DE VIDEO-RECORDER KOMT OP ALLE ONDERWIJSFRONTEN GRAVENDIENST SPEURT NU AL 25 JAAR NAAR „ONBEKENDE SOLDATEN” Lot der school-t.v. (pas de kinderschoenen ontwassen!) nog goeddeels onzeker is der nabestaanden „Geen prettig werk, maar dankbaarheid vergoedt veel” WOENSDAG 7 APRIL 1971 Niet ideaal Verzuild Volwassen Veni video vici Jongeren helpen Achterstand O-benen „VERMIST is erger dan dood. Die jarenlange onzekerheid over het lot van een vader, echtgenoot of zoon knaagt verschrikkelijk aan de nabestaanden. Ergens leeft bij hen tegen beter weten in nog vaag de hoop, dat zo’n man mis schien nog eens ergens opduikt. Op den duur wordt het een obsessie, men wil per se geconfronteerd wor den met de dode. En als wij daar na intensief speurwerk voor zor gen, is men ergens opgelucht, hoe tragisch het ook is”. Duitse doden e „SOMS IS men bang dat een mooi aangelegd tuintje misschien helemaal moet worden omgewoeld. Maar we be talen graag alle schade. Onder de be tonnen vloer van een schuurtje hebben we er zelf een uitgehaald.” Schoolradio werken AVRO, VARA en VPRO samen. DE TELEVISIELESSEN van de NOT fungeren voor een deel als aanvulling en op het gewone lesprogramma. Zo is er bijvoorbeeld voor de brugklas bio logieles die de leerstof op aantrekkelijke wijze met televisiebeelden illustreert. Voor een ander deel betekenen de lessen vaak een welkome uitbreiding. Voor het basisonderwijs heeft de NOT series gemaakt die op vakterreinen lig gen, waarvoor de onderwijzer geen spe cifieke opleiding voor heeft gehad. Dat kan op het gebied van de beeldende expressie zijn, als tekenen en handen arbeid. Er komen ook veel aanvragen uit onderwijskringen om programma’s over actuele zaken. De NOT heeft voor dit jaar een serie „actuele programma’s” voor het basisonderwijs gemaakt, o.a. KAPITEIN TIMMERMANS: „Ander half jaar lang hebben we gezocht naar BEHALVE VAN de onderwijstelevi sie wordt door de scholen nog veel ge bruik gemaakt van de schoolradio. De ze is door de tv geenszins in de ver drukking gekomen. Zij werkt ook veel met beeldend materiaal. Zo worden er b.v. diaprogramma’s gemaakt, toege licht met commentaar in de school- radio-uitzendingen. Volgens de heer Van der Zon is er F DAT DE onderwijstelevisie als een volwassen zaak moet worden beschouwd blijkt, ook wel uit de deelname van de scholen. Op 31 januari van dit jaar wa ren er aan 3750 scholen een of meer televisietoestellen. Daarbij zijn 3200 la gere scholen. De rest bestaat uit scho len voor voortgezet onderwijs. een Duitser wiens vrouw hier bij wijze van spreken de deur plat liep. Ze moest en zou weten waar haar man was. „Links in de mond had hij een gouden tand”, zei hij. Het zakboekje van de man was zonder