naar totaal - theater „DIE SOLDATEN” WF- Van opera Bernd Alois Zimmermann: IJP y 18 ZATERDAG 27 MAART 1971 1 De toontros Draaikolk van geweld Vroege vernieuwer Pluralistische opera ZIMMERMANN werd in 1918 in Bliesheim bij Keulen geboren. In zijn kinderjaren kwam hij weinig met muziek in aanraking. Hij werd in het internaat van een klooster in de Eifel opgevoed en toonde een grote be langstelling voor Grieks en Latijn. Op zijn zeventiende jaar mocht hij aan het klavier van het kloosterorgel plaats nemen, waarmee hij eerder als orgeltrapper kennis had gemaakt. In 1935 werd het klooster door de Nazi’s gesloten en hij kwam op het gymnasium in Keulen terecht. Na het eind examen liet hij zich inschrijven als leerling van de Musikhochschule in Keulen. Bij het uitbreken van de oorlog in 1940 werd hij gemobiliseerd. 1 y N OG GEEN JAAR geleden overleed onder zeer dra matische omstandigheden op 52-jarige leeftijd Bernd Alois Zimmermann. Spottend noemde hij zichzelf „de oudste van de jonge Duitse componisten”. Zijn opera „Die Soldaten” wordt beschouwd als een der belang rijkste werken voor totaal-theater van de laatste tijd. Naar aanleiding van de voorstelling bij de Deutsche Oper am Rhein in Dusseldorf, volgt hier een beschouwing, be doeld als een inleiding tot de komende uitvoeringen van „Die Soldaten” tijdens het Holland Festival. Na de oorlog studeerde hij verder bij René Leibowitz en Wolfgang Fortner (wiens „Don Perlimplin” op zaterdag 27 maart bij de Neder landse Operastichting in première gaat). Liefdesdrama f W,; i ii ïft .A i •f J jo j «W 1 t 1 OVERWEGING KEES NOEST KITTY SCHOORL Wij kunnen met zien! Wij kunnen niet terug! JOSÉ VAN HIERDEN MARIAN VAN SCHAIK VANNACHT IDA GOEDHART HET GEDICHT „Overweging” had ook „Jaarwisseling” kunnen heten. Het is opmerkelijk dat een eigenlijk versleten motief, het voorstellen van de eerste dag van het jaar als een klein kind, in de schrijfmachine van Kees Noest opnieuw kan „opbloeien”, een originele klank krijgt. Zijn persoonlijke wijze van beeldvorming zorgt voor die nieuwheid. Let er eens op hoe knap de impressie van het oudejaarsavondvuurwerk in beelden gestalte krijgt. vanwege de blonde kinder gestalte 1 januari sleet van dagen voltooien tot maanden daarna kwartalen de benen weg ook romp tiet hoofd haar na haar viel uit tenslotte de goot door gezweept door regen waar 1 kruin haar opnieuw wou leven bloeien plantte de wortel in watermodder straatvegers staakten tijdens die tijd intimideerden de cao of hoe dat zit dus hun werking freelance verstijfd maar inmiddels vervuild begon de kruinhaar te zweren te zweren tot metamor dat oude want nieuw ruikt frisser biedt bloem opnieuw voor stelen aan de gauwdief van tijd kent geen ontzag de beste wensen! Mist, alles gist. Stank v.an verrotte bloemen, aangestoken vuren, sluipt m'n neusgaten binnen. Ver weg fluit een trein. De ogen van een auto doemen op, gaan voorbij. Heen begin noch eind aan de weg. Nat m'n haar m’n wimpers. Heen hels lawaai, geen gezang. Helukkig ik, die zo de eeuwigheid in fiets. Als de avond valt kom jij op vleugels van zilverdraad mijn leven binnen. Tot in het valse licht van de schemer schijn werkelijkheid werkelijkheid schijn wordt. in kant verzwolgen door een granieten muur van pijn, leeft een brandend vuur van satijn verbolgen m zand. Lichamen vloeien ineen tot een gloeiende massa. Vuur! dat onze zinnen verteert. de maan was te zacht en de nacht net iets te zwart de sterren veel te zwak en de wind veel te sterk en harder nog dan ik ooit had gedacht sloeg de zee mijn gedachten kapot en de wind waaide de scherven tegen mij aan en ik bloedde overal. Een Japanse vlinder kroop m mijn handen en mijn voeten ze moesten wel dansen en draaien en ik zong een lied van geurende bossen en bloesems en maan en zee en weet ik wat, en een Japanse vlinder was die brief die ik naar de post bracht. NAAR HET OPGEROEPEN beeld lijkt het volgende gedicht eigenlijk te behoren tot een voorbij impressionisme, het plaatsen van „aangezette” indrukken uit de realiteit naast elkaar. Maar die eenvoudige consta teringen blijken aan het slot toch geladen met gevoelens, die een groot deel van de moderne jeugd koestert, een hang naar verzoening van tijdelijke realiteit en eeuwigheid. TWEE GEDICHTJES VAN de immer produktieve Ida Goedhart, een meisje, dat zichzelf ondergeschikt kan zien aan het natuurgebeuren door er zich in overgave mee te