THE PARADES GONE BY: KOSTELIJK BOEK
OVER DRIEKWART EEUW FILMHISTORIE
Zwijgen was goud
voor Hollywood
The greening of Africa
stem van nieuwe generatie
S
Gezigten in
de Omstreken
I
van Haarlem”
SR Bk
if
HET SPROOKJE VAN CHARLES REICH
van
Karl Marx
„Brumaire”
Jalée analyseert
tegenstelling
arm-rijk
i W W
Boekenweek.
BB
Kg»? 1
fli
WOENSDAG 31 MAART 1971
Benen keuren
Loflied
Primitief begin
discussies en commentaren, die nu
Hoop herleeft
S Persoonlijke visie
Ontmenselijking
1 tot en met 10 april
T weespalt
overbruggen
N DE JAREN DAT DE FILM zijn stem nog niet had gevonden ge
beurde het wel eens, dat boze bioscoopbezoekers na de voorstelling
bij de juffrouw in de kassa hun beklag kwamen doen over het ge-
INDS ENIGE TIJD staat bovenaan de lijst van bestsellers in Ameri
ka een sprookjesachtige interpretatie van de ideeën en gevoelens
van de nieuwe generatie, geschreven door Charles Reich, professor
in de rechten in Yale. „The greening of America” heeft als ondertitel:
„How the youth revolution is trying to make America livable”. Het boek
heeft iedereen die zich min of meer betrokken voelt bij veranderingen in
de maatschappij, stof tot nadenken gegeven. Of misschien méér nog stof
doen opwaaien tijdens de vele discussies die er vooral aan universi-
teiten op gevolgd zijn. John Kenneth Galbraith spreekt over „The
greening of America” als „enorm lucide en belangrijk”. Aan Herbert Mar
cuse ontlokte het de betiteling: „De establishment-visie van de grote
opstand”. In korte tijd is het boek zélf een sprookje geworden, bedolven
onder de tientallen interpretaties van tijdschriften en kranten. De oor
spronkelijke versie van dat sprookje is zó simpel, dat het voor iedereen
bevattelijk is. Misschien is dat mede de oorzaak van de stortvloed van
al ruim vier maanden voortduren.
vloek van de cowboy tijdens diens pogingen om zijn ros te bestijgen. Fer
vente filmkijkers waren destijds niet zelden ook bedreven liplezers. Wie
bovendien niet onmiddellijk ondersteboven was van een krachtterm op
zijn tijd, peurde het meeste genoegen uit de films als „What prize glory?”,
waarin Victor McLaglen onhoorbaar alle duivels uit de hel vJ,oekte, „Old
Ironsides” met het geknetter van Wallace Beery en „Sadie Thoey'son”,
waarin Gloria Swanson, gecamoufleerd door discrete, censuur ar. rende
tussentitels, niet op haar mooie mondje bleek te zijn gevallen. 3n szerd
liplezen, het oplossen van „cuss word puzzles”, een leuke sport.
«Ml
FRED RAADMAN
uitgewerkte analyse
BASTIAAN BAAN
DEN
„Een
A. W.
omstreeks 1912 al was ingeburgerd of
in de periode van de zwijgende film tot
ontwikkeling werd gebracht.
Een snelle ontwikkeling dus na het
primitief begin toen alles nog moest
worden geleerd zonder dat leermeesters
voorhanden waren. Wie jong was en
ondernemend, wel wat zag in dat ker-
mis-medium en meende een film te
kunnen regisseren, maakte een goede
kans om dat te bewijzen, onverschillig
of hij voordien aan de spoorwegaanleg
had gewerkt of als Europees emigrant
stoffen had zitten knippen, in New
Yorks Lower East Side. Nog altijd doet
in Hollywood het verhaal de ronde van
de acteur, die bij het verlaten van de
tram beslist de conducteur de hand
wilde schudden. „Die man”, legde hij
uit, „kan morgen mijn regisseur zijn.”
Acteurs waren in het begin helemaal
niet in tel en bleven voor de toeschou-
N.V. GEBR. ZOMER KEUNINGS -
WAGENINGEN. In de serie „Miniatu
ren” is het deeltje „Dieren” verschenen,
uitgevoerd in gedichten en kleurenfoto’s.
