Beeld van apartheidsbeleid
stemt niet tot optimisme
IN ZUID-AFRIKA IS
DE STILLE OORLOG
AL UITGEBROKEN
Zuid-Afrika
II
Winnie Mandela
in
Politie spit in de tuin op
zoek naar bewijzen
Verdediger Carlson: „Er komt een dag dat ze mij óók pakken...”
„Mijn huis lijkt op een politiebureau”
■E" J
w* O
B
B
WOENSDAG 20 JANUARI 1971
9
Schattingen
Minister Bakker
Stempel
„Risico”
(Van onze reisredacteur)
Knuppelslagen
Kaarten
JOHANNESBURG „Mijn huis
lijkt voornamelijk op een politie-bu-
reau. Ik krijg voortdurend bezoek van
de politiemannen van de „speciale af
deling”. Dat gaat dag en nacht door.
Ik bewoon een huis in Soweto en
soms als ik ’s nachts mijn bed uitga
om buiten naar het toilet te gaan, dan
vind ik ze in de tuin”.
Dodencel
Geweld
(Van onze reisredacteur)
JOHANNESBURG. De bij tijden nogal verbijsterende bezetenheid
waarmee blanke Zuidafrikanen zich vastklampen aan de zegeningen van
de apartheidspolitiek laten weinig ruimte voor het zogenaamde genuan
ceerde denken dat goedwillende buitenlandse bewindslieden en onderne
mers van doorgaans Europese oorsprong om allerlei redenen met klem pro
pageren. De blanke Zuidafrikaan namelijk is, in doorsnee, een uiterst con
servatief denkend mens, wiens voorgeschiedenis heeft geleid tot een onmis
kenbare verstening van sociaal besef.
Spionnen
Kinderen
Straf voor vrijspraak
„Vrede en liefde”
w
!fw 'Ws
S
4?
Hl# VI
Mil V’
V
IjgM
Mi#
W
MS
Panorama van Johannesburg
WINNIE MANDELA
JOEL CARLSON
De politie komt dag en nacht aan huis en
spit zelfs de grond in de tuin om, op be
zoek naar bewijzen. Artsen die een medi
sche verklaring afgeven in verband met de
riekte van mevrouw Mandela worden later
De Zuidafrikaan vindt in zijn volslagen
unieke positie als witte bewoner van een
zwart werelddeel voldoende rechtvaardi
ging voor het gebruik van grove machts
middelen, die slecht passen bij het som
tijds benauwende puritanisme van zijn sa
menleving.
HIJ ZOEKT dan ook wanhopig naar ar
gumenten die dit beleid kunnen rechtvaar
digen. De Bantoes worden bijvoorbeeld
Xhosa’s, maar niet één zwarte voor alle
zwarten.”
steekt zijn ene hand uit in een bezwerend
gebaar tegen de apartheid en reikt de an
dere aan degenen die ons onderdrukken.
Wjj accepteren hulp van elk vriendschap
pelijk gezind volk: óók van de commu
nisten, want we willen als mensen behan
deld worden”.
„IK KAN NIET zeggen hoe groot de be
weging tegen de regering is. Maar ik ver
moed dat zij groter is dan de regering
denkt en veel machtiger dan zij veronder
stelt."
Het gemiddelde inkomen van een
niet-blanke is 35 gulden per maand, van
een blanke 470 gulden. De verschillen ne
men nog steeds toe.
Elke 35 minuten sterft een kleurlin
genkind aan ondervoeding. In diezelfde
tijd sterven ook twee zwarte kinderen. In
een typisch thuisland sterft de helft van
de kinderen voordat zij vijf jaar oud zijn.
S Elke dag worden meer dan 2000 Afri-
karen gearresteerd wegens overtreding
van de passen-wetten. De toeneming van
de misdaad is schrikbarend. Bijna vijftig
percent van de doodstraffen in de wereld,
althans de officieel geregeistreerde, wordt
•n Zuid-Afrika ten uit voer gelegd.
