Nederlandse taallessen kunnen uitkomst bieden VROUW W I „Sigaartje verbetert het imago van de vrouw” z> Ji ZATERDAG 23 JANUARI 1971 18 Erbij (Van een medewerkster) Standpunt O Zuidmolukkers O Probleem CADEAU RUST HST' J Bb. W'l VEREENZAMING BEDREIGT MOEDERS VVWVVVWVWWVVVWVIRfVVVVVVVUVWWVVVVVVWVVWVVWWWWUWVWVVVWVVUVWVVVVWMUUVWVUVVVVWWVVVVV VAN GASTARBEIDERSKINDEREN t mannen en vrouwen inmiddels verricht heeft, heeft als hoofdconclusie: „Een sigarenrokende vrouw is modern, zelfverzekerd en vooruitstrevend”. Dat betekent vol- (Van een onzer redacteuren) EEN ONDERZOEK dat Makrotest onder zeshonderd ZIJN OPVATTING IS dat de vrouw die erover denkt maar eens een sigaartje te gaan proberen, vakkundige hulp nodig zal hebben. Zo’n vakman zal er in eerste instantie van de drempelvrees moeten afhelpen. Er komen natuurlijk genoeg vrouwen in een sigarenwinkel, zegt de heer Manse, maar toch doorgaans om voor zichzelf sigaretten te kopen of sigaren voor haar man. Nu geloof ik dat je als winkelier niet moet MOETEN WIJ OOK AL AAN DE SIGAAR? de Federatie van de Nederlandse Sigarenindustrie bij mevr. Van Hul zen terecht gekomen. DE EERSTE UITSLAG van het onderzoek vindt drs. De Vries erg bemoedigend en in ieder geval een positieve basis om verder te werken. Uit eerder gedane onderzoekingen, blijkt ook uit een nieuwsbrief die de Federatie Sigarenindustrie in middels is gaan uitgeven, is komen vast te staan dat de sigaar iets heeft van het idee iets bereikt te hebben en dan nog in het bijzonder bij mannen. De meeste mannen in Nederland beginnen dan ook pas met het roken van sigaren tussen de 35 en 40 jaar. Ook in boeken en vooral op films vormt de si- ELK VAN DIE kinderen is in die si tuatie van voortdurende taal- en con- tacttekorten natuurlijk voor zicazelf en voor de meester of leraar een levens groot probleem, maar op een stad van afwachten tot de vrouwen om een sigaartje voor zichzelf ko men vragen. Je kunt er als winkelier uitstekend zelf over be ginnen en zo inhaken op de actie, die „Zij wel” is gedoopt. betaling een curieuze moeilijkheid ge noemd, volgens de Spaanse wet mogen er slechts 25 kinderen per klas zijn, en kom daar maar eens om in Nederland DAT MOET IN WEZEN heel wat makkelijker werken zijn dan te ma te hebben dat ook voor vrouwen geschikt is, zoals filtersigaar- tjes, de lange, dunne sigaren en de kleine sigaartjes, die tot op heden nog het meest door mannen worden gevraagd. In ieder geval”, vindt de heer Manse, „zal door de vrouw meer dan ooit een beroep worden gedaan op de vakkennis van de sigarenman. De vrouw is tenslotte nog vrij onbekend met si garen, ook al schiet zij wel eens een sigarenwinkel in om een boodschap voor haar man te doen”. SECRETARIS MANSE ziet nóg een weg om de vrouw aan de sigaar te brengen: door het bewerken van haar echtgenoot. „Waarom”, zegt hij, „zal een winkelier niet eens zeggen: Me neer, als u een origineel cadeautje wilt meenemen voor uw vrouw, dan heb ik hier een leuk sigaartje voor haar. Met een leuke cadeauverpakking erom zie ik dat wel. En dan zijn we een heel klein stapje op weg naar de situatie als in de Scandi navische landen, waar vrouwen die sigaren roken al zo ge woon zijn dat niemand er meer over praat. Maar”, aldus de heer Manse, „het zal vooral aan de winkelier liggen, aan zijn aanpak, of de Nederlandse vrouw meer en meer sigaartjes zal gaan roken”. IN DE EERSTE nieuwsbrief van de federatie worden ook enkele cijfers genoemd. De totale Nederlandse sigarenindustrie telt 39 bedrijven. De jaarproduktie bedraagt ongeveer 2024 mil joen stuks, waarvan 1123 miljoen bestemd zijn voor de binnen landse markt. Het restant, 901 miljoen, wordt uitgevoerd. Dat de Nederlander een enthousiast sigarenroker is blijkt uit het feit dat per hoofd van de bevolking 104 sigaren per jaar worden gerookt. In België, West-Duitsland en Engeland bedraagt het verbruik per hoofd van de bevolking respectievelijk 112, 78 en 28. Denemarken, waar sigarenrokende vrouwen een algemeen geaccepteerd verschijnsel zijn, spant nog steeds de kroon met 