BOB DE LANGE EEN TOMAAT AF EN TOE VIND IK NIET ZO ERG PAUL BINNERTS DIE THEATERMAKERS BEGRIJPEN NIET WAAR HET OM GAAT Radicalisatie toneel few e bij het o DRIE ZUSTERS BOTTEN EN VLEES SLEUTELGAT STENEN KLOPPEN 9 MAANDAG 18 JANUARI 1971 1 - o (Door mr. Hans van Straten) EEN JAAR nadat in de Am sterdamse stadsschouwburg de tomaten explodeerden, zegt to matenwerper Paul Binnerts: „De tomaten zijn niet voor niets gevallen. O nee, zoiets gebeurt nooit voor niets. Al was het maar om de mensen buiten de theaterwereld te laten weten dat er iets aan de hand is. Kijk om u heen: wat Centrum op het ogenblik doet, is het resultaat van Tomaat. Wat Studio doet. En de strijd om de stadsschouw burg: allemaal het resultaat van Tomaat. Ik wil mezelf niet op de borst slaan, het is een proces dat zichzelf volvoert. Maar de actie Tomaat heeft dit proces naar buiten gebracht”. jW uKF ntó Bfc w w I Hl W IN GEEN TAK VAN KUNST manifesteert stituut voor Dramatische Kunst in Amster dam en docent aan de toneelschool aldaar. (Door mr. Hans van Straten) „Als ik nu zie dat die jonge mensen ei es 'es ei e> tl 1 I ei D 9 3 I S J de >ok de :en Daar hebben ze mij als volontair aan genomen Dat hield in dat ik 25 per maand ontving gedurende negen maan den”. „Dat gevoel van: ik kan eigenlijk veel beter ophouden. Dat je zegt: ach flau we kul, ik ga liever stenen kloppen” De geneigdheid om jezelf weg te werpen? „Ja, een gevoel van volstrekt onver mogen. Omdat je altijd aan het knok ken bent met die eigen persoonlijk heid die ie dwars zit Die sinds jaren gefixeerde, geprogrammeerde fictieve persoonlijkheid. Die ommuring van je zelf, waar datgene wat zich wil mani festeren, doorheen moet breken.” „Dat lijkt mij één van de kenmer ken van het artistiek bezig zijn Maar niet alleen het artistiek bezig zijn Ik geloof namelijk dat als je ieeft bet enige wat de mens kan doen, is voort durend proberen te breken met alles wat gefixeerd in hem is.” „Ik geloof dat het proces van de creativiteit niets anders is dan dezelfde creativiteit, die zich voortdurend in het leven manifesteert. En ik geloof dat als mensen naar toneel gaan kij ken, dan is dat niet omdat ze willen kijken naar wat er vertoond wordt maar om die doorbraak, waar ze zich altijd mee bezighouden. Wat ze zich misschien niet realiseren, maar onbe wust zijn ze dat aan het zien!” i i en ijn 'as de radicalisatie zich zo scherp als bij het toneel. Er is al jaren sprake van een toneel crisis. Het schouwburgbezoek loopt terug, het onbehagen over het officiële toneel- bestel is groeiend. Sinds de tomaten vielen in de schouwburgen van Amsterdam en Rot terdam, is de crisissituatie snel naar een climax gegroeid. it« de en I 5 der be- er- er- ar- an gs- be- Jit- in aar tsie de or- het JW ou de de ;li- aet an- ie- *g- lil- 'k- ng m- ak. el. ng ar ce ren Ü- an sn er en W, nel ni- ar- tot m- ijn ?ld an ■en nd ng ts- in- »n- In coltrui achter zijn bureau op het instituut voor dramatische kunst in Amsterdam zegt hij: „Het heeft er even naar uitgezien dat de hoofdstad zonder professioneel thea ter zou komen te zitten. Dat had ik een hoogst plezierige situatie ge vonden Misschien komt het nu een jaartje later. Dit zijn de dingen waarom ze zo’n hekel aan mij heb ben” U bent het dus pertinent oneens met de Sjarof-conceptie!” „En ik ben het oneens met Ton Lutz. „Oom Wanja,” ,De Kersen tuin.” En je