Over zijn eerste levensdagen las iedereen ALE FEENSTRA (VAN 85 JAAR) H leven in een walgelijke familie Commentaar op Karna Soetra JONGSTE UIT „AFKE’S TIENTAL” „Een braaf meisje” 1 tos PHILIP ROTH’s LAATSTE ROMAN VAN KURT VONNEGUT i'r'i' „SLACHTHUIS VIJF”: VERRASSENDE ROMAN Ale’s „oertekst” i 1 ‘«M lint bi bl M 21 Het tiende kind Fantasie b De nadagen van Aie Eregast in Warga Echte Fries Karakterstudie SSn WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl Wou u wat weten? 3IH - J ZATERDAG 23 JANUARI 1971 i I I u.' - M Ifi 1 S 0 II r I. f s 1. I. 1 John i f 5 1 PETER JAN DE VOOGD IIIIHlIHIlIlllllllllllllllllllllIlllimiUilllllllllil S' r. 1 t 1 i, t 1 1 l I. I. 9 T J t t „U maakt me daarmee heel blij, heel blij!” De fantasie van Nienke van Hichtum bracht Ale Feenstra enige tijd gele den er bijna toe de onthullingsplech- TOEN IK EEN PAAR MAANDEN geleden Portnoy’s Klacht van de Amerikaanse schrijver Philip Roth besprak, maakte ik melding van zijn vroegere roman „When She Was Good”. Gelukkig heeft het „succes de scandale” van Portnoy er toe geleid, dat die roman nu ook in Nederlandse vertaling is uitgebracht, door Meulenhoff, goed vertaald door C. A. G. van den Broek, onder de titel Een Braaf Meisje. Deze in 1966 verschenen roman van Roth speelt niet in het Amerikaanse joodse milieu dat hij in zijn overige werk beschrijft, maar is een tour de force rondom een typisch White Anglo Saxon Protestant bourgeois milieu. Het is een grandioze roman, mijns inziens de beste die door deze belangrijke schrijver is geschreven. Het gaat over Lucy Nelson, een braaf meisje, dat niet is opgewassen tegen het leven waarin zij is ge plaatst: een nietsnut van een alcoholische vader, een gedweeë moeder die zich alles laat aanleunen, groot ouders die met de beste bedoelingen ter wereld alles verknoeien, een slappe vriend die haar verleidt en in hun huwelijk de weg op dreigt te gaan van Lucy’s vader, een walgelijke schoonfamilie. Dat is me nog al wat. Lucy Nelson is een erg intelligent meisje, een absolutiste ook, die niet wil erkennen dat de we reld onvolmaakt is, en die haar absolute norm blijft opleggen aan een wereld die daar niet het minste begrip voor kan opbrengen. Een Braaf Meisje is opgebouwd uit drie delen. In het eerste zijn, zoals blijkt bij herlezing, op erg knappe wijze de hoofdmotieven van de gehele roman verwerkt. De sneeuw, het milieu, het karakter van de vader dat later door de vriend en echtgenoot wordt weerspiegeld. Het beschrijft de voorgeschiedenis van de familie Nelson, en geeft in weinige zinnen de psy chologische basis aan de roman. Want het is, evenals Portnoy’s Complaint, een psychologische roman die laat zien hoe, door een bepaalde karaktereigenschap, een leven onherroepelijk zijn weg gaat. In het eerste deel ook wordt verteld wat voor Lucy het meest bepalende moment is uit haar jeugd: hoe zij, nadat bidden niet meer helpt (zij maakt een periode van fervent katholicisme door), ten einde raad de politie belt wanneer haar vader weer eens een scène staat te maken in zijn dronken bui. Vanaf dat moment staat zij bekend in Liberty Center (de ironische naam van het stadje) als het meisje dat haar vader liet opsluiten. tigheid van de beeldengroep ,,Afke’s tiental” in zijn geboortedorp Warga niet bij te wonen. Hij werd echter omgepraat en was eregast, toen het werkstuk van Suze Berkhout (eerder goed voor Ot en Sien en Bart je) aan het daglicht wend prijsgegeven. „Ik vind het verrekte vervelend”. i V 1 1 r i 2 t 1 1 J 1 1 I '"5 t 0 I. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniHiniiiimuiii In het tweede deel ontmoet Lucy Nelson haar waardeloze vriend, raakt van hem in verwachting, probeert tevergeefs een abortie te krijgen, en trouwt. Roy Sowerby, haar man, wordt prachtig getekend, met alle bijtende humor die men kan verwachten van de schrijver van Portnoy’s Complaint en van Goodbye, Columbus. Lucy’s grootste wens en behoef te, een moreel hoogstaand leven te leiden, wordt te genover deze figuur en zijn familie pathetisch en een beetje absurd. En door haar in toenemende mate „a little ball-braker of a bitch” te maken, lukt het Roth boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl om van wat op het eerste gezicht een eenvoudig ver haal met eenvoudige tegenstellingen lijkt, een ge compliceerde karakterstudie te maken, waarvan ieder voor zich moet uitmaken in hoeverre hij sympathi seert met Lucy Nelson, die niet ten onrechte in Ame rika één van de boeiendste romanfiguren van deze eeuw is genoemd. In het derde deel spitst deze „American tragedy” zich toe in een romaneinde dat het gehele boek prachtig samenbalt. Een Braaf Meisje is een grootse roman: de inhoud is erg boeiend, het is briljant lees voer; de stijl is schitterend ingehouden, gaaf type rend, tussen beschrijving en dialoog vol spanning; de constructie is meesterlijk; en in zijn gehalte over schrijdt deze roman over de oude moraal tegenover de moderne levensvervlakking het peil van een goede amusementsroman. Philip Roth schaarde zich met Een Braaf Meisje onder de zeer groten van de Ame rikaanse literatuur. A. W BRUNA-UTRECHT. Vijf-Gul- den-reeks. Alberto Moravia: „De Ro bot” en andere verhalen. Een keus van 23 verhalen van de mooiste uit „L’Au- toma”, een bundel die door de schrijver zelf is samengesteld. Een groot deel er van zijn korte flitsen van een man- vrouw-verhouding. raak en bondig. De verhalen zijn niet eerder in het Neder lands vertaald. Margaret Powell: „Van uit de keuken gezien” Herinneringen aan een dienend leven in de eerste helft van deze eeuw. Margaret Drabbe: „Fi- gurantenjaar”. Het verhaal van een jonge vrouw die met een acteur is ge trouwd en met hem de provincie intrekt voor een festival, „dat zo goed is voor zijn carrière”. ONDERDDUIZENDEN LANDGENOTEN weten hoe de nu 85-jarige Ale Feenstra uit Huizum zich in de eerste maanden van zijn lange leven gedroeg. Dat hij in het Jaar des Heren 1885 van tijd tot tijd „Met zijn kleine rode handjes in de lucht waaierde” en „Dat zijn kleine, tere vingertjes aanvoelden als héél jonge, zachte slaboontjes”. Dat hij, on bewust van de hem omringende armoede, regelmatig „tevreden ronkte”. Hoe Ale Feenstra de eerste slokjes uit de, dat kan nu wel worden vast gesteld, rijkelijk gevulde levensbokaal nam, weten we dank zij Nienke van Hichtum. Zij, de eerste vrouw van Pieter Jelles Troelstra schreef „Afke’s tiental”, een bestseller door de jaren heen, goed voor zo’n dertig herdrukken. Afke was Harmke Tuinstra uit Warga, de vrouw van Sjoerd Feenstra, die in Nienke van Hichtums verbeelding de naam Marten mee kreeg. Het stoere wijfje kreeg twaalf kinderen, die met schier rekenkun dige regelmaat het levenslicht aanschouwden en moesten leven van de immer dunner wordende spoeling. „Moeder Afke keek ernstig naar het kleine schepseltje in haar armen: „Ja”, zei ze na denkend, „misschien