Line van Dijk, directrice van de
BERNLEF OVER LITTERATUUR
Wetenschappelijke Uitgeverij
MENSEN DENKEN
DE ANTI-EROTIEK
VAN ARETINO
OMZIEN IN VERWONDERING
Herinneringen van Annie Romein-Verschoor
B
VOORUITSTREVEND”
„NOG ZO WEINIG
Irfl
i
Joodse humor van
Salcia Landmann
i
=a:WIJ ONTVINGER
boekenboeken
Jeugd zonder tederheid
Besliste keuze
Interesse
Te belerend
Gedeeld leven
Vooruitstrevend
DONDERDAG 21 JANUARI 1971
16
E
I
j
ERWONDERING is een kinderlijke eigenschap, je moet er onbe-
11 vangen voor zijn. Wie nieuwe dingen onmiddellijk opvangt in een
V bepaald systeem, kijkt maar op één manier, vanuit één standpunt.
Wie verwonderd kan kijken, kent geen systeem. Met deze kinderblik heeft
Annie Romein-Verschoor geprobeerd haar leven te bekijken en die dis
tantie, die bereidheid om allerlei gebeurtenissen, belevenissen, mensen
van allerlei kanten te zien heeft heel veel ironische, voortreffelijk ge
schreven passages in het boek opgeleverd. Beschrijvingen van hoogleraren
uit haar studietijd, van vrienden van haar man zijn erg amusant om te
lezen en interessant bovendien omdat ze informatie verschaffen over
mensen die in hun tijd zo belangrijk zijn geweest.
i I
1
I
J. BERNLEF
LINE VAN DIJK
ANNEKE VAN LUXEMBURG
R. AGTERAN.
i
verhaal.
een
HET
SPECTRUM-
Foto's
Hugo
ANNEKE VAN LUXEMBURG
Omzien in verwondering door Annie
Romein-Verschoor. Uitgave De Ar
beiderspers, Amsterdam.
o
r
e
s
z
V
r
i
c
tl
71
71
t
en wetenschappelijke werken staan
aan band op de planken.
Benlef schrijft heel leesbaar en for
muleert concreet, maar zijn uitgangs
punt voert hem wel heel gemakkelijk
tot waardering voor figuren als Cana
da’s intellectueel Mc Luhan op wie
vanuit andere principes heel veel te
zeggen zou zijn.
Bernlef is te veel verblind door zijn
eigen visie.
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboeken!
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
„Niet zo verwonderlijk, wanneer men
zich realiseert, dat het grootste gedeel
te van deze humoristische verzameling
erfgoed is van een geestesgesteldheid,
een mensengroep, waaraan voorgoed
het zwijgen is opgelegd, ondergegaan
als zij is in een weergaloos barbaren
dom”. „Joods gelach” moet het meer
omzichtigheid behandeld worden, dan
het doorsnee-moppenboek.
ANNE BRANDENBURG
Wat het bijeenbrengen van welke
elementen dan ook toch weer een
nieuw verband schept en daarmee een
nieuwe ordening teweeg brengt, die
dus weer verblinding tot gevolg moet
hebben, als zij systematisch wordt
toegepast, dat ziet Bernlef wel, maar
dat interesseert hem niet. Alle goeds
komt voort uit de nieuwe chaos.
als qua boekvorm, zijn typerend voor Line van Dijks
interesse en litteratuur. Novelles, romans, platenboeken
zusterlijk band
Leesplezier overbrengen beschouwt
Bernlef als zijn eerste opdracht, maar
voordat hij daaraan begint zet hij
eerst zijn literaire principes uiteen. Vi
sie op de werkelijkheid hebben is voor
Bernlef pretentieus, een kwestie van
verblind zijn, omdat „de” werkelijk
heid niet bestaat en de dingen door
een visie erop alleen maar beperkt
kunnen worden in hun verschijnings-
mogelijkheid. Hij heeft daarom voor
keur voor de poëzie van K. Schippers
die zich over alle verschijnselen ver
baast. Bernlef beschouwt poëzie als
„het bijeenbrengen van twee in de ge
reglementeerde hersenvakjes uit el
kaar liggende gebieden, het vertalen
van het bekende in het onbekende”
Alle poëzie die voortkomt uit een be
paalde werkelijkheidsopvatting be
schouwt Bernlef als romantiek, essen
tieel voor poëzie is de ontmanteling
van vaste kaders in de werkelijkheid.