kunt het aanwijzen, in De Kersentuin, waar Tsjechow de vinger op de zere plek legt. Heel goed hoor, Tsjechow. Het gaat niet om de schrijvers die zijn goed Het gaat om de theatermakers, die niet begrijpen waar het om gaat Dat is iets vreselijks!” „Het is al begonnen met Scanis- lawski. Die deed het al niet zoals Tsjechow het wilde. En daar is zo wat onze hele toneeltraditie op ge baseerd! Zet daar Gordon Craig te genover, wat die wou met het the ater. Het is nooit aan bod geko men. Echt goeie ideeën over toneel En Artaud? Hee! veel gemeen met Craig. Niet te realiseren. Natuur lijk best te realiseren, maar niet gegeven de omstandigheden. Dat is het eindeloze misverstand. Treurig, treurig..” En het kleine theater? „Ik zal niet zeggen dat de hippies van vandaag Jezussen zijn, maar ze benaderen het voorbeeld mééi dan al le minister-presidenten. Maar de mi- nister-presidenten zullen rustig blij ven voortwandelen en de hippies wor den weggeranseld doodgeknuppeld en vertrapt. Misschien begrijpt u nu waarom ik zei dat ik niet zo vreselijk geïnteresseerd ben in toneel Ik wil het leven niet afbakenen in kastjes en zeggen: toneel en verder niks Maar dat toneel is toch wel ge ïntegreerd in uw leven. Anders zou u als toneelspeler niet kunnen bestaan? „Ik zie toneelspelen als mijn manier waarop ik het leven doorbreng. Dat verandert niets aan het feit, dat ik precies zo kar denken als ik denk Ik ben mij .latuurlijk wel op een gegeven moment gaan afvragen: waarom moest ik zo nodig aan het toneel, wat was dat? Ik denk- dat moest gewoon zo zijn. Zoals ook het feit dat ie ziek wordt en doodgaat, gewoon zo moet zijn.” HET GESPREK verschuift. Hij praat over het besef dat iedere artiest wel eens overvalt, van mislukt-zijn „Wat doet de mens omheiningen maken om zichzelf! En dan is nij stom verbaasd als er in die geprogram- meerdheid van zijn maatschappelijk bestaan plotseling dingen naar binnen komen die eer, onderbreking, een kort sluiting veroorzaken.” „Ik geloof dat dat ook de jorzaak is van het ontstaan van nieuwe bewegin gen. Wat de jonge mensen die zich hippies noemen, beweegt het weg gooien van de zekerheid het leven voor de vuist weg en zeggen: alles wat komt, daar gaat het om, dat is echt. En als je naai de werkelijk ver lichte mens in deze wereld kijkt: Mo- zes, Jezus, Boeddha Lao-tse dan heb ben ze zo geleefd dan hebben ze alle zekerheid weggegooid. Je kunt er al leen van overtuigd zijn dat onze wes terse cultuur die een bijzonder wrede, sadistische cultuur is iedere nieuwe Jezus met evenveel animo op nieuw aan het kruis zou slaan.” geland of Frankrijk toneel zie dan is daar altijd een zekere mate van to- neelspelersvaardigheid te onderkennen Bij iedereen! Wat je onder vakman schap verstaat: ie op het toneel thuis voelen, je kunnen bewegen, verstaan baar zijn. Misschien hoort het bij de trend van deze tijd, waarbij de inspi ratie en het engagement gewichtiger zijn dan het fundament. Misschien spreek ik als een ouderwets man” Hebben Van Dalsum en Defresne iets aan uw opleiding gedaan? „Er was eigenlijk niemand die iets aan je deed Je stond te kijken op het toneel hoe de anderen het deden En ik nam spraakles, voordrachtles bal letles. Alles van die 25 in de maand”. OVER DIT laatste hebben wij ons niet te beklagen gehad En wat die interesse betreft: één blik op zijn boe kenkast maakt duidelijk waar hij