Bekende dichters hebben hun bijdrage
over zoogdieren, vogels en insekten ge
leverd. W. van Drimmelen heeft de
keuze van de gedichten gemaakt. Dich
ters, die hebben medegewerkt, zijn o.a.:
Betrtus Aafjes, Charles Baudelaire, Har
riet Laurey, Alfred Kossmann, J. W.
Schulte Nordholt, Paul Valéry, M. Vasa-
lis, Bert Voeten .en nog vele andere.
In deze serie „Miniaturen” zijn al eerder
verschenen de deeltjes: „Liefde”, „Moe
der”, en „Kinderen”. Een bijzonder aan
trekkelijke serie, mede door de prach
tige kleurenfoto’s.
Hylke Speerstra: „Met de Kloten voor
het blok”. De schrijver, zelf een uit
Friesland afkomstige journalist, laat 28
Friese schippers aan het woord die een
beeld trachten te geven van de door hen
meegemaakte minder florisante tijden
van de Friese binnenschippers. Oor
spronkelijk in het Fries geschreven is
het boek vertaald door Hans Bakker.
x
Buster Keaton in The great race.
trokkenen steevast
hebben verteld na
wekelijks loonzakje.
Weinig regisseurs
„The parades gone by” doet onder
(veel) meer uit de doeken hoe regisseur
Henry King van Oalifomië naar New
York vervolgens naar Baltimore en
weer terug spoorde alleen om de benen
van een actrice te bekijken (die moch
ten niet te gespierd zijn omdat zij een
11-jarige had uit te beelden); hoe de
grote Sarah Bernhardt flauw viel toen
zij zichzelf in haar eerste afgrijse
lijke filmrol zag („Canaille”). Hoe
cowboy Cary Cooper plat op zijn ge
zicht moest vallen om z’n eerste con
tract te bemachtigen; hoe Thomas Ince
uit een scenario vier verschillende films
wist te halen en vele van dit soort ver
halen meer. De legendarische Mary
Pickford onthult in vermakelijke her
inneringen aan Ernst Lubitsch hoe haar
moeder haar verbood om in diens
„Faust” te spelen: Stel je voor, een
ongetrouwde moeder, die haar baby
wurgde
Brownlow houdt ook staande dat
van werkelijke technische vooruitgang
sindsdien geen sprake meer is geweest.
Hij noemt het een in meer dan een
opzicht verontrustend feit, dat in
principe elke ons bekende kunstgreep
om een verhaal filmisch te vertellen zo
wers dan ook anoniem. James Morrison
herinnert zich, dat hij en zijn collega’s
bij de oude Vitagraphmaatschappij niet
eens een schriftelijk contract hadden.
Merkwaardig genoeg schijnt Reichs
boodschap te zijn doorgedrongen tot
in de meest radicale en militante groe
peringen. Aan de universiteit van Los
Angeles, waar ik discussies over ,The
greening of America” meemaakte,
leek het alsof de hoop uit de hoogtij
dagen van het studentenverzet was
weergekeerd.
In november 1844 verscheen van de
hand van P. J. Rutgers: „Gezigten in
De Omstreken van Haarlem”, naar de
natuur getekend en op Steen gebragt”.
De uitgeversmij. „Canaletto” te Alphen
aan den Rijn is op de gedachte gekomen
dit boekwerk van mooie oude prenten,
waar men de historie vanaf kunt lezen,
weer opnieuw uit te geven. Y. de Boei
en A. v. d. Reep tekenen voor de gra
fische verzorging, en die mag er wezen.
Het boek is een juweeltje.
Voorin heeft de kunstenaar bij de uit
gave van het boek in 1844 een inleidend
en dankwoord geschreven in de plech
tige taal, die destijds gebruikelijk was,
zoals het volgende citaat: „Ik durf de
hoop te voeden, dat men gereedelijk zal
toestemmen, dat in eene verzameling
als de tegenwoordige niet wel al de
Buitenplaatsen, die zich in Haarlems
omtrek bevinden, konden opgenomen
worden. Hoe gaarne ik ook gewenscht
zoude hebben, er geene voorbij te gaan,
zoo was het mij toch niet mogelijk, den
aard der zake te veranderen; en deze
liet niet toe, aan het werk eene grootere
uitgebreidheid te geven, dan het daar
van gemaakt bestek en plan van in-
teekening medebragten. Ook moet ik
bekennen en deskundigen zullen ge
voelen, dat vele plaatsen geen kennelijk
punt, of liever een voor de teekenpen
te volgen karakter aanboden, geschikt
om daarvan eene het oog voldoende
teekening te vervaardigen”
En zo gaat dat dan verder. Wat „in-
teekening” betreft; een naamlijst der
intekenaren staat achterin. Een korte
beschrijving van de getekende buiten
plaatsen, lustoorden, hofstedes, water
partijen, vergezichten en wat dies meer
zij, meestal aangevuld met een opsom
ming van eigenaren(ressen) of bewoners
en evenals het voorwoord geschreven
in het Nederlands van die dagen.
