Het toffe leven van de grote versierder STUNTMAN WAGENAAR r-J I! ALS-IE VERDRIET HEEFT” DIE OOK JANKT „EEN DOODGEWONE GOZER IB 1 1 17 LEKKER KNOKKEN WAKKER LIGGEN KAARSLICHT BOSKABOUTER SCHEVE TANDJES i' 1 ZATERDAG 27 MAART 1971 Erbij WIM WAGENAAR biedt meer: vlak achter Hilton heeft hij zijn pijlsnelle speedboot af gemeerd. Dit met het oog op eventuele foto’s. Maar ineens krijgt Wim een idee voor een nog beter „sfeertje”. Een groot jacht in Volendam „dat ik verzorg voor een rijke vriend in den vreemde”. Hilton heeft nu als decor afge daan. De portier krijgt van Wim een tientje voor betoonde dien sten. Op naar Volendam! st’ «- n P. ie 1- m te kwam ik op de :er eilandje, een dekschuit, of welk I „ALLERLEI ook geen huilende kinderen om me heen hebben”. „Ik zit in een stadion ook nooit tus sen allerlei mensen in, dan ga ik du wen. Begrijp je dat?” „Aan zo’n vlieger hang ik frank en vrij op 135 meter. Dan ben ik de baas, ik kan loslaten wanneer ik wil. Maar je stapt in een vliegtuig, doet die deur dicht, en je kan er zelf helemaal niks meer aan doen. Het moet je tijd zijn, zeggen ze dan. Maar het zal die piloot z’n tijd maar zijn, dan ga ik toch maar mee”. „IK WIL ALLES zelf in de hand hebben, dan kun je nog allerlei din- si er Is. in ge te et ;rt le er in ld da ?n. ze- •r* >e- ik: „IK KNOK niet voor poen, ik werk er wel voor. Maar voor sores als de BTW heb ik èen boekhouder. Daar ben ik geen man voor. Ik ben de man die zorgt dat het restaurantje lekker draait, ik zorg ervoor dat de zalm op tijd binnenkomt en opgevreten wordt door ieuke mensen. Dat is tof’. „Ik heb Maureen ook niet meege nomen om de verdienste, maar omdat het tof is. Vrouwen zijn erg belangrijk. Ik heb er liever vier bij me dan drie- en-half’. Terug in de boot voert Wim Wage- naar opnieuw een nummer op. Via zijn boordradio vraagt hij Radio Scheve- ningen om zijn boodschappendienst in Amsterdam te bellen. En dan, bescheiden: „Ik ben maar een gewone gozer, die ook jankt als-ie verdriet heeft. En op het toilet stink ik ook. hoor I” Uit een al wat verder verleden: Wim Wage- naar klaar voor de start van zijn vlieger- stunt, en geen spoor van vrees met zijn auto naar de parkeerplaats moet, staat Wagenaars zilvergrijze Lotus pal voor de deur. Hij heeft een dikke bontjas (ongeschoren bever), naast hem zit Miss Holland 1970, de 20-jarige Maureen Renzen, een teer meisje dat goed ge timed heeft leren glimlachen. In tegenstelling tot de verwachting is ze niet door Wim Wagenaar een dagje voor de publiciteit ingehuurd. Ze is op eigen verzoek naar Hilton gekomen, waar ze zo juist door haar moeder is afgeleverd. Een van Wagenaars meest gedurfde ondernemingen is de sprong met de speedboot, over een obstakel-te-water dan ook. maand nodig. Toen schilderafdeling terecht”. „Dat alles gauw te klein is heb ik niet alleen als ik schilder. Het is al tijd zo. Ik heb veel aanvallen van claustrofobie. In een vliegtuig ga ik nooit vooraan in de tweede klas zit ten, daar kan ik niet wegkomen. Ter wijl ik heel goed besef dat als het ding neervalt het niks uitmaakt waar je zit. Maar in een vliegtuig ben ik bloednerveus, ik zit voortdurend te eten, wil nergens aan denken, ik wil TERWIJL iedereen al met een leeg glas zit, is Wim Wagenaar nog maar halverwege met zijn crabcocktail „Aan het eten kan ik zien of mensen ner veus zijn, ik eet niet snel, ik eet ge zellig, praat wat, kijk wat om me heen” „Toen ik nog geen geld had, nodigde ik ook mensen uit om te eten, maar