zich wel voor interesseert: boeken over Zen Boeddhisme, de Bhagavad Gita en de I-Tsjing. Maar hij wil het zelf ook wel ver klaren: „Als ik zeg dat ik niet erg geïnteresseerd ben in toneel, dan vindt u dat misschien vreemd, maar ik zie geen verschil tussen Kunst en leven. Ik geloof dat een manier van leven bestaat die precies zo creatief is als kunst. Ik wil mezelf helemaal niet beperken in mijn leven en mijn denken. Ik wil niet zeggen: ik ben to neelspeler en daarnaast ben ik ook nog privé, ene De Lange Nee! Ik ben die ik ben, wat, dat weet ik niet En één van de functies die zich in dit samen stel van botten en vlees en gedach ten manifesteert, is wat men een to neelspeler noemt Maar er zijn dui zenden andere functies” Paul Binnerts slaat met de vlak ke hand op zijn bureau Waai hééft Tsjechow het over in .De drie zusters,” godbetert? Over drie meiden, die op basis van hun Herin nering aan Moskou dus verleden tijd, verlangen naar Moskou-toe- komst. En die met hun werkelijk- zekerheden op tafel gooien. Jezelf steeds af vragen wat je nou eigen lijk aan het doer bent Laat de de pressie maar komen, dat is goed voor je. Dat heb ik ook.Ik zal niet zeggen: ze moeten dit of dat maar ik praat eigenlijk over mezelf” „Gestalte geven aan de realiteit Daarmee bedoel ik geen realisme, spruitjes of zo. grijze stenen van een stad Maar wel: de werkelijk heid. Waar ik deel van uitmaak, onontkoombaar Ik doe verdomme net en iedereen doet dat of die werkelijkheid niet bestaat. Door mij te verliezen in het verleden, of mij te spiegelen aan de toekomst, of God weet wat meer. Dat doen we allemaal. „De drie zusters” van Tsjechow is er zo’n schitterend voorbeeld van En hij stelt het aan de kaak: hij wil dat het anders wordt, dat de mensen zich hun wer kelijkheid realiseren Maai hoe wordt het stuk opgevoerd? Roman- mantisch waas van verlangen naai Moskou. Moskou Moskou. Zo is het toch?” Wat vindt u van de theorie dat de schouwburg een overleefde zaak is dat er op straat in fabrieken moet worden gespeeld? „Dan maak ie van de straat of van de fabriek weer een schouwburg Dat betekent alleei een lerschuiving van het probleem, als er een probleem is Ik vind lat het maar <p één ling aan komt: dat de menser met dkaai in een zekere lommunicatif treden over de zaken waar het om gaat. Het gesprek vindt plaats in een boer derijtje te Eemnes, waar hij sinds twee jaar woont. De gastheer schenk' jasmijnthee in een rustieke blauwe mok. Tevoren had hij ons gewaar schuwd: „Ik ben niet erg geïnteres seerd in toneel” en. „Ik ben een moeilijk man om te interviewen”. TWEE MENSEN uit tegenovergestelde kampen geven hierbij hun visie op de zaak: de acteur Bob de Lange van de Nederland se Comedie, een gezelschap dat hij aan het eind van dit seizoen vaarwel gaat zeggen, en Paul Binnerts, medewerker aan het In- Op welke verdiensten hebben ze u aangenomen? „Op geen enkele andere dan dat ik zo graag wou, moest en zou. Maar is het een verdienste als je van de to neelschool komt? Dat zegt niets Dat is een voorbereiding, meer niet. Ik ben niet tegen een opleiding, begrijp mij goed. Maar die moet dan we] gedegen zijn” En dat ziet u niet aan uw jonge collega’s af? „Die ionge collega’s die bij het to neel komen ik hoer ze slecht spre ken, gekunsteld praten. Als ik in En- Ziet u de schouwburg als insti tuut verdwijnen? „Voor mij mag hij