NOG TWINTIG MILJOEN MELAA TSEN.
NEDERLAND
HELPT BIJ
UITROEIING
Lepra kan genezen, mits
er voldoende geld is
1
„LEVENDE DOOD”
IJmuider Courant
1
«3
I
J
A? 1
W 1
1 Wl
M
andere oorzaak sterft.
Verspreiding
Levend lijk
Effectief
Nederland helpt
Nieuw middel
I
k.
H
Geneeslijk
1
IIOM5
«I
rW
ftp J
(Van een onzer redacteuren)
Verbetering van de socio-economi-
sche verhoudingen en goede voorlich
ting kunnen in de ontwikkelingslan
den doorslaggevend zijn bij de bestrij
ding van lepra.
handeling moet doorgaan zolang be
smettingsgevaar bestaat.
ONLANGS is gebleken dat DDS óók
bescherming biedt tegen malaria. Dat
opent wellicht de mogelijkheid om in
bepaalde gebieden de bestrijding van
beide ziekten te combineren.
DDS GENEEST 90 percent van de
zieken zonder grote complicaties. Be
paalde patiënten echter verdragen dit
geneesmiddel niet. Proefnemingen met
een nieuw middel, Lamprene, bewezen
dat dit geen afwijzende reacties bij
deze patiënten oproept. De Nederland
se arts D. L. Leiker van de Neder-
Twee uit 20 miljoen: wach
tend op de maandelyke prik,
registratiekaart in de door
lepra misvormde handen.
EEN BESCHEIDEN ruimte in het
Koninklijk Instituut voor de Tropen
herbergt de Nederlandse stichting voor
leprabestrijding die zich ten doel stelt
de bestrijding van lepra in ontwikke
lingslanden te bevorderen en te steu
nen, ongeacht ras, politiek of gods
dienst.
Er is voor alles gebrek aan geld.
Kenya kampt met ernstige economische
problemen en de politiek vergt soms
andere urgenties, waardoor de lepra
bestrijding geen vuist kan maken.
Nu ligt het accent nog op massale
behandeling van ambulante leprapa
tiënten. Als de meerderheid in een
vroeg stadium kan worden behandeld
volgt spoedig een daling van het lepra-
cijfer. Het ontstaan van invaliditeit
wordt zo tot zeer geringe cijfers terug
gebracht.
de huilverhalen over lepra is voorbij”,
zegt directeur H. E. M. de Bok. „Die
zijn alleen nuttig om snel wat geld uit
de grond te stampen. Goede informa
tie over de noodzaak en de omvang
van dit werk is veel nuttiger. Wij
moeten de zieken beschouwen als
iedere andere patiënt. Zij kunnen ge
nezen worden, mits de aanpak effectief
en deskundig is.”
De Bok zegt: „Wij doen werk dat
continuïteit vergt. Wil die verzekerd
zijn dan moeten wij jaarlijks op vol
doende inkomsten kunnen rekenen.
Dat is met eenmalige giften moeilijk.
Waar wij naar streven zijn vaste jaar
lijkse donaties, klein of groot, die ons
in staat stellen op langer termijn plan
nen te maken.”
Niettemin: In Afrika zijn naar schat
ting momenteel meer dan vijf miljoen
lepra-lijders. In Azië meer dan zes
miljoen, met India en communistisch
China als uitschieters. (In Indonesië
overigens, zijn er nog geen 200.000,
van wie vierduizend in West-Irian).
In Latijns-Amerika schat men het aan
tal opi een half miljoen, Centraal Ame
rika heeft er minder dan honderddui-
zen 1, Noord-Amerika is praktisch vrij
van lepra. In Europa komt de ziekte
vrijwel in alle landen nog voor: op de
Balkan, in Portugal, rond de Oostzee,
zo goed als in Nederland, met en-
DE BESMETTELIJKHEID is kleiner
dan men vroeger meende. Zo kan bij
voorbeeld regelmatige hygiëne zeer
beschermend z(jn. Leprabacteriën kun
nen namelijk worden weggewassen
voor zij de huid binnendringen.
lijn duizenden voorkomen: de veroorzakers van
lepra, melaatsheid: de ziekte van Lazarus.
Sedert de zestiende eeuw is lepra uit Europa
vrijwel verdwenen. Elders in de wereld is het
nog een afschuwelijke volksziekte, waaraan
volgens de WHO 20 miljoen mensen lijden. Elk
jaar komen er 500.000 nieuwe patiënten bij.