toen maakte ik voor twee riksen een pan spaghetti. Het maakt geen moer uit of je nu voor 5 of 50 gulden kookt Maar het is makkelijker om voor vijf tig piek te koken”. „Ik heb nu geld, een zaak, dat is belangrijk, het is zo verschrikkelijk tof. Maar als dat morgen allemaal weg „DAAROM hou ik vaak m’n mond als ik wil zeggen dat er volgens mij geen god bestaat. Want anders moet die een enorme kolereleier zijn, dat hij de kraan van die oorlog niet dicht draait. Maar wat gaat het de mensen aan wat ik denk? Dat bedenk ik zelf wel in de boot. Toen wij hier in ’40-’45 in de troep zaten, zullen ze in Cali fornia ook niet aan ons hebben ge dacht, terwijl ze lekker tonijn zaten te vissen. Je moet in de wereld maar rekenen, dat er niemand is die het bed voor je opmaakt, behalve dat wijf dat van je houdt”. ,Moet je die vissers nou es zien, die de haven binnenkomen! Wat denk je hoe tof die kerels zich voelen? Ze komen met een schip vol vis terug. Erg tof, ’tuurlijk hebben ze een zwaar leven, maar de hele krant zal hen aan de kont gebakkèn zijn. Ze kunnen lekker knokken met de vissen en de natuur”. Wim en Maureen (Miss Holland 1970) Renzen aan de kade in Volen dam. (Van een onzer verslaggevers) A AN HET EIND van de dag zal Wim Wage- naar (sterkste jongen van Amsterdam, -L stuntman, eigenaar van een restaurant, ver sierder) zeggen: „Ik ben ook maar een gewone gozer, die gaat janken als-ie verdriet heeft”. Maar de uren daarvoor heeft hij van het inter view een „act” gemaakt, waar de meeste gewone jongens niet zo gauw opkomen. Het begint met een afspraak in het Hiltonhotel. Terwijl iedereen „ER ZIJN VEEL stunts in die film verwerkt. Ik doe een stunt alleen wanneer het er redelijk inzit dat ik het er levend afbreng. Toen ik laatst met een speedboot via een schans over een dekschuit heen moest sprin gen, moest ik een hele moeilijke bocht nemen. Over die bocht heb ik een nacht wakker gelegen. Als het mis lukte, ging ik met die speedboot dwars door de dekschuit heen en dan was ik waarschijnlijk wel dood ge weest, ja”. „Ik bereid me op zoiets erg goed voor, ik check de boot, er waren twee verpleegsters, een dokter en een am bulance bij, en m’n vriend André, een zwemkampioen, stond op de kant. Als er wat was gebeurd, was ik er snel uitgehaald”. „Na zo’n stunt heb je gewoon een kick”. Miss Holland: „Een kick als van drugs?” Wim: „Zeg, hou jij je mondje nou maar even, verder ben je lief. Het is een kick die Cassius Clay heeft in de ring, die Jan Janssen heeft als hij de Tour de France heeft gewonnen. Dat heeft helemaal niks met drugs te maken. Het is een kick, die je krijgt als je een prestatie levert die niemand anders durft te doen. Een stunt, die anderen ook maken, dan doe ik het zoals ik een flesje melk drink, dan is het gewoon een financiële affaire. Ik vraag duizend gulden per uur”. „EEN KEER HEB ik geweigerd een stunt te doen. Dat was voor een omroepvereniging. Ze vroegen me van twee hoog door een raam te sprin gen. Ik was dan de vriend van de is, interesseert me dat geen hol. Ik ben begonnen met een speedbootje van 500 gulden, en ik reed in een Citroen van 375 piek. Als ik ga eten is het niet belangrijk hoe duur het is, wel of er een kaars op tafel staat”. „Publiciteit is voor mij net zo be langrijk als voor alle mensen die in de bladen adverteren. Ik heb een res taurant, een winkeltje, ik moet m’n biefstukken verkopen. Maar ik zit op het meest ongunstige plekje van Ne derland. Er hebben wel es mensen