THE PARADES GONE BY: KOSTELIJK BOEK OVER DRIEKWART EEUW FILMHISTORIE Zwijgen was goud voor Hollywood The greening of Africa stem van nieuwe generatie S Gezigten in de Omstreken I van Haarlem” SR Bk if HET SPROOKJE VAN CHARLES REICH van Karl Marx „Brumaire” Jalée analyseert tegenstelling arm-rijk i W W Boekenweek. BB Kg»? 1 fli WOENSDAG 31 MAART 1971 Benen keuren Loflied Primitief begin discussies en commentaren, die nu Hoop herleeft S Persoonlijke visie Ontmenselijking 1 tot en met 10 april T weespalt overbruggen N DE JAREN DAT DE FILM zijn stem nog niet had gevonden ge beurde het wel eens, dat boze bioscoopbezoekers na de voorstelling bij de juffrouw in de kassa hun beklag kwamen doen over het ge- INDS ENIGE TIJD staat bovenaan de lijst van bestsellers in Ameri ka een sprookjesachtige interpretatie van de ideeën en gevoelens van de nieuwe generatie, geschreven door Charles Reich, professor in de rechten in Yale. „The greening of America” heeft als ondertitel: „How the youth revolution is trying to make America livable”. Het boek heeft iedereen die zich min of meer betrokken voelt bij veranderingen in de maatschappij, stof tot nadenken gegeven. Of misschien méér nog stof doen opwaaien tijdens de vele discussies die er vooral aan universi- teiten op gevolgd zijn. John Kenneth Galbraith spreekt over „The greening of America” als „enorm lucide en belangrijk”. Aan Herbert Mar cuse ontlokte het de betiteling: „De establishment-visie van de grote opstand”. In korte tijd is het boek zélf een sprookje geworden, bedolven onder de tientallen interpretaties van tijdschriften en kranten. De oor spronkelijke versie van dat sprookje is zó simpel, dat het voor iedereen bevattelijk is. Misschien is dat mede de oorzaak van de stortvloed van al ruim vier maanden voortduren. vloek van de cowboy tijdens diens pogingen om zijn ros te bestijgen. Fer vente filmkijkers waren destijds niet zelden ook bedreven liplezers. Wie bovendien niet onmiddellijk ondersteboven was van een krachtterm op zijn tijd, peurde het meeste genoegen uit de films als „What prize glory?”, waarin Victor McLaglen onhoorbaar alle duivels uit de hel vJ,oekte, „Old Ironsides” met het geknetter van Wallace Beery en „Sadie Thoey'son”, waarin Gloria Swanson, gecamoufleerd door discrete, censuur ar. rende tussentitels, niet op haar mooie mondje bleek te zijn gevallen. 3n szerd liplezen, het oplossen van „cuss word puzzles”, een leuke sport. «Ml FRED RAADMAN uitgewerkte analyse BASTIAAN BAAN DEN „Een A. W. omstreeks 1912 al was ingeburgerd of in de periode van de zwijgende film tot ontwikkeling werd gebracht. Een snelle ontwikkeling dus na het primitief begin toen alles nog moest worden geleerd zonder dat leermeesters voorhanden waren. Wie jong was en ondernemend, wel wat zag in dat ker- mis-medium en meende een film te kunnen regisseren, maakte een goede kans om dat te bewijzen, onverschillig of hij voordien aan de spoorwegaanleg had gewerkt of als Europees emigrant stoffen had zitten knippen, in New Yorks Lower East Side. Nog altijd doet in Hollywood het verhaal de ronde van de acteur, die bij het verlaten van de tram beslist de conducteur de hand wilde schudden. „Die man”, legde hij uit, „kan morgen mijn regisseur zijn.” Acteurs waren in het begin helemaal niet in tel en bleven voor de toeschou- N.V. GEBR. ZOMER KEUNINGS - WAGENINGEN. In de serie „Miniatu ren” is het deeltje „Dieren” verschenen, uitgevoerd in gedichten en kleurenfoto’s. Bekende dichters hebben hun bijdrage over zoogdieren, vogels en insekten ge leverd. W. van Drimmelen heeft de keuze van de gedichten gemaakt. Dich ters, die hebben medegewerkt, zijn o.a.: Betrtus Aafjes, Charles Baudelaire, Har riet Laurey, Alfred