Line van Dijk, directrice van de BERNLEF OVER LITTERATUUR Wetenschappelijke Uitgeverij MENSEN DENKEN DE ANTI-EROTIEK VAN ARETINO OMZIEN IN VERWONDERING Herinneringen van Annie Romein-Verschoor B VOORUITSTREVEND” „NOG ZO WEINIG Irfl i Joodse humor van Salcia Landmann i =a:WIJ ONTVINGER boekenboeken Jeugd zonder tederheid Besliste keuze Interesse Te belerend Gedeeld leven Vooruitstrevend DONDERDAG 21 JANUARI 1971 16 E I j ERWONDERING is een kinderlijke eigenschap, je moet er onbe- 11 vangen voor zijn. Wie nieuwe dingen onmiddellijk opvangt in een V bepaald systeem, kijkt maar op één manier, vanuit één standpunt. Wie verwonderd kan kijken, kent geen systeem. Met deze kinderblik heeft Annie Romein-Verschoor geprobeerd haar leven te bekijken en die dis tantie, die bereidheid om allerlei gebeurtenissen, belevenissen, mensen van allerlei kanten te zien heeft heel veel ironische, voortreffelijk ge schreven passages in het boek opgeleverd. Beschrijvingen van hoogleraren uit haar studietijd, van vrienden van haar man zijn erg amusant om te lezen en interessant bovendien omdat ze informatie verschaffen over mensen die in hun tijd zo belangrijk zijn geweest. i I 1 I J. BERNLEF LINE VAN DIJK ANNEKE VAN LUXEMBURG R. AGTERAN. i verhaal. een HET SPECTRUM- Foto's Hugo ANNEKE VAN LUXEMBURG Omzien in verwondering door Annie Romein-Verschoor. Uitgave De Ar beiderspers, Amsterdam. o r e s z V r i c tl 71 71 t en wetenschappelijke werken staan aan band op de planken. Benlef schrijft heel leesbaar en for muleert concreet, maar zijn uitgangs punt voert hem wel heel gemakkelijk tot waardering voor figuren als Cana da’s intellectueel Mc Luhan op wie vanuit andere principes heel veel te zeggen zou zijn. Bernlef is te veel verblind door zijn eigen visie. boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboeken! boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl „Niet zo verwonderlijk, wanneer men zich realiseert, dat het grootste gedeel te van deze humoristische verzameling erfgoed is van een geestesgesteldheid, een mensengroep, waaraan voorgoed het zwijgen is opgelegd, ondergegaan als zij is in een weergaloos barbaren dom”. „Joods gelach” moet het meer omzichtigheid behandeld worden, dan het doorsnee-moppenboek. ANNE BRANDENBURG Wat het bijeenbrengen van welke elementen dan ook toch weer een nieuw verband schept en daarmee een nieuwe ordening teweeg brengt, die dus weer verblinding tot gevolg moet hebben, als zij systematisch wordt toegepast, dat ziet Bernlef wel, maar dat interesseert hem niet. Alle goeds komt voort uit de nieuwe chaos. als qua boekvorm, zijn typerend voor Line van Dijks interesse en litteratuur. Novelles, romans, platenboeken zusterlijk band Leesplezier overbrengen beschouwt Bernlef als zijn eerste opdracht, maar voordat hij daaraan begint zet hij eerst zijn literaire principes uiteen. Vi sie op de werkelijkheid hebben is voor Bernlef pretentieus, een kwestie van verblind zijn, omdat „de” werkelijk heid niet bestaat en de dingen door een visie erop alleen maar beperkt kunnen worden in hun verschijnings- mogelijkheid. Hij heeft daarom voor keur voor de poëzie van K. Schippers die zich over alle verschijnselen ver baast. Bernlef beschouwt poëzie als „het bijeenbrengen van twee in de ge reglementeerde hersenvakjes uit el kaar liggende gebieden, het vertalen van het bekende in het onbekende” Alle poëzie die voortkomt uit een be paalde werkelijkheidsopvatting