Losse flodders uit het dagelijks leven
kunnen daarvoor aanleiding zijn.
vinden. We geven slechts kleine opla
gen uit. Het is enorm veel werk en de
kosten zijn «hoog. Ik moet er dikwijls
auteurs uit het buitenland voor aan
trekken. Aangezien we de tering naar
de nering moeten zetten, kunnen we
ons niet veel verlies permitteren.”
Ze laat een paar boeken zien. In
trigerende titels als „De besturing
van het menselijke gedrag”, „De on
voorziene generatie”, „Meedenken
met de technologie”, nopen in ieder
geval tot doorbladeren. De makkelijk
leesbare, ongecompliceerde stijl maakt
zelfs de moeilijke vraagstukken rond
de toekomstige problematiek van de
mensheid (luchtverontreiniging, be
volkingstoename, kommunikatiemoge-
lijkheden) begrijpelijk en „licht ver
teerbaar.”
basis heeft. Ik ben er maanden mee
bezig. Over het manuscript zelf, praat
ik niet eens meer. Want dat komt
altijd net op het nippertje, een wed
loop met de tijd, hoor.”
Ze vindt het uitgeversvak beslist
niet een zaak van mannen alleen. „Ik
■heb ook nimmer het gevoel gehad, dat
men mij niet accepteerde. Persoon
lijk ben ik erg tevreden met het werk,
dat ik doe. Natuurlijk ben ik bijna dag
en nacht bezig, maar op zijn tijd trek
ik er ook rustig tussenuit. En dan lees
ik het liefst een simpel defectief je.”
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboeken
boekenboeken WIJ ONTVINGEN
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
UITGEVERIJ L. J. C. BOUCHER-
DEN HAAG. Michael Bakoenin: „Ma
nifesten”, Over Anarchisme, staat en
diktatuur, samengesteld en ingeleid
door Arthur Lehning, de sociaal-histo-
ricus, die zich vele jaren theoretisch
en praktisch bezig heeft gehouden met
de ideeën en bewegingen, die met de
naam van Bakoenin verbonden zijn.
UITGEVERIJ W. VAN HOEVE-
DEN HAAG. Pim Hofdorp: „Dwalend
door Delft”, een topografisch politie-
heeft Annie Verschoor lang nagedacht
of ze wel geschikt was voor het huwe
lijk.
DE HERINNERINGEN hebben tot
dit moment recht op de titel. Annie
Verschoor zelf was tot die tijd beschik
baar voor zichzelf en eiste dat ook op.
Er werd „verwonderd” geleefd en zo
is er over geschreven. Het is daarom
een litteraire ervaring te lezen hoe ze
als kind met een van nature kritische
aanleg reageert op haar moeder die
door twee trekken gekarakteriseerd
wordt. Door „het conformisme van de
strevende kleinburger”, de kinderen
wisten al heel jong met wie ze wel
en met wie ze niet behoorden om te
gaan, „standophouden was een cate
chismus op zichzelf”, maar vooral
door de hevigheid van dit streven die
paranoid moet zijn geweest. Daardoor
vooral wordt die kritische houding,
dat „fundament van nuchter wantrou
wen in de wereld en het leven” ver
sterkt, omdat thuis altijd elk gedrag
verantwoord moet worden. Er is daar
geen geborgenheid. „Het was duidelijk
dat zij haar uiterste best deed „een
beste „brave” moeder voor ons te zijn,
maar ik kan me niet herinneren dat
ik bij haar op schoot zat of troost
bij haar zocht”. Op de kinderlijke
aangelegenheden wordt met hoon ge
reageerd: een terugval in onzindelijk
heid, aanvallen van malaria later in
Indië, een eerste vriendje, allemaal
belangrijke situaties in een jeugd,
staan weerloos bloot aan de moeder
lijke hoon.
Met uitstekend gedoseerde aandacht
voor het sprekende detail vertelt An
nie Romein vol ironische distantie
over deze jeugd zonder tederheid.