A. VAL
IN 1852 SCHREEF de Duitse filo
soof Karl Marx „De achttiende Bru-
maire van Louis Bonaparte”. Een ti
tel die nogal verwarring kan verwek
ken als men daarbij niet denkt aan
de namen van de nieuwe kalender die
na de Franse revolutie van 1789 wer
den ingevoerd.
„Bewustzijn III” is voor hem een
bloem, die zich een weg baant door
het asfaltdek dat de „oude wereld”
heeft achtergelaten. „Voor diegenen
die dachten dat de wereld onherstel
baar gevangen was in metaal en plas
tic en onvruchtbare steengrond, lijkt
het een waarachtig groener worden
van Amerika”.
Buster Keaton wist zich kort voor zijn
dood nog te herinneren, dat bij de op
namen voor „Steamboat Bill jr” een
watersnood in een orkaan werd ver
anderd, waardoor sets ter waarde van
honderdduizend dollar overbodig wer
den. De reden: Recente overstromingen
hadden slachtoffers geëist en men
vreesde terugslag aan de kassa. Later
bleek, dat in het vo:rgaande jaar 796
Amerikanen bij stormen om het leven
waren gekomen en maar 36 bij over
stromingen Een eenvoudig telefoon
tje naar de meteorologische dienst was
Close-up, camenarijders, toepassing
van de handcamera, kraanopnamen,
wide screen, drie-dimensionale beelden,
technicolor, achtergrondprojectie en tra
veling matte, cinerama zelfs de
zoomlens, het was er allemaal al voor
het eind van de jaren twintig. En de
belichtingskunst beleefde in die periode
(en in de eerste helft van de jaren
dertig) haar hoogtepunt.
De grote vraag blijft, wat voor
sprookje „The greening of America”
is: een fantastische vertelling die voor
bijgaat aan de realiteit, of een beeld
rijk verdichtsel van de werkelijkheid.
Meer dan de helft van de bevolking
van Amerika bestaat uit mensen on
der de 25 jaar. Brengen zij werkelijk
de „revolutie van het nieuwe bewust
zijn” in de zin die Charles Reich er
aan gaf of wordt het een revolutie
van het onderbewustzijn? Van blinde-
lingse woede om de „dode lente” die
de oude generatie voor hen heeft ach
tergelaten?
voldoende geweest. Maar „Hollywood”
en „verkwisting” zijn altijd synoniem
geweest in de gouden, de zilveren
en de zwarte jaren.
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboekenboekenboeken
boekenboeken
boekenboeken WIJ ONTVINGEN
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenI
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
„Nieuw Links'guerriilalcchnieken.
de gebalde vuist van de Zwarte Pan
weken om dat „niet bij toeval” in
beeld te brengen
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenI
boekenboeken
boekenboeken WIJ 0NTON6EN
boekenboeken
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
boekenboekenboekenboekenl
Reich illustreert dit met enkele anek
dotes, die zijns inziens karakteristiek
zijn voor het nieuwe bewustzijn. Uit
zijn eigen universiteit vermeldt hij on
der meer het volgende voorval: tij
dens de „Heptagonal Track Meet” in
Yale, een jaarlijkse atletiekwedstrijd
weigerden de atleten van acht onder
wijsinstituten mee te doen als niet te
voren in het openbaar hun persoonlij
ke visie op de invasie in Cambodja
werd voorgelezen.
Zoals de fabrieksarbeider van „be
wustzijn II” nog kan zeggen: „Ik ben
tegen luchtverontreiniging, maar in
mijn baan heb ik daar geen verant
woordelijkheid voor”, zo kan en wil,
aldus Reich, de nieuwe generatie niet
meer redeneren en handelen. Er be
staat geen „private man” of „public
man” meer. In „bewustzijn III” is de
tweespalt tussen twee onvolkomen te
vens overbrugd.