311 stuks per hoofd van de bevolking. In landen waar tabaks- produkten uitsluitend worden geproduceerd door staatsmono polies, zoals Frankrijk en Italië, ligt het verbruik aanzienlijk lager, respectievelijk 8 en 6 sigaren gemiddeld per hoofd van de bevolking. „DAN DENK IK MAAR even aan één van de vragen die altijd op het examen voor het vakdiploma worden gesteld”, aldus de heer Manse. „De vraag luidt: Hoe haal je iemand over om sigaren te gaan roken? Het antwoord dat sigaren beter voor de gezondheid zouden zijn is niet juist. Het goede argument is dat bij het roken van een sigaar de tabakken veel beter tot hun recht komen dan bij de sigaret, die veel zoe ter en scherper van smaak is. Daar moet men dan nog bij zeggen dat een sigarenroker een rustige roker is. Kortom, dat een sigaar rust geeft”. DEZE PUNTEN, vindt de heer Manse, zijn ook uitstekende verkoopargumenten in een poging om de vrouw aan de sigaar te brengen. Ook vrouwen leiden tenslotte een veel jachtiger leven dan vroeger en zelfs de managerziekte komt al onder hen voor. „VERGEET NIET”, zegt hij, „dat de vrouw natuurlijk ook afgaat op het uiterlijk. Ze zal met de sigarenwinkelier een sigaartje moeten kiezen dat ook letterlijk bij haar in de smaak zal vallen. Maar ze zal ook een sigaartje willen dat haar staat. Daarom is het zaak een behoorlijk assortiment sigaren in huis ven, zo’n negen maanden vergen. In de eerste plaats beginnen we met een onderzoek in de ontwikkelings fase. Daarbij hebben we de steun van het marktonderzoekbureau .Makro test NV” en grafische ontwerpers en vormgevers.” DE HEER E. J. F. MANSE, secretaris van de Federatie Or ganisaties van Sigarenwinkeliers, rookt zelf al een paar jaar niet meer, maar dat wil niet zeggen dat hij niet zo zijn eigen kijk heeft op het gebruik van sigaren. Hij zegt: „De winst marge bij sigaren is groter dan bij sigaretten, maar wat ik vooral belangrijk vind is dat sigaren veel meer vakkennis en verzorging eisen. Sigarenzaken zijn speciaal-bedrijven, iets heel anders dan de afdeling sigaren en sigaretten in een super markt. De actie, die gericht is op de vrouw, zie ik daarom ty pisch als een kans om de aandacht van het publiek weer eens op die speciaalzaken te richten”. ZIJ IS nog steeds druk oezig op ander organisatorisch gebied en ook op het terrein van de mode en de journalistiek heeft zij al enige ma len van zich laten horen. „In de loop van de maanden" zegt mevr. Van Hulzen, „zullen er steeds nieuwe as pecten met betrekking tot het onder zoek dat gedaan is naar de belang stelling van de vrouw voor de sigaar aan het licht komen. En met die wetenswaardigheden zal ons bureau aan het werk gaan. Dat zal, om even in de vrouwelijke sfeer te blij- EEN PAAR CIJFERS uit sen rap port van de Haagse gemeentelijk in specteur van het onderwijs H J. Tim mermans aan zijn wethouder: Er zijn hier thans 90.000 buitenlandse werkne mers; 6.000 hebben hun gezin laten overkomen; de gemiddelde verblijfs duur van de gezinnen in ons land is vier a vijf jaar; van de Spaanse en Italiaanse gezinnen vestigt een kwart zich blijvend in Nederland. Vader hier, moeder hier gezin hier en dan valt het kind van dat gezin, of het nu ge boren is in een Spaans dorpje af in een Italiaans gat. gewoon onder de Neder landse wet. Het móet naar school. HET CENTRUM in de Haagse Pa- pestraat is met opzet zo ingericht dat iedereen die daar zin in neeft kan binnenwippen voor het uitwisselen van gedachten, maar vooral ook om mee te werken aan een sigarenrook- test. Tenslotte is de smaak van zeer groot belang bij de vraag of de vrouw een sigaartje zal accepteren of niet. leerjaren na half twaalf. Ook vertelt hij over door leerkrachten zelf gemaakte boekjes met plaatjes en woorden, over schriften met tijdschriftplaatjes en onderschriften, en over boekjes in het Engels met daarnaast Nederlandse tekst gezet. DE LEVENSGROTE VRAGEN zijn natuurlijk om te beginnen dat niemand voor die kinderen een „duidelijke eens luidende onderwijsdoelstelling” heeft door de onzekerheid over de duur van hun verblijf