IK VIND HET ERG JAMMER dat
de verwonderde blik niet met dezelfde
intensiteit naar het leven van de in
middels getrouwde vrouw heeft ge
keken. Het zou erg belangrijk geweest
zijn te weten hoe Annie Verschoor rea
geerde tijdens een weliswaar bewust
gekozen leven dat talenten aan de ver
waarlozing overliet, die om cultive
ring vroegen. Maar, ik kan me dat
voorstellen, zover is mevrouw Romein
niet gegaan. Vanaf het moment van
haar huwelijk was die status in het
leven een uitgangspunt dat niet meer
ter discussie stond. Wel kon nog wor-
In „Een nawoordje toe” geeft Cou
tinho een verantwoording van zijn
keuze. Hij verzet zich mijns inziens
op zeer goede gronden tegen veel
wat Salcia Landmann in haar werk
heeft opgenomen, aangezien vele mop
pen zijn verontwaardiging oproepen.
Tal van „Witzen”, die als typisch Joods
in omloop zijn gebracht, stammen na
melijk uit antisemitische bron. Deze
heeft Coutinho in de vertaling bewust
niet vermeld. Het werk aan het boekje
„Joods gelach” stemde hem weemoedig.
J. Bernlef verzamelde in „Wie A
zegt” een aantal opstellen uit „De
Gids” over algemeen literaire onder
werpen, Nederlandse en buitenlandse
dichters en prozaschrijvers (Barbarber-
boek, Querido).
NV GEBR. ZOMER KEUNINGS
WAGENINGEN. Ursula Kühnemann:
„Gezellige Kinderfeestjes”, voor ver
jaardagen en andere gelegenheden.
UITGEVERIJ VAN DTSHOECK NV
Fibula-reeks: „Stapvoets Voorwaarts”.
Sociale Geschióienis van Nederland in
de 19e eeuw, door Prof. dr. I. J. Brug
mans.
UITGEVERSMIJ J. H. KOK NV-
KAMPEN. J. B. Keuter: „De Vere
nigde Naties - Jij hoort erbij” Deze
uitgave is tot stand gekomen in sa->
menwerking met de Voorlichtingsdienst
voor de Verenigde Naties te Den Haag
en The United Nations Office for Pu
blic Information in New York.
UITGEVERSGROEP COMBO -
BAARN. „Atlas bij de Biologie” in
twee delen. Het eerste is verschenen,
het tweede zal omstreeks het einde van
dit jaar volgen. De auteurs -ijn:
Günter Vogel en Hartmut Angermann
de Nederlandse vertaling en bewer
king is van Dr. J. C. van der Steen,
met medewerirwa van drs M. J.M E.
Groensmit en G. Th. van Kempen.
De twee delen geven een overzicht
over het gehele gebied van de biologie;
niet alleen een inleiding maar ook
gegevens op wetenschappeliik niveau.
Deel I verstrekt voornamelijk gege
vens van beschrijvende en analytische
aard; Deel II draagt meer een ver
klarend en synthetisch karakter. De
linker bladzijden geven alleen afbeel
dingen, de rechter alleen tekst, die in
nauwe relatie met elkaar staan, zij
vullen elkaar als het ware aan.
„Ik moet gewoon veel lezen, hetgeen
niet betekent, dat ik veel voor mijn
plezier, mijn ontspanning kan lezen.”
Line van Dijk is bijzonder geïnteres
seerd in de ontwikkeling van de he
dendaagse maatschappij. Tot haar
voorkeur-litteratuur behoren dan ook
boeken die bepaalde op de toekomst
gerichte vraagstukken als onderwerp
hebben. „De problemen van nu zijn de
basis voor de problematiek van mor
gen. En daarover wil ik zo veel mo
gelijk geïnformeerd raken. Hoe zijn de
technieken straks weer verbeterd, de
ontwikkeling op technologisch gebied.
Daar interesseer ik me dus bijzonder
voor. Maar er valt nog bitter weinig
leesbare lectuur over te vinden.”