„Brumaire” betekent namelijk „no
vember” en met „tweede Brumaire”
bedoelt Marx de staatsgreep van 2
december 1851, in tegenstelling tot de
„eerste Brumaire” van 9 november
1799 toen Napoleon het Directoire
door een staatsgreep ten val bracht
en zichzelf als „Eerste Consul" (lees:
dictator) benoemde.
Deze uitleg is noodzakelijk want
daarmee is meteen het politieke ka
rakter van dit historische pamflet ge
tekend. Zonder voldoende kennis van
de negentiende eeuwse Franse ge
schiedenis zal de „Achttiende Bru
maire” van Marx voor een reeks
vraagtekens zorgen, ook al bevat het
boekje zorgvuldig uitgewerkte aante
keningen, een personenregister en een
lijst met verklaringen van vreemde
woorden en zinnen. Maar wie de
moeite neemt zich in de maatschappij
van honderd jaar geleden in te leven
kan daarbij Marx’ visie op de socia
le, economische en politieke toestan
den vrankrijk niet veronachtza-
rppr»
,ut acHvUende Brumaire van Louis Bona
parte” Karl Marx, is uitgegeven door Pe
gasus, Amsterdam.
Reich heeft zijn publikatie niet ge
baseerd op statistieken en wetenschap
pelijke werkmethoden hij heeft een
voudigweg een weergave van zijn
persoonlijke visie op Amerika ge
schreven. Aan de ene kant is dat de
oorzaak van felle kritiek; anderzijds
heeft die visie in miljoenen lezers
iets aangewakkerd. „The greening of
America” is geen nuchtere evaluatie
van wat zich sinds de 19de eeuw in
Amerika heeft afgespeeld maar een
hartstochtelijke roman van een pure
idealist. Zijn hartstocht is de nieuwe
generatie, en zijn idealisme belooft
in weerwil van de „donkere dagen”
waarin Amerika nu is een zinvoller
en rijker leven voor ieder die de teke
nen des tijds maar wil verstaan.
Reich heeft de oude Amerikaanse
droom vaarwel gezegd. Een droom
die hij ruwweg indeelt in twee hoofd
stukken: „bewustzijn I” en „bewust
zijn II” Het 19-de-eeuwse Amerika
typeert hij als gebaseerd op de idea
len van humanisme en liberalisme.
„Bewustzijn I” is daarin geworteld.
Het is de traditionele visie van de
boer en de kleine zakenman, die leven
in een periode van vrije onderneming.
Ieder individu is de bron van zijn uit
eindelijke resultaat. Ieder heeft gelij
ke kansen. Niemans is gebonden aan
klemmende voorschriften van hoger
hand.
ters Het zijn gevechten op het ter
ritorium van de vijand, gedoemd tot
mislukking. Tegenover een dozijn ge
weren staat de tank van de „corporate”
staat en tegenover een gebalde vuist
de onzichtbare hand van het systeem.
Over gebruik van verdovende mid
delen „freak-outs” en de kookpot van
alles wat naar mystiek ruikt (een
steeds duidelijker wordend verschijn
sel onder de Amerikaanse jeugd) zwijgt
Reich.
Agnes de Mille, dochter van de fa
meuze Cecil B„ vertelde Brownlow, dat
Edward Knobloch haar vader een keer
een scenario in handen gaf, waarin de
zin „woorden schieten tekort om de
hierna volgende scène te beschrijven”
voorkwam. En Cosmo Hamilton noteer
de in zijn script voor „Midsummer
Madness”: Niet bij toéval waren zij
die zomernacht alleen in de berghut”.
Het kostte Cecil B. vijf decors en twee
MEULENHOFF - AMSTERDAM. Joop
Waasdorp: „Het naakte Leven”, een her
druk van de verhalen die eerder in 1965
zijn uitgegeven.
„Utrechtse Notities”, geschreven en
getekend door William D. Kuik, waar
mee hij de Prozaprijs 1969 van de stad
Amsterdam heeft verdiend. En terecht!
Een juweeltje van tekst, tekening, vorm,
uitvoering en opzet.
H. J. W. BECHT’S UITGEVERSMIJ
N.V. - AMSTERDAM. Een groot for
maat boek over Nederland, met onge
veer een gelijk aantal bladen foto’s als
tekst, dat werd samengesteld door de
schrijver Bas den Oudsten en de Zwit
serse fotograaf Walter Imber. Zij noem
den het boek: „Nederiand-Trefpunt van
Europa”. De auteurs hebben getracht
een beeld te geven van Nederland in
het verleden, het heden en, voor zover
mogelijk, in de toekomst. Het boek is
ook verschenen in een Duitse, Engelse
en Franse editie, waardoor het bij uit
stek een mooi relatiegeschenk is.