be schouwt Bernlef als romantiek, essen tieel voor poëzie is de ontmanteling van vaste kaders in de werkelijkheid. Losse flodders uit het dagelijks leven kunnen daarvoor aanleiding zijn. vinden. We geven slechts kleine opla gen uit. Het is enorm veel werk en de kosten zijn «hoog. Ik moet er dikwijls auteurs uit het buitenland voor aan trekken. Aangezien we de tering naar de nering moeten zetten, kunnen we ons niet veel verlies permitteren.” Ze laat een paar boeken zien. In trigerende titels als „De besturing van het menselijke gedrag”, „De on voorziene generatie”, „Meedenken met de technologie”, nopen in ieder geval tot doorbladeren. De makkelijk leesbare, ongecompliceerde stijl maakt zelfs de moeilijke vraagstukken rond de toekomstige problematiek van de mensheid (luchtverontreiniging, be volkingstoename, kommunikatiemoge- lijkheden) begrijpelijk en „licht ver teerbaar.” basis heeft. Ik ben er maanden mee bezig. Over het manuscript zelf, praat ik niet eens meer. Want dat komt altijd net op het nippertje, een wed loop met de tijd, hoor.” Ze vindt het uitgeversvak beslist niet een zaak van mannen alleen. „Ik ■heb ook nimmer het gevoel gehad, dat men mij niet accepteerde. Persoon lijk ben ik erg tevreden met het werk, dat ik doe. Natuurlijk ben ik bijna dag en nacht bezig, maar op zijn tijd trek ik er ook rustig tussenuit. En dan lees ik het liefst een simpel defectief je.” boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl UITGEVERIJ L. J. C. BOUCHER- DEN HAAG. Michael Bakoenin: „Ma nifesten”, Over Anarchisme, staat en diktatuur, samengesteld en ingeleid door Arthur Lehning, de sociaal-histo- ricus, die zich vele jaren theoretisch en praktisch bezig heeft gehouden met de ideeën en bewegingen, die met de naam van Bakoenin verbonden zijn. UITGEVERIJ W. VAN HOEVE- DEN HAAG. Pim Hofdorp: „Dwalend door Delft”, een topografisch politie- heeft Annie Verschoor lang nagedacht of ze wel geschikt was voor het huwe lijk. DE HERINNERINGEN hebben tot dit moment recht op de titel. Annie Verschoor zelf was tot die tijd beschik baar voor zichzelf en eiste dat ook op. Er werd „verwonderd” geleefd en zo is er over geschreven. Het is daarom een litteraire ervaring te lezen hoe ze als kind met een van nature kritische aanleg reageert op haar moeder die door twee trekken gekarakteriseerd wordt. Door „het conformisme van de strevende kleinburger”, de kinderen wisten al heel jong met wie ze wel en met wie ze niet behoorden om te gaan, „standophouden was een cate chismus op zichzelf”, maar vooral door de hevigheid van dit streven die paranoid moet zijn geweest. Daardoor vooral wordt die kritische houding, dat „fundament van nuchter wantrou wen in de wereld en het leven” ver sterkt, omdat thuis altijd elk gedrag verantwoord moet worden. Er is daar geen geborgenheid. „Het was duidelijk dat zij haar uiterste best deed „een beste „brave” moeder voor ons te zijn, maar ik kan me niet herinneren dat ik bij haar op schoot zat of troost bij haar zocht”. Op de kinderlijke aangelegenheden wordt met hoon ge reageerd: een terugval in onzindelijk heid, aanvallen van malaria later in Indië, een eerste vriendje, allemaal belangrijke situaties in een jeugd, staan weerloos bloot aan de moeder lijke hoon. Met uitstekend gedoseerde aandacht voor het sprekende detail vertelt An nie Romein vol ironische distantie over deze jeugd zonder tederheid. IK VIND HET ERG JAMMER dat de verwonderde blik