ZUIDELIJK FLEVOLAND WORDT GEEN VUILNISBELT luchthaven Waterverontreiniging is groot probleem in de Sovjet-Unie Pleisterplaatsendirecteur J. B. Bolhuis: Stewards in plaats van kelners Adjunct-directeur prof. dr. R. van Duin Rijksdienst IJsselmeerpolders Geen plaats voor tweede „MOTELS WACHT GROTE TOEKOMST” u z 1 IS I* A 11 ONAANVAARDBAAR OPTIMISME a LAGUNEPLAN VERANDERING A MILIEUVERVUILING ZEEWOLDE t WOENSDAG 27 JANUARI 1971 (Van onze correspondent) BK Planten 1» (Van onze correspondent) J. B. BOLHUIS r GRONINGEN. „Vroeger was je als hotelier een soort buigend huisknecht, maar die tijd hebben we ge had. Mijn motels moeten nu weer de functie krijgen die vroeger de herbergen hadden langs de weg van Rome naar Athene”. Dat zegt de heer J. B. Bolhuis, directeur van de Postiljon pleisterplaatsen, de wat romantische <s ~S;. militaire schiet- of oefenterreinen en het inrichten van een stortplaats voor afval van chemische industrieën. Wat men elders in het land onplezierig vindt, wordt uiteraard in Zuidelijk Flevoland niet plotseling met ge juich binnengehaald. Integendeel, zegt adjunct-directeur prof. dr. R. H. A. van Duin van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, het orgaan dat verantwoordelijk is voor de inrichting van de polder. „Als je niet uitkijkt ben je zo één grote autosloperij. Wij moesten zeer op onze hoede zijn. Wij nemen alleen zaken op, die het leef klimaat in de polder ten goede komen”. naam voor zijn motels die in Heerenveen, Arnhem, Al melo en binnenkort ook in Haren, staan. De meeste ho- recamensen klagen momenteel bij elk kopje koffie dat ze tappen, dat het klontje suiker erbij er al nauwelijks meer uit kan. De heer Bolhuis doet heel wat minder zorgelijk. Vanuit grote tabellen zit hij achter zijn bureau te voor spellen dat we van het motel wezen de komende jaren grootse dingen moeten verwachten. ïsW LELYSTAD Terwijl de weke bodem van Neerlands jongste polder nog nauwelijks een mensenvoet kan dra gen, worden er toch voor Zuidelijk Flevoland de laatste tijd al de meest fantastische bestemmingen verzonnen. Het merendeel ervan is gemakkelijk onder één noemer te brengen: wat de rest van Nederland niet wil, moet maar in de polder. Voorbeelden zijn er genoeg, maar de meest spectaculaire en actuele zijn wel het stichten van een tweede nationale luchthaven, het overbrengen van i - .Z'-- i /F; - ■I M i i weinig Sleuven men jes zitten er vol. Daar zit voor ons ook een grote toekomst in, ondanks dat de horeca nu in een dieptepunt zit. Voor de motels geldt hetzelfde, het auto verkeer zal zich de komende tien jaar nog eens een keer verdubbelen, de steden zijn aan het verstikken. Net als in Amerika zullen aan de rand van al die steden motels komen. In Amerika staan op dit ogenblik ruim 80.000 motels, in heel Europa, let wel héél Europa, 284. Als ik dan zeg dat er de komende jaren een paar duizend motels bijkomen, is dat helemaal geen overdreven verhaal”, vertelt de heer Bolhuis. Naar zijn mening wordt de groep mensen die een auto kan betalen ook steeds jonger en daardoor groter. Daarom moeten de motels functioneel en modern van opzet zijn, po pulair. Die beroemde drempelvrees moet er Vroeger stonden op een prijskaart 321 gerechten en 300 soorten wijn. Maar tegen woordig kun je met een kleine kaart veel populairder werken. Vroeger liet je ook een kaart drukken voor een jaar of twee. Nu verander je een paar keer per jaar. Je moet het wel blijven zoeken in dege lijke gerechten, maar de mensen zijn niet meer aan die grote happen gewend. Waar om moet je per se met een grote schnitzel van 170 gram komen, waarvan vaak hele stukken teruggaan in de kiebelton? Dan kun je veel beter een schnitzel van 110 gram aanbieden, je bent goedkoper en de maaltijd is lichter. De maaltijden in het restaurant (ik heb het nou niet over echte diners) worden steeds kleiner”, aldus de heer Bolhuis. (Van een speciale medewerker) MOSKOU Net als het Westen moet de Sovjet-Unie de tol