Kossmann, J. W. Schulte Nordholt, Paul Valéry, M. Vasa- lis, Bert Voeten .en nog vele andere. In deze serie „Miniaturen” zijn al eerder verschenen de deeltjes: „Liefde”, „Moe der”, en „Kinderen”. Een bijzonder aan trekkelijke serie, mede door de prach tige kleurenfoto’s. Hylke Speerstra: „Met de Kloten voor het blok”. De schrijver, zelf een uit Friesland afkomstige journalist, laat 28 Friese schippers aan het woord die een beeld trachten te geven van de door hen meegemaakte minder florisante tijden van de Friese binnenschippers. Oor spronkelijk in het Fries geschreven is het boek vertaald door Hans Bakker. x Buster Keaton in The great race. trokkenen steevast hebben verteld na wekelijks loonzakje. Weinig regisseurs „The parades gone by” doet onder (veel) meer uit de doeken hoe regisseur Henry King van Oalifomië naar New York vervolgens naar Baltimore en weer terug spoorde alleen om de benen van een actrice te bekijken (die moch ten niet te gespierd zijn omdat zij een 11-jarige had uit te beelden); hoe de grote Sarah Bernhardt flauw viel toen zij zichzelf in haar eerste afgrijse lijke filmrol zag („Canaille”). Hoe cowboy Cary Cooper plat op zijn ge zicht moest vallen om z’n eerste con tract te bemachtigen; hoe Thomas Ince uit een scenario vier verschillende films wist te halen en vele van dit soort ver halen meer. De legendarische Mary Pickford onthult in vermakelijke her inneringen aan Ernst Lubitsch hoe haar moeder haar verbood om in diens „Faust” te spelen: Stel je voor, een ongetrouwde moeder, die haar baby wurgde Brownlow houdt ook staande dat van werkelijke technische vooruitgang sindsdien geen sprake meer is geweest. Hij noemt het een in meer dan een opzicht verontrustend feit, dat in principe elke ons bekende kunstgreep om een verhaal filmisch te vertellen zo wers dan ook anoniem. James Morrison herinnert zich, dat hij en zijn collega’s bij de oude Vitagraphmaatschappij niet eens een schriftelijk contract hadden. Merkwaardig genoeg schijnt Reichs boodschap te zijn doorgedrongen tot in de meest radicale en militante groe peringen. Aan de universiteit van Los Angeles, waar ik discussies over ,The greening of America” meemaakte, leek het alsof de hoop uit de hoogtij dagen van het studentenverzet was weergekeerd. In november 1844 verscheen van de hand van P. J. Rutgers: „Gezigten in De Omstreken van Haarlem”, naar de natuur getekend en op Steen gebragt”. De uitgeversmij. „Canaletto” te Alphen aan den Rijn is op de gedachte gekomen dit boekwerk van mooie oude prenten, waar men de historie vanaf kunt lezen, weer opnieuw uit te geven. Y. de Boei en A. v. d. Reep tekenen voor de gra fische verzorging, en die mag er wezen. Het boek is een juweeltje. Voorin heeft de kunstenaar bij de uit gave van het boek in 1844 een inleidend en dankwoord geschreven in de plech tige taal, die destijds gebruikelijk was, zoals het volgende citaat: „Ik durf de hoop te voeden, dat men gereedelijk zal toestemmen, dat in eene verzameling als de tegenwoordige niet wel al de Buitenplaatsen, die zich in Haarlems omtrek bevinden, konden opgenomen worden. Hoe gaarne ik ook gewenscht zoude hebben, er geene voorbij te gaan, zoo was het mij toch niet mogelijk, den aard der zake te veranderen; en deze liet niet toe, aan het werk eene grootere uitgebreidheid te geven, dan het daar van gemaakt bestek en plan van in- teekening medebragten. Ook moet ik bekennen en deskundigen zullen ge voelen, dat vele plaatsen geen kennelijk punt, of liever een voor de teekenpen te volgen karakter aanboden, geschikt om daarvan eene het oog voldoende teekening te vervaardigen” En zo gaat dat dan verder. Wat „in- teekening” betreft; een naamlijst der intekenaren staat achterin. Een korte