Fiets is er teken van welstand
Nederlanders leren boeren
in Opper-Volta ploegen
Gesprekspartner voor
ministerie van O. en W.
OTO VERVANGT
STUDENTEN
RAAD
Leo Koppens, man achter zelfservicemachines:
Voordeeltje
van decimale
stelsel
A UTOMA TEN MOETEN LE VEN
i
Verzending zeepost
Opleidingscentrum
in Torna uit niets
4
opgebouwd
STER REES
PIONIERSWERK
SPECIALITEIT
VRIJDAG 12 FEBRUARI 1971
Primitief leven
Uit niets
SS
(Van onze correspondent)
UTRECHT Al vele jaren lang
werken er Nederlandse Witte Paters
In de Afrikaanse staat Opper-Volta,
welke in het zuiden, grenst aan Ivoor
kust, Ghana, Togo en Dahomey. De
missionarissen hebben hun werkge
bied in en rond het stadje Torna, dat
in het noordwesten van dit land ligt.
Er wonen vijfduizend mensen in
lemen hutten, welke doorgaans uit
één kamer en een omheind erf be
staan. Op dit erf speelt zich het leven
van de mensen af. De vertrekken die
nen hoofdzakelijk als slaapplaats in
de winter.
Ossen voor de ploeg
(Van onze correspondent)
BLADEL Nuchter oordeel van
de 50-jarige automaten-koning Leo
Koppens uit het Brabantse Bladel:
„De lonen gaan elk jaar omhoog,
maar de produktiviteit stijgt beslist
niet even hard. Wat is dus het ant
woord? Automatiseren. Automaten
het werk laten doen van mensenhan
den”. Twee jaar geleden voorspelde
hij: de zelfbediening bij benzinesta
tions langs de autowegen wordt een
populaire zaak. Maar er moet voor
het publiek wel iets tegenover staan,
een besparing van twee cent per liter
bijvoorbeeld.
Ti':1
t F S
i
i
- <01
I
A
(Van onze correspondent)
wat ■•egenrijk
LEO KOPPENS
s
ringen van de Wereldbank. Verhoging
van de katoenproduktie maakte reeds de
bouw van een katoenspinnerij in Ouaga
dougou mogelijk, welke de binnenlandse
oogst verwerkt. Zo’n project had geld
kunnen krijgen van de Wereldbank Die
fabriek heeft ook een gunstige invloed
op de kwaliteit van de verbouwde ka
toen, omdat de organisatie welke de ka
toen opkoopt anders geen credieten ver
strekt aan de boeren voor zaaigoed.
praktische uitvoering van het hele pro-
jekt.
Dat is niet gebeurd. „Het heeft me drie
ëneenhalve ton gekost en de concurrentie
heeft de gelegenheid gehad ook aan de
markt te komen”, vertelt hij, geïrriteerd.
De heer Koppens heeft echter niet stilge
zeten. Vooruit denkend er vooruit werkend
heeft het bedrijf bij vijf pompen een be-
sturingsautomaat ontwikkeld waarmee vijf
tanken: volautomatisch.
Boeren in Opper-Volta leren hoe zij
zelf een huis kunnen bouwen.
Koppens automatic, kort na de meida
gen van 1940 begonnen als een bedrijf voor
landbouwwerktuigen, heeft in ruim tien
jaar pionierswerk verricht. In 1958 lan
ceerde de heer Koppens het idee om een
automaat voor bromfietsbenzine te con
strueren. Hij kreeg de medewerking van
Caltex (thans Chevron) en dat was het be
gin van een reeks nieuwe aktiviteiten die
de komende jaren stellig nog talrjjker zul
len worden.
UTRECHT. Al geruime tjjd bestond
er bjj het ministerie van Onderwas en
Wetenschappen behoefte aan een andere
gesprekspartner ais vertegenwoordiger van
de Studentenraad. De Studentenraad was
sinds de overneming ervan door de Stu
denten Vakbeweging voor het departement
te zeer de spreekbuis van een bepaalde
groepering geworden. Bovendien wilde de
dooi de studentenoppositie beheerde Stu
dentenraad op een gegeven moment niet
meer met de minister van Onderwijs pra
ten, zo groot was de „afkeer” van zyn poli
tiek ten aanzien van het wetenschappelyk
onderwjjs.