De politiemacht is gegroeid van 20.588
man in 1948 tot 34.437 in 1969.
ELDERS WORDT nog een ander aspect
van deze kwestie aangeduid: „het ont
wikkelen van de Afrikanen, hem te leren
zijn positie te verbeteren, kan een groot
risico zijn voor een werkgever, want juist
als zijn arbeider gereed is voor een op
een radio-rede moeten houden tegen de
communisten en de vrijheidsstrijders, die
zij terroristen noemden. In de loop van de
zes dagen en zes nachten ondervraging
hebben zij in totaal twaalf verhoor-teams
gebruikt. Ik kreeg oedeem, blauwe nagels
enzovoorts.
De omstandigheden in de gevangenis
waren slecht, dat is niet in woorden te
zeggen. Het was een zeer ruwe beproeving
van je idealen. Het voedsel zou door var
kens nog niet worden opgegeten. Als bewa
kers hadden we blanke vrouwen. Nou,
daar in die gevangenis was géén apartheid.
Zij droegen zelfs nog de latrine-tonnen
naar buiten omdat zij het zwarte personeel
niet vertrouwden. Zoiets is wel het laat
ste wat een blanke vrouw voor me zou
willen doen.
door de politie geïntimideerd en er wordt
gezegd dat hun praktijk zal verlopen als
het weer gebeurt. De taxichauffeurs, die
mevrouw Mandela en haar zuster vervoe
ren, worden bedreigd met verlies van hun
vergunning”.
Winnie Mandela is onder huisarrest ge
plaatst, na haar vrijspraak. De autoritei
ten behoeven daarvoor geen reden op te
geven. Tussen ’s avonds zes uur en 's mor
gens zes uur mag zij met niemand con
tact hebben. Overdag zou ze kunnen wer
ken. Maar zij heeft geen baan. Zodra even
tuele werkgevers horen wie zij is, zien zij
er van af mevrouw Mandela, die sociale
wetenschappen heeft gestudeerd, in dienst
te nemen: ze vrezen intimidatie, moeilijk
heden, verlies van klanten en vergunnin
gen.
De blanke in Zuid-Afrika heeft zich se
dert Van Riebeeck voet aan wal zette altijd
bevonden in een superieure maatschap
pelijke positie. Hij heeft hard moeten wer
ken dat wel, maar hij heeft bijvoorbeeld
nooit het sociale louteringsproces van een
industriële revolutie doorgemaakt. In zijn
maatschappij-opvatting, in zijn theologie
en in andere aspecten die te maken heb
ben met de ontwikkeling van een per
soonlijkheidsstructuur is hij enige tien-
iallen jaren achtergebleven in vergelijking
met degenen van elders in de wereld, ook
gezegend met een blank vel, voor wie
apartheid een struikelblok vormt in de
verstandhouding.
„Voordat wij tot de conclusie kwamen
dat we op de weg naar geweld werden ge
dwongen, geloofden we in geweldloosheid,
in protesten en stakingen als middel. Daar
na werd Zuid-Afrika een politie-staat.”
(Officiële verklaring van George Mok-
webo, medebeschuldigde van Winnie
Mandela: „Een oudere politieman paste
zijn karate taktiek op mij toe door mij
tegen mijn rug te schoppen, in mijn maag
en tegen mijn kaken. Ik werd ook tame
lijk lang in mijn maag gestompt tot ik
naar adem hapte. Ze geloofden of aan-
vaardden niet wat ik vertelde. Ze ver
langden dat ik zou vertellen over het
„African National Congress” en andere
mensen die mij onbekend waren
Winnie Mandela: „Onze vakverenigingen
werden onwettig verklaard, stakingen wa
ren onwettig en we mochten alleen door
de regering geëntameerde bijeenkomsten
bijwonen. En dan alleen een Zoeloe spre
ken voor de Zoeloes, een Xhosa voor de
LATER VERTELT Joel Calson dat Win
nie Mandela vele dagen heeft moeten door
brengen bij de speciale afdeling van de
politie om al die schrijvers te identificeren.