voor de deur gestaan, die dachten: moet ik in dat hol? Daarom is het belangrijk dat een Aznavour, of een Vondeling, er geweest zijn. Die mensen weten wat er te koop is op de wereld en gaan geen broodje bij Kootje eten. En wie zijn die andere mensen dan wel, dat ze niet durven?” „Als mensen mij met Jan Cremer vergelijken, is dat een teken dat de mensen Jan Cremer wel kennen, en mij niet. Jan Cremer wil graag leven zoals ik leef. Dat boek schrijven is het enige wat hij kan, ik heb nog een paar andere mogelijkheden”. „Ik vind het tof om met haar (wijst op miss Holland) over een dijk te rij den en naar schaapjes te kijken. Als ik in Zuid-Frankrijk ben, ga ik niet naar een verlichte koffieshop, maar naar een berghut waar het erg tof is”. „Je moet altijd zo oppassen wat je zegt. Er is door de VPRO een televi sieprogramma over mij gemaakt. Dan vragen ze: wat vind je van Vietnam, en dan zeg ik: interesseert me niet. Want als ik precies zeg hoe ik over Vietnam denk, weet ik niet wat ze daarmee doen. Ze kunnen me wel fil men in een bed met acht kanjers van meiden en dan laten horen hoe ik over Vietnam denk. Ze kunnen wel eerst opnamen maken dat ik lekker zit te vreten, en daarna uitgehongerde kin dertjes laten zien”. TOCH BIEDT het jacht op dit mo ment van de dag niet het sfeertje dat Wim Wagenaar verwachtte. Daarom met z’n allen naar een plaatselijk res taurant. Wim, onderweg terwijl hij een paar meisjes taxeert: „Er loopt heel wat moois rond hier, het groeit goed in die zeelucht. Je moet alleen niet teveel letten op die scheve tand jes, die zou je eigenlijk recht moeten laten zetten”. In het eethuis blijkt hij ook een kenner van wat er onder water groeit. Op zijn restaurant Le Double W in de Amsterdamse Utrechtsedwarsstraat en een appartement te Nice na, zijn we nu langs alle bezittingen gevoerd. Een poenige patser, denk je tenslotte. Maar nadat hij eerst urenlang dat de cor heeft opgetrokken, gaat hij de volgende uren uitleggen wat voor een eenvoudige, gewone jongen hij eigen lijk wel is. Wim Wagenaar: „Ik kom meestal wat protserig uit interviews. Dat ligt gen doen. Mijn image is op zichzelf niet belangrijk, maar wel m’n manier van zakendoen. Mensen gaan niet naar het Victoria hotel om daar gezellig te eten, maar ze komen bij mij in de Utrechtsedwarsstraat. De dames krij gen een roos, er branden kaarsen, er is muziek, het is romantisch. Als ik niet romantisch zou wezen, zou ik ook niet met m’n zoontje in het bos gaan wandelen en zeggen: „onder die boom woont nou de boskabouter”. „Ik ben geboren op de Zeedijk, daar moest je je waarmaken. Deed je dat niet, dan kwam je in de verdrukking. Het was altijd een struggle for life. Ik ben er al vroeg mee bezig geweest, me waar te maken. Toen ik op m’n twaalfde een meisje wilde versieren, klom ik wanneer zij handwerkles had op de zolder van de school. Moet je voorstellen, dan ging ik op m’n han den in de dakgoot staan. Wéér, op m’n handen! Ik was ook de enige schoonspringer in Nederland die drie ëneenhalve salto kon draaien. Maar toen ik op m’n handen in die dakgoot stond, liet de handwerkjuffrouw een gil en ze viel flauw”. „Dat soort idiote dingen heb ik nou altijd. Misschien is het een soort angst, ik had voor de school een paar meiden gepest en ik had het gevoel dat het hoofd van de school me een klap wou geven. Ik was eerder. Toen hij bijkwam zei hij dat hij me een klapje op de schouder had willen ge ven”. „Een politieagent heeft me es puT bliekelijk met