Lepra kan tegenwoordig volledig
genezen worden. Het is in theorie mo
gelijk de ziekte geheel uit te roeien.
Daarvoor is in beginsel niet meer no
dig dan 3,50 per patiënt per jaar aan
geneesmiddelen. Kleine tabletten (dia-
minophenysulfon) zijn in de plaats ge
komen van de drank waarmee enkele
eeuwen geleden in ons land naar ge
nezing werd gestreefd: varkensgal, de
eigen uitwerpselen, moederkoek met
salpater bestrooid, gal van een stier
met salpeter vermengd, de as van
kreeften met olie vermengd, nuchter
warm speeksel van een gezonde ezel.
HET IS NOG niet gelukt om het
stamland van de leprabacil vast te
stellen. Wel is tamelijk nauwkeurig
bekend hoe de melaatsheid uit het
Nabije Oosten destijds Europa en de
rest van de wereld heeft bereikt. De
Romeinen hebben de ziekte opgedaan,
die zich voordien al via de Libanon
naar Griekenland en Egypte had ver
spreid. In de andere richting trok de
lepra een spoor via Azië en Indonesië
naar de Stille Oceaan. Wat Europa be
treft, is het aannemelijk, dat de grote
volksverhuizing en de kruistochten
nieuwe infectiehaarden teweeg gebracht
hebben. Vijf eeuwen heeft de ziekte
epidemisch in Europa huisgehouden.
Zij trok met Spaanse veroveraars mee
naar Latijns-Amerika en met Scandi
navische emigranten naar Noord-Ame
rika.
De Noorse arts Hansen heeft in 1873
ontdekt hoe de ziekte werd verwekt.
Maar pas vijftig jaar nadien kon voor
het eerst een (duur) afdoend genees
middel wonden geproduceerd. In feite
is pas na de Tweede Wereldoorlog de
leprabestrijding werkelijk op gang ge
komen, toen een goedkoop bestrij
dingsmiddel was ontwikkeld.
In de vier jaren van haar bestaan
heeft de stichting een aantal bestrij-
dingscentra opgezet in Afrika en te
vens getracht, de strijd tegen de lepra
als volksziekte te halen uit de sfeer
van liefdadigheid waarin die zich
steeds heeft voltrokken. „De tijd voor
DE VERWANTSCHAP van lepra en
tuberculose staat vast. Het BCG-vaccin
dat een zekere bescherming tegen tbc
biedt, blijkt ook een groot aantal
lepra-gevallen te voorkomen. In Oegan
da gaf het middel bij 8000 schoolkin
deren uit een met lepra besmet milieu
een bescherming van 80 percent.
kele honderden gevallen (gastarbei
ders en patiënten uit de voormalige
koloniën).
landse stichting voor leprabestrijding
heeft in Ethiopië kunnen vaststellen,
dat Lamprene al effect heeft bij een
zeer lage dosis en toediening eens per
maand. Dit opent in de ontwikkelings
landen perspectieven, omdat Lamprene
economisch beter hanteerbaar zou zijn,
hoewel de aanmaak duurder is dan
van DDS.
NAARMATE de kennis omtrent de
ziekte toenam, hebben zich ook de op
vattingen over de behandeling gewij
zigd. In plaats van de isolering vroe
ger, toen geen genezing mogelijk was,
is nu een behandeling gekomen die ja
ren kan duren, maar de patiënten al
zeer spoedig ongevaarlijk maakt voor
hun omgeving. En in die omgeving is
negentig percent van de mensen niet
vatbaar voor de ziekte.
Lepra spaart jong noch oud.
Rechts de Nederlandse arts
A. J. de Rijk met patiënt in
Alupe, Afrika.
Daarom het gironummer van de Ne
derlandse stichting voor de leprabestrij
ding, Mauritskade 63, Amsterdam:
50500. Met een dringende aanbeveling.
De stichting heeft uiteraard geld no
dig. Met de uitbreiding van het werk
aan projecten in Tanzania, Kenya en
Oeganda stijgen haar begrotingen.
Voor 1970 was die rond 800.000 gulden,
voor 1971 eist de voortzetting der pro
gramma’s 918.000 gulden. De bijdragen
van het publiek worden alleen besteed
aan de projecten waarvoor zij bestemd
zijn. Organisatiekosten en dergelijke
worden uit andere middelen bestreden.