beschrijving van de getekende buiten plaatsen, lustoorden, hofstedes, water partijen, vergezichten en wat dies meer zij, meestal aangevuld met een opsom ming van eigenaren(ressen) of bewoners en evenals het voorwoord geschreven in het Nederlands van die dagen. A. VAL IN 1852 SCHREEF de Duitse filo soof Karl Marx „De achttiende Bru- maire van Louis Bonaparte”. Een ti tel die nogal verwarring kan verwek ken als men daarbij niet denkt aan de namen van de nieuwe kalender die na de Franse revolutie van 1789 wer den ingevoerd. „Bewustzijn III” is voor hem een bloem, die zich een weg baant door het asfaltdek dat de „oude wereld” heeft achtergelaten. „Voor diegenen die dachten dat de wereld onherstel baar gevangen was in metaal en plas tic en onvruchtbare steengrond, lijkt het een waarachtig groener worden van Amerika”. Buster Keaton wist zich kort voor zijn dood nog te herinneren, dat bij de op namen voor „Steamboat Bill jr” een watersnood in een orkaan werd ver anderd, waardoor sets ter waarde van honderdduizend dollar overbodig wer den. De reden: Recente overstromingen hadden slachtoffers geëist en men vreesde terugslag aan de kassa. Later bleek, dat in het vo:rgaande jaar 796 Amerikanen bij stormen om het leven waren gekomen en maar 36 bij over stromingen Een eenvoudig telefoon tje naar de meteorologische dienst was Close-up, camenarijders, toepassing van de handcamera, kraanopnamen, wide screen, drie-dimensionale beelden, technicolor, achtergrondprojectie en tra veling matte, cinerama zelfs de zoomlens, het was er allemaal al voor het eind van de jaren twintig. En de belichtingskunst beleefde in die periode (en in de eerste helft van de jaren dertig) haar hoogtepunt. De grote vraag blijft, wat voor sprookje „The greening of America” is: een fantastische vertelling die voor bijgaat aan de realiteit, of een beeld rijk verdichtsel van de werkelijkheid. Meer dan de helft van de bevolking van Amerika bestaat uit mensen on der de 25 jaar. Brengen zij werkelijk de „revolutie van het nieuwe bewust zijn” in de zin die Charles Reich er aan gaf of wordt het een revolutie van het onderbewustzijn? Van blinde- lingse woede om de „dode lente” die de oude generatie voor hen heeft ach tergelaten? voldoende geweest. Maar „Hollywood” en „verkwisting” zijn altijd synoniem geweest in de gouden, de zilveren en de zwarte jaren. boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboekenboekenboeken boekenboeken boekenboeken WIJ ONTVINGEN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenI boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl „Nieuw Links'guerriilalcchnieken. de gebalde vuist van de Zwarte Pan weken om dat „niet bij toeval” in beeld te brengen boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenI boekenboeken boekenboeken WIJ 0NTON6EN boekenboeken boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl boekenboekenboekenboekenl Reich illustreert dit met enkele anek dotes, die zijns inziens karakteristiek zijn voor het nieuwe bewustzijn. Uit zijn eigen universiteit vermeldt hij on der meer het volgende voorval: tij dens de „Heptagonal Track Meet” in Yale, een jaarlijkse atletiekwedstrijd weigerden de atleten van acht onder wijsinstituten mee te doen als niet te voren in het openbaar hun persoonlij ke visie op de invasie in Cambodja werd voorgelezen. Zoals de fabrieksarbeider van „be wustzijn II” nog kan zeggen: „Ik ben tegen luchtverontreiniging, maar in mijn baan heb ik daar geen verant woordelijkheid voor”, zo kan en wil, aldus Reich, de nieuwe generatie niet meer redeneren en handelen. Er be staat geen „private man” of „public man” meer. In „bewustzijn III” is de tweespalt tussen twee onvolkomen te vens overbrugd. „Brumaire” betekent