Beeld van apartheidsbeleid stemt niet tot optimisme IN ZUID-AFRIKA IS DE STILLE OORLOG AL UITGEBROKEN Zuid-Afrika II Winnie Mandela in Politie spit in de tuin op zoek naar bewijzen Verdediger Carlson: „Er komt een dag dat ze mij óók pakken...” „Mijn huis lijkt op een politiebureau” ■E" J w* O B B WOENSDAG 20 JANUARI 1971 9 Schattingen Minister Bakker Stempel „Risico” (Van onze reisredacteur) Knuppelslagen Kaarten JOHANNESBURG „Mijn huis lijkt voornamelijk op een politie-bu- reau. Ik krijg voortdurend bezoek van de politiemannen van de „speciale af deling”. Dat gaat dag en nacht door. Ik bewoon een huis in Soweto en soms als ik ’s nachts mijn bed uitga om buiten naar het toilet te gaan, dan vind ik ze in de tuin”. Dodencel Geweld (Van onze reisredacteur) JOHANNESBURG. De bij tijden nogal verbijsterende bezetenheid waarmee blanke Zuidafrikanen zich vastklampen aan de zegeningen van de apartheidspolitiek laten weinig ruimte voor het zogenaamde genuan ceerde denken dat goedwillende buitenlandse bewindslieden en onderne mers van doorgaans Europese oorsprong om allerlei redenen met klem pro pageren. De blanke Zuidafrikaan namelijk is, in doorsnee, een uiterst con servatief denkend mens, wiens voorgeschiedenis heeft geleid tot een onmis kenbare verstening van sociaal besef. Spionnen Kinderen Straf voor vrijspraak „Vrede en liefde” w !fw 'Ws S 4? Hl# VI Mil V’ V IjgM Mi# W MS Panorama van Johannesburg WINNIE MANDELA JOEL CARLSON De politie komt dag en nacht aan huis en spit zelfs de grond in de tuin om, op be zoek naar bewijzen. Artsen die een medi sche verklaring afgeven in verband met de riekte van mevrouw Mandela worden later De Zuidafrikaan vindt in zijn volslagen unieke positie als witte bewoner van een zwart werelddeel voldoende rechtvaardi ging voor het gebruik van grove machts middelen, die slecht passen bij het som tijds benauwende puritanisme van zijn sa menleving. HIJ ZOEKT dan ook wanhopig naar ar gumenten die dit beleid kunnen rechtvaar digen. De Bantoes worden bijvoorbeeld Xhosa’s, maar niet één zwarte voor alle zwarten.” steekt zijn ene hand uit in een bezwerend gebaar tegen de apartheid en reikt de an dere aan degenen die ons onderdrukken. Wjj accepteren hulp van elk vriendschap pelijk gezind volk: óók van de commu nisten, want we willen als mensen behan deld worden”. „IK KAN NIET zeggen hoe groot de be weging tegen de regering is. Maar ik ver moed dat zij groter is dan de regering denkt en veel machtiger dan zij veronder stelt." Het gemiddelde inkomen van een niet-blanke is 35 gulden per maand, van een blanke 470 gulden. De verschillen ne men nog steeds toe. Elke 35 minuten sterft een kleurlin genkind aan ondervoeding. In diezelfde tijd sterven ook twee zwarte kinderen. In een typisch thuisland sterft de helft van de kinderen voordat zij vijf jaar oud zijn. S Elke dag worden meer dan 2000 Afri- karen gearresteerd wegens overtreding van de passen-wetten. De toeneming van de misdaad is schrikbarend. Bijna vijftig percent van de doodstraffen in de wereld, althans de officieel geregeistreerde, wordt •n Zuid-Afrika ten uit voer gelegd. De politiemacht is gegroeid van 20.588 man in 1948 tot 34.437 in 1969. ELDERS WORDT nog een ander aspect van deze kwestie aangeduid: „het ont wikkelen van de Afrikanen, hem te leren zijn positie te verbeteren, kan een groot risico zijn voor een werkgever, want juist als zijn arbeider gereed is voor een op een radio-rede moeten houden tegen de communisten en de vrijheidsstrijders, die zij terroristen noemden. In de loop van de zes dagen en zes nachten ondervraging hebben zij in totaal twaalf verhoor-teams gebruikt. Ik kreeg oedeem, blauwe nagels enzovoorts. De omstandigheden in de gevangenis waren