hier. En dat men voor de moeilijke keus staat: óf volledig „bui tenlands” onderwijs óf volledig Neder lands onderwijs óf een mengsel van beide. Volledig buitenlands maakt het de kinderen makkelijk bij terugkeer (als ze terugkeren), volledig Neder lands bevordert hun opneming in de Nederlandse samenleving (èls ze hier blijven). En het mengsel van beide lijkt moeilijk te liggen op het punt van toestemmingen erkenningen en finan cieringen. MISSCHIEN ZIJN WE nu dan toch eens echt tijdig gaan zinnen op een onderwijsprobleem wel niet tijdig ge noeg voor de gastarbeiderskinderen die er al zijn, maar wel op tijd voor de veelvouden die nog zullen volgen. Den Haag levert hiervan via het al genoem de rapport, ons vriendelijk door de wethouder ter beschikking gesteld, het bewijs. In deze stad is via een recent onderzoek gebleken dat er in de open bare lagere scholen 78 gastarbeiders kinderen zitten en bij het bijzonder la ger onderwijs 80 verspreid over ruim tien nationaliteiten en variërend in leeftijd van 6 tot 18. Ja, achttien jaar Wel eens gehoord van Nederlandse kinderen van 18 op een lagere school? In openbaar en bijzonder voortgezet onderwijs zitten er nog eens respectie velijk 28 en ruim 40. DE SIGAAR ZAL voor het imago van de vrouw een aanwinst beteke nen. Dat is de overtuiging van de di rectrice van het nieuwe voorlichtings bureau van de Federatie van Neder landse Sigaren-industrie in Den Haag, mevr. M. van Hulzen-van der Wal. Het bureau is in het leven ge roepen om te zoeken naar de juiste wegen om de vrouw in contact te brengen met het produkt dat tot op heden voor haar praktisch onbekend was. Dat zoeken, daar is de federa tie van overtuigd kan het beste wor den geleid door een vrouw. Men re deneerde dat zij het beste de psyche van de vrouw kan doorgronden. Zo is DEN HAAG Middenin onze eigen Nederlandse onderwijspro blemen neemt thans het probleem van het onderwijs voor kinderen van gastarbeiders steeds duide lijker en groter vormen aan. Een zin die men wat al te klakkeloos neerschrijft, goedbeschouwd. Want ook het onderwijs voor de kinderen van de gastarbeiders is natuurlijk óns probleem. We hebben immers hun vaders hierheen gehaald om dat we die vaders broodnodig heb ben in het arbeidsproces? We heb ben vervolgens toch ook de situatie geaccepteerd (stel dat we dat niet zouden hebben gedaan!) dat som mige van die vaders hun vrouwen ook hierheen brachten? De vrou wen, de moeders, zijn op hun beurt ook al knap in het Nederlandse legioen van arbeidenden opge nomen. Het punt waarom de hele moeilijkheid draait is de taal. porteert dat ei geven door EEN SITTARDSE deelneemster aan de Utrechtse vergadering zei het even hard als de Haagse inspecteur het te gen zijn wethouder zei: we wéten ge woon niks. „Exact cijfermateriaal over het aantal leerplichtige kinderen van gastarbeiders ontbreekt.Daarom alleen al is de kleine Haagse enquête van bijzondere waarde. In Utrecht for meerde men een werkgroepje voor een „informatiebank” (gehuisvest bij de landelijke stichting) om althans te be ginnen met het bijeenbrengen van alle inlichtingen over aantallen, methoden middelen, mogelijkheden en structu ren. In het nieuwe jaar moet daaruit al vrij snel meer te melden zijn. De werkgroep omvat enkele universitaire figuren, mensen uit stichtingen en die ene Haagse onderwijsinspecteur Wie hiervan kennis neemt mist ogenblikke lijk de rijksoverheid, in casü O. en W en Sociale Zaken. Maar dat kan mis schien nog komen. vele honderdduizenden mensen is het totaal nog niet direct zo onrustbarend, zou men op het eerste gezicht zeggen. Maar men kan ook andersom redene ren: juist door de geringe aantallen en de daarin nog eens zittende ver snippering over velerlei nationaliteiten is het moeilijker werken dan elders, waar men nu al bijvoorbeeld voor Spaanse en Italiaanse kinderen specia le schoolvoorzieningen heeft getroffen. Zo kent Utrecht aan een r.k.