zouden zijn bij een toenemend
bezoekersaantal in de radiostad. Hij
zegt: „Met ons station in Hilversum
zitten wij in feite eerste rang. Wat de
NDR daar gaat doen is echter nieuwe
knopen naaien aan een oude jas. Zij
zullen van Hilversum nooit iets kun
nen maken wat de groei van de paar
densport bij kan houden. Een nieuwe
baan in het centrum van het land had
een veel grotere aantrekkingskracht
op het publiek uitgeoefend. Zelfs een
verdubbeling van het aantal toeschou
wers op Mereveld was voor ons nog
een reëel uitgangspunt. Ik ben te
leurgesteld over de kortzichtige hou
ding van de NDR, die te bang is om
een nieuw groot project op te zetten”
De deelname van de NS in Groot-
Mereveld zou overigens voldoende ren
dement opgeleverd hebben. Bij een
enquête die de Spoorwegen in 1967
hield, bleek dat niet minder dan 20
percent van de bezoekers bij de Hil
versumse koersen met de trein komt.
Voorzitter Kasbergen van de Utrecht
se Paardensportvereniging twijfelt er
niet aan dat de prognoses over de
verwachte bezoekersaantallen uitge
komen zouden zijn. „Wij zijn er bij
onze calculaties ook vanuit gegaan
dat er op een nieuw Mereveld veel
meer toeschouwers zouden komen.
De NDR heeft dat bij de berekenin
gen niet gedaan. In Den Haag is men
gaan rekenen aan de hand van de
huidige toeschouwersaantallen en dan
lijkt de zaak niet haalbaar”.
gen dat een fabrikant van tartan, bij
wijze van proef een betaalbare laag
van deze kunststof op het nieuwe Me
reveld aan zou brengen.
Ik zou er veel voor over hebben als
Smit hier kon blijven en dat zijn veel
eigenaren met me eens”, aldus de
heer Huizinga.
Want zelfs in de twintigste eeuw
scheppen veel mensen er nog genoegen
in om een paard te berijden en nog
meer vermaken er zich door naar de
races te kijken. Dat gebeurde al sinds
1937 ook op de Utrechtse drafbaan Me
reveld, in de loop der jaren uitge
groeid tot een vertrouwde plek voor
de Nederlandse paardensportliefheb-
bers. En juist die van ouds bekende
baan lag door de veranderingen in de
plannen voor de autobaan in de weg.
Waren de resten van de Romeinse
burcht wèl belangrijk genoeg voor een
verandering, het bolwerk van de
Utrechtse paardensportliefhebbers
legde niet voldoende gewicht in de
schaal om Rijkswaterstaat opnieuw tot
aanpassing van de plannen te bewe
gen. Temeer daar er voor het verou
derde Mereveld een alternatief be
stond.
De opstallen van Mereveld waren
sinds ’37 niet ingrijpend verbeterd, met
het onvermijdelijke gevolg dat de rus
tieke drafbaan steeds verder achter
bleef in de snel veranderende wereld.
De toeschouwers die tegenwoordig
naar de banen komen om de races te
zien of bij de toto een gokje te wagen
willen echter niet meer verkleumen op
een open houten tribune; zij scheppen
er ook geen genoegen in om voor een
tototicket door regen en wind te moe
ten lopen. Daarom kon de op Mere
veld organiserende Utrechtse Paar
densportvereniging geen profijt trek
ken uit de gunstige ligging van de
baan, in het centrum van het land.
Weliswaar stegen de toeschouwersaan
tallen tot en met 1968 (470.155 bezoe
kers) regelmatig, maar een groei tot
een erkend internationaal centrum
Terecht calculeerde de Utrechtse
Paardensportvereniging de door de
NS geboden mogelijkheid in bij de
berekening van de kosten. Ir. Rameij
er: „Dat was zeer reëel. Weliswaar
moest de definitieve goedkeuring nog
komen,maar die was naar mijn me
ning niet uitgebleven omdat Groot-
Mereveld zeer duidelijk een lonende
zaak geworden zou zijn”. Toonde het
bestuur van de Utrechtse Paarden
sportvereniging zich verheugd met
het voorstel van de NS, bij de NDR
werd de brief gelaten voor wat ze
was.
r ..,r. ,‘i
De heer Kasbergen staat in die
overtuiging niet alleen. Bij de ge
meente Utrecht bestaat ook nog stille
hoop dat men het in de paarden
sportwereld alsnog eens zal worden,
en ook de NS blijft de zaak op de voet
volgen. Mr. Rameijer: „Uiteraard
blijft ons bod alleen gehandhaafd als
de banen van Hilversum en Mereveld
fuseren en in Groot-Mereveld worden
ondergebracht. Persoonlijk ben ik van
mening dat het niet onmogelijk is
dat het hoofdbestuur van de NDR in
de toekomst tot inkeer komt en zijn
standpunt wijzigt. Wij hebben de
kwestie niet helemaal losgelaten. Ik
heb er nog regelmatig contact over
met de heer Rameijer”.
jaren zo gegroeid dat, dat een serieu
zer benadering zeker gewettigd zou
zijn. In 1968 bezochten in totaal 470.155
betalende bezoekers de 15 Utrechtse
koersen (door het ontbreken van een
lichtinstallatie was het moeilijk om
op Mereveld meer meetings te ge
ven). In 1969 liep de belangstelling
voor het eerst iets terug (463.120),
wat te wijten was aan het feit dat de
koersdagen in Utrecht gelijk vielen
met de programma’s op de populaire
drafbaan van Wolvega. In het laatste
jaar dat Mereveld nog geen concur
rentie van de Noordelijke baan te
duchten had (1968) haalde men in
Utrecht zelf de hoogste gemiddelde
totoinzet 235.748 per koersdag, van
alle banen in Nederland. Voorzitter
Kasbergen: „Mereveld voorziet in
Utrecht wel degelijk in een behoefte.