slecht, dat is niet in woorden te zeggen. Het was een zeer ruwe beproeving van je idealen. Het voedsel zou door var kens nog niet worden opgegeten. Als bewa kers hadden we blanke vrouwen. Nou, daar in die gevangenis was géén apartheid. Zij droegen zelfs nog de latrine-tonnen naar buiten omdat zij het zwarte personeel niet vertrouwden. Zoiets is wel het laat ste wat een blanke vrouw voor me zou willen doen. door de politie geïntimideerd en er wordt gezegd dat hun praktijk zal verlopen als het weer gebeurt. De taxichauffeurs, die mevrouw Mandela en haar zuster vervoe ren, worden bedreigd met verlies van hun vergunning”. Winnie Mandela is onder huisarrest ge plaatst, na haar vrijspraak. De autoritei ten behoeven daarvoor geen reden op te geven. Tussen ’s avonds zes uur en 's mor gens zes uur mag zij met niemand con tact hebben. Overdag zou ze kunnen wer ken. Maar zij heeft geen baan. Zodra even tuele werkgevers horen wie zij is, zien zij er van af mevrouw Mandela, die sociale wetenschappen heeft gestudeerd, in dienst te nemen: ze vrezen intimidatie, moeilijk heden, verlies van klanten en vergunnin gen. De blanke in Zuid-Afrika heeft zich se dert Van Riebeeck voet aan wal zette altijd bevonden in een superieure maatschap pelijke positie. Hij heeft hard moeten wer ken dat wel, maar hij heeft bijvoorbeeld nooit het sociale louteringsproces van een industriële revolutie doorgemaakt. In zijn maatschappij-opvatting, in zijn theologie en in andere aspecten die te maken heb ben met de ontwikkeling van een per soonlijkheidsstructuur is hij enige tien- iallen jaren achtergebleven in vergelijking met degenen van elders in de wereld, ook gezegend met een blank vel, voor wie apartheid een struikelblok vormt in de verstandhouding. „Voordat wij tot de conclusie kwamen dat we op de weg naar geweld werden ge dwongen, geloofden we in geweldloosheid, in protesten en stakingen als middel. Daar na werd Zuid-Afrika een politie-staat.” (Officiële verklaring van George Mok- webo, medebeschuldigde van Winnie Mandela: „Een oudere politieman paste zijn karate taktiek op mij toe door mij tegen mijn rug te schoppen, in mijn maag en tegen mijn kaken. Ik werd ook tame lijk lang in mijn maag gestompt tot ik naar adem hapte. Ze geloofden of aan- vaardden niet wat ik vertelde. Ze ver langden dat ik zou vertellen over het „African National Congress” en andere mensen die mij onbekend waren Winnie Mandela: „Onze vakverenigingen werden onwettig verklaard, stakingen wa ren onwettig en we mochten alleen door de regering geëntameerde bijeenkomsten bijwonen. En dan alleen een Zoeloe spre ken voor de Zoeloes, een Xhosa voor de LATER VERTELT Joel Calson dat Win nie Mandela vele dagen heeft moeten door brengen bij de speciale afdeling van de politie om al die schrijvers te identificeren. Opdat ze maar geen contact zal hebben met verboden organisaties. Hij is eigenlijk met al diekaart en niet zo blij, omdat zij mis bruikt worden. „Er komt een dag”, zegt hij „dat ze mij ook pakken. Ze zullen wel een methode be denken en voorlopig kunnen ze mij dan opbergen Dan zullen ze mij ondervragen, martelen, zoals zij dat ook andere mensen hebben gedaan. En dan praat tenslotte iedereen, want niemand is in staat om zich daartegen te verzetten. Zuid-Afrika is een politie-staat. Mijn kantoor daar wordt alles afgeluisterd. In mijn huis is het al niet anders. Ik weet niet eens zeker of mijn auto nog wel vei lig is. Ik leef zo langzamerhand met het idee dat elke keer dat hij bij het starten niet ontploft, meegenomen is.” ding niet verminderen. Wat er op het ogen blik gebeurt is dat ze bij de zwarte mensen alle vertrouwen in blanken vernielen. En tenslotte kom je dan tot de conclusie dat je gewoon geen andere