vereenzelvigen. In alle eenvoud ziet ze kans die identificatie niet alleen te noteren, maar ook over te dragen op de lezer. HIERONDER, wat laat eigenlijk, de maart-af levering van Dichterbij, de rubriek voor jonge schrijvers van gedichten. Binnen twee weken kunnen zjj, of anderen, mits ze tussen 16 en 23 jaar (of daaromtrent) zjjn weer insturen aan: Kunstredactie Haarlems Dagblad, Grote Hout straat 93, Haarlem met links bovenaan op de enveloppe de vermelding „Dichterbij”. Vermeldt naam, leeftijd en adres. De gedichten worden beoordeeld door Hein Steehouwer. Zijn belangstelling ging in de eerste plaats uit naar de soldaten zelf en naar het feit, dat de medespèlenden meer onschuldig dan schuldig in een dwang situatie geraakten, waarvan zij zich niet meer los konden maken. Hij vond bij Lenz ook zijn eigen ideeën terug over de „Eenheid van de Tijd”: de mensen worden bedreigd, het verleden bedreigt de toekomst en de toekomst bedreigt het verleden. Niemand kan wegkomen. De laatste scène is een enorme zuil, die midden in de tijd staat een elektronisch gebrul vult de hele ruimte van het theater het publiek wordt ingesloten in een stalen kooi van klankgehuil en verdwijnt met het hele „Die Soldaten” gebracht. Een paar da gen later vond hij zelf de „Anmer- kungen über’s Theater” een toe spraak die Lenz in 1774 in Straatsburg gehouden had. In deze beschouwing van Lenz heeft Zimmermann ideeën gevonden, die vol komen met zijn inzichten strookten. Hij is dadelijk aan de arbeid getogen en heeft de tekst naar zijn inzicht opge steld hij heeft de gedichten onver anderd gelaten, maar hij heeft enkele scènes overgeslagen en andere samen gebracht. Hij componeerde toneelmuziek bij een stuk van William Saroyan en paste daarbij de collage-techniek toe: hij ge bruikte stukken uit het pianoconcert van Schumann, jazz van Duke Elling ton, schreef zelf een boogy-woogy en daarbij werden woorden gesproken, die betrekking hadden op het afwerpen van de eerste atoombom. Zimmermann kan beschouwd worden als de ontdek ker van de „cluster” (de toontros); in de apotheose van zijn eerste grote werk, het ballet „Alagoana” (1940- 1950), kwamen op een gegeven moment alle twaalf tonen van ons toonsysteem te zamen en de „cluster” was geboren. Vele jonge componisten hebben de cluster in hun werken toegepast, het werd een soort besmettelijke ziekte in de compositie-techniek. Zimmermann was niet bijzonder trots op zijn ontdek king, voor hem was het slechts een on belangrijk gevolg van een structuur principe. Op zijn „Alagoana” (Caprichos Brasileiros-) volgde een symfonie in één deel voor groot orkest, een concert toneelgebeuren in een draaikolk van geweld. Al sinds lange tijd had hij naar een libretto voor een opera gezocht. Graag zou hij gezegd hebben „toevallig” heb ik gevonden wat ik zocht, als hij niet voor zich zelf geweten had dat het toe- val niet bestaat. Het besluit om de tekst van Jakob Michael Reinhold Lenz te kiezen is een spontaan besluit ge weest. Op een goede dag had de spel leider van hét theater in Keulen hem een nieuwe uitgave van de tekst van IN TEGENSTELLING tot het gedicht hierboven is „Vuur” veel heftiger van uitdrukking, meer expressie en minder verzoening. Dit vers van een meisje dat in deze rubriek debuteert, is echter evenzeer een terugkeer tot een beeldvorming uit een voor-vorige periode. Het ontleent zijn waarde aan het feit, dat de beelden zonder omslag zijn neergezet en dat ze een eerlijk werkelijkheidsgehalte hebben. x VUUR HET VOLGENDE VERSJE van wéér een debutante treft door de surreële inslag, ontstaan door de omkering van het beeldprocédé. Bij haar is het niet de materie die de menselijke gevoelens kwelt (bijvoorbeeld een „stenen hart”), maar het toekennen van gevoelens aan de stof. fose m regenwurm kronkelt hij onder de betonnen voet als eind van het jaar (wat geldt de wurm) wanneer rotjes knallen de rotjes klap als geluid van de stap uitwuiven/ vertrappen/stuiptrekken ALS „MANUSJE van alles” werkte hij bij de Keulse radio-omroep, hij maakte arrangementen van schlagers en amusementsmuziek. Pas na betrek kelijk lange tijd werden hem opdrach ten verleend om film- en toneelmuziek te schrijven en toen kon hij pas in praktijk brengen wat hem al in zijn jonge jaren voor de geest had ge zweefd. Het heeft vijf jaar geduurd voordat de opera „Die Soldaten” eindelijk in 1965 in Keulen kon worden opgevoerd. Zimmermann bracht zijn