-school een speciale afdeling, vooral voor Spanjaardjes en Spaansen. vrees en onbehagen teruggebracht tot het probleem van de taal. Kort voor de Wassenaarse gebeurtenissen was dat hier ook al eens benadrukt: we zitten met een jeugdige generatie ver bitterde Zuidmolukkers, die onvrede over tekorten aan onderwijs ze kun nen er niet mee overweg, want thuis wordt moluks-maleis gesproken) uit door activistischei dan wie ook ach ter de wensdromen van datzelfde „thuis” te gaan jagen gaar vaak het statussymbool van de arrivé, de man die in het zakenleven geslaagd is en het er nu van neemt. Van dat beeld wil de federatie af door er ook de vrouw in te betrekken. NEDERLAND MOET nu >opassen dat het niet opnieuw en in jen veel voud. explosies var frustraties aan het inbouwen is De oroblemen /an onze samenleving zijn matriarchaler dan we wensen te denken. WEL KOMT BIJ kennisneming van dit wijze en tijdige beraad nog de vraag op of niemand peinst over de mogelijkheid of noodzakelijkheid van taallessen voor de moeders van de kinderen van de gastarbeiders. Het moet nu maar gezegd’ dit hele hand over hand toenemende probleem doet toch wel hee] sterk denken aan het twintig jaar oude probleem met de Zuidmolukkers. In de huidige rechts zaak over het tot dusver bereikte diep tepunt /an deze iffaire heeft een ge tuige-deskundige vorige week nog het hele samenstelsel van frustraties, DE ZUIDMOLUKSE moeders spre ken nog steeds hun moluks-maleis, en als we ons alleen maar richten op het onderwijs voor de jonge Turkjes Ita liaan tj es, Spanjaardjes en de Portu- geesjes doen we andermaal nalf werk. Dan geven we die kinderen wel iets, maar lang niet genoeg. Dan bouwen we systematisch aan gezinnen vol frustraties, want de vader pikt wel wat woordjes op in het bedrijf en het kind steekt aardig wat op in de school, maar de moeder blijft op haai eiland je van herkomst zitten en waarach tig: juist in die moeders schuilt het probleem. De gang van zaken met de Zuidmolukkers moet toch rén ding hebben geleerd: je kunt nog zó inte greren, je kunt de vaders nog zo ver brengen (tot KNVB-scheidsrechter, één der .Wassenaarders”). je kunt de kinderen nog zo ver laten komen (stu denten van pedagogische academies), maar als ie die moeders in hun enge kring tussen afwas en aanrechl niet probeert te benaderen met verlossen de, verbredende taal-aanreiking dan ben je nergens. DAT LAATSTE blijkt uit een verslag van een bespreking in Utrecht over deze zaken binnen de Landelijke Stich ting Bijstand Buitenlandse Werkne mers (LSBBW). De onderwijsinspec teur Jonker noemde daar als moge lijkheden: óf het toe wij zen van extra leerkrachten gedurende de lesuren Ne derlandse taal (dit gebeurt in de Bijl mermeer) óf de geldende blo-regelingen proberen toe te Dassen. Wat Jat laat ste betreft: .Het standpunt van hei ministerie van Onderwijs en Weten schappen is dat eigen-cultuur-onder wijs door het land van herkomst be taald moet worden.” werd er meege deeld. Een Rotterdamse deelnemer aan het beraad had echter al over die ken hebben met enkelingetjes van vreemde herkomst temidden van een Nederlandse klas. Inspecteur Timmer mans laat iets van veel sloof- en ploe terwerk doorschemeren als hij rap- extra hulp wordt ge- leerkrachten van lagere gens directeur L. de Vries van Makrotest natuurlijk niet dat een niet-sigarenrokende vrouw zulke eigen schappen niet zou kunnen bezitten. Maar het is duide lijk, vindt hij, dat een sigaar in dit opzicht een belang rijke bijdrage levert aan het imago van de vrouw. NEDERLAND IS MET de 2 percent aan gastarbeiders op de totale wer kende bevolking nog maar een begin neling vergeleken bij omringende lan den, waar men veelvouden van ons percentage binnen de grenzen neeft. De stellige verwachting is dat we die lan den achterna gaan. In die verwachting zit nog niet eens verrekend dat voor het wegvallend arbeidsaanbod aan jeugdige landgenoten (via de zich straks gestadig uitbreidende leerplicht, die naar 12 volle schooljaren zal gaan als we tijd van leven en financiën heb ben). „De gastarbeiders” worden aan getrokken als één der vervangingsmo- gelijkheden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 18