niet met dezelfde intensiteit naar het leven van de in middels getrouwde vrouw heeft ge keken. Het zou erg belangrijk geweest zijn te weten hoe Annie Verschoor rea geerde tijdens een weliswaar bewust gekozen leven dat talenten aan de ver waarlozing overliet, die om cultive ring vroegen. Maar, ik kan me dat voorstellen, zover is mevrouw Romein niet gegaan. Vanaf het moment van haar huwelijk was die status in het leven een uitgangspunt dat niet meer ter discussie stond. Wel kon nog wor- In „Een nawoordje toe” geeft Cou tinho een verantwoording van zijn keuze. Hij verzet zich mijns inziens op zeer goede gronden tegen veel wat Salcia Landmann in haar werk heeft opgenomen, aangezien vele mop pen zijn verontwaardiging oproepen. Tal van „Witzen”, die als typisch Joods in omloop zijn gebracht, stammen na melijk uit antisemitische bron. Deze heeft Coutinho in de vertaling bewust niet vermeld. Het werk aan het boekje „Joods gelach” stemde hem weemoedig. J. Bernlef verzamelde in „Wie A zegt” een aantal opstellen uit „De Gids” over algemeen literaire onder werpen, Nederlandse en buitenlandse dichters en prozaschrijvers (Barbarber- boek, Querido). NV GEBR. ZOMER KEUNINGS WAGENINGEN. Ursula Kühnemann: „Gezellige Kinderfeestjes”, voor ver jaardagen en andere gelegenheden. UITGEVERIJ VAN DTSHOECK NV Fibula-reeks: „Stapvoets Voorwaarts”. Sociale Geschióienis van Nederland in de 19e eeuw, door Prof. dr. I. J. Brug mans. UITGEVERSMIJ J. H. KOK NV- KAMPEN. J. B. Keuter: „De Vere nigde Naties - Jij hoort erbij” Deze uitgave is tot stand gekomen in sa-> menwerking met de Voorlichtingsdienst voor de Verenigde Naties te Den Haag en The United Nations Office for Pu blic Information in New York. UITGEVERSGROEP COMBO - BAARN. „Atlas bij de Biologie” in twee delen. Het eerste is verschenen, het tweede zal omstreeks het einde van dit jaar volgen. De auteurs -ijn: Günter Vogel en Hartmut Angermann de Nederlandse vertaling en bewer king is van Dr. J. C. van der Steen, met medewerirwa van drs M. J.M E. Groensmit en G. Th. van Kempen. De twee delen geven een overzicht over het gehele gebied van de biologie; niet alleen een inleiding maar ook gegevens op wetenschappeliik niveau. Deel I verstrekt voornamelijk gege vens van beschrijvende en analytische aard; Deel II draagt meer een ver klarend en synthetisch karakter. De linker bladzijden geven alleen afbeel dingen, de rechter alleen tekst, die in nauwe relatie met elkaar staan, zij vullen elkaar als het ware aan. „Ik moet gewoon veel lezen, hetgeen niet betekent, dat ik veel voor mijn plezier, mijn ontspanning kan lezen.” Line van Dijk is bijzonder geïnteres seerd in de ontwikkeling van de he dendaagse maatschappij. Tot haar voorkeur-litteratuur behoren dan ook boeken die bepaalde op de toekomst gerichte vraagstukken als onderwerp hebben. „De problemen van nu zijn de basis voor de problematiek van mor gen. En daarover wil ik zo veel mo gelijk geïnformeerd raken. Hoe zijn de technieken straks weer verbeterd, de ontwikkeling op technologisch gebied. Daar interesseer ik me dus bijzonder voor. Maar er valt nog bitter weinig leesbare lectuur over te vinden.” „Het lijkt wel alsof er in deze jaren een onoverbrugbare kloof ontstaan is tussen de lezende generaties. Ik merk dat juist het jonge publiek behoefte heeft een wetenschappelijk (populaire en semi-wetenschappelijke) voorlich ting. De op handen zijnde vraagstuk ken, eigentijdse problematiek, kennis