voor een groeiende wel vaart, die milieuverontreiniging heet, be talen. De laatste tijd laten zich steeds meer stemmen horen en verschijnen er meer en meer artikelen, waaruit ernstige veront rusting over met name de watervervuiling spreekt „Mensen leven in een steeds hoger tempo, zijn daarom nerveuzer en het raadsel is: hoe groter de produktie wordt, hoe minder zij gaan eten”. In de weekends is dat juist anderom, omdat het publiek er dan eens echt voor gaat zitten. Uit een rapport blijkt dat 45 percent van de Amerikanen nog nooit verder dan 100 mijl van huis is geweest, vijftig percent heeft nog nooit een stap in een hotel of motel gezet. „De getallen zullen hier alleen nog maar hoger liggen, want op toeristisch gebied is Amerika ons tien, twintig jaar vooruit”, zegt de heer Bolhuis. Zeewolders komen te wonen, wordt mo menteel nog uitgedokterd door een stede- bouwkundig bureau, dat bezig is met een ontwikkelingsplan. Duidelijk is, dat Zeewolde met verschil lende zaken zal moeten leunen op Har derwijk. Zeker in de eerste fase, die een groei omvat tot zon vijftienduizend in- weners in de geest van Dronten anno 1970. Er is echter een verdere groei tot dertig duizend mensen ingecalculeerd. In ver band met de tienduizend hectare grote „bos- en recreatiehoek” in het zuidoosten van de polder, wordt Zeewolde een duide lijk steunpunt met uitgaanscentra voor recreanten. Terwille van een aantrekke lijke ligging van Zeewolde is het Veluwe- meer destijds speciaal groter gemaakt door een knik in de dijk te maken. Uit de advertenties, waarin de Postiljon pleisterplaatsen om personeel vragen, kun je afleiden dat er intern druk aan het image wordt gesleuteld. Er worden geen obers en serveersters gevraagd maar „stewards” en „hostesses”. En de man die vroeger in de plooi sprong als je „oberkelner” riep, reageert nu alleen nog maar op „salca manager”. Zeewolde krijgt een grote jachthaven, terwijl het veelbesproken laguneplan, waarbij huizen op aanlegsteigers in het meer zouden worden gebouwd, stellig nog me» van de baan is. Er komen voorts voorzieningen voor dag- en verblijfsrecre- atie, waarbij men vooral vermoedt dat velen uit de randstad deze kant op zullen komen. In de polder zorgt De Rijp ervoor, dat er geen enkel effluent in de randmeren zal worden geloosd. Alle stranden worden van riolering voorzien en ook verder wondt ervoor gezorgd, dat er geen druppel vuil water in de randmeren terecht kan komen. De effluenten van de zuiveringsinstalla ties stromen terug in de polder. jonge mensen in de bediening hebben, men moet minder deftig doen. „Als je in 1958 over een restaurant sprak, dan had je het meteen over een bepaalde bovenlaag van de bevolking. Nu ligt het café-restaurant in het recreatieve pakket. Door die grote omzet kunnen de prijzen acceptabel worden. Aan dat kleine groepje mensen van vroeger moest je wel hogere prijzen vragen. Ik vind het ook veel leuker om met een grotere groep van de bevolking om te gaan. Dat zeg ik niet zomaar, ik meen dat echt eerlijk. En alleen door grote omzet en lage winsten kun je nog redelijk draaien. Dan kun je wel zeggen: ik stap eruit, ik zet de hoed af, maar ik wil juist in onze branche nieuwe mogelijkheden zoeken. Het zal met de oude horecasector steeds verder misgaan als ze niet populariseren met snacks of plates. Met dat oude deftige, stramme is de omzetsnelheid te gering om je kubieke meter betaald te krijgen. Na de slag die het horecabedrijf heeft gekregen door de invoering van de BTW is de heer Bolhuis nu toch optimistisch over de toekomst van het horecabedrijf, en ze ker voor wat de motels betreft. „De afgelopen twaalf jaar zijn er zes tien motels gekomen, de komende paar jaar komen er tientallen nieuwe bij. Je moet het zoeken in nieuwe dingen. In Zwe den zie je in elk middelgroot plaatsje al dat in de etablissementen elke vrijdag avond 300 langzaam etende mensen staan. Ze eeten wat, ze dansen wat. het is gezel lig. In Nederland