verdwijnen. Onmiddellijk. Ik geloof absoluut niet dat Shakespeare gebonden is aan het Leidseplein. Aan zo’n thea ter, zo’n toneel, zo’n vorm Daar geloof ik niets van. Laat de grote montage maar over aan de film Hamlet, maak er maar een film van. Dat is trouwens al gedaan En het is dan ook erg goed. Het toneel zoals het bestaat, zit vastgebakken aan ren realistische traditie. Laten we zeggen dat een man als Brecht dat realisme heeft willen doorbre ken. Zijn theoiieën, en ook zijn stukken, getuigen daarvan op een fantastische manier. Alleen, hij heeft één ling niet gedaan, afstand doen van de toneelruimte. Die ruim te is zo geconditioneerd, door een historisch bepaalde traditie, die van het realisme De vierde wand We kijken door een sleutelgat. Dt toeschouwer bestaat niet.” „Het theater zoals het op he' ogenolik gespeeld wordt, kan uit stekend zonder publiek. Uitstekend! Het heeft niet het hele publiek niets te maken. Waar het naar toe moet is een vorm van theater waai het publiek inderdaad niet gemist kan van de toneelschool al meteen begin nen met tien- of elfduizend gulden per jaar die ik niemand misgun! dan vraag ik mij toch af of dat niet een bepaalde prikkel wegneemt. Ik vind dat de acteur dan al van het be gin af aan een geborgen ambtenaar is. Een hachelijke positie”. U vindt dat risico een element moet zijn van het toneelspelersbestaan? „Risico is een element van ieder be staan. Je leeft niet zonder risico, zonder onkundigheid van wat er de volgende seconde kan gebeuren”. „Het kleine theater heeft het voordeel dat je er dichter op zit Wij hebben hier in het gebouw a] een mogelijkheid om een oetere communicatie tet stand te brengen Een laag toneel met een uitloop in de zaal Die cirkel waai geen stoelen in hoeven te staan Maar het blijft natuurlijk een moeilijke vraag: waai speel ie het spel? In principe kun je het overal spelen.” „Geef de mens de mogeli'kheid om te spelen, dan doet hij het ook Daar ben ik van overtuigd Spel als onontkoombare realiteit, dat is mijn uitgangspunt. Maar het is dui delijk dat ik van het theater zoals het nu is, niets verwacht. Het the ater is niet in staat om wat ik ei van verwacht tot stand te brengen En ik weet niet waar men zich van deze problematiek bewust is.” heid geen raad weten. Niets kun nen ze er mee aanvangen Tot op het uiterste gefrustreerd zijn zë. En dat is natuurlijk lachwekkend”. „Tsjechow is meesterlijk. Ik ben er mee bezig op de toneelschool De ogen gaan open hoor. Er is geen melancholie. Waanzin Her is een hele scherpe satire. Maar dat heb ben we nooit beseft, omdat net rea- listisch-illusionistisch wordt ge speeld. Dus de vlucht. We moe ten ons allemaal identificeren met het verlangen naar het onbereikba re.” „Waarom niet? Als dat bij een voorstelling zou horen! Alleen ben ik bang dat je zo’n voorstelling maar één keer kan geven. Tenzij de men sen overalls aantrekken. Dat is mis schien ook een vorm van creativiteit. Doen wat in ie opkomt”. EEN JAAR LANG is Bob de Lange weg geweest, nadat hij op het toneel in elkaar was gezakt. Maar in novem ber was hij terug bij de Nederlandse Comedie met een hoofdrol in .Hotei ’t Paradijs” van Feydeau en voorts hebben we hem vijfmaal op tv ge zien als Boorman in ,,Lijmen/He’ Been”. Toch hebt u op een vro^g mo ment in uw leven, al op uw zeventien de jaar, gekozen voor het ioneel l) bent niet op de toneelschool