mogelijkheid hebt dan een strijd met de wapens om je doel te bereiken. Ik zal alles doen om mijn kin deren het bestaan te besparen wat ik heb. Daar geef ik mijn leven voor als dat moet”. (Vervolg verklaring Rita Anita Ndzan- ga: „Hij waste zijn handen in een fon teintje. Ik slaagde erin op te staan en toen zeiden ze „op de stenen”. Ik stond op de stenen en ze sloegen me weer toen ik erop stond. Ik viel. Ze gooiden opnieuw water over mij heen. Ik was erg moe, ik kon deze behandeling niet langer verdragen.”) Winnie Mandela: „Ik ben een prinses van de Tambu’s, maar dat betekent niet veel en als we het zouden gebruiken dan zou dit verdeeldheid onder de diverse ethnische groepen kunnen brengen. En daar wordt dan gebruik van gemaakt. Ze scheiden ons ook al in de „Townships” waar we wonen om de stamgeschillen aan te wakkeren.” (Officiële verklaring van David D. Tsotetsi, medebeklaagde van Winnie Mandela: „Ik kreeg weer bevel op de stenen te gaan staan. Een Afrikaanse po litieman sloeg mij op de knieën met een sjambok (knuppel) waarvan het cylin- drische midden met dik ijzerdraad was omwikkeld. Deze Afrikaanse politieman ging door met mij op de knieën en tenen te slaan. De blanke politieman stompte mij op de kaken en paste karate toe op mijn nek en lichaam. De banke politie man nam ook de sjambok ter hand en raakte mij op de geslachtsorganen De gebrilde politieman (blank) zei: „Kaf fer, jou lewe werd niks, jij sal dood gaan.”) Winnie Mandela: „Ik krijg altijd erg veel kerstkaarten ook uit Nederland. Ho pelijk ontvangen ze de mijne ook, maar dank hen in elk geval. Want er is niets zo goed als te weten dat je niet alleen staat.” WANNEER de Nederlandse vice-pre mier Bakker geljjk zou hebben in zijn be wering dat de Zuidafrikaanse regering wel wat progressiever zou willen zijn maar door de omstandigheden wordt gedwongen zich te matigen bjj het gladstrijken van de maatschappelijke oneffenheden, zou er in de Zuidafrikaanse alledaagsheid van een positieve invloed veel meer merkbaar moeten zijn. Dit nu, is geenszins het geval: het Zuid- Afrika dat een (niet tevoren maar officieel geblinddoekte) bezoeker uit het dagelijks leven tegemoet treedt is gespleten, hard, onrechtvaardig en onbewogen. DEZE UITSPRAAK toont overduidelijk hoezeer de begrippen blank, onderdruk king, onmenselijkheid en anti-communis- me in vele zwarte breinen door elkaar zijn gaan lopen. En het is zonder meer triest dat Zuid-Afrika met zijn blanken, kleur lingen en zwarte bevolkingsgroepen, die ieder evenveel historisch recht bezitten op permanent verblijf, regelrecht af ste vent op het exacte tegendeel van wat on derminister Koornhof noemde: „Een maat schappij waarin vrede en liefde leven”. Het is een politiestaat, waarin aan een goeddeels in stilte opererend apparaat be voegdheden z<jn toegekend die verre uit gaan boven wat naar algemene normen in een rechtsstaat, die ook rechtsverzekering behoort te geven, toelaatbaar kan zijn. En wanneer dan ook de Zuidafrikanen elke verwijzing naar de toenemende radi calisering van de verhoudingen tussen blank en zwart wegvegen met de mede deling dat er tenslotte twintig jaar rust heeft geheerst, terwijl elders steeds meer onrust aan de dag trad, aan gaan zij voor bij aan het antwoord op de vraag met wel ken middelen en ten koste van welke be volkingsgroep deze rust kon worden ge handhaafd. Winnie Mandela, echtgenote van Nelson Mandela, die wegens „erroristische activi teit” levenslang is opgesloten op het be ruchte gevangeniseiland Robbeneiland, omklemt vermoeid de rand van de ge tuigenbank in een rechtszaal in Fordsburg, Johannesburg. De eigenlijke verdachte is haar zuster, die met medeweten van de autoriteiten, maar volgens de aanklacht zonder