Opnieuw heeft de heer Koppens de aan
dacht van de automatenwereld op zich
gevestigd, en dat zal, zegt hij, nog vaker
gebeuren. Hij kondigt een automaat aan
die ook buitenlands geld accepteert en
wisselgeld teruggeeft. Het moet eveneens
mogelijk zijn de „leesapparatuur” zo te
perfectioneren dat zij betaalpassen als be
taal middel feilloos in ontvangst neemt.
Verder filosoferend denk de heer Koppens
„Ik ben een technieker in hart en nieren,
daarom kom ik niet zoveel in de fabriek.
Ik wil niet in de verleiding gebracht wor
den me met de techniek te gaan bemoei
en”. Aan volautomatisch winkelen, aan
een zaak waar ’s avonds en ’s nachts een
assortiment van vijfhonderd artikelen be
schikbaar is. Pure zelfbediening, want
zelfs het afrekenen na afloop moet via de
automaat gaan.
Het departement vond, naar het zich
laat aanzien, de andere gesprekspartner in
het Landelijk College van Studievereni
gingen, dat onder leiding staat van de
Utrechter C. W. D. van Gruting. Het lan
delijk college is de overkoepelende orga
nisatie van de studieverenigingen en stu
die commissies, die zich op het niveau van
de faculteiten en studierichtingen bezig
houden met de organisatie van de studie.
Er is altijd een duidelijk verschil ge-
Ter verbreding van de bedrijfsbasis ging
de heer Koppens weldra naast automaten
voor tweetakt-brandstof automaten voor
koffie en frisdranken bouwen, weer la
ter (in 1968) gevolgd door de constructie
van zelfbedieningsapparatuur voor benzi
nestations. Hij zegt: „Kleine bedrijven die
in deze tijd willen blijven voortbestaan,
moeten zich specialistisch opstellen” De
heer Koppens heeft dat gedaan en hij
meent dat hij daarmee een goede weg heeft
gekozen. „De toepassing van automaten is
een groeiproces. Het publiek moet er lang
zaam aan wennen. Het klinkt gek, maar
het is toch waar: een automaat moet com
municeren. Het moet geet dood ding zijn.
Ik kan me voorstellen dat ei mensen zijn
die blij zijn als ze voor hun geld een pak
je sigaretten uit een automaat krijgen
Kijk, dat is fout. Een automaat moet leven,
iets te zien geven, al zijn het maar wat
letters en cijfers. Of desnoods een achter
grondmuziek) e laten horen: bij het auto
matisch tanken, aldus de heer Koppens.
In 1968 werd langs de rijksweg Utrecht-
Rotterdam-Den Haag bij De Meem het
eerste station geopend waar automobilis
ten ’s nachts zelf kunnen tanken. Het was
toentertijd een proef die voor de heer
Koppens in nauw overleg met het de
partement van Verkeer en Waterstaat en
een benzinemaatschappij werken de
betekenis moest bevestigen van de door
zijn 25-jarlge zoon, ir. Harry Koppens, ge
dane uitvinding: een apparatuur die bank
biljetten „leest” (Ik had eens tegen hem
gezegd: als je zo’n apparaat voor elkaar
krijgt, verdien je er bij mij een leuk bedrag
mee”).
De proef werd een succes. In ons land
staan thans dertig stations met self servi-
ce-mogelijkheden gedurende de nachte
lijke uren, en er komen er nog ongeveer
zeventig bij. Voor ambtelijke begrippen is
deze uitbreiding wellicht erg snel gegaan,
maar voor Koppens’ opvattingen omtrent
dynamisch handelen zeker niet. Hij had
(en niet ten onrechte) verwacht dat het
ministerie eerder de plaatsen voor de in
totaal honderd stations had aangewezen en
dat Koppens automatic als beloning voor
het baanbrekende werk anderhalf jaar ge
leden al bericht had gekregen over de
weest tussen het landelijk college met zijn
studiecommissies en .studieverenigingen
en de studentenoppositie Deze roerde zich
meer in de tot kleine groepen terugge
brachte grondradgn. Over de studiever
enigingen en studiecommissies werd door
deze kringen vaak denigrerend gesproken,
ook al omdat zij het politieke elan missen
waardoor de studentenoppositie werd ge
kenmerkt.