Opdat ze maar geen contact zal hebben met
verboden organisaties. Hij is eigenlijk met
al diekaart en niet zo blij, omdat zij mis
bruikt worden.
„Er komt een dag”, zegt hij „dat ze mij
ook pakken. Ze zullen wel een methode be
denken en voorlopig kunnen ze mij dan
opbergen Dan zullen ze mij ondervragen,
martelen, zoals zij dat ook andere mensen
hebben gedaan. En dan praat tenslotte
iedereen, want niemand is in staat om
zich daartegen te verzetten.
Zuid-Afrika is een politie-staat. Mijn
kantoor daar wordt alles afgeluisterd.
In mijn huis is het al niet anders. Ik weet
niet eens zeker of mijn auto nog wel vei
lig is. Ik leef zo langzamerhand met het
idee dat elke keer dat hij bij het starten
niet ontploft, meegenomen is.”
ding niet verminderen. Wat er op het ogen
blik gebeurt is dat ze bij de zwarte mensen
alle vertrouwen in blanken vernielen. En
tenslotte kom je dan tot de conclusie dat
je gewoon geen andere mogelijkheid hebt
dan een strijd met de wapens om je doel
te bereiken. Ik zal alles doen om mijn kin
deren het bestaan te besparen wat ik heb.
Daar geef ik mijn leven voor als dat moet”.
(Vervolg verklaring Rita Anita Ndzan-
ga: „Hij waste zijn handen in een fon
teintje. Ik slaagde erin op te staan en
toen zeiden ze „op de stenen”. Ik stond
op de stenen en ze sloegen me weer
toen ik erop stond. Ik viel. Ze gooiden
opnieuw water over mij heen. Ik was erg
moe, ik kon deze behandeling niet langer
verdragen.”)
Winnie Mandela: „Ik ben een prinses van
de Tambu’s, maar dat betekent niet veel
en als we het zouden gebruiken dan zou dit
verdeeldheid onder de diverse ethnische
groepen kunnen brengen. En daar wordt
dan gebruik van gemaakt. Ze scheiden ons
ook al in de „Townships” waar we wonen
om de stamgeschillen aan te wakkeren.”
(Officiële verklaring van David D.
Tsotetsi, medebeklaagde van Winnie
Mandela: „Ik kreeg weer bevel op de
stenen te gaan staan. Een Afrikaanse po
litieman sloeg mij op de knieën met een
sjambok (knuppel) waarvan het cylin-
drische midden met dik ijzerdraad was
omwikkeld. Deze Afrikaanse politieman
ging door met mij op de knieën en tenen
te slaan. De blanke politieman stompte
mij op de kaken en paste karate toe op
mijn nek en lichaam. De banke politie
man nam ook de sjambok ter hand en
raakte mij op de geslachtsorganen
De gebrilde politieman (blank) zei: „Kaf
fer, jou lewe werd niks, jij sal dood
gaan.”)
Winnie Mandela: „Ik krijg altijd erg
veel kerstkaarten ook uit Nederland. Ho
pelijk ontvangen ze de mijne ook, maar
dank hen in elk geval. Want er is niets zo
goed als te weten dat je niet alleen staat.”
WANNEER de Nederlandse vice-pre
mier Bakker geljjk zou hebben in zijn be
wering dat de Zuidafrikaanse regering wel
wat progressiever zou willen zijn maar
door de omstandigheden wordt gedwongen
zich te matigen bjj het gladstrijken van
de maatschappelijke oneffenheden, zou er
in de Zuidafrikaanse alledaagsheid van
een positieve invloed veel meer merkbaar
moeten zijn.