„Het lijkt wel alsof er in deze jaren
een onoverbrugbare kloof ontstaan is
tussen de lezende generaties. Ik merk
dat juist het jonge publiek behoefte
heeft een wetenschappelijk (populaire
en semi-wetenschappelijke) voorlich
ting. De op handen zijnde vraagstuk
ken, eigentijdse problematiek, kennis
van het menselijke gedrag, bestude
ring van de kosmos, etc. etc. worden
nauwelijks belicht. Goede voorlichting
en informatie ontbreken op elk gebied.
Toch zijn er ook in Nederland mensen,
die zich al jaren met de maatschappe
lijke ontwikkeling, bijvoorbeeld van
de toekomstige maatschappij bezighou
den, maar niemand praat, niemand
vraagt.”
Toch schijnt er voldoende geschre
ven te zijn. Vooral in het buitenland
beschikt men over verschillende ma
nuscripten, geschreven naar aanleiding
van de jongste onderzoekingen op de
meest uiteenlopende gebieden. „Het
zijn juist de jonge mensen die naar
lectuur van nieuwe onderwerpen ver
langen. Waar dit aan ligt? Ik geloof
dus, dat zij veel kritischer ingesteld
zijn. Ze weten veel, ze lezen de kran
ten, ze lezen over nieuwe onderzoe
kingen op elk gebied, ze willen dan
later ook de resultaten en het liefst
nog de beschrijvingen erbij zien.”
Met de Pantoskoop-serie probeert
Line van Dijk enigszins in een be
hoefte te voorzien. Een minimale voor
ziening, denkt ze, een beetje verdrietig
toch. „Ik weet bijna zeker, dat er zo
veel meer mensen geïnteresseerd zijn
in toekomstige problemen, maar men
weet niet waar men de boeken kan
den gepraat over de consequenties er
van, evenals toen worden nu die conse
quenties weer als onvermijdelijk be
schouwd en ingebed in cultuurpatroon
en persoonlijk leven. Annie Verschoor
heeft weer in dezelfde vrijheid dezelf
de stap gezet: en ze heeft beslist dat
niet Annie Verschoor maar mevrouw
Romein verder zou schrijven. Daar
door is haar blik verkort, vormen de
herinneringen wel memoires, maar
geen autobiografie. De titel is vanaf
dit hoofdstuk pretentieus, de verwonde
ring is niet meer totaal, haar huwelijk
deelt er niet in. „Die meid van Ver
schoor eet je op met haar ogen”, zei
een vriend tegen haar man toen er
van een verhouding nog geen sprake
was. Die blik is voorgoed naar man
en kinderen gegaan.
DIT BETEKENT niet alleen dat
haar engagement, hoe overtuigd ook,
altijd via haar man ontstond wat
hij verwachtte deed ze maar ook
dat mevrouw Romein maar in beperk
te zin een eigen standpunt heeft. Waar
deoordelen krijgen daardoor een wat
onderwijzeresachtige toon, die mij erg
stoort. Bijvoorbeeld over de gebroe
ders Van het Reve, wier ouders ze in
bescherming meent te moeten ne
men: en ik heb altijd meer res
pect voor mensen die een „gerefor
meerde” jeugd waarvan ze zich ge
distantieerd hebben, in hun levenspa
troon weten op te nemen, dan voor
wie, hetzij uit rancune, hetzij om het
„menselijk opzicht”, het verleden in
ieder woord dat ze uitspreken menen
te moeten verloochenen”. De gebroe
ders zullen, dunkt mij, weinig lijden
onder dit gebrek aan respect waar ze
geen belang bij hebben net zo min als
de volgelingen van Du Perron en Ter
Braak de moeite zullen nemen me
vrouw Romein uit te leggen dat be
wondering niet „opgeschroefd” hoeft
te zijn voor mensen die hun eigen uit
gangspunten voortdurend ter discussie
stelden.
De onverkwikkelijke machinaties
rond de benoeming van ‘Jan Romein
tot hoogleraar in Amsterdam, beslui
ten dit eerste deel en twee scènes is
de schrijfster zelf hoofdpersoon. Het is
opvallend hoe litterair direct die weer
geschreven zijn. In de eerste voor
komt ze dat haar kinderen genoemd
worden in een ochtend artikel van de
Telegraaf over baldadige jongens, in
de tweede verdedigt ze haar man die
beschuldigd is van plagiaat, door pla
giaat aan te wijzen in het werk van
de beschuldiger. Beide keren verde
digt ze de belangen van haar gezin
met een, lijkt mij. kenmerkende in
tensiteit.