moest ik wel treurig zijn nu dit kind er is, want we kunnen ’t toch nooit genoeg te eten geven: Maar ik kan ’t niet helpen: Ik ben er alweer blij mee! Ik zal ’t dan maar dubbel liefheb ben, omdat ’t bij zijn oudere broertjes en zusjes zoveel moet missen en dan zullen we dit kleine ding ook nog wel fatsoenlijk groot krijgen!” „De pop” was weer gaan slapen in moeders arm, en Saapke bracht het kleine pakje weer veilig in zijn nestje”. boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboeken biwiiiii eePti L. J. VEEN’S UITGEVERSMIJ N.V.- WAGENINGEN. Een Amstel-boek: „Het Slot Loevestein” van J. F. Oltmans, herdrukt en bewerkt door Annie F. Blessinga. Een Amstel-Paperback. Louis H. Calander: „Paradijs der Dwazen”, een moderne misdaad-roman. Guy Bre ton: „Liefdesverhalen uit de Franse Historie”, tijdens de regering van Lo- dewijk XV en Lodewijk XVI. De rol van de vrouw in de wereldgeschiede nis is belangrijker dan U denkt! Ontel bare revoluties zijn direct of indirect het gevolg geweest van verhoudingen van monarchen met hun liefjes. Frank rijk met zijn Lodewijken is daar een schoolvoorbeeld van. De maitresses, die het Franse Rijk hadden helpen opbou wen, hebben het tenslotte naar de on dergang geholpen! Er is veel over te lezen in dit boek. J. Sijtema: „Zeilen voor iedereen”. Een met veel foto’s en tekeningen geïllustreerd boek, waarin op begrijpelijke wijze de elementaire kennis, begrippen en handelingen van de zeilsport duidelijk worden gemaakt. H. F. Enter: „Moderne modelspoorwe- gen”-Goederenvervoer. M. Spiegel Krae mer: „Creatief zijn met klei”, een prak tische handleiding voor boetseren, hand vormen en pottenbakken. In alfabeti sche volgorde geeft de auteur alle mo gelijke wenken en informatie. De mooie illustraties in kleur en zwart/wit maakt het boek op zichzelf al tot een kunst werk. M. R. Lockley: „Het waarnemen van vogels”, vertaald door Mevrouw H. M. van der Stelt met medewerking van Jan P. Strgbos. Het hóe, wét, wéér en wannéér van het waarnemen van vogels wordt U in dit boekje op een heel plezierige en informatieve wijze verteld, aan de hand van foto’s en tekeningen. Onder de naam Amateur is het boek verschenen: „Jacht in Bos en Veld” Het zijn bijeengebrachte no tities en ervaringen bij grote jachtpar tijen van twee grote jagers- Leo Smelt (in jagerskringen bekend onder de naam „Moustache”) en Jacques Brou wers De auteur voegde zijn eigen er varingen hieraan toe, alsmede de com mentaren op de artikelen van Brou wers, waarvan het merendeel jaren ge leden in het jagerstijdschrift „De Ne derlandse jager” heeft gestaan. Met veel kennis van zaken worden hier belang rijke onderwerpen aangesneden, zoals het weidelijk jagen en het natuurlijk evenwicht in de natuur. Het boek is met goede foto’s en tekeningen geïllu streerd. Suze Berkhout creëerde deze bron zen beeldengroep, voorstellende „Afke’s tiental”. Het staat in Warga. De jeugd van nu kan zich moeilijk verplaatsen in de toenmalige situa tie, naar het op de foto zo schijnt. We hebben Ale opgezocht in het aan Leeuwarden geplakte Huizum, waar hij in zijn huisje aan de Wiarda- straat in goede staat de herfst lagen van zijn lange leven aan zich ziet voorbijtrekken. Op het moment, dat Nienke van Hichtum (ware naam Sjoukje Maria Diederika Bokma de Boer en geboren in het Noordfriese Nes) het manuscript dichtsloeg stond „de toerenteller” in huize Feenstra op tien. Ale was toen de jongste