Dat wijzen de cijfers uit. Tot aan
1969 hebben wij ons altijd kunnen be
druipen. Alleen in het laatste jaar
moest er wat geld bij, en dat terwijl
we bij de toewijzing van de klassieke
wedstrijden altijd stiefmoederlijk be
deeld werden”.
Als het hoofdbestuur van de NDR
zijn zin krijgt wordt het programma
van de Paardensportvereniging van
af volgend jaar op de Hilversumse
baan afgewerkt. Voor de ruim twin
tig leden van de vereniging is het
echter nog lang niet zeker of zij wel
van hun oude vertrouwde grond ver
dreven zullen worden. Kasbergen:
„Binnenkort zullen wij op een leden
vergadering uit moeten maken of wij
op het aanbod om naar Hilversum te
verhuizen, in willen gaan. Zijn de
meeste stemmen voor dan gebeurt
dat. Het is echter zeer waarschijnlijk
dat wij ons niet zomaar over willen
geven. Voor ons is de zaak nog steeds
niet definitief beslist. Er wordt nog
over gesproken. Met wie en waarover
precies kan ik nog niet zeggen, maar
er bestaat zeker nog een mogelijkheid
dat er een drafbaan voor Utrecht be
houden blijft”.
■-
J'* ‘i’ iliii'H itó
NDR-woordvoerder Berg: „Ja, dat
station komt er wel, maar er werd
niet bijgezegd wanneer. Dat kan wel
’73-’74 worden (Groot-Mereveld was
niet vóór 1972 gereed gekomen red.).
Bovendien kregen wij geen toestem
ming om afritten vanaf de rijksweg
te maken. Dat was echter niet de
hoofdzaak. „De „bottlenek” in deze
kwestie was voor ons dat wij al ons
geld ineens hadden moeten investe
ren in een zaak die een te groot finan
cieel risico met zich mee bracht. Dat
was trouwens niet alleen onze me
ning, maar ook die van de rijksac-
countantsdienst van het ministerie
van Landbouw. Nu wij ons geld aan
een „face-lift” van Hilversum spen
deren hebben wij het voordeel dat de
verbouwing in fasen uitgevoerd kan
worden. Dit jaar beginnen we met de
verbouwing van de bestaande tribu
nes (kosten 1 miljoen) en volgend
jaar hopen we een nieuwe tribune
neer te zetten. Op die manier kunnen
we Hilversum op den duur uitbou
wen tot een baan van internationale
allure en dat zonder exploitatietekor
ten”.
Of dat inderdaaad mogelijk is wordt
door velen betwijfeld. De bestaande
tribune staat nu al te dicht op de baan
om de toeschouwers een goed uit
zicht te geven. Door ruimtegebrek zal
daar niet veel verbetering in kunnen
komen. Pikeur Piet Smit, de enige
trainer die zijn stallen op Mereveld
heeft, maar die mèt de drafbaan zal
moeten verdwijnen zegt: „Niet alleen
het publiek heeft onder die beperkin
gen te lijden. Nu al zitten er vijftien
trainers op Hilversum. Ik zou er erg
tegenop zien om daar naar toe te
gaan met mijn bedrijf. Er is zelfs
geen land voor recreatie voor de
paarden, terwijl ik hier ruimte ge
noeg heb”.
De heer Weijburg, als ambtenaar
van het gemeentelijk bureau voor
sport en openluchtrecreatie bij de on-
derhandelingen betrokken, zegt: „Als
het aan de gemeente Utrecht ligt wor
den die plannen morgen goedgekeurd.
Wij zijn in onze aanbiedingen erg ver
gegaan. Men was zelfs bereid voor het
plan Groot-Mereveld nog iets meer te
doen, dan voor het eerste plan. De
gronden voor het nieuwe project zou
den onder zeer gunstige voorwaarden
in erfpacht gegeven worden”. En UPV-
voorzitter Kasbergen: „Met de steun
van de gemeente, de vijf miljoen die
de NDR voor het plan had uitgetrok
ken, het aandeel van het Rijk en de
deelname van de NS was het zelfs niet
nodig geweest om een extra-lening aan
te vragen. Het was op die manier een
haalbare kaart. Utrecht had een ac
commodatie gekregen die internatio
naal mee was gaan tellen. Een baan
die aan de hoogste eisen van het pu
bliek (er was plaats voor 10.000 toe
schouwers) voldeed.”
Voor de tweede achtereenvolgende
maal leek de kwestie in kannen en
kruiken, maar voor de tweede keer
sprak de NDR zijn veto uit en besloot
om de 5 miljoen die voor het Groot-
Mereveld waren uitgetrokken in de
Hilversumse baan te investeren. Kas-
bergen: „Ze vergeten daarbij in Den
Haag dat ze zeven miljoen aan subsi
dies zomaar laten liggen. Het is onbe
grijpelijk dat de NDR zo’n kans voor
bij laat gaan.” De weigering van de
NDR heeft voor de gemeente Utrecht
tot gevolg dat er opnieuw met de staat
over de verkoopprijs van de grond van
het oude Mereveld gepraat zal moeten
worden. Immers, de transactie zou al
leen vier miljoen opleveren als Mere
veld herbouwd werd. Nu dat niet het
geval is zakt de prijs enorm. De
nieuwe gronden die de gemeente reeds
voor de recreatie aankocht zullen een
l
ff itMlwtff. 1 ‘“-UHnnnwniti ‘|“'i H» n‘l‘uH u .Mmi J «‘H’-
r'■-b'
fc. j