De leden van het landelijk college wer
den beschouwd als rechts georiënteerde
lieden, die wat sleutelden binnen de facul
teiten en studierichtingen, maar die niet in
staat waren een wezenlijke bijdrage te le
veren aan de universitaire hervormingen.
De heer Van Gruting organiseerde echter
voort en de waardering van het departe
ment voor zijn werk nam toe naarmate de
Nederlandse Studentenraad in een steeds
sterker extremisme verzeild raakte.
digen. Die beheren ook de huishoudschool
in Torna.
Na een jaar gaan de boeren weer terug.
Maar ook thuis worden ze regelmatig
door de landbouwkundigen bezocht om te
voorkomen dat ze terugvallen in hun
oude sleur van vóór de opleiding. Ze krij
gen hulp bij het uitzetten van hun grond,
het bouwen van een huis en adviezen
voor de behandeling van hun gewas. Ver
der worden ze vertrouwd gemaakt met
het gebruik van kunstmest en insectici
den. En men hoopt dat de boeren in hun
dorp het geleerde doorgeven aan hun bu
ren.
De twintig boeren die per jaar in op
leiding zijn, verbouwen met hun gezin
nen miellet en katoen op de aan hen toe
gewezen stukken grond Hun vrouwen
krijgen onderricht in hygiëne, koken en
kinderverzorging van twee huishoudkun-
Il
Eén van de Nederlandse pioniers in
Opper-Volta, de landbouwkundige
A. J. M. van de Boogaard.
de benzine in de tank stromen. Geen
pompbediende hoeft er aan te pas te ko
men.
„De allermodernste technieken hebben
we toegepast, technieken die Amerikaanse
ruimtevaartexperts gebruiken hebben wij
gekozen in de besturingsaoparatuur. Het is
onze specialiteit geworden". De heer Kop
pens rekent erop dat hij volgend jaar de
bouw van volautomatische benzinestations
in produktie kan nemen, en dat betekent
uitbreiding van het personeel (thans 50
man) tot honderd honderdvijftig man
De omzet die thans rond de anderhalf mil
joen bedraagt, zal eveneens belangrijk stij
gen. „Dat moet ook wel, want we hebben
de laatste jaren vreselijk veel geld ge
ïnvesteerd in onderzoekingen om nieuwe
ontwikkelingen voor te blijven Zeg maar
ongeveer tien percent van de omzet is in
research gestoken, en dat geld moet nu zijn
rendement gaan opleveren”.
Hij heeft geiyk gekregen. Dit jaar
gaat de heer Koppens zyn grote slag slaan.
De introductie van volautomatische benzi
nestations, resultaat van kostbaar en in
spannend researchwerk, dat de heer Kop
pens altyd al een pionier in de auto
matenbranche geweest een wereldpri
meur heeft bezorgd.
De automaat „leest” de bankbiljetten,
controleert de munten en maakt het tota
le bedrag zichtbaar. Een druk op één van
de vijf knoppen (normal benzine, super,
diesel, tweetakt) brengt het bedrag en de
daarmee overeenkomende hoeveelheid over
naar één van de vijf pompen. Nog een
druk op een knop (die op de pomp) laat
De Witte Paters waren begin 1965 gang
makers van een veelomvattend landbouw
project, waarin nu vier Nederlandse hulp
organisaties nauw samenwerken. De Ka
tholieke Werkende Jongeren begonnen
ermee, maakten een eerste plan en gin
gen vrijwilligers werven. Eén van hen
was de bouwkundige A. J. M. van de Boo
gaard, een HTS’er, die nu 26 jaar is. La
ter bracht de KWJ het project in bij de
Stichting Nederlandse Vrijwilligers. Ook
de Internationale Technische Hulp en de
NOVIB zegden medewerking toe. De SNV
zorgde voor opleiding, vervoer, verzor
ging en salaris van de vrijwilligers en
ITH regelde de financiering van gebou
wen, materialen en andere investeringen
In mei 1968 kwamen de eerste zeven
vrijwilligers na een moeizame tocht van
vele honderden kilometers per auto van
uit de hoofdstad van Ivoorkust, Abidjan
in Torna aan. De groep bestond uit drie
landbouwkundigen, twee bouwkundigen
en twee verpleegsters. Begin augustus ar
riveerden nog twee huishoudkundigen.