In het slotstuk „Politieke vooruit
zichten” stelt Jalée: „Dat in dat deel
van de wereld dat men de Derde We
reld noemt objectief revolutionaire
omstandigheden bestaan en steeds
scherper zullen worden is zonneklaar.
De mate waarin de bevolking van die
streken wordt misbruikt is met geen
situatie elders te vergelijken. De uit
buiting is de oorzaak van afschuwe
lijke toestanden die fysiek worden on
dergaan. Het wezen en de structuur
van deze uitbuiting zijn concreet
waarneembaar. De belangrijkste te
genstelling van onze tijd is dan ook
de tegenstelling imperialsime-Derde
Wereld”.
Dit weinig bekende facetje van vijf
enzeventig jaar filmhistorie flonkert in
„The parades gone by”, een bij Seeker
en Warburg in Londen verschenen kost
baar en kostelijk boek vol van die on
bekende, nauwelijks bekende of gene
raties geleden al vergeten feiten en
anecdotes, in monnikenwerk bijeen
gegaard door de Engelse cinefiel en
filmmaker („It happened here”) Kevin
Brownlow. Enkele jaren van zijn leven
wijdde hij aan het interviewen van de
„overlevenden”, aan het lezen van de
vakbladen van vroeger, aan het ver
zamelen van goeddeels nooit gepubli
ceerd schitterend illustratiemateriaal,
met als resultaat een werkelijk nieuwe,
buitengewoon boeiende geschiedschrij
ving van de „stomme film”. Stom, maar
allesbehalve dom integendeel:
Brownlows boek is een bijna 600 pa
gina’s lang loflied op de zwijgende
film. En daarmee op Hollywoods gou
den jaren, waaraan abrupt een einde
kwam met de triomf van de geluids
film, die de industrie tegen het eind van
de twintiger jaren uit de financiële
puree haalde, maar althans wat de
auteur betreft een kunst vernielde.
Brown”, „Kop op Charlie
Brown”. De serie is geschreven door
Charles M. Schulz, samengesteld en
vertaald door Ef Leonard. Het is een
Amerikaanse strip, die in ons land ook
erg in de smaak valt. De liefhebbers
kunnen hun hart ophalen.
reldeconomie: „Kapitalisme en
Derde Wereld” (Uitgegeven door
s>
De salarissen, aanvankelijk zo’n 25 dol
lar in de week, werden in klinkende
munt uitbetaald en verhogingen on
aangekondigd uitgekeerd, zodat de he
meenden zich te
opening van het
Charlie Chaplin en Georgia Hale in
The goldrush.
hebben zoveel tot
de ontdekking van de cinema-taal bij
gedragen als D. W. Griffith („Birth of
a Nation”), maar in wezen is dit terug
te voeren op zijn mislukking als toneel
schrijver. Hij minachtte de film, die
hem zijn boterham opleverde en omdat
hij de pest in had deed hij alles anders
dan gebruikelijk was. Later maakte hij
zijn „Intolerance” zonder scenario
een improvisatie die nu ondenkbaar is.
Overigens werden destijds, zeker toen
de film een zekere status begon te krij
gen, dikwijls schrijvers van naam als
scenarioschrijvers gecontracteerd. Om
dat zij gewoonlijk niet visueel konden
denken, bracht dit de regisseurs nogal
eens in een moeilijk parket.
kers zijn nodig, maar ook gewillige
consumenten.
Zodra iemand „gewillige werker”
voor de „corporate” staat wordt bete
kent dat, dat hij in zijn werk zijn per
soonlijke overtuigingen en ideeën ach
terwege moet laten. Dat is de oor
zaak van de „schizofrenie” van deze
bewustzijnsvorm, waarin een „priva
te man” en een „public man” be
staat. Een diepe kloof tussen twee le
vens. In geen van beide levens is het
individu volwaardig.
„Gewillige consumenten” zijn de
mensen die „pakken wat ze pakken
kunnen”. De reclames beloven een
gouden tijd voor diegenen die de pro-
dukten kopen. In werkelijkheid adver
teren ze de ontevredenheid. De indu
strie wil niets liever dan consumenten
die als verwende kinderen om nog
meer nutteloze zaken vragen, steeds
ontevreden met wat ze bezitten.