Dit nu, is geenszins het geval: het Zuid-
Afrika dat een (niet tevoren maar officieel
geblinddoekte) bezoeker uit het dagelijks
leven tegemoet treedt is gespleten, hard,
onrechtvaardig en onbewogen.
DEZE UITSPRAAK toont overduidelijk
hoezeer de begrippen blank, onderdruk
king, onmenselijkheid en anti-communis-
me in vele zwarte breinen door elkaar zijn
gaan lopen. En het is zonder meer triest
dat Zuid-Afrika met zijn blanken, kleur
lingen en zwarte bevolkingsgroepen, die
ieder evenveel historisch recht bezitten
op permanent verblijf, regelrecht af ste
vent op het exacte tegendeel van wat on
derminister Koornhof noemde: „Een maat
schappij waarin vrede en liefde leven”.
Het is een politiestaat, waarin aan een
goeddeels in stilte opererend apparaat be
voegdheden z<jn toegekend die verre uit
gaan boven wat naar algemene normen in
een rechtsstaat, die ook rechtsverzekering
behoort te geven, toelaatbaar kan zijn.
En wanneer dan ook de Zuidafrikanen
elke verwijzing naar de toenemende radi
calisering van de verhoudingen tussen
blank en zwart wegvegen met de mede
deling dat er tenslotte twintig jaar rust
heeft geheerst, terwijl elders steeds meer
onrust aan de dag trad, aan gaan zij voor
bij aan het antwoord op de vraag met wel
ken middelen en ten koste van welke be
volkingsgroep deze rust kon worden ge
handhaafd.
Winnie Mandela, echtgenote van Nelson
Mandela, die wegens „erroristische activi
teit” levenslang is opgesloten op het be
ruchte gevangeniseiland Robbeneiland,
omklemt vermoeid de rand van de ge
tuigenbank in een rechtszaal in Fordsburg,
Johannesburg. De eigenlijke verdachte is
haar zuster, die met medeweten van de
autoriteiten, maar volgens de aanklacht
zonder de vereiste verguuning, tien jaar bij
haar heeft ingewoond, omdat Winnie Man
dela een hartkwaal heeft en niet alleen
kan zijn.
Winnie Mandela is 36 jaar. Ze werd on
langs met achttien anderen vrijgesproken
na een beschuldiging van terroristische ac
tiviteit. Haar verdediger Joel Carlson is
43 jaar, een vermoeide blanke, een van de
weinge advocaten die zich metterdaad te-
weerstelt tegen het onrecht dat in Zuid-
Afrika in naam van de apartheidspolitiek
wordt gedreven. In zijn kantoor wijst hij
schouderophalend de kogelgaten aan, die
na een avondlijke aanslag achterbleven.
Thuis toont hij brandplekken van een
benzinebom die op de vensterbank van zijn
studeerkamer uiteen spatte. Hij deelt ook
mede dat zijn auto met schoten hagel gron
dig werd vernield. Tenslotte laat hij nog
een foto zien: een bom in een boek ver
borgen. Die kreeg hij onlangs met de post,
maar het ding werkte niet.
opgedeeld in acht verschillende volken,
omdat het grootste van die volken dan nog
net iets kleiner is dan het totaal van de
blanke bevolking.
Ter rechtvaardiging van zichzelf wak
kert hij de verdeeldheid onder de Ban
toe: aan, terwijl de zwarte leiders, van
verder reikende betekenis dan Kaiser Ma-
tanzima in Transkei, hebben gepoogd die
eenheid juist te bevorderen.
De geschriften en uitspraken van Nobel
prijswinnaar Albert Loethoeli behoren tot
de verboden literatuur, politieke leiders
zoals Nelson Mandela en Robert Soboekwe
komen in de gevangenis en elke beweging
die streeft naar een wat menselijker stijl
van samenleven voor Zuid-Afrika krijgt
ogenblikkelijk het stempel van commu
nisme opgedrukt.