Ik heb met „verwondering” gecon
stateerd dat ik erg uitzie naar het vo[
gende deel.
Pietro Aretino’s erotische belevenis
sen zijn onder de titel „Erotische ver
halen uit de 16e eeuw” als Amstelpa-
perback uitgekomen bij Uitgeverij L.J.
Veen N.V. te Amsterdam.
Twee paperbacks waarvan het eer
ste deel „Schijnheilige praktijken”
heet en het tweede „Uit het leven”.
De uitgever heeft met het op de markt
brengen van deze uitgaven een goede
dienst aan de beteugeling van de sex-
golf bewezen, ofschoon dat wel niet
de bedoeling zal zijn geweest. Pietro
Aretino schreef namelijk geenszins
„erotische” verhalen, maar eerder
anti-erotische. Door een sarcastische,
overgedetailleerde beschrijving van
paringstaferelen, gegoten in de vorm
van twee gesprekken, leverde hij ei
genlijk een hooggestemde ode aan de
deugd der kuisheid, die tenminste nog
de illusie geeft dat de dingen die zij
verbiedt de moeite van het beleven
waard zouden zijn, zo zij niet verbo
den waren.
Wat Pietro Aretino in zijn ijver om
realistische verhalen te schrijven uit
woede over de in zijn tijd heersende
huichelarij het licht deed zien, waren
slechts uitstallingen van ongeregeld
goed op een smerige marktkraam, in
plaats van sieraden uitgestald op flu
weel. Zijn verhalen wekken walging,
niet van puriteinen maar van allen die
een hekel hebben aan verschimmeld
en bloederig vlees waarover maden
kruipen, ofschoon zij toch vleeseters
zijn
De erotiek van deze uitgaven schuilt
slechts in de titel, die de Nederland
se vertaling hun heeft meegegeven.
Voor de rest vormen zij een aaneen
schakeling van nauwelijks boeiende
vrouwenbp.bhelarij. waarin de opge
wonden over haar eigen
smeerboei struikelt en waarin daar
naast ook noe de volledige moed om
de dingen bij de naam te noemen ont
breekt, zodat dit zogenaamde realisme
eigenlijk huichelarij in het kwadraat
moet heten. Boeken die men niet aan
kinderen moet laten lezen, niet omdat
ze onzedelijk zouden zijn, maar omdat
ze geen enkele onthulling doen waar
aan een vrijmoedig levend mens van
welke leeftijd ook ook maar iets zou
kunnen hebben.
N HET UITGEVERSVAK, dat toch voornamelijk
door mannen wordt beheerd, staat mevrouw Line
I van Dijk, directrice van de Wetenschappelijke Uit
geverij in Amsterdam op eenzame hoogte. Een gesprek
met haar resulteert in een pleidooi voor het eigentijdse
bewustzijn. Line van Dijk, 45, is achttien jaar thuis in
de boekenwereld. Aanvankelijk begon ze als secreta
resse, werd adjunct-directrice en in haar functie van
directrice startte ze vijf jaar geleden met een aparte
uitgave, een semi-wetenschappelijke serie „Panto-
skoop” getiteld. De ruime Amsterdamse etage, voorzien
van alle moderne technische snufjes, ademt een wel
dadige rust. De enorme boekenkast, die een hele wand
van de zitkamer in beslag neemt, valt onmiddellijk op.
De verscheidenheid aan boeken, zowel qua onderwerp,
«HL—
UIHIMRIW
Deze gegevens zijn vooral daarom
zo boeiend omdat ze verstrekt wor
den door iemand die de mensen, de
gebeurtenissen kende, de situaties
meeleefde als het meisje-voor-halve-
dagen, als iemand wier belang prin
cipieel ergens anders lag n.l. bij man
en gezin, zodat ze b.v. over „De Tri
bune”, de communistische krant waar
Jan Romein redacteur was veeleer
praat als de vrouw die graag wil dat
er geld in huis komt dan als over
tuigd communiste; over hun belang
rijke vrienden vertelt ze meer van de
eet- en slaapgewoonten dan van hun
werkzaamheden, wat onverwachte en
amusante gegevens oplevert.