de vereiste verguuning, tien jaar bij haar heeft ingewoond, omdat Winnie Man dela een hartkwaal heeft en niet alleen kan zijn. Winnie Mandela is 36 jaar. Ze werd on langs met achttien anderen vrijgesproken na een beschuldiging van terroristische ac tiviteit. Haar verdediger Joel Carlson is 43 jaar, een vermoeide blanke, een van de weinge advocaten die zich metterdaad te- weerstelt tegen het onrecht dat in Zuid- Afrika in naam van de apartheidspolitiek wordt gedreven. In zijn kantoor wijst hij schouderophalend de kogelgaten aan, die na een avondlijke aanslag achterbleven. Thuis toont hij brandplekken van een benzinebom die op de vensterbank van zijn studeerkamer uiteen spatte. Hij deelt ook mede dat zijn auto met schoten hagel gron dig werd vernield. Tenslotte laat hij nog een foto zien: een bom in een boek ver borgen. Die kreeg hij onlangs met de post, maar het ding werkte niet. opgedeeld in acht verschillende volken, omdat het grootste van die volken dan nog net iets kleiner is dan het totaal van de blanke bevolking. Ter rechtvaardiging van zichzelf wak kert hij de verdeeldheid onder de Ban toe: aan, terwijl de zwarte leiders, van verder reikende betekenis dan Kaiser Ma- tanzima in Transkei, hebben gepoogd die eenheid juist te bevorderen. De geschriften en uitspraken van Nobel prijswinnaar Albert Loethoeli behoren tot de verboden literatuur, politieke leiders zoals Nelson Mandela en Robert Soboekwe komen in de gevangenis en elke beweging die streeft naar een wat menselijker stijl van samenleven voor Zuid-Afrika krijgt ogenblikkelijk het stempel van commu nisme opgedrukt. Desondanks kan geen enkele Zuidafri kaan voorbijgaan aan het fiasco van zijn uitsluitend voor blanken gereserveerde ar beidsprojecten. Dat is geen kwestie van bekwaamheid, maar van mankracht: Jo hannesburg heeft niet genoeg buschauf feurs, in de ziekenhuizen is een verpleeg- sters-tekort van dertig percent en zo zijn er meer voorbeelden te noemen. Minister van Arbeid Viljoen mag dan verzekeren dat blanken nooit een zwarte baas zullen krijgen, hoezeer het arbeids probleem ook dwingt, de economische rea liteit legt Zuid-Afrika althans nog een ze kere matiging op in zijn verlangen naar apartheid. Dat vloeit dus niet voort uit een vernieuwd moreel besef, doch uit het feit dat de behoefte aan expansie niet meer kan worden gevoed door werkkrachten uit eigen kring. Bijna vier miljoen blanken bezitten tezamen niet meer over voldoende capaciteiten om een economie voor een kleine twintig miljoen mensen op gang te houden. De „Sunday Times” in Johannesburg schreef: „Vakbekwaamheid is een met af gunst bewaakt voorrecht van vier miljoen blanken, terwijl de vijftien miljoen niet- blanken niets anders rest dan een voor raad te vormen van ongeschoolde arbeid, van verkwist potentieel”. De psychose van het kleurverschil der rassen heeft hem geleerd het eigen be lang voorop te stellen bij alles wat hij doet. Bovendien heeft z(jn hele opvoeding hem de veronderstelling gelaten dat slechts mensen van de tweede soort ge kleurd zijn. En misschien wel dat zjj ge kleurd ztfn, juist omdat zjj tot de tweede soort behoren. Joel Carlson: officieel waarnemer van de Internationale Commissie van Juristen in Genève, van het Internationaal Pers Instituut, lid van een Amerikaanse ju risten organisatie, waartoe ook de heren Nixon en Rogers behoren. VOLGENS DE jongste schattingen moe ten tegen het jaar 2000 in totaal 5.8 mil joen arbeidsplaatsen zijn geschapen in de thuislanden en hun grensgebieden, om zeventig percent van de bevolkingsaan was in de thuislanden aan werk te helpen. Dat is niet minder dan 71 maal het aan tal arbeidsplaatsen dat in de afgelopen tién jaar beschikbaar kwam. De massa van zwarte