Desondanks kan geen enkele Zuidafri
kaan voorbijgaan aan het fiasco van zijn
uitsluitend voor blanken gereserveerde ar
beidsprojecten. Dat is geen kwestie van
bekwaamheid, maar van mankracht: Jo
hannesburg heeft niet genoeg buschauf
feurs, in de ziekenhuizen is een verpleeg-
sters-tekort van dertig percent en zo zijn
er meer voorbeelden te noemen.
Minister van Arbeid Viljoen mag dan
verzekeren dat blanken nooit een zwarte
baas zullen krijgen, hoezeer het arbeids
probleem ook dwingt, de economische rea
liteit legt Zuid-Afrika althans nog een ze
kere matiging op in zijn verlangen naar
apartheid. Dat vloeit dus niet voort uit een
vernieuwd moreel besef, doch uit het feit
dat de behoefte aan expansie niet meer
kan worden gevoed door werkkrachten uit
eigen kring. Bijna vier miljoen blanken
bezitten tezamen niet meer over voldoende
capaciteiten om een economie voor een
kleine twintig miljoen mensen op gang te
houden.
De „Sunday Times” in Johannesburg
schreef: „Vakbekwaamheid is een met af
gunst bewaakt voorrecht van vier miljoen
blanken, terwijl de vijftien miljoen niet-
blanken niets anders rest dan een voor
raad te vormen van ongeschoolde arbeid,
van verkwist potentieel”.
De psychose van het kleurverschil der
rassen heeft hem geleerd het eigen be
lang voorop te stellen bij alles wat hij
doet. Bovendien heeft z(jn hele opvoeding
hem de veronderstelling gelaten dat
slechts mensen van de tweede soort ge
kleurd zijn. En misschien wel dat zjj ge
kleurd ztfn, juist omdat zjj tot de tweede
soort behoren.
Joel Carlson: officieel waarnemer van
de Internationale Commissie van Juristen
in Genève, van het Internationaal Pers
Instituut, lid van een Amerikaanse ju
risten organisatie, waartoe ook de heren
Nixon en Rogers behoren.
VOLGENS DE jongste schattingen moe
ten tegen het jaar 2000 in totaal 5.8 mil
joen arbeidsplaatsen zijn geschapen in de
thuislanden en hun grensgebieden, om
zeventig percent van de bevolkingsaan
was in de thuislanden aan werk te helpen.
Dat is niet minder dan 71 maal het aan
tal arbeidsplaatsen dat in de afgelopen
tién jaar beschikbaar kwam. De massa van
zwarte arbeidskrachten neemt momenteel
oer jaar toe met 110.000 mensen, van wie
39 000 in thuislanden wonen.
Het beeld van Zuid-Afrika dat uit deze
opsommingen te voorschijn komt, mag niet
tot optimisme voor de toekomst stemmen.
Een jonge zwarte guerrilla-strijder zei:
„De verklaring die ik afleg geldt voor mijn
hele volk. Als wij willen weten wie onze
vrienden zijn, dan volgen wij de resolu
ties van de Verenigde Naties. Dan zou je
geneigd zijn te denken dat de communis-
titsche landen ons bijstaan, maar dat heeft
geen invloed op onze politieke overtui
ging”.
,,Wjj begrijpen soms niet wat de weste
lijke landen bezielt: een man als Heath
king konden brengen, natuurlijk met de
blanken samenwerken, ook in de rege
ring. Wij willen een land waar iedereen
gelijk is, want we horen hier allemaal
thuis, hetzij blank, zwart of kleurling.
Ik ben me ervan bewust dat er zeer grote
problemen zullen ontstaan. En de even
tuele overgangsperiode zal vooral voor de
blanke bevolking uiterst moeilijk zijn,
moeilijker nog dan de strijd die daaraan
vooraf zal gaan.