en leefde door haar boek als „de kleine pop”, een typisch Friese benaming voor een baby. Kenners van oosterse erotiek weten het wel. De Karna Soetra is het neusje van de zalm op het gebied van de sexuele voorlichting Er staan verschrik kelijk veel moeilijke dingen in. Je moet er zo’r doorgewinterde yoga-beoefenaar voor zijn, dat je niet opziet tegen de merkwaardigste kronkelingen, die dan nog vergezeld moeten gaan van bloem zoete verklaringen, ingewikkelde bijt- krab-druk-en-hef-trucjes en een bui tengewone anatomische kennis. Ik kan me voorstellen, dat de lezer het moedeloos terzijde legt, om zich weer toe te vertrouwen aan Van der Velde’s „Volmaakte huwelijk”, hoewel dat toch ook niet gemakkelijk is. Zo veel moeilijkheden doen een mens zich tenslotte afvragen of het celibaat ten slotte niet een stuk comfortabeler is dan al die vervolmakingen Dat laatste is ook ingezien door de Fransman Jacques Lanzmann en de bekende tekenaar Wolinski Zij hebben nu hun commentaar in woord en beeld geleverd in een klein boekje, dat onder de titel „Karna Soetra 19-nu” in een vertaling van drs F de Haan door De Arbeiderspers in Amsterdam is uitge geven Het is een heel leuk badinerend boekje geworden, waarin met de Karna Soetra de draak wordt gestoken. Bij de uitvoerige verhanaeling over bijttech- nieken tekent Lanzmann aan: „Men kan ook bijten met een prothese of kunst gebit op voorwaarde dat de kaakzenu- wen nog niet helemaal dood zijn.” Veel van dit soort bemerkingen ma ken de oorspronkelijke tekst van Vat- syayana zeer betrekkelijk en het boekje tot grappig geschenk zelfs onder de kerstboom. UITGEVERIJ HET WERELDVEN - STER-BAARN. Drs. R. Hueting: „Wat is de natuur ons waard?”, waarin een econoom de weg aangeeft om met kei harde cijfers de biologen te steunen in hun strijd tegen de milieuverontreini ging. weest, maar toen was ik nog zo klein, dat ik me er niets van heb herinnerd. Warga was toen al een flink en fleurig dorp met zo’n drie- tot vierhonderd mensen. Ik bedoel huisjes. Met kamer en een voorportaal, meer niet. Van het „tiental”, dat uiteindelijk tot een dozijn uitgroeide, zijn nog twee mensen in leven. Ale en zijn zus ter Wietske, die in Amsterdam woont en als één-na-laatste in de lange Feen- stra-rij te laat op dit ondermaanse werd gezet om een plaats in het be roemde boek te verwerven. Een vriendelijke baas, wiens prach tige rust recentelijk wat is verstoord door mensen, die „verslagen willen maken van zijn leven”, 't Is be paald geen onvriendelijkheid, die de deur voor vreemden zo lang op een kier houdt. „Door al die drukte loopt mijn hoofd om, dan raak ik in de war.” Desondanks wil hij in zijn huiskamer- tje, waar een wandklok en de stoel van zijn „heit” symbolen van een ver ver leden zijn, wel iets vertellen over het boek en zijn leven. in bloei staat. Soms ga ik nog wel eens een eindje met de auto van mijn schoonzoon mee en als ik dan zomers het land zie, zo mooi, zo mooi.” UNIEBOEK N.V.