arbeidskrachten neemt momenteel oer jaar toe met 110.000 mensen, van wie 39 000 in thuislanden wonen. Het beeld van Zuid-Afrika dat uit deze opsommingen te voorschijn komt, mag niet tot optimisme voor de toekomst stemmen. Een jonge zwarte guerrilla-strijder zei: „De verklaring die ik afleg geldt voor mijn hele volk. Als wij willen weten wie onze vrienden zijn, dan volgen wij de resolu ties van de Verenigde Naties. Dan zou je geneigd zijn te denken dat de communis- titsche landen ons bijstaan, maar dat heeft geen invloed op onze politieke overtui ging”. ,,Wjj begrijpen soms niet wat de weste lijke landen bezielt: een man als Heath king konden brengen, natuurlijk met de blanken samenwerken, ook in de rege ring. Wij willen een land waar iedereen gelijk is, want we horen hier allemaal thuis, hetzij blank, zwart of kleurling. Ik ben me ervan bewust dat er zeer grote problemen zullen ontstaan. En de even tuele overgangsperiode zal vooral voor de blanke bevolking uiterst moeilijk zijn, moeilijker nog dan de strijd die daaraan vooraf zal gaan. Of wij nieuwe leiders hebben? Zoals elke goede regering hebben wij ook onze schaduwkabinetten. Door arrestatie worden wij nooit verrast. Iedereen weet immers dat je op een zekere dag verdwijnt en dan moet er iemand anders zijn. Hij zegt: „Deze actie tegen de zuster van Winnie Mandela, is er in weze op ge richt haar alsnog te straffen voor de vrij spraak. Zij maakt deel uit van voortgezette vervolging, die door de veiligheidspolitie is opgezet om de moraal van de familie Man dela te breken. (Vervolg verklaring Rita Anita Ndzan- ga: „Dezelfde man trok opnieuw aan mijn haar, rukte aan me en ik viel nog eens op de metalen gaspij p. Ze gooiden water op mijn gezicht. De man die aan mijn haar had getrokken, had zijn han den vol met mijn haar.”) Winnie Mandela: „Ik ben ervan over tuigd dat onze tijd zal komen. Wanneer? Dat weet ik niet maar we hopen dat het snel zal zijn. We hebben geen spijt van de tijd die we in voor-arrest hebben gezeten. Ik voel nu dat onze zaak niet verloren is. We gaan door, dit is een worsteling van het volk. Wat ze ook doen, het zal onze toewij- waartse beweging, kan hij worden wegge veegd uit zijn gebied van economische bruikbaarheid, om in een thuisland weg te rotten. Dit is een toestand die geen mo derne staat kan toelaten” Neville Curtus, de militaire president van de Nationale Unie van Zuidafrikaanse Studenten, heeft onlang' een aantal feiten opgesomd, die een ander licht werpen op Zuid-Afrika dan Nederland met zijn Transvaalbuurten en „Sarie Marais” door gaans voor .ogen krijgt. Dit zijn er enkele: Van de Afrikaanse bevolking heeft maar één-tiende schooldiploma’s. Q In 1969 werd aan de opvoeding voor blanken 1190 miljoen gulden uitgegeven; aan de opvoeding van zwarte mensen werd 72.5 miljoen ten grondslag gelegd. 0 Volgens schattingen leeft de helft van de Indische bevolkingsgroep in Natal beneden de armoe-grens. In Soweto 68 percent van de gezin nen „DE TERRORISTEN van dit land ver blijven niet in de gevangenissen. Zij zitten in het parlement, waar zij elke minuut van zwart leven in wetten vangen. Hoe lang moeten we doorgaan de gevangenissen te vullen en alle capabele mensen achter tra lies te laten zetten? Hoe kunnen we ooit de zwarte mensen vertellen dat ze zouden moeten staken? Ze hebben hun spionnen. Ze weten alles. Je kunt niets doen en je bent altijd onderwor pen aan de chantage met de passen. Zo’n controle-boek is immers een onderdruk- kingsmiddel. De zwarte mensen die met dit regime samenwerken zijn collabora teurs want zij werken tegen hun eigen volk.” „Voor de kleurlingen geldt eigenlijk precies hetzelfde. Wij behoren tot de mens heid, daar kan toch niemand aan twijfe len?”