Of wij nieuwe leiders hebben? Zoals
elke goede regering hebben wij ook onze
schaduwkabinetten. Door arrestatie worden
wij nooit verrast. Iedereen weet immers
dat je op een zekere dag verdwijnt en dan
moet er iemand anders zijn.
Hij zegt: „Deze actie tegen de zuster
van Winnie Mandela, is er in weze op ge
richt haar alsnog te straffen voor de vrij
spraak. Zij maakt deel uit van voortgezette
vervolging, die door de veiligheidspolitie is
opgezet om de moraal van de familie Man
dela te breken.
(Vervolg verklaring Rita Anita Ndzan-
ga: „Dezelfde man trok opnieuw aan
mijn haar, rukte aan me en ik viel nog
eens op de metalen gaspij p. Ze gooiden
water op mijn gezicht. De man die aan
mijn haar had getrokken, had zijn han
den vol met mijn haar.”)
Winnie Mandela: „Ik ben ervan over
tuigd dat onze tijd zal komen. Wanneer?
Dat weet ik niet maar we hopen dat het
snel zal zijn. We hebben geen spijt van de
tijd die we in voor-arrest hebben gezeten.
Ik voel nu dat onze zaak niet verloren is.
We gaan door, dit is een worsteling van het
volk. Wat ze ook doen, het zal onze toewij-
waartse beweging, kan hij worden wegge
veegd uit zijn gebied van economische
bruikbaarheid, om in een thuisland weg te
rotten. Dit is een toestand die geen mo
derne staat kan toelaten”
Neville Curtus, de militaire president
van de Nationale Unie van Zuidafrikaanse
Studenten, heeft onlang' een aantal feiten
opgesomd, die een ander licht werpen op
Zuid-Afrika dan Nederland met zijn
Transvaalbuurten en „Sarie Marais” door
gaans voor .ogen krijgt.
Dit zijn er enkele:
Van de Afrikaanse bevolking heeft
maar één-tiende schooldiploma’s.
Q In 1969 werd aan de opvoeding voor
blanken 1190 miljoen gulden uitgegeven;
aan de opvoeding van zwarte mensen werd
72.5 miljoen ten grondslag gelegd.
0 Volgens schattingen leeft de helft
van de Indische bevolkingsgroep in Natal
beneden de armoe-grens.
In Soweto 68 percent van de gezin
nen
„DE TERRORISTEN van dit land ver
blijven niet in de gevangenissen. Zij zitten
in het parlement, waar zij elke minuut van
zwart leven in wetten vangen. Hoe lang
moeten we doorgaan de gevangenissen te
vullen en alle capabele mensen achter tra
lies te laten zetten?
Hoe kunnen we ooit de zwarte mensen
vertellen dat ze zouden moeten staken? Ze
hebben hun spionnen. Ze weten alles. Je
kunt niets doen en je bent altijd onderwor
pen aan de chantage met de passen. Zo’n
controle-boek is immers een onderdruk-
kingsmiddel. De zwarte mensen die met
dit regime samenwerken zijn collabora
teurs want zij werken tegen hun eigen
volk.”
„Voor de kleurlingen geldt eigenlijk
precies hetzelfde. Wij behoren tot de mens
heid, daar kan toch niemand aan twijfe
len?”.
(Vervolg verklaring George Mokwebo:
„De rechercheur met de bril gaf de
Afrikaanse thee-jongen opdracht om
mijn handen boven mijn hoofd aan een
rail vast te binden. Ze zeiden dat ik niet
zou slapen en dat elk uur de stenen zou
den worden weggehaald. Toen mijn han
den gebonden waren werd ik weer ge
stompt en majoor Swanepoel verscheen
op het toneel en dreigde dat ik schuldig
zou worden bevonden en veroordeeld tot
vijftien jaar. De bakstenen werden elk
uur weggehaald totdat ik met de punten
van mijn schoenen de grond raakte.”)