-BUSSUM. Fowles: „De Minnares”, roman. HOLLANDIA-BAARN. Dolf Honing vertaalde de laatste roman van Leon Uris: „Q.B. VII” een afkorting van „Queen’s Bench Court Number VII”. het Londens Gerechtshof, waar het pro ces gevoerd werd tussen de twee hoofd personen: de auteur Abraham Cady en de gewezen kamparts (gedwongen) dr. Adam Kelno. Al die ouwe dingen zijn nu ontta keld. Ze hebben in Warga zo’n mu seumpje ingericht met spulletjes uit ons huis. Nou, dat waren niet de goeie dingen, want die konden ze niet meer krijgen. Al die rommel is onttakeld. Deze stoel Ale Feenstra gaat op staan uit zijn zetel deze stoel was van mijn vader. Dat is het enige in dit huis wat echt van vroeger is. Ik zit in een andere stoel niet zo lekker. Onlangs heb ik nieuwe biezen op de zitting laten maken.” Kennelijk toch geïnspireerd geraakt door de herinneringen, kout de oude baas in fiks tempo door. „Ik heb bij die plechtigheid (toeval lig kwam net na de onthulling van de beeldengroep prinses Margriet voorbij op rondreis door Friesland) een hoop mensen uit Warga ontmoet.” Dan, giechelend: „Ja niet van die ouden hoor, d’r zijn er niet zoveel van vijfentachtig. Nee, mensen van rond de zestig en als ik dan hun namen hoorde, wist ik wie hun vaders en moeders waren geweest. Dat was nu leuk. Ik was wel moe ’s avonds.” Over de armoede van Afke’s gezin. dat een korst brood als een lekkernij beschouwde: „Wij waren nog niet zo arm, mijn vader werkte bij een kaaskoopman en had tenminste een vast inkomen Hij kwam altijd met een paar gulden thuis. Er waren mensen, die het veel slechter hadden. Echte armoede, heel erge honger.” Zijn vrouw Hendrika komt geduren de het gesprek even van haar bed om het plotselinge gerucht in haar stille huis te preciseren. Na een snelle blik gaat zij weer naar de slaapkamer. „Ze heeft regelmatig last van hoofd krampen en evenwichtsstoornissen, maar ja, wat wil je, ze is ook vieren tachtig. Dan hebben mensen hun leven zo’n beetje gehad. Ale Fenstra is zijn leven lang zuivelarbeider geweest. „Van 1907 tot 1911 heb ik in Gelder land gewerkt. Een mooi land, ia hoor, dat moet ik eerlijk zeggen. Maar Fries land is het mooist, als de bouwhoek Eveneens bij Meulenhoff verscheen Else Hoog’s goede vertaling van Slaughterhouse Five van Kurt Vonnegut Jr Slachthuis Vijf of De Kinderkruistocht, dat vorig jaai groot opzien baarde, is de eerste „ge wone” roman van Vonnegut, die vooral bekendheid verwierf met zijn Science Fiction verhalen. Het slachthuis van de titel is de plaats waar een groep krijgsgevangenen tijdens de tweede wereldoorlog wordt ondergebracht; in de stad Dresden, en dit is één van de redenen waarom deze roman van Vonne gut zo opvallend is: het is onder meer een volledige beschrijving van de totale verwoesting van Dresden door geallieerde bommenwerpers, een grotere slach ting dan die van Hiroshima en Nagasaki, of die van Rotterdam. Slachthuis Vijf is in de eerste plaats een uitstekende anti-oorlogsroman, met de anti-held Billy Pilgrim in de amusant-ontroerende hoofdrol in het afgrijselijkste wat de geallieerden deden. Daar naast is het een roman over de bizarre fantasiewe reld waarin de brave opticien Pilgrim leeft: Tral- famadore, de planeet in de ruimte, waaruit de SF- achtergrond van Vonnegut uitstekend blijkt. Het is ook. en vooral, een boeiende experimentele roman. De techniek wordt door Vonnegut zelf goed gekarakteriseerd: „Elke groep tekens bevat een kor te, dringende boodschap waarin een situatie, een tafereel beschreven wordt. Wij Tralfamadoriërs lezen ze allemaal tegelijk, niet stuk voor stuk. Er bestaat eigenlijk geen verband tussen de boodschappen be halve dat de auteur ze met zorg gekozen heeft zodat ze, wanneei ze allemaal tegelijk gelezen worden een beeld geven van het leven dat mooi en verrassend en diep is. Er is geen begin, geen midden, geen einde, geen moraal, geen spanning, geen oorzaken, geen