zijn we toen ook begon nen met Scandinavische avonden. Het is enorm aangeslagen. Je kunt de hele avond door eten voor één, twee tientjes Zoiets wil de Nederlander wel als ie uitgaat”. Zo citeerde de „Pravda” onlangs de ex pert ir. Jarsjenko van de Moldavische Akadamie van Wetenschappen, die de be langrijke rivier de Djnestr op haar af- nemende zuiverheid controleert: „Op ver schillende plaatsen is de rivier al niet meer geschikt voor de recreatie. Er is een hoge vissterfte. De kleine steur, waar de rivier eens beroemd om was, komt bijna niet meer voor. De grote steur, de leverancier van de kaviaar, wordt al evenzeer door uit sterven bedreigd. Maar nog belangrijker is de bescherming van de zuiverheid van het water voor de mens: grote gebieden zijn voor hun drinkwatervoorziening af hankelijk van de Djnestr”. Jarsjenko pleit voor een strenger optre den tegen hen die het niet zo nauw nemen met de wetten ter bescherming van de na tuur. „Van de 170 bedrijven in de voedings- sector, die in de rivier lozen, houden zich er maar dertig aan de voorschriften. Af doende maatregelen om vervuiling van de waterreservoirs te voorkomen zijn tot nu toe niet getroffen. Dit is een zaak van de toekomst, hoewel de rivier nu al „om hulp smeekt”.” Waarmee niet gezegd wil zijn, dat de Russische regering niets doet om de mi lieuverontreiniging tegen te gaan. Dat heeft onder meer de directeur van eén papierfabriek in Archanglsk ondervonden, die tot éen jaar dwangarbeid werd veroor deeld omdat hij de bestaande ontoereikende regels nog niet eens had nageleefd. De landbouw in Zuidelijk Flevoland wordt op uiterst moderne en effi ciënte wijze aangepakt. Zoals bijna alles is ook het water offi cieel staatsbezit. In de desbetreffende wet staat ender meer: „Al het water moet worden beschermd tegen vervuiling, waar van een verslechtering van de volksge zondheid en een vermindering van het visbestand de gevolgen kunnen zijn”. Even zoveel republieken als er zijn bestaan er nu verschillende reglementen, waarin die wet wordt toegepast. Om daar de nood zakelijke eenheid in te brengen is onlangs een wetsontwerp gepubliceerd, waarin be staande maatregelen worden gebundeld en nieuwe worden voorgesteld. Ondertussen worden verschillende me thodes cm de vervuiling tegen te gaan tegen elkaar afgewogen. Al vrij zinloos is gebleken het wegbaggeren van de lagen afval op de rivierbodems. Er wordt zoveel vuil aangevoerd dat het water op deze manier niet schoner wordt. In de Kaspi sche Zee wordt geëxperimenteerd met planten voor een natuurlijke waterzuive ring. Ook wordt naar chemische middelen gezocht om vetten en olie, die op het water blijven drijven, af te breken. Het nieuwe bedrijf staat in de buurt van de toekomstige stad Zeewolde, die tegen over Harderwijk aan het Veluwemeer komt te liggen. Dit gebied wordt niet voor niets als eerste in cultuui gebracht, want in 1973-’74 worden er de eerste bewoners vei wacht Hoe deze Zeewoldenaren of De heer Bolhuis: „We gaan de stewards ook anders aankleden. Niet meer het zwar te pak, het wordt allemaal vriendelijker. Je kunt het ’t best vergelijken met de be diening in een vliegtuig. De jasjes worden groen, er komt een leuk, fleurig vlinder- strikje bij, het echte ouwe hotelvak wordt nu steeds meer functioneel in de motellerie. Wat de laatste honderd jaar hetzelfde is gebleven, zal in de komende tien jaar ver anderen. Als u in Zürich komt, dan zie je dat daar ’s middags in allerlei restaurantjes gegeten wordt door mensen van alle leef tijden. Daar wordt tussen de middag niet meer gegeten uit een pakje brood, ze gaan ergens iets eten. Het geeft niet wat, of het nu een uitsmijter is of iets anders. De ho recabedrijven worden zo functioneel voor een hele grote groep mensen. In Amster dam merk je dat deze ontwikkeling ook al aan de gang is, de „counters” zitten daar tussen de middag ook al vol, vooral veel jonge mensen. Het geeft een stukje gezel ligheid en men heeft er kennelijk