idee van het pluralisme (verleden, heden en toe komst) op het toneel en wijzigde daar mee de traditionele verschijningsvorm van de opera hij maakte er totaal theater van. Hij verenigde: architec- tuurt beeldhouwkunst, schilderkunst, muziektheater en toneel, ballet, film, microfoon, televisie, band- en toon- techniek, elektronische muziek, con crete muziek, circus, musical en alle vormen van de bewegingskunst tot een wonderbaarlijk geheel in een „pluralis tische opera” Vanzelfsprekend worden er enorme eisen gesteld aan al degenen die bij dit gebeuren zijn betrokken. Daarbij moet de decor- en toneelbouw alles mogelijk maken op het gebied van de totale be weeglijkheid. Voor Zimmermann was slechts één omstandigheid hoofdzaak: de treurige en onafwendbare vernieti ging van de betrokkenen soldaten en burgers die altijd weer meer on schuldig dan schuldig in een dwang situatie geraken, waaruit zij zich niet kunnen bevrijden. De tragische ondergang van het fat soenlijke burgermeisje Marie Wesener lijkt misschien een onbelangrijk ver haal, maar het is een verhaal van alle tijden. In de opera van Zimmermann wordt geen geschiedenis verteld, maar een situatie duidelijk gemaakt die van uit de toekomst een bedreiging vormt voor het verleden. De toekomst door vreet het verleden en confronteert ons met het heden. In een volgend artikel zal ik u ver slag uitbrengen over de voorstelling in Düsseldorf, die ik bijwoonde. De regis seur Georg Reinhardt was zo vriénde lijk mij een interview toe te staan één uur voor de vorstelling: „Jetzt ist noch alles nicht mehr möglich”! J. H. MOOLENIJZER voor strijkorkest, een cantate „Lob der Torheit” voor solisten groot orkest en gemengd koor, een sonate voor viool en piano, een vioolconcert en een sonate voor soloviool, een hoboconcert, een cantate voor cello en kamerorkest, nog enkele balletten, een concert voor trompet (1954), en een solo-sonate voor altviool (1955). In de jaren tussen 1956 en 1960 com poneerde hij „Die Soldaten”, opera in vier bedrijven naar het gelijknamige drama van Jakob Michael Reinhold Lenz (1751-1792), een tijdgenoot en bewonderaar van Goethe. Hoe Zimmermann er toe gekomen is om juist dit „verouderde” toneelstuk te kiezen als onderwerp voor zijn eerste opera, heeft hij zelf jaren later in een interview uiteengezet. „Die Soldaten”, drama in vijf be drijven, werd geschreven in 1774 en 1775. De eerste opvoering vond ne gentig jaar later plaats in het Wiener Burgtheater onder de titel „Das Sol- datenliebchen”. De inhoud is als volgt: Marie Wese ner, de dochter van een winkelier in Lille, is verliefd op Stolzius, een jonge stoffenhandelaar in Armentières zij hoopt spoedig met hem te trouwen. Op zekere dag echter komt een jonge Franse officier, Desportes genaamd, toestemming vragen om Marie te mo gen uitnodigen voor een voorstelling in de komedie. Vader Wesener maakt hiertegen be zwaar, omdat het burgermeisje haar goede naam verliest als zij zich afgeeft met een officier. Marie zelf is teleur gesteld, want zij vindt de officier niet onsympathiek, zij houdt van Stolzius maar de mogelijkheid om barones Des portes te worden trekt haar wel aan. Er ontstaat een verhouding tussen Ma rie en Desportes en de banden met Stolzius worden verbroken. Maar dan laat Desportes Marie in de steek en haar goede naam is te grabbel gegooid. Stolzius zweert.wraak te zullen ne men op baron Desportes. Marie pro beert Desportes terug te vinden door contact op te nemen met een vriend van hem, de jonge graaf De la Roche, die op zijn beurt verliefd wordt op Marie. Ook deze verhouding loopt op niets uit en Marie wordt het slacht offer van een laaghartige streek, die Desportes tegen haar uitspeelt. Hij laat haar door zijn jagermeester verkrach ten en Marie is gedoemd om haar le ven te slijten als soldatendeerne. Stol zius is vervuld van haat tegenover Des portes en weet hem te vergiftigen, waarna hij zelfmoord pleegt. De laat ste scène toont hoe de oude winkelier Wesener aangesproken wordt door een volkomen afgeleefde vrouwhjj her kent zijn dochter niet. Catharine Gayer als Marie We sener en Anton de Ridder als Baron Desportes in de opera „Die Soldaten” van Zimmer mann. Een groep officieren tegen de geprojecteerde achtergrond van 18e eeuwse huizen in Lille. Bernd Zimmermann, de in 1970 overleden componist van „Die Soldaten”. '4 'A 7 1 .V i V'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 18