„Bewustzijn Hl” is een scherpe
reactie op de „heerlijke nieuwe we
reld” die door technologie en reklame
zijn voorgespiegeld. Omstreeks 1950
vindt de omwenteling plaats: Vietnam,
de dreigende atoombom, het vooruit
zicht een radertje te worden van een
steeds groter wordende machine, staan
lijnrecht tegenover de grote beloften
die aan de jeugd gedaan zijn. Er is
een geweldige discrepantie tussen wer
kelijkheid en mythe, die wordt voor
getoverd door de massamedia.
„Bewustzijn III” gelooft niet meer
in de beloften van de „corporate state”.
De nieuwe generatie ontmaskert de
gouden bergen van weelde, welvaart
en status als klatergoudbergen. De
jeugd verlegt het brandpunt naar dat
gene wat de „corporate” staat in feite
ontkent: de volle persoonlijke verant
woordelijkheid van het individu.
„DE KLOOF TUSSEN geïndustria
liseerde landen en ontwikkelingslan
den wordt groter. De spanning tussen
arme en rijke landen neemt toe. De
onrechtvaardigheid in de wereld
stijgt”. Tot deze vernietigende con
clusie kwam onlangs de Italiaanse
christen-democraat Giuseppe La Log
gia in de Algemene Vergadering van
de Raad van Europa.
UITGEVERIJ KRUSEMAN
HAAG. Julian Huxley en H. B. D.
Kettlewell maakten samen het boek:
„Charles Darwin en zijn wereld”, dat
vertaald is door J. M. Komter. De
schrijvers vertellen over zijn leven en
zijn werk en over de omwenteling die
zijn ideeën teweeg hebben gebracht niet
alleen voor hem zelf, maar voor mil
joenen mensen in de wereld.
A. W. BRUNA - UTRECHT. Vier
Peanuts-boekjes, 1, 2, 3, en 4:
maaltje Charlie met Snoopie toe”, „Nie
mand is volmaakt”, „Wat je ook doet
Charlie
Jalée verwacht niet dat binnenkort
een groot algemene brand zal oplaai
en. Daarvoor acht hij de tegenstellin
gen binnen het imperialistische kamp
te gering. Maar „het Amerikaanse
superimperialisme heeft ons het be
wijs gegeven dat de grootste wereld
macht de maan kan bedwingen maar
de tanden breekt op Vietnam”.
A.W.
Deze onschuldige en eenvoudige vi
sie wordt in het begin van onze eeuw
bedreigd door een zich razendsnel
ontwikkelende industrie die geen an
der oogmerk heeft dan zijn eigen voor
uitgang. „Bewustzijn II” wordt over
rompeld en gemanipuleerd door de
macht van organisatie, efficiency en
technologie. Het nieuwe bewustzijn, al
lereerst in de vorm van Amerika’s
„New Deal”, onderwerpt particulie
re organisaties aan grotere, algeme
nere instanties. „Bewustzijn H” over
tuigt het individu ervan, dat hij on
der de controle van een grotere en
meer rationele macht dan zichzelf ge
plaatst moet worden.
Het verborgen nihilisme achter de
ze overtuiging, is dat de unieke waar
de van ieder individu beschouwd
wordt als een zuiver religieuze ge
dachte. Niet als een bruikbaar gege
ven. Immers, ieder individu wordt on
dergeschikt aan het „algemeen be
lang”, wat zoveel betekent als onder
geschikt aan de belangen van de „cor
porate state”.
De „corporate” staat wil twee dingen
„Ask what you can do for your coun
try”, zegt de staat.
„Get all you can grab”, zegt etc
staat. Zodra aan die twee voorwaar
den is voldaan, wordt alles „bigger
and better”. Niet alleen gewillige wer-
Een in een reeks van cijfers en fei
ten uitgewerkte analyse van deze
belangrijke kwestie geeft Pierre Ja
lée in zijn nieuwste boek over de we
de
Van
Gennep m de reeks „Kritiese Biblio
theek”). Het werd uit het Frans ver
taald door A. Thijssen.
Jalée’s werkwijze is uitermate inte
ressant: door als uitgangspunt Lenins
en Boecharins ontledingen van het
imperialisme te nemen komt hij al
redenerend tot correcties op hun
denkbeelden.
■S-
SM.
aal