van het menselijke gedrag, bestude ring van de kosmos, etc. etc. worden nauwelijks belicht. Goede voorlichting en informatie ontbreken op elk gebied. Toch zijn er ook in Nederland mensen, die zich al jaren met de maatschappe lijke ontwikkeling, bijvoorbeeld van de toekomstige maatschappij bezighou den, maar niemand praat, niemand vraagt.” Toch schijnt er voldoende geschre ven te zijn. Vooral in het buitenland beschikt men over verschillende ma nuscripten, geschreven naar aanleiding van de jongste onderzoekingen op de meest uiteenlopende gebieden. „Het zijn juist de jonge mensen die naar lectuur van nieuwe onderwerpen ver langen. Waar dit aan ligt? Ik geloof dus, dat zij veel kritischer ingesteld zijn. Ze weten veel, ze lezen de kran ten, ze lezen over nieuwe onderzoe kingen op elk gebied, ze willen dan later ook de resultaten en het liefst nog de beschrijvingen erbij zien.” Met de Pantoskoop-serie probeert Line van Dijk enigszins in een be hoefte te voorzien. Een minimale voor ziening, denkt ze, een beetje verdrietig toch. „Ik weet bijna zeker, dat er zo veel meer mensen geïnteresseerd zijn in toekomstige problemen, maar men weet niet waar men de boeken kan den gepraat over de consequenties er van, evenals toen worden nu die conse quenties weer als onvermijdelijk be schouwd en ingebed in cultuurpatroon en persoonlijk leven. Annie Verschoor heeft weer in dezelfde vrijheid dezelf de stap gezet: en ze heeft beslist dat niet Annie Verschoor maar mevrouw Romein verder zou schrijven. Daar door is haar blik verkort, vormen de herinneringen wel memoires, maar geen autobiografie. De titel is vanaf dit hoofdstuk pretentieus, de verwonde ring is niet meer totaal, haar huwelijk deelt er niet in. „Die meid van Ver schoor eet je op met haar ogen”, zei een vriend tegen haar man toen er van een verhouding nog geen sprake was. Die blik is voorgoed naar man en kinderen gegaan. DIT BETEKENT niet alleen dat haar engagement, hoe overtuigd ook, altijd via haar man ontstond wat hij verwachtte deed ze maar ook dat mevrouw Romein maar in beperk te zin een eigen standpunt heeft. Waar deoordelen krijgen daardoor een wat onderwijzeresachtige toon, die mij erg stoort. Bijvoorbeeld over de gebroe ders Van het Reve, wier ouders ze in bescherming meent te moeten ne men: en ik heb altijd meer res pect voor mensen die een „gerefor meerde” jeugd waarvan ze zich ge distantieerd hebben, in hun levenspa troon weten op te nemen, dan voor wie, hetzij uit rancune, hetzij om het „menselijk opzicht”, het verleden in ieder woord dat ze uitspreken menen te moeten verloochenen”. De gebroe ders zullen, dunkt mij, weinig lijden onder dit gebrek aan respect waar ze geen belang bij hebben net zo min als de volgelingen van Du Perron en Ter Braak de moeite zullen nemen me vrouw Romein uit te leggen dat be wondering niet „opgeschroefd” hoeft te zijn voor mensen die hun eigen uit gangspunten voortdurend ter discussie stelden. De onverkwikkelijke machinaties rond de benoeming van ‘Jan Romein tot hoogleraar in Amsterdam, beslui ten dit eerste deel en twee scènes is de schrijfster zelf hoofdpersoon. Het is opvallend hoe litterair direct die weer geschreven zijn. In de eerste voor komt ze dat haar kinderen genoemd worden in een ochtend artikel van de Telegraaf over baldadige jongens, in de tweede verdedigt ze haar man die beschuldigd is van plagiaat, door pla giaat aan te wijzen in het werk van de