gevolgen. Wat ons in onze boeken aantrekt is de diepzinnigheid van vele wonderbaarlijke momenten, die tegelijkertijd worden gezien” Zo’n roman is Slachthuis Vijf, of De Kinderkruistocht. Een ver rassende leeservaring! De stille dagen van nu vult Ale Feenstra met een sporadisch auto tochtje, het geregeld opsteken van een pijpje en het luisteren naar de radio- nieuwsberichten. „Dat vind ik mooi, dat hoor ik altijd. Soms luister ik ook naar accordeonmuziek, verder niets.” „Afke’s tiental” heeft hij enkele ke ren gelezen. „Wel mooi, ’t is voor jongen en ouden. Mijn boek heeft iemand meege nomen, ik zit nu zonder.” Als we Ale. een van de twee nog in leven zijnde kinderen van „mem” Afke en „heit” Marten (velen uit het gezin bereikten een hoge leeftijd) vra gen wat hij nu van deze wereld vindt met AOW’s en kinderbijslagen, is hij kort. „Och ja, 't is reusachtig vooruitge gaan.” Dan: „U moet nu maar gaan, want mijn hoofd loopt weer om en dat kan ik hiet hebben. Goeie reis, heren!” THOM OLINK Tot grote verrassing van uw foto graaf en verslaggever zet Ale Feenstra, in de steming gekomen door het on derwerp, plotseling op luide toon een gedicht in, dat de pracht en kracht van het Friese stamboekvee beschrijft. Als we meedelen, dat we het, ondanks de Friese klanken, waarin zijn ode is vervat, hebben kunnen volgen, lacht Ale Feenstra zo hand hij kan en roept: Wat vindt Ale verrekte vervelend? „Nou al die verslagen, die bekend heid. Dat heb ik niet nodig. Dat maakt me zenuwachtig.” Enkele minuten later: „Die mensen van de huldiging zijn ontzettend aar dig voor me geweest, die hebben alles gedaan om het me naar het zin te maken.” De schrijfster heeft hij nooit ont moet? „Ze is wel eens bij ons thuis ge- Een overstapje naar het boek: „Daarna ging de grote zuster aan t uitpakken. Ze had voor ieder een klei nigheid meegebracht: Voor moeder twintig eieren en een busje poeder- chocola van haar mevrouw, voor va der een half pond tabak, voor Eelt je twee sigaren, voor Jouke een nieuwe zakdoek, voor Klaas en Jetse elk een paar sokken, voor elk van de meisjes een paar aardige kousebandjes, voor Wiebe een chocoladesigaar, en voor de kleine pop nog ’t allermeest, want die kreeg een warm onderrokje, een jurk en een paar alleraardigste kleine, rode sokjes.” De 85-jarige is er niet kapot van. „Och, dat boek heb ik met veel ple zier gelezen, maar er kwam wel fanta sie bij aan te pas, dat zeg ik u.’ E IA! Liits. rtlf David Reuben doet het heel anders in een uitvoerig verklarend woordenboek, door A. W Bruna in Utrecht uitge geven onder de titel „Alles wat u altijd al over sex wou weten”. Het is een méér dan populair gestelde tekst in de Amerikaanse trant, bekend sinds de proefnemingen van Masters en Johnson met vibrators en ander technisch gerief. Deden zij het ten behoeve van weten schappelijke rapporten. Reuben is ken nelijk blij met de sexuele verworven heden die hem de mogelijkheid bieden uit te wijden in de trant van „een kwak anHconceptiepasta”. dan wel „spermastoottroepen” en „nichten” als hij homosexuelen bedoelt. Hij verleven digt zijn teksten met al dan niet ware verhalen „uit de praktijk” en is zo tot een duur boek gekomen waaruit weinig anders dan ergernis kan worden geput. Er staat wel veel in. maar het wordt op een ontzettend naar toontje naar voren gebracht. Dat is wat u dan moet weten. HEIN STEEHOUWER f”.,,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 21