Zij moesten de mensen opmerkzaam ma
ken op welvaart- en welzijnverhogende
technieken op het gebied van hygiëhe.,
kinderverzorging en landbouw. De kern
van het project moest een landbouwprak-
tijkschool worden.
lorna is een districtsplaats, met als
plaatselijk bestuurder een commandan*-
vertegenwoordiger van het militaire be
wind van luitenant-kolonei Sangoulé La-
mizana, die in de hoofdstad Ouagadougou
(110.000 inwoners) zetelt. De bevolking is
voor drievijfde katholiek. De mensen in
Torna en in de dorpen eromheen zijn
arme landbouwers, die met primitieve
middelen miellet, een inheemse graan
soort, aardnoten en katoen verbouwen
Een fiets is in deze omgeving, waar de
invloed van de verzengende Sahara-woes
tijn duidelijk te merken is, een teken van
welstand.
Bouwkundige Van de Bogaard vertelt:
„Toen we eindelijk op het door de rege
ring beschikbaar gestelde stuk grond, acht
kilometer van Torna, aankwamen, bleek
er niets te zijn, geen zand, cement, grond
stenen, niets! Dat was een tegenvaller. De
grond lag aan weerszijden van een weg.
Op het ene stuk paalden we wat grond
af, waarop we van plan waren de maga
rijnwerkplaats, een instructielokaaL twee
woningen voor de vrijwilligers en één
voor directeur Zwaan te bouwen. Daar
achter werd het terrein gereserveerd voor
ossentraining en proefveldjes. De rest van
de grond werd in twintig gelijke stukken
van elk drie hectare verdeeld, waarop
evenzoVéle boerderijtjes met schuurtjes,
kook- en doucheruimte, w.c. en kleine
stal voor varkens pluimvee en twee ossen
moeten verrijzen. Het kostte ons onge
veer een jaar om alle gebouwen en boer
derijtjes klaar te krijgen. In die ijd wer
den uit Torna en de omliggende dorpen
Nimina. Goin, Biba en To twintig land-
bouwgezinnen uitgenodigd om een op lei
ding op het gereedkomende centrum te
Ontvangen. Deze selectie werd verricht' in
samenwerking met dorpoudsten en de fa
milie van de betrokken boeren. Per
vrachtauto werden de mensen met al hun
hebben en houden verhuisd.
Eén van de landbouwkundigen' kocht
ossen. Het was de bedoeling dat. de boeren
na hun opleiding de dieren op crediet
zouden kunnen meenemen naar hun eigen
bedrijf. Het kopen was nog een heel
gedoe, want de veehoudende stammen
trekken reeds bij zonsopgang met hun
dieren de velden in om pas bij het inval
len van de schemering terug te keren
Bovendien onderhandelen zij moeilijk
met vreemdelingen, die zij niet kennen
Maar langzamerhand vulde de eerst met
in de grond gestoken takken, later mee
kleiwallen afgeschermde ossenkraal zich
met dieren. Vooral in het begin braken
er nog wel eens ossen uit en veroorzaak
ten schade in de omringende velden. Dan
kwamen de boeren uit de omtrek naai
ons toe om schadevergoeding. Alle bees
ten kregen bij aankoop ons brandmerk
om te voorkomen dat wij ook de dooi
andere dieren aangerichte schade zouden
moeten vergoeden Aan tractoren voo<
het trekken van de ploeg zijn de mensen
nog niet toe Die zijn daar zó kapot. Een
koppel Ossen is gemakkelijker re onder
houden. De dieren leren vrij snel vooi
een ploeg te lopen
Elk jaar worden steeds twintig boeren
uit weer andere dorpen geselecteerd om
onderricht in moderne landbouwmetho
den te ontvangen op het opleidingscen
trum. Op den duur moet het centrum min
of meer zichzelf financieel gaan bedrui
pen. De vrijwilligers worden door Neder
land betaald, maar alle materialen, zoals
ploegen, zaaigoed en kunstmest, insecti
ciden en de ossen worden dan gefinan
cierd door de credietinstelling van de
Oppervoltaanse regering, welke door af
betalingen, verkregen uit de verkoop van
katoen, langzamerhand de geïnvesteerde
kapitalen terugkrijgt. Over acht tot tien
jaar zal de leididng geheel in handen van
de Oppervoltaanse regering komen.