beschuldiger. Beide keren verde digt ze de belangen van haar gezin met een, lijkt mij. kenmerkende in tensiteit. Ik heb met „verwondering” gecon stateerd dat ik erg uitzie naar het vo[ gende deel. Pietro Aretino’s erotische belevenis sen zijn onder de titel „Erotische ver halen uit de 16e eeuw” als Amstelpa- perback uitgekomen bij Uitgeverij L.J. Veen N.V. te Amsterdam. Twee paperbacks waarvan het eer ste deel „Schijnheilige praktijken” heet en het tweede „Uit het leven”. De uitgever heeft met het op de markt brengen van deze uitgaven een goede dienst aan de beteugeling van de sex- golf bewezen, ofschoon dat wel niet de bedoeling zal zijn geweest. Pietro Aretino schreef namelijk geenszins „erotische” verhalen, maar eerder anti-erotische. Door een sarcastische, overgedetailleerde beschrijving van paringstaferelen, gegoten in de vorm van twee gesprekken, leverde hij ei genlijk een hooggestemde ode aan de deugd der kuisheid, die tenminste nog de illusie geeft dat de dingen die zij verbiedt de moeite van het beleven waard zouden zijn, zo zij niet verbo den waren. Wat Pietro Aretino in zijn ijver om realistische verhalen te schrijven uit woede over de in zijn tijd heersende huichelarij het licht deed zien, waren slechts uitstallingen van ongeregeld goed op een smerige marktkraam, in plaats van sieraden uitgestald op flu weel. Zijn verhalen wekken walging, niet van puriteinen maar van allen die een hekel hebben aan verschimmeld en bloederig vlees waarover maden kruipen, ofschoon zij toch vleeseters zijn De erotiek van deze uitgaven schuilt slechts in de titel, die de Nederland se vertaling hun heeft meegegeven. Voor de rest vormen zij een aaneen schakeling van nauwelijks boeiende vrouwenbp.bhelarij. waarin de opge wonden over haar eigen smeerboei struikelt en waarin daar naast ook noe de volledige moed om de dingen bij de naam te noemen ont breekt, zodat dit zogenaamde realisme eigenlijk huichelarij in het kwadraat moet heten. Boeken die men niet aan kinderen moet laten lezen, niet omdat ze onzedelijk zouden zijn, maar omdat ze geen enkele onthulling doen waar aan een vrijmoedig levend mens van welke leeftijd ook ook maar iets zou kunnen hebben. N HET UITGEVERSVAK, dat toch voornamelijk door mannen wordt beheerd, staat mevrouw Line I van Dijk, directrice van de Wetenschappelijke Uit geverij in Amsterdam op eenzame hoogte. Een gesprek met haar resulteert in een pleidooi voor het eigentijdse bewustzijn. Line van Dijk, 45, is achttien jaar thuis in de boekenwereld. Aanvankelijk begon ze als secreta resse, werd adjunct-directrice en in haar functie van directrice startte ze vijf jaar geleden met een aparte uitgave, een semi-wetenschappelijke serie „Panto- skoop” getiteld. De ruime Amsterdamse etage, voorzien van alle moderne technische snufjes, ademt een wel dadige rust. De enorme boekenkast, die een hele wand van de zitkamer in beslag neemt, valt onmiddellijk op. De verscheidenheid aan boeken, zowel qua onderwerp, «HL— UIHIMRIW Deze gegevens zijn vooral daarom zo boeiend omdat ze verstrekt wor den door iemand die de mensen, de gebeurtenissen kende, de situaties meeleefde als het meisje-voor-halve- dagen, als iemand wier belang prin cipieel ergens anders lag n.l. bij man en gezin, zodat ze b.v. over „De Tri bune”, de communistische krant waar Jan Romein redacteur was veeleer praat als de vrouw die graag wil dat er geld in huis komt dan als over tuigd communiste; over