ANNIE ROMEIN is zich van deze
positie, van „meisje-voor-halve-dagen”
de positie van de getrouwde vrouw
met kinderen in onze cultuur, die ook
een talent, een beroep heeft, heel sterk
bewust. Ze wijdt interessante pagina’s
aan de problemen die hieruit voort
vloeien, het cultuurpatroon dat deze
situatie heeft voortgebracht en waar
om zij zich tegen deze situatie niet
heeft verzet. Ik vond ze de boeiendste
van het boek maar was er tegelijk
door teleurgesteld.
Want het boek is, ook autobiogra
fisch, een verzameling herinneringen.
Voortdurend tijdens het lezen heb ik
me afgevraagd of die titel nu wel
juist was voor de herinneringen van
een vrouw, die haar hele huwelijksle
ven zo ingepast is geweest in het le
ven van een ander, zoals ze zelf
schrijft. Die distantie die voor haar
noodzakelijk was als levensruimte, uit
aanleg maar ook door opvoeding was
een betrekkelijke.
Vanaf het moment van haar huwe
lijk berustte ze in een beperkte ruim
te voor zichzelf. Vandaar dat ze schrij
ven kan: „Ik zou pas op den duur
gaan inzien er toe voortbestemd te
zijn mijn leven lang in al wat ik
ondernam een meisje-voor-halve-da
gen te blijven, en hoeveel verontschul
digingen de welwillende psycholoog
daarvoor ook zal kunnen opsporen in
mijn herkomst, mijn jeugdjaren, mijn
veeleisende man, mijn kinderen, neen
ik voel niets voor die feministische
spijt van wat-had-ik-niet allemaal kun
nen bereiken, ik ben er zelf bij ge
weest en ik heb zelf gekozen”.
De gedachte aan niet-beperkte vrij
heid voor zichzelf is er wel geweest.
Voor ze trouwde met Jan Romein
ONDER DE TITEL „Der jüdische
Witz” verscheen in 1960 een standaard
verzameling Joodse humor, bijeenge
bracht door Salcia Landmann. Het boek
trok indertijd zeer de aandacht. Veel
nog niet geregistreerde Joodse humor
werd de verzamelaarster na deze publi
catie toegestuurd, zodat zij in 1968 een
nieuwe versie uitgaf. Uit wat hier, ver
geleken met de uitgave van 1960,
nieuw werd toegevoegd, maakte de ver
taler M. Coutinho naar eigen inzichten
een selectie. DE ARBEIDERSPERS
bracht „JOODS GELACH” uit in de
Kattengat 5 guldenreeks. Het werd een
aardig verzorgd boekje, zeker voor
deze lage prijs.
UITGEVER uA dIVlERF VOOR
HOEVE-ZWOLLE
.,50 jaar KLM ii. upiipen
en technische jege^ens d i
Hooftman Eer. •verzicb in foto’s 50
jaar groei en bloei lief en leed van de
KLM. en van de vliegtuigtypes, die in
die jaren werden gebruikt.
Robert van Gulik: „Labyrint in Lan-
Eang,” een Rechter Tie-misdaad-ro-
man. 4de druk.
Een grote luxe uitgave van „Ferdi
nand Huyck” van Mr Jacob van Len-
nep. Uitgevoerd met 16 platen naar te
keningen van David Bles, die ontleend
zijn aan een uitgave van 1890. In deze
bewerking, waarvoor mevrouw H. M.
Mooijman-Kosmann tekent, is de stijl
van Van Lennep gehandhaafd en te
recht, want zijn verteltrant is moeilijk
te verbeteren. Wel zijn echter de lange
sentimentele passages en uitvoerige
beschrijvingen bekort, waardoor het
verhaal aan spanning beduidend heeft
gewonnen.
UITGEVERIJ
UTRECHT
AULA REEKS: Michael Schofield:
„Seksueel gedrag van jongeren.” .So
ciologische aspecten van de Homosek
sualiteit.” C. S. Ford en F. A. Beach:
„Vormen van Seksueel gedrag” P. H.