Winnie Mandela: „Hier in Zuid-Afrika
vormen wij de vaste meerderheid. Wij zou
den als wij die meerderheid tot uitdruk-
Het is ietwat verbijsterend dat elders
in de wereld ten opzichte van de situatie
in Zuid-Afrika nog wordt gedacht in nu
ances, terwjjl in het land zelf de stille
oorlog al lang is uitgebroken.
Het is 'vanwege de hongerende zwarte
mensen, die 's avonds langs de huizen slui
pen, die slapen in de openlucht in de
miezerige wijk, overschaduwd door het
moderne gebouw van de geheime politie,
vanwege de onvoorstelbare hoeveelheid
leed, die Zuid-Afrika vertegenwoordigt,
vanwege de verregaande onzedelijkheid
die zijn samenleving kenmerkt, dat naar
mijn hoogst persoonlijke overtuiging,
zwart geweld niet alleen onvermijdelijk,
maar zelfs rechtvaardig is. Voor een chris
telijke dialoog zal het helaas weleens te
laat kunnen zijn.
WINNIE MANDELA zegt: „De eerste vijf
maanden van de zeventien maanden
voorarrest, die aan het laatste proces
vooraf gingen, heb ik in de dodencel op
gesloten gezeten. Dat alleen is al genoeg
om je gezondheid te vernielen. Ik ben
zes dagen en nachten achtereen verhoord.
Ik mocht vanwege mijn hartkwaal ten
minste nog zitten”.
(Citaat uit een officiële verklaring van
mede-verdachte Rita Anita Ndzanga:
„In de ondervragingskamer vroeg de vei
ligheidspolitie wat mij ertoe had ge
bracht in Johannesburg niets te zeggen.
Ze haalden drie bakstenen te voorschijn
en zeiden dat ik mijn schoenen moest
uittrekken en op de stenen gaan staan.”
Winnie Mandela: „Ze beloofden mij dat
mijn man spoedig zou worden vrijgelaten
als ik wilde meewerken. Zou onder meer
De Zuidafrikaan is openlijk of ter
sluiks vertrouwd gemaakt met de angst
voor de dag dat de „zwarte vloed” hem
zal overspoelen. Hij weet niet beter of
„apartheid” is de enige effectieve bevei
liging die daartegen kan worden opge
bouwd.
Het heeft dan ook weinig zin om de
blaam voor de onderdrukking van de
zwarte en kleurlingenbevolking uitsluitend
toe te schrijven aan de dwalingen van de
regering Malan, Strijdom, Verwoerd en
Vorster. Zij borduren voort op het man
daat dat zij van de kiezers krijgen Zij
zijn exponenten van een diep geworteld
en in algemene zin nog steeds aanvaard
beginsel van de onaantastbare blanke su
perioriteit, dat enigszins» liberaler gedach
ten over de samenleving der rassen ge
vaarlijk en verwerpelijk acht.
(Vervolg verklaring Rita Agnita
Ndzanga: „Ik weigerde op de bakstenen
te gaan staan, een van de blanke veilig-
heidspolities klom op een stoel en trok
me aan mijn haar, liet me op de stenen
vallen, ik viel neer en stootte tegen een
gaspijp.”)
WINNIE MANDELA: „Ik ben nog
steeds wat ze hier noemen „verbannen”.
Ik mag wel werken, maar ik woon een
uur van de stad en dan kan ik niet op
tijd terug zijn als het huisarrest begint.
Ze willen alleen maar zien waar ik naar
toe ga".
„Iedereen die mij bezoekt wordt door
de speciale afdeling ondervraagd: mijn
zusters, mijn zwagers, mijn stiefkinderen.
Mijn eigen kinderen zijn niet bij mij, want
zij krijgen moeilijkheden op school. Ik kan
mijn ouderlijke rechten niet uitoefenen
omdat ik het schoolterrein niet mag betre
den.”
■K W
V.