Voor de methoden van het centrum be
staat grote belangstelling. Er zijn plan
nen om ook in andere delen van Opper-
Volta dergelijke centra te vestigen om
dat deze in een betrekkelijk klein aantal
jaren een algemene verheffing bewerk
stelligen in de streek waarin zo’n cen
trum is gevestigd.
Eigenlijk is het werk dat in Torna
wordt gedaan een poging om het land
interessant genoeg te maken voor investe-
„Twee jaar leven in de „bush” is niet
makkelijk”, zegt Van de Bogaai-d. „Het
beste is om zoveel mogelijk om handen
te hebben. Veel luxe is er niet. Zelfs het
grondwater uit de vele geslagen putten
op het centrum moet eerst grondig wor
den gefiltreerd voordat het gedronken
kan worden. Licht en warmte om te ko
ken wordt verkregen door butagas. We
pompten water op in reservoirs op het
dak van onze huisjes, waardoor we elke
dag een douche konden nemen. Vooral
in de warme tijd met soms temperaturen
van 45 graden Celsius is dat wel nodig.
In onze vrije tijd zijn we een paar keer
naar de hoofdstad gegaan, waar je een
„vermaaksstraat” hebt. Er zijn weinig
bioscopen, waarin dan nog alleen Arabi
sche geweldfilms of tweederangs Wes
terns draaien. De wegen zijn primitief.
Aan opengescheurde of lek gestoten auto
banden geef je jaarlijks kapitalen uit.
Vervoer is belangrijk, omdat er elk jaar
steeds meer dorpen in de omgeving be
zocht moeten worden.”
In 1973 zal het centrum de boeren en
hun vrouwen uit twintig dorpen hebben
opgeleid. Daarna vragen we weer de
twintig gezinnen uit de vijf dorpen die
het eerste jaar aan de beurt zijn geweest.
Opper-Volta is een staat met een acht
maal zo groot oppervlak als Nederland
en 5.5 miljoen inwoners. Hoewel er wat
olie en goud, mangaan en diamanten
worden gevonden, is Opper-Volta arm en
economisch overbevolkt. In Ivoorkust
werken dan ook honderdduizenden gast
arbeiders uit dit land.
Sinds op 3 januari 1966 Sangoulé La-
mizana, stafchef van het leger, de macht
overnam, wordt het land bestuurd met
een op militaire leest geschoeide ad
ministratie. Het gebied wordt klimatolo
gisch in tweeën gedeeld in een woestijn
achtig noorden, waarin de Sahara lang-
zaam opdringt, en een wat -egenrijk
zuiden.
In dit land zonder veel goede wegen,
primitieve landbouw, gammele fietsen en
ontelbare malen gerepareerde automobie
len van een niet meer te achterhalen
bouwjaar, groeien momenteel om en na
bij de 3.3 miljoen kinderen en oudere
jongens en meisjes 60 percent van de
bevolking - naar hun volwassenheid. Ze
krijgen onvoldoende scholing en oplei
ding, hun voeding is niet gevarieerd ge
noeg, de medische begeleiding schiet te
kort en werk is er vrijwel niet. Al is
dan het werk van de Witte Paters en de
Nederlandse vrijwilligers een druppel op
een gloeiende plaat het betekent toch
vooral voor de boeren een langzame ver
heffing uit een primitief bestaan.
Met de volgende schepen kan zeepost
worden verzonden. De data, waarop de
correspondentie uiterlijk ter post moet
zijn bezorgd, staan achter de naam van
het schip: Argentinië: ms Karl Marx
Stadt (17-2); Australië: ms Tirranna (16-2);
Brazilië: ms Karl Marx Stadt (17-2); Ca
nada: ms Hother Isle (17-2); Chili: ms Cd
de Tunja (16-2); Israel: ms Ardeas (18-2);
Japan: ms Benwijvis (15-2); Ned. Antillen
en Suriname: ms Neptunus (15-2); Nieuw-
Zeeland: ms Rothenstein (15-2); Verenig
de Staten: ms Atlantic Champagne (15-2).