namelijk „no vember” en met „tweede Brumaire” bedoelt Marx de staatsgreep van 2 december 1851, in tegenstelling tot de „eerste Brumaire” van 9 november 1799 toen Napoleon het Directoire door een staatsgreep ten val bracht en zichzelf als „Eerste Consul" (lees: dictator) benoemde. Deze uitleg is noodzakelijk want daarmee is meteen het politieke ka rakter van dit historische pamflet ge tekend. Zonder voldoende kennis van de negentiende eeuwse Franse ge schiedenis zal de „Achttiende Bru maire” van Marx voor een reeks vraagtekens zorgen, ook al bevat het boekje zorgvuldig uitgewerkte aante keningen, een personenregister en een lijst met verklaringen van vreemde woorden en zinnen. Maar wie de moeite neemt zich in de maatschappij van honderd jaar geleden in te leven kan daarbij Marx’ visie op de socia le, economische en politieke toestan den vrankrijk niet veronachtza- rppr» ,ut acHvUende Brumaire van Louis Bona parte” Karl Marx, is uitgegeven door Pe gasus, Amsterdam. Reich heeft zijn publikatie niet ge baseerd op statistieken en wetenschap pelijke werkmethoden hij heeft een voudigweg een weergave van zijn persoonlijke visie op Amerika ge schreven. Aan de ene kant is dat de oorzaak van felle kritiek; anderzijds heeft die visie in miljoenen lezers iets aangewakkerd. „The greening of America” is geen nuchtere evaluatie van wat zich sinds de 19de eeuw in Amerika heeft afgespeeld maar een hartstochtelijke roman van een pure idealist. Zijn hartstocht is de nieuwe generatie, en zijn idealisme belooft in weerwil van de „donkere dagen” waarin Amerika nu is een zinvoller en rijker leven voor ieder die de teke nen des tijds maar wil verstaan. Reich heeft de oude Amerikaanse droom vaarwel gezegd. Een droom die hij ruwweg indeelt in twee hoofd stukken: „bewustzijn I” en „bewust zijn II” Het 19-de-eeuwse Amerika typeert hij als gebaseerd op de idea len van humanisme en liberalisme. „Bewustzijn I” is daarin geworteld. Het is de traditionele visie van de boer en de kleine zakenman, die leven in een periode van vrije onderneming. Ieder individu is de bron van zijn uit eindelijke resultaat. Ieder heeft gelij ke kansen. Niemans is gebonden aan klemmende voorschriften van hoger hand. ters Het zijn gevechten op het ter ritorium van de vijand, gedoemd tot mislukking. Tegenover een dozijn ge weren staat de tank van de „corporate” staat en tegenover een gebalde vuist de onzichtbare hand van het systeem. Over gebruik van verdovende mid delen „freak-outs” en de kookpot van alles wat naar mystiek ruikt (een steeds duidelijker wordend verschijn sel onder de Amerikaanse jeugd) zwijgt Reich. Agnes de Mille, dochter van de fa meuze Cecil B„ vertelde Brownlow, dat Edward Knobloch haar vader een keer een scenario in handen gaf, waarin de zin „woorden schieten tekort om de hierna volgende scène te beschrijven” voorkwam. En Cosmo Hamilton noteer de in zijn script voor „Midsummer Madness”: Niet bij toéval waren zij die zomernacht alleen in de berghut”. Het kostte Cecil B. vijf decors en twee MEULENHOFF - AMSTERDAM. Joop Waasdorp: „Het naakte Leven”, een her druk van de verhalen die eerder in 1965 zijn uitgegeven. „Utrechtse Notities”, geschreven en getekend door William D. Kuik, waar mee hij de Prozaprijs 1969 van de stad Amsterdam heeft verdiend. En terecht! Een juweeltje van tekst, tekening, vorm, uitvoering en opzet. H. J. W. BECHT’S UITGEVERSMIJ N.V. - AMSTERDAM. Een groot for maat boek over Nederland, met onge veer een gelijk aantal bladen foto’s als tekst, dat werd samengesteld door de schrijver Bas den Oudsten en de Zwit serse fotograaf Walter Imber. Zij noem den het boek: „Nederiand-Trefpunt van Europa”. De auteurs hebben getracht een beeld te geven van