Gebhard, J. Raboch en H. Giese: De
Seksualiteit van de vrouw. Deze vier
boekjes zijn ondergebracht in de Aula-
Seksuologie Deze serie staat onder su
pervisie van drs. J. Frenken, mede
werker aan het Nederlands Instituut
voor Sociaal Sexuologiscb Onderzoek
te Zeist
Een zwaar vak, noemt Line van
Dijk als ze over haar werk praat. „In
de eerste plaats moet ik zelf altijd
goed geïnformeerd zijn omtrent de
verschillende soorten pas verschenen
lectuur. Daarnaast ben ik ongeveer
vier maanden kwijt voor de samen
stelling van een nieuwe Pantoskoop-
uitgave. Een tijdrovend werk, zo’n uit
gave samenstellen. Vooral ook, omdat
je de meeste auteurs niet in eigen
land vindt. De mensen die hier met
wetenschappelijke onderzoekingen be
zig zijn, publiceren niet zoveel in het
openbaar. Men vindt het een waag
stuk om over de toekomst te schrij
ven”, zegt ze.
Terwijl we een foto maken op de
boekenbeurs, voor een immens affi
che met de tekst „Ogen op de toe
komst” boven het hoofd van mevrouw
Van Dijk, staan er een tiental jeugdi
ge bezoekers in de stand. Men kijkt
slechts in het rond, men vraagt niets.
Zelfs de boeken worden nauwelijks be
keken. Ze zijn dan ook niet opvallend.
Een sobere omslag met de hoognodige
versiering en duidelijk leesbare titel,
valt niet zo direct in het oog. De en
keling, die wel de moeite neemt om
het een of ander even door te blade
ren, blijft al gauw geboeid verder le
zend staan. De boekenbeurs, een ver
moeiende aangelegenheid, heeft ook
zijn aantrekkelijke kanten. „Je wordt
weer eens direct geconfronteerd met
het grote publiek, waarvoor je boeken
toch bestemd zijn.”
Ik realiseer me eigenlijk pas nu, dat
er nog zo weinig mensen vooruitstre
vend denken. En toch zijn er onder- e
werpen bij die iedereen aangaan.
Neem dit bijvoorbeeld „Transport in
de toekomst” zegt ze en pakt een an
der boek „allerlei aspecten van het
toekomstige transportprobleem wor
den hierin verwerkt. Alles staat erin
over wegen, vormen van auto’s, soor
ten benzines en tanken etc. maar men
weet gewoon niet dat dergelijke boe
ken bestaan. Vandaar dat ik het zo
fijn vind, dat de jeugd geïnteresseerd
is. De jonge mensen hebben kansen
genoeg een goede opleiding te volgen.
Van daaruit zijn ze in staat zelf ver
der voor hun ontwikkeling te zorgen.
Semi-wetenschappelijke lectuur is
vooral voor hen een uitkomst.”
Het meedenken met anderen is voor
Line van Dijk een soort tweede ik ge
worden. „In de uitgeversbusiness
word je wel gedwongen met iedereen
mee te denken. Uiteindelijk ben ik de
verantwoordelijke persoon. Ik moet er
voor zorgen, dat de drukker, de pa
pierfabriek, de auteur, kortom, dat ie
dereen zijn werk op tijd af heeft. En
dat wil nog wel eens zwaar tegenval
len.” Ze vertelt in korte woorden hoe
een serie, i.c. een medische serie, sa
mengesteld wordt.
„Het grote probleem is, dat je op
zoek moet gaan naar auteurs..Je kunt’
de beste onderwerpen geselecteerd
hebben, maar je moet deskundig geïn
formeerde wetenschapsmensen de tek
sten laten schrijven. En waar vind je
een arts, die zowel in staat is- een goed
artikel te schrijven als een even goed
medicus te zijn? Er is genoeg belang
stelling voor deze serie, ook van me
dische zijde. De auteurs moet ik ech
ter in het buitenland vinden. Dat gaat
dan weer via een litterair agent, of
bijvoorbeeld een grote boekenbeurs.
Het draait er wel op uit, dat je op de
medewerking van buitenlandse vakbla
den moet rekenen. Ik zoek tenslotte
naar een combinatie van onderwerp
en auteur, die een wetenschappelijke
x