MANCHESTER (AP) Iemand die
voordeel zal hebben van het invoe
ren van het decimale stelsel in En
geland, zij het een heel kleintje is
de 68-jarige Arthur Scowcroft, een
conciërge in een theater in Man
chester.
Scowcroft heeft van de 13 jaar dat hij
in dienst van de spoorwegen stond
als kruier en oppasser in slaapwa
gens, een pensioen overgehouden
van, schrikt u niet, 4 pennies per
maand. Als het decimale stelsel er
is komt dit neer op 2.5 „new pen
ce”, oftewel 6 oude pennies.
Scowcroft kwm bij de spoorwegen toen
hij 51 jaar was. Drie maanden daar
na kwam er een nieuw pensioensche-
ma maar Scowcorft viel daar niet
onder. Hij was zes jaar te oud en
was bovendien nog geen 12 maanden
bij de spoorwegen in betrekking toen
het nieuwe schema inging.
Er kwam weer een nieuw plan, in
1967, maar daar had hij ook niets
aan want twee weken later moest
hij toch de dienst verlaten, hij was
toen 65 geworden.
Voor zijn pensioen had hij dus twee
weken betaald. Vandaar die schame
le 4 oude, en 2.5 nieuwe, pennies
per maand.
„Toen ik mijn eerste maandelijkse
pensioencheque kreeg sprongen de
tranen in de ogen, wat een bedrag”
aldus Scowcroft.
„En wat een verspilling van tijd en
geld. Ik heb die lui geschreven als
je me nou ineens een pond stuurt
dan ben je voor altijd van me af.
Maar nee, dat mocht natuurlijk weer
niet”.
De ster van het landelijk college rees
verder dankzij twee opmerkelijke initia
tieven in het begin van 1969 die door het
ministerie van Onderwijs werden ge
steund. In februari 1969 gaf het landelijke
college met financiële steun van het de
partement een leidraad uit die de dis
cussies rond de nota van de regeringscom
missaris Posthumus over de reorganisatie
van de studie bij het wetenschappelijk on
derwijs moest stimuleren
Verder werd in samenwerking met het
ministerie besloten tot de oprichting van
de Overlegcommissie Tertiair Onderwijs,
afgekort OTO. De oprichting ervan is het
gevolg van het besef da* het niet kan wor
den volstaan met een reorganisatie van het
wetenschappelijk onderwijs, maar dat het
hoger beroepsonderwijs direct met deze
reorganisatie te maken heeft en erbij be
trokken moet worden. Voorzitter van de
OTO werd de heer Van Gruting. Of, zoals
he* officieel geformuleerd wordt, het da
gelijks bestuur van de Overlegcommissie
Tertiair Onderwijs wordt waargenomen
door het bestuur van het Landelijk Col
lege van Studieverenigingen en Studie
commissies. De heer Van Gruting wordt
bijgestaan door een aantal medewerkers.
Ve’-der is er een uitgebreide adviescom
missie. waarin onderwijsdeskundigen ver
tegenwoordigers van het ministerie van
Onderwijs en van de Raad van Studeren
den bij het hóger beroepsonderwijs zitting
hebben en waarin uiteraard ook het lande
lijk college niet ontbreekt, evenmin trou
wens als prof. Posthumus zelf.
In de korte tijd van baar bestaan heeft
de OTO een grote activheit ontplooid ter
vergroting van de belangstelling voor de
problemen van het gehele tertiaire onder
wijs. Opmerkelijk was de publikatie van
een „Tertiaire Onderwiiskrant", waarin
een uitgebreid overzicht werd gegeven
van wat er op het ogenblik op dit gebied
aan de hand is. De krant werd eerst in
een oplage van 100 000 exemplaren ge
maakt. Spoedig bleek dat er nóg 100.000
ncdig waren. Een andere recente prestatie
van de OTO is het rapport „Universitaire
reacties op de nota-Posthumus”
De OTO is een onafhankelijke organi
satie. De subsidie van het departement
10.000) is alleen bestemd voor de bureau
kosten. Men beseft echter, dat de OTO
moeilijk door de buitenwacht als onaf-
nankelijk zal worden aanvaard, zolang de
financiële binding aan het departement
bestaat. Daarom wordt er nu naar andere
financiële bronnen gespeurd. Van de OTO
zal een stichting worden gemaakt.
wat
‘.‘s