ook wat geld voor over”, aldus de heer Bolhuis. „Vroeger kon je een hotel alleen maar binnengaan als je een dikke beurs had, maar door het vrije weekend na de vijf daagse werkweek, hebben veel mensen kennis kunnen maken met de horeca”, zegt hij. „In Amerika wordt overdag al geen pakje brood meer meegenomen, alle restaurant- helemaal uit, is zijn opvatting. Men moet Voor dit allemaal gerealiseerd is zal de polder grotendeels in gebruik genomen zijn en dat duurt alles bij elkaar zo’n tien a vijftien jaar. Vanaf 1969 worden gebie den tot 3400 hectare nu jaarlijks in cul tuur genomen, waarmee men ook bij de zuidweststad begonnen is. De ontginning gebeurt door het onmiddellijk na het droogvallen ingezaaide riet te verwijde ren <?m er vervolgens meestal koolzaad maar ook wel wintertarwe voor in de plaats te zaaien. Daarbij zijn greppels ge- Hij zegt dan ook over een vliegveld: „Dat is in onze ogen onaanvaardbaar, want de aanvliegroute loopt over de zuidwest stad”. En een bulderbaan over een stad mei tweehonderdduizend mensen is na tuurlijk al te gek. Maar in dit tijdperk van het alternatief komt de adjunct-direc teur van de R.IJ.P. wel met een ander idee: „Een vliegveld op korte termijn in de polders is uitgesloten maar er gaan stemmen op, dat het in de toekomst wel in de Markerwaard mogelijk is. Daar kan men twee richtingen uit: noordoostelijk ligt het IJsseïmeergebied en zuidwestelijk het relatief lege gebied van Noord-Holland”. De rijksoverheid heeft in deze het laat ste woord- Dat geldt natuurlijk ook voor het geval van de militaire oefenterreinen, maar al leen al bij het idee, begint de heer Van Duin erg hard te lachen. Zijn ironie: „De bodem is totaal ongeschikt voor voertui gen, tenzij je natuurlijk je tanks erg snel kwijt wilt...” En serieus: „De bestem ming is urbaan gebied met veel recreatie en daarin past geen schietterrein” Ook op het punt van de industrievesti gingen zal grote zorgvuldigheid worden betracht en dat ondanks het feit, dat er een lange en brede strook aan de west kant van de polder - langs het Oost- vaardersdiep voor is gereserveerd. Vooral om te dienen als overloop voor de Randstad en als achterdeur voor Am sterdam. Maar dat wil niet zeggen, dat iedere industrie geaccepteerd zal worden. In principe zal een chemische industrie nie» worden geweerd, maar er zullen dermate hoge garanties worden gevraagd, dat bedrijven als Progil het wel kunnen vergeten hier een onderkomen te vinden. „Ze zeggen wel eens: „Het is maar een motel”. Men heeft tot nu toe vaak gedacht dat een motel een soort tweederangs hotel was, met daardoor een verminderde keu ken. Het tegendeel is waar, want in een groot motel kun je werken met tien, twin tig koks, je hebt een man speciaal voor de soepen, hij maakt alléén maar soep. Er is iemand die alleen koude schotels maakt, iemand die vlees afsnijdt en braadt, er komt steeds meer specialisatie in de keu ken”. Deze ontwikkeling is het gevolg van gesprekken tussen de ministers Schut en Bakker met de colleges van Gedeputeerde Staten van Utrecht en Noord-Holland. Daarin kwam men tot de conclusie, dat Zuidelijke Flevoland een overloop uit de Ra».dsta<) moet opvangen van 250.000 tot 500.000. Zowel Gooistad als Lelystad zal daardoor groter worden dan honderd duizend inwoners- Dat betekent ook, dat voor de Gooistad inmiddels meer ruimte is gereserveerd. De stedebouwkundige op zet ervan is gewijzigd. In het kader van het streven naar de vorming van stadsgewesten denkt aar. een stad met verschillende kernen, oftewel vertaald in de denktrant van de planologen een polynucleaire stad. De kernen zouden een variërend inwoner tal kunnen krijgen van 25.000 tot 50.000. We moeten de zaken zo zien, verduide lijkt prof. Van Duin: „In principe ligt de indeling van de polder vast. Het is alleen nog niet uitgevoerd en incidenteel zijn er wijzigingen mogelijk. Maar tussen de be stemmingsplannen onderling bestaat een grote samenhang en daar kun je