geweest? „Ik zou haast zeggen: gelukkig niet Ik vind dat de opleiding aan de to neelschool onvoldoende afgestemd is op de praktijk. Zo’n opleiding zou een grondslag moeten leggen van vakkun digheid, van vankmanschap, van ko mediantendom En oas daarna zou je moeten Kijken wat er op die grond slag wil groeien, aan overtuigingen en geëngageerdheden, omdat mooie woord te gebruiken” „Maar ik zie dat veel van die jonge mensen al met de ethiek van het vak beginnen voor ze aan de grondslagen toe zijn. En ik heb gemerki dat de mensen, die in de praktijk zijn opge groeid, daar nooit iets mee te maken hebben. Die moeten domweg het to- neelspelersvak uitoefenen en daai hur brood me verdienen. Tijd om ovei mooie dingen te kletsen hebben ze ze niet” „Ik vraag mij af of dai vele gepraat niet een compensatie wil zijn voor een tekort. Een tekort aan creativiteit De mensen die werkelijk creatief bezig zijn, praten niet Die werken’’ Hoe bent u begonnen? „Ik heb gesolliciteerd bij net gezel schap van Van Dalsum en Defresne de Amsterdamse Toneelvereniging. T"X E ENIGE Nederlandse acteur 1 I die de tomaat heeft opge nomen. zoals men de hand schoen van een vijand opneemt, is Bob de Lange Hij stond in oktober met een tomaat in zijn hand voor de leden van de Amsterdamse Kunstraad, die met de acteurs van de Nederlandse Comedie wilden praten over de toekomst van de stadsschouwburg. HIJ LACHT even bij de herinnering „Ik heb mij zitten af vragen: zal ik hem nou wé) of niet gooien? ik had die tomaat meegenomen omdat ik dacht: dit is taal die men zal verstaan. En als tomaten gooien vrij staat waarom staat het mij dan niet vrij? Maar ik vond het toch niet belangrijk Ik heb niet gegcoid”. „Je zou het een grap kunner noe men. Of niet? Ik geloof dat hoe meer je buiten de vaste paden treedt hoe beter het is. Ik vraag mij af hoeveel van onze artiesten iiiist teveel vast zitten in de traditie. Daarom vind ik een tomaat af en toe niet zo erg” Dus u ziet het wel gebeuren dat in een van onze schouwburgen het doek opgaat en de akteurs het publiek met tomaten gaan be kogelen? worden. Dat betekent dat het ook nooit klaar is.Want elke keer als je daar aan gaat staan. kijk als akteur ken je de spelregels Je weet wat je spelen wilt. En een aantal mensen zijn daar vrijwillig naartoe gekomen om er kennis van te nemen.” „Dan vind ik dat die aKteurs de plicht hebben om die spelregels aan het publiek uit te leggen Zo danig, dat ze mee kunnen spelen. Dat klinkt een beetje abstract maar het is hee! concreet. Ik be doel, toneel heeft niets verhevens voor mij. Om de doodeenvoudige reden dat dingen die gewoon mooi zijn, voor mij reëel zijn. En bij mij moeten horen.” Paul Binnerts, zo bedaard begon nen, raakt nu bepaald gepassio neerd: ,Ik wil verdomme, dat dat wel bij mij hoort. Daar is het voor gemaakt. Dat is toch zo? Wat doe ik nou als ik een toneelstuk lees Dan is het toch helemaal van mij? En waarom is het dan niet van mij als ik het zie opgevoerd?” Wat moet er gebeuren wil het wei van u zijn? „Om te beginnen zouden akteurs, toneelmensen, zich bewust moeten zijn van wat ze eigenlijk aan hei doen zijn. Dat is het begin En dan zouden ze zichzelf, en wat ze aan het doen zijn elke keer weer tei discussie moeten stellen”. „Ik bedoel niet in een gesprek met het publiek, maar wel: je on- /./K' -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 9