Nederland in het verleden, het heden en, voor zover mogelijk, in de toekomst. Het boek is ook verschenen in een Duitse, Engelse en Franse editie, waardoor het bij uit stek een mooi relatiegeschenk is. In het slotstuk „Politieke vooruit zichten” stelt Jalée: „Dat in dat deel van de wereld dat men de Derde We reld noemt objectief revolutionaire omstandigheden bestaan en steeds scherper zullen worden is zonneklaar. De mate waarin de bevolking van die streken wordt misbruikt is met geen situatie elders te vergelijken. De uit buiting is de oorzaak van afschuwe lijke toestanden die fysiek worden on dergaan. Het wezen en de structuur van deze uitbuiting zijn concreet waarneembaar. De belangrijkste te genstelling van onze tijd is dan ook de tegenstelling imperialsime-Derde Wereld”. Dit weinig bekende facetje van vijf enzeventig jaar filmhistorie flonkert in „The parades gone by”, een bij Seeker en Warburg in Londen verschenen kost baar en kostelijk boek vol van die on bekende, nauwelijks bekende of gene raties geleden al vergeten feiten en anecdotes, in monnikenwerk bijeen gegaard door de Engelse cinefiel en filmmaker („It happened here”) Kevin Brownlow. Enkele jaren van zijn leven wijdde hij aan het interviewen van de „overlevenden”, aan het lezen van de vakbladen van vroeger, aan het ver zamelen van goeddeels nooit gepubli ceerd schitterend illustratiemateriaal, met als resultaat een werkelijk nieuwe, buitengewoon boeiende geschiedschrij ving van de „stomme film”. Stom, maar allesbehalve dom integendeel: Brownlows boek is een bijna 600 pa gina’s lang loflied op de zwijgende film. En daarmee op Hollywoods gou den jaren, waaraan abrupt een einde kwam met de triomf van de geluids film, die de industrie tegen het eind van de twintiger jaren uit de financiële puree haalde, maar althans wat de auteur betreft een kunst vernielde. Brown”, „Kop op Charlie Brown”. De serie is geschreven door Charles M. Schulz, samengesteld en vertaald door Ef Leonard. Het is een Amerikaanse strip, die in ons land ook erg in de smaak valt. De liefhebbers kunnen hun hart ophalen. reldeconomie: „Kapitalisme en Derde Wereld” (Uitgegeven door s> De salarissen, aanvankelijk zo’n 25 dol lar in de week, werden in klinkende munt uitbetaald en verhogingen on aangekondigd uitgekeerd, zodat de he meenden zich te opening van het Charlie Chaplin en Georgia Hale in The goldrush. hebben zoveel tot de ontdekking van de cinema-taal bij gedragen als D. W. Griffith („Birth of a Nation”), maar in wezen is dit terug te voeren op zijn mislukking als toneel schrijver. Hij minachtte de film, die hem zijn boterham opleverde en omdat hij de pest in had deed hij alles anders dan gebruikelijk was. Later maakte hij zijn „Intolerance” zonder scenario een improvisatie die nu ondenkbaar is. Overigens werden destijds, zeker toen de film een zekere status begon te krij gen, dikwijls schrijvers van naam als scenarioschrijvers gecontracteerd. Om dat zij gewoonlijk niet visueel konden denken, bracht dit de regisseurs nogal eens in een moeilijk parket. kers zijn nodig, maar ook gewillige consumenten. Zodra iemand „gewillige werker” voor de „corporate” staat wordt bete kent dat, dat hij in zijn werk zijn per soonlijke overtuigingen en ideeën ach terwege moet laten. Dat is de oor zaak van de „schizofrenie” van deze bewustzijnsvorm, waarin een „priva te man” en een „public man” be staat. Een diepe kloof tussen twee le vens. In geen van beide levens is het individu volwaardig. „Gewillige consumenten” zijn de mensen die „pakken wat ze pakken kunnen”. De reclames beloven een gouden tijd voor diegenen die de pro- dukten kopen. In werkelijkheid adver teren ze de ontevredenheid. De indu strie wil niets liever dan