DDS (diaminophenysulfon) is een
goedkoop en effectief geneesmiddel.
Zonder risico kan het door hulpkrach
ten worden toegediend. In India bracht
de wekelijkse toediening bij kinderen
het lepracijfer met ruim 50 percent
omlaag. Toepassing op zeer grote
schaal zou een voor vele landen nog te
kostbaar verspreidingsapparaat eisen.
De voorzorgsbehandeling verhoogt bo
vendien de natuurlijke weerstand te
gen lepra niet. Dit betekent dat de be-
LEPRA wordt voornamelijk ver
spreid door fysiek contact met patiën
ten die bacteriën in huid en slijmvlie
zen meedragen. Oppervlakkig gezien
zou de afzondering van lepralijders
dus uitbreiding van de ziekte kunnen
tegengaan. Maar het voor lange tijd
of definitief verbreken van de bindin
gen met de samenleving maakt de pa
tiënt letterlijk tot een levende dode.
Omdat lepralijders dit weten, gaan zij
dikwijls pas in allerlaatste instantie
naar een behandelingscentrum. Zij
blijven zo lang ze kunnen in de eigen
omgeving en zijn daardoor potentiële
verspreiders van de ziekte.
LEPRA is geen dodelijke ziekte.
Zij vreet zenuwen aan, zo lang zij
actief is en het teloorgaan der ze
nuwen veroorzaakt het verval van
de spieren. Daardoor treden de af
schuwelijke vervormingen op.
Aangetaste lichaamsdelen missen
de bescherming van de pijnzin.
Kleine, op zichzelf onbetekenende
verwondingen, die niet worden op
gemerkt, leiden tot ontstekingen
en verrotting. Zo’n lichaam met
halve benen, zonder handen en een
aangevreten gezicht blijft echter
leven totdat het tenslotte door een
MYCOBACTERIUM LEPRAE: een bacterie,
die nauw verwant is aan de tuberculosever-
wekker onder de microscoop een onbeweeg
lijk staafje, waarvan er bij ernstige patiënten
in elk stukje huid van vijf millimeter middel-
EEN VOORBEELD is Kenya met ca.
35.000 lepralijders, hetgeen aanzienlijk
minder is dan b.v. in Oeganda en Tan
zania, maar altijd nog meer dan één
geval per 1000 inwoners. De gezond
heidsdiensten en de artsen zijn over
belast met de zorg voor, en de preven
tie van vele tropische ziekten. Daar
door komt het dat driekwart van de
leprapatiënten nooit, de rest zeer on
regelmatig wordt behandeld.
Een speciale lepradienst is beslist
noodzakelijk. In West-Kenya bestond
die, maar organisatorisch leek het naar
niets. Assistenten moesten per fiets de
patiënten bezoeken en controleren,
maar de meeste fietsen waren bezwe
ken van ouderdom. Een arts zag men
soms jaren niet. Uitroeiing van de le
pra is nochtans medisch geen probleem,
als er voldoende geld komt en de zaak
goed georganiseerd wordt. Zo is de
toestand in vele lepra-gebieden en
vandaar het beroep op onze beurs. Als
er hulp komt kan de ziekte overal uit
gebannen worden.
Slechts een van elke vijf zieken leeft binnen
het bereik van een arts. Dat is de reden waarom
het lepracijfer niet daalt ondanks verbeterde
bestrijding en tevens de aanleiding tot deze
„roundup” aan de vooravond van „Wereld-
lepradag 1971”.
Onderzocht wordt nog een nieuw
geneesmiddel: rifadine. Dr. Leiker
heeft het in Nederland toegepast en
de resultaten zijn gunstig het effect
op de leprabacterie is mogeljjk zelfs
groter dan bij andere middelen.
DE LEPRALIJDER heeft eeuwen
lang als een uitgestotene moeten le
ven. Hij was „onrein”, hij leefde aan
de rand van de maatschappij een be
staan van liefdadigheid, ging langs de
straten in een zwarte pij, klepperend
met een ratel, gemeden, verafschuwd
en doodverklaard, doch niet gestor
ven. Hij kreeg wel een kerkelijke
rouwdienst, waarbij in plaats van een
lijkkist naast het altaar een zwarte
baldakijn stond opgesteld, waaronder
„de door God gestrafte” zijn eigen uit
vaartplechtigheid moest gadeslaan.
i'---
Erbij
Z