niet straffeloos aan tornen”. Pus geen vliegveld, geen militair ter rein en geen chemische Industrie In Zui delijk Flevoland. Niet uit recalcitrantie of omdat er geen ruimte zou zjjn in een ge- biec van 43.000 hectare, maar omdat men zeer bezorgd is voor het welzijn, vooral ten opzichte van het leefmilieu van de toekomstige bewoners. Die zullen hoofd zakelijk gevonden worden in de zuidwest hoek van de polder, in Gooistad. Hun aan tal zal tussen de honderdvijfentwintig- en tweehonderd vijftigduizend liggen en dat Is alweer veel meer dan aanvankelijk de bedoeling was. Het ligt allerminst in de bedoeling van de R.IJ.P. om het realiseren van de recre atievoorzieningen te temporiseren vanwege de dubieuze waterkwaliteit in de rand meren. „Het Eemmeer is smerig”, beves tigt de heer Van Duin. „Maar zowel mijn kinderen als Ik hebben weliswaar aan de polderkant, dat geef ik toe steeds in het Veluwemeer gezwommen en zijn er prima gezond bij gebleven”. Hjj vindt de kwestie van de vervuiling wat over trokken. „In de buurt van de zuiverings installaties was het water natuurlijk wel vervuild, maar elders viel het heus wel mee en nu er speceiale voorzieningen zjjn getroffen is er geen enkele reden meer voor enige argwaan”. graven om te voeren. Zuidelijk Flevoland wordt aangelegd op basis van de ervaringen opgedaan met zijn oostelijke buurman. Dat heeft er on der meer toe geleid, dat door de schaal vergroting in de landbouw is afgezien van het plan om verschillende dorpen te stichten. In Oostelijk Flevoland waren er aanvankelijk dertien gepland, waarvan men geheel is teruggekomen. Naar het voorbeeld van Lelystad wordt de stede- bouw verpakt in veel groen, terwijl auto- en voetgangersverkeer zeker gescheiden zullen worden. Laagbouw geniet de voor keur. Als voorbode van de bij voorkeur dienstverlenende bedrijven, die in Lely- Als buitengewoon hoogleraar cultuur techniek in Wagenlngen is prof. Van Duin uiteraard allerminst bljj met de milieu vervuiling. Deze opvatting is ook terug te vinden in het beleid, dat de R.IJ.P. denkt te voeren bjj het goedkeuren van indus trievestigingen. Hij gelooft niet, dat het ontbreken van arbeidskrachten in de eerste fase een pro bleem kan zjjn. „Bedrijven zullen hun personeel meenemen, dat zich hier gaat vestigen. Wjj hopen bijvoorbeeld op de telecommunicatie Ook hadden wjj graag de universiteit van Amsterdam naar de polder gehaald. We zjjn er druk mee be zig geweest. Maar vooral de staf schijnt teveel aan de stad gehecht te zijn en daarom is dat plan de mist in gegaan”. Een zelfde figuurlijke mist hangt er ook min of meer over de vorderingen in de polder, maar vanaf de kant voor de niet ingewijde eigenlijk niet is waar te nemen hoc de zaken er momenteel bij staan. Dat komt, omdat alle spectaculaire ontwikke lingen achter de rug zijn Maar wie daar mee denkt, dat alles nu traag voortsuk- kelt komt bedrogen uit. Want de komen de lente wordt in de noordoosthoek de eerste oogst van koolzaad en wintertarwe al binnengehaald Speciaal daarvoor staat er in het in 1968 drooggevallen Zuidelijk Flevoland nu één gebouw: een graanver- wevkingsbedrijf, dat volgend jaar zelf al een silobedrijf bij Dronten moet gaan ver vangen. xx* A»* -xv XX xs^lxxx^ 1 ij» S <W»X*^*»**- c.S overtollig oppervlaktewater af graven kost moeite. stad gevestigd zullen worden, zet de R.IJ.P. er momenteel een torennoge kantoorflat, die over een paar jaar de duizend perso neelsleden tellende dienst moet huisves ten Een voorbode van de hoge vlucht, die voor de nu nog erg vlak aandoende neder zetting is weggelegd Zuidelijk Flevoland zal met zijn Gooistad zeker volgen. Maar hoeveel mensen er ook komen wonen, ze kunnen er zeker van zjjn, dat iedere mi- licubedervende factor in de polder met hand en tand bestreden zal worden. „Wij zijn geen vuilnisbelt”, aldus be sluit adjunct-directeur Van Duin. x. <SX:<:.xX' ^XWxX^^tSy.x ■Sséwxx. nu V. s

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 11