consumenten die als verwende kinderen om nog meer nutteloze zaken vragen, steeds ontevreden met wat ze bezitten. „Bewustzijn Hl” is een scherpe reactie op de „heerlijke nieuwe we reld” die door technologie en reklame zijn voorgespiegeld. Omstreeks 1950 vindt de omwenteling plaats: Vietnam, de dreigende atoombom, het vooruit zicht een radertje te worden van een steeds groter wordende machine, staan lijnrecht tegenover de grote beloften die aan de jeugd gedaan zijn. Er is een geweldige discrepantie tussen wer kelijkheid en mythe, die wordt voor getoverd door de massamedia. „Bewustzijn III” gelooft niet meer in de beloften van de „corporate state”. De nieuwe generatie ontmaskert de gouden bergen van weelde, welvaart en status als klatergoudbergen. De jeugd verlegt het brandpunt naar dat gene wat de „corporate” staat in feite ontkent: de volle persoonlijke verant woordelijkheid van het individu. „DE KLOOF TUSSEN geïndustria liseerde landen en ontwikkelingslan den wordt groter. De spanning tussen arme en rijke landen neemt toe. De onrechtvaardigheid in de wereld stijgt”. Tot deze vernietigende con clusie kwam onlangs de Italiaanse christen-democraat Giuseppe La Log gia in de Algemene Vergadering van de Raad van Europa. UITGEVERIJ KRUSEMAN HAAG. Julian Huxley en H. B. D. Kettlewell maakten samen het boek: „Charles Darwin en zijn wereld”, dat vertaald is door J. M. Komter. De schrijvers vertellen over zijn leven en zijn werk en over de omwenteling die zijn ideeën teweeg hebben gebracht niet alleen voor hem zelf, maar voor mil joenen mensen in de wereld. A. W. BRUNA - UTRECHT. Vier Peanuts-boekjes, 1, 2, 3, en 4: maaltje Charlie met Snoopie toe”, „Nie mand is volmaakt”, „Wat je ook doet Charlie Jalée verwacht niet dat binnenkort een groot algemene brand zal oplaai en. Daarvoor acht hij de tegenstellin gen binnen het imperialistische kamp te gering. Maar „het Amerikaanse superimperialisme heeft ons het be wijs gegeven dat de grootste wereld macht de maan kan bedwingen maar de tanden breekt op Vietnam”. A.W. Deze onschuldige en eenvoudige vi sie wordt in het begin van onze eeuw bedreigd door een zich razendsnel ontwikkelende industrie die geen an der oogmerk heeft dan zijn eigen voor uitgang. „Bewustzijn II” wordt over rompeld en gemanipuleerd door de macht van organisatie, efficiency en technologie. Het nieuwe bewustzijn, al lereerst in de vorm van Amerika’s „New Deal”, onderwerpt particulie re organisaties aan grotere, algeme nere instanties. „Bewustzijn H” over tuigt het individu ervan, dat hij on der de controle van een grotere en meer rationele macht dan zichzelf ge plaatst moet worden. Het verborgen nihilisme achter de ze overtuiging, is dat de unieke waar de van ieder individu beschouwd wordt als een zuiver religieuze ge dachte. Niet als een bruikbaar gege ven. Immers, ieder individu wordt on dergeschikt aan het „algemeen be lang”, wat zoveel betekent als onder geschikt aan de belangen van de „cor porate state”. De „corporate” staat wil twee dingen „Ask what you can do for your coun try”, zegt de staat. „Get all you can grab”, zegt etc staat. Zodra aan die twee voorwaar den is voldaan, wordt alles „bigger and better”. Niet alleen gewillige wer- Een in een reeks van cijfers en fei ten uitgewerkte analyse van deze belangrijke kwestie geeft Pierre Ja lée in zijn nieuwste boek over de we de Van Gennep m de reeks „Kritiese Biblio theek”). Het werd uit het Frans ver taald door A. Thijssen. Jalée’s werkwijze is uitermate inte ressant: door als uitgangspunt Lenins en Boecharins ontledingen van het imperialisme te nemen komt hij al redenerend tot correcties op hun denkbeelden. ■S- SM. aal

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 18