een handschoen in het gezicht geslagen. Die man heeft het lang moeilijk gehad. Als er niemand bij was geweest, was ik ook wel kwaad geworden, maar dat het in het openbaar gebeurde was natuurlijk veel erger”. „Ik heb me tot nog toe heel redelijk kunnen waarmaken. Ik leef nu naar een wereldreis toe. Ik wil Tahiti zien, en op de Fuji-eilanden zien hoe de zon er onder gaat. Bestaan die eigen lijk, de Fuji-eilanden?” aan de journalisten, de vibratie komt niet over, het gaat ze te snel. M’n le ven gaat voor veel mensen gewoon te snel. Waarom spreek ik met jou af in Hilton en niet in een of ander lo gement? Omdat ik zelf een restaurant heb. Het beste barbecue-restaurant van Amsterdam, lullig om dat van je eigen restaurant te zeggen, maar het is gewoon zo. De gasten zeggen het”. Wim moet even weg voor een sa nitair gebeuren. Miss Holland vult de pauze op met de mijmering, dat wij allen er toch op wachten, eenmaal rijk te worden. Wim Wagenaar: „Ik ben druk bezig met een film, ga binnenkort weer naar Londen. Het wordt een soort James Bond, maar een lieve, minder agressieve, niet iedere keer links rechts. Het wordt een film waar al leen maar leuke toffe mensen voor komen. Ik mocht veranderingen in de script aanbrengen en m’n eigen te genspeelster kiezen. Gewoon een lek kere meid waar je mee kan praten en lachen. Da’s tof. Ik moet geen type hebben die als je de Westertoren op wilt zegt: o jee, m’n haar waait eraf, en d’r losse wimpers afzet”. DE KADE in Volendam par- VZkeert Wim Wagenaar zijn sport wagen vlak voor een struise Volen- damse die luiers aan het ophangen is. Het jacht, De Euros (thuishaven Monaco), ziet er luxueus uit. Dikke vachten op de bedden, een standaard werk over wijn in de stuurhut, een uitgebreide selectie drank aan stuur boord en verder twee fotoboeken vol met Wim Wagenaar. Wim Wagenaar met Charles Aznavour, Wim Wage naar met Liz Taylor, Wim Wagenaar met Johan Cruyff, Wim Wagenaar met Dick Holthaus, Wim Wagenaar met burgemeester Geertsema van Wassenaar. Er wordt op het bovendek meteen een nieuwe aan de selectie toege voegd: Wim Wagenaar met miss Hol land, Maureen Renzen. Wim kijkt stoer, Maureen teer, hoewel ze bib bert van de kille wind. De visser, die voorbij wandelt, bekijkt het tafereel met een berustende blik van: ach. het zal de tijd wezen. heb ik op 135 meter hoogte gehangen. Dan krijg je ook weer zo’n enorme kick. Je ziet al die mensjes, al dat gewriemel onder je, dan hang ik te gillen onder die vlieger, dan ben ik keihard aan het zingen en aan het doen”. vrouw, wier echtgenoot thuis kwam, en ik moest in paniek door dat raam springen. Het idee alleen al. Ik vroeg duizend gulden, ze boden me 200. Ik ben keihard gaan lachen en heb die vent zelf 500 geboden als hij thuis door het raampje van zijn tuin huisje durfde te springen”. „Ik heb ook es aan een dun touw aan een helikopter gehangen. Ze durf den niet hoger dan honderd meter, terwijl ik naar een kilometer hoogte wou. Ik ben ook wereldrecordhouder hoogvliegen, onderaan een vlieger DINGEN zijn mij gauw te klein. Ik schilder ook, maar ik vlieg vaak van het doek af, een doek is altijd te klein. Dat schilderen heb ik geleerd op een tuchtschool. Ik heb een jaar tuchtschool gehad om dat ik een paar agenten in het water had gegooid, die m’n vriendje plaag den. Je moest dan eerst twee weken in observatie, gingen ze kijken of je gek was. Maar bij mij hadden ze een J wj.- V g

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 17