. (Vervolg verklaring George Mokwebo: „De rechercheur met de bril gaf de Afrikaanse thee-jongen opdracht om mijn handen boven mijn hoofd aan een rail vast te binden. Ze zeiden dat ik niet zou slapen en dat elk uur de stenen zou den worden weggehaald. Toen mijn han den gebonden waren werd ik weer ge stompt en majoor Swanepoel verscheen op het toneel en dreigde dat ik schuldig zou worden bevonden en veroordeeld tot vijftien jaar. De bakstenen werden elk uur weggehaald totdat ik met de punten van mijn schoenen de grond raakte.”) Winnie Mandela: „Hier in Zuid-Afrika vormen wij de vaste meerderheid. Wij zou den als wij die meerderheid tot uitdruk- Het is ietwat verbijsterend dat elders in de wereld ten opzichte van de situatie in Zuid-Afrika nog wordt gedacht in nu ances, terwjjl in het land zelf de stille oorlog al lang is uitgebroken. Het is 'vanwege de hongerende zwarte mensen, die 's avonds langs de huizen slui pen, die slapen in de openlucht in de miezerige wijk, overschaduwd door het moderne gebouw van de geheime politie, vanwege de onvoorstelbare hoeveelheid leed, die Zuid-Afrika vertegenwoordigt, vanwege de verregaande onzedelijkheid die zijn samenleving kenmerkt, dat naar mijn hoogst persoonlijke overtuiging, zwart geweld niet alleen onvermijdelijk, maar zelfs rechtvaardig is. Voor een chris telijke dialoog zal het helaas weleens te laat kunnen zijn. WINNIE MANDELA zegt: „De eerste vijf maanden van de zeventien maanden voorarrest, die aan het laatste proces vooraf gingen, heb ik in de dodencel op gesloten gezeten. Dat alleen is al genoeg om je gezondheid te vernielen. Ik ben zes dagen en nachten achtereen verhoord. Ik mocht vanwege mijn hartkwaal ten minste nog zitten”. (Citaat uit een officiële verklaring van mede-verdachte Rita Anita Ndzanga: „In de ondervragingskamer vroeg de vei ligheidspolitie wat mij ertoe had ge bracht in Johannesburg niets te zeggen. Ze haalden drie bakstenen te voorschijn en zeiden dat ik mijn schoenen moest uittrekken en op de stenen gaan staan.” Winnie Mandela: „Ze beloofden mij dat mijn man spoedig zou worden vrijgelaten als ik wilde meewerken. Zou onder meer De Zuidafrikaan is openlijk of ter sluiks vertrouwd gemaakt met de angst voor de dag dat de „zwarte vloed” hem zal overspoelen. Hij weet niet beter of „apartheid” is de enige effectieve bevei liging die daartegen kan worden opge bouwd. Het heeft dan ook weinig zin om de blaam voor de onderdrukking van de zwarte en kleurlingenbevolking uitsluitend toe te schrijven aan de dwalingen van de regering Malan, Strijdom, Verwoerd en Vorster. Zij borduren voort op het man daat dat zij van de kiezers krijgen Zij zijn exponenten van een diep geworteld en in algemene zin nog steeds aanvaard beginsel van de onaantastbare blanke su perioriteit, dat enigszins» liberaler gedach ten over de samenleving der rassen ge vaarlijk en verwerpelijk acht. (Vervolg verklaring Rita Agnita Ndzanga: „Ik weigerde op de bakstenen te gaan staan, een van de blanke veilig- heidspolities klom op een stoel en trok me aan mijn haar, liet me op de stenen vallen, ik viel neer en stootte tegen een gaspijp.”) WINNIE MANDELA: „Ik ben nog steeds wat ze hier noemen „verbannen”. Ik mag wel werken, maar ik woon een uur van de stad en dan kan ik niet op tijd terug zijn als het huisarrest begint. Ze willen alleen maar zien waar ik naar toe ga". „Iedereen die mij bezoekt wordt door de speciale afdeling ondervraagd: mijn zusters, mijn zwagers, mijn stiefkinderen. Mijn eigen kinderen zijn niet bij mij, want zij krijgen moeilijkheden op school. Ik kan mijn ouderlijke rechten niet uitoefenen omdat ik het schoolterrein niet mag betre den.” ■K W V.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 9