hun belang rijke vrienden vertelt ze meer van de eet- en slaapgewoonten dan van hun werkzaamheden, wat onverwachte en amusante gegevens oplevert. ANNIE ROMEIN is zich van deze positie, van „meisje-voor-halve-dagen” de positie van de getrouwde vrouw met kinderen in onze cultuur, die ook een talent, een beroep heeft, heel sterk bewust. Ze wijdt interessante pagina’s aan de problemen die hieruit voort vloeien, het cultuurpatroon dat deze situatie heeft voortgebracht en waar om zij zich tegen deze situatie niet heeft verzet. Ik vond ze de boeiendste van het boek maar was er tegelijk door teleurgesteld. Want het boek is, ook autobiogra fisch, een verzameling herinneringen. Voortdurend tijdens het lezen heb ik me afgevraagd of die titel nu wel juist was voor de herinneringen van een vrouw, die haar hele huwelijksle ven zo ingepast is geweest in het le ven van een ander, zoals ze zelf schrijft. Die distantie die voor haar noodzakelijk was als levensruimte, uit aanleg maar ook door opvoeding was een betrekkelijke. Vanaf het moment van haar huwe lijk berustte ze in een beperkte ruim te voor zichzelf. Vandaar dat ze schrij ven kan: „Ik zou pas op den duur gaan inzien er toe voortbestemd te zijn mijn leven lang in al wat ik ondernam een meisje-voor-halve-da gen te blijven, en hoeveel verontschul digingen de welwillende psycholoog daarvoor ook zal kunnen opsporen in mijn herkomst, mijn jeugdjaren, mijn veeleisende man, mijn kinderen, neen ik voel niets voor die feministische spijt van wat-had-ik-niet allemaal kun nen bereiken, ik ben er zelf bij ge weest en ik heb zelf gekozen”. De gedachte aan niet-beperkte vrij heid voor zichzelf is er wel geweest. Voor ze trouwde met Jan Romein ONDER DE TITEL „Der jüdische Witz” verscheen in 1960 een standaard verzameling Joodse humor, bijeenge bracht door Salcia Landmann. Het boek trok indertijd zeer de aandacht. Veel nog niet geregistreerde Joodse humor werd de verzamelaarster na deze publi catie toegestuurd, zodat zij in 1968 een nieuwe versie uitgaf. Uit wat hier, ver geleken met de uitgave van 1960, nieuw werd toegevoegd, maakte de ver taler M. Coutinho naar eigen inzichten een selectie. DE ARBEIDERSPERS bracht „JOODS GELACH” uit in de Kattengat 5 guldenreeks. Het werd een aardig verzorgd boekje, zeker voor deze lage prijs. UITGEVER uA dIVlERF VOOR HOEVE-ZWOLLE .,50 jaar KLM ii. upiipen en technische jege^ens d i Hooftman Eer. •verzicb in foto’s 50 jaar groei en bloei lief en leed van de KLM. en van de vliegtuigtypes, die in die jaren werden gebruikt. Robert van Gulik: „Labyrint in Lan- Eang,” een Rechter Tie-misdaad-ro- man. 4de druk. Een grote luxe uitgave van „Ferdi nand Huyck” van Mr Jacob van Len- nep. Uitgevoerd met 16 platen naar te keningen van David Bles, die ontleend zijn aan een uitgave van 1890. In deze bewerking, waarvoor mevrouw H. M. Mooijman-Kosmann tekent, is de stijl van Van Lennep gehandhaafd en te recht, want zijn verteltrant is moeilijk te verbeteren. Wel zijn echter de lange sentimentele passages en uitvoerige beschrijvingen bekort, waardoor het verhaal aan spanning beduidend heeft gewonnen. UITGEVERIJ UTRECHT AULA REEKS: Michael Schofield: „Seksueel gedrag van jongeren.” .So ciologische aspecten van de Homosek sualiteit.” C. S. Ford en F. A. Beach: „Vormen van Seksueel gedrag” P. H. Gebhard, J. Raboch en H. Giese: De Seksualiteit van de vrouw. Deze vier boekjes zijn ondergebracht in de Aula- Seksuologie Deze serie staat onder su pervisie van drs. J. Frenken, mede werker aan het Nederlands Instituut voor Sociaal Sexuologiscb Onderzoek te Zeist Een zwaar vak, noemt Line van Dijk als ze over haar werk praat. „In de eerste plaats moet ik zelf altijd goed geïnformeerd zijn omtrent de verschillende soorten pas verschenen lectuur. Daarnaast ben ik ongeveer vier maanden kwijt voor de samen stelling van een nieuwe Pantoskoop- uitgave. Een tijdrovend werk, zo’n uit gave samenstellen. Vooral ook, omdat je de meeste auteurs niet in eigen land vindt. De mensen die hier met wetenschappelijke onderzoekingen be zig zijn, publiceren niet zoveel in het openbaar. Men vindt het een waag stuk om over de toekomst te schrij ven”, zegt ze. Terwijl we een foto maken op de boekenbeurs, voor een immens affi che met de tekst „Ogen op de toe komst” boven het hoofd van mevrouw Van Dijk, staan er een tiental jeugdi ge bezoekers in de stand. Men kijkt slechts in het rond, men vraagt niets. Zelfs de boeken worden nauwelijks be keken. Ze zijn dan ook niet opvallend. Een sobere omslag met de hoognodige versiering en duidelijk leesbare titel, valt niet zo direct in het oog. De en keling, die wel de moeite neemt om het een of ander even door te blade ren, blijft al gauw geboeid verder le zend staan. De boekenbeurs, een ver moeiende aangelegenheid, heeft ook zijn aantrekkelijke kanten. „Je wordt weer eens direct geconfronteerd met het grote publiek, waarvoor je boeken toch bestemd zijn.” Ik realiseer me eigenlijk pas nu, dat er nog zo weinig mensen vooruitstre vend denken. En toch zijn er onder- e werpen bij die iedereen aangaan. Neem dit bijvoorbeeld „Transport in de toekomst” zegt ze en pakt een an der boek „allerlei aspecten van het toekomstige transportprobleem wor den hierin verwerkt. Alles staat erin over wegen, vormen van auto’s, soor ten benzines en tanken etc. maar men weet gewoon niet dat dergelijke boe ken bestaan. Vandaar dat ik het zo fijn vind, dat de jeugd geïnteresseerd is. De jonge mensen hebben kansen genoeg een goede opleiding te volgen. Van daaruit zijn ze in staat zelf ver der voor hun ontwikkeling te zorgen. Semi-wetenschappelijke lectuur is vooral voor hen een uitkomst.” Het meedenken met anderen is voor Line van Dijk een soort tweede ik ge worden. „In de uitgeversbusiness word je wel gedwongen met iedereen mee te denken. Uiteindelijk ben ik de verantwoordelijke persoon. Ik moet er voor zorgen, dat de drukker, de pa pierfabriek, de auteur, kortom, dat ie dereen zijn werk op tijd af heeft. En dat wil nog wel eens zwaar tegenval len.” Ze vertelt in korte woorden hoe een serie, i.c. een medische serie, sa mengesteld wordt. „Het grote probleem is, dat je op zoek moet gaan naar auteurs..Je kunt’ de beste onderwerpen geselecteerd hebben, maar je moet deskundig geïn formeerde wetenschapsmensen de tek sten laten schrijven. En waar vind je een arts, die zowel in staat is- een goed artikel te schrijven als een even goed medicus te zijn? Er is genoeg belang stelling voor deze serie, ook van me dische zijde. De auteurs moet ik ech ter in het buitenland vinden. Dat gaat dan weer via een litterair agent, of bijvoorbeeld een grote boekenbeurs. Het draait er wel op uit, dat je op de medewerking van buitenlandse vakbla den moet rekenen. Ik zoek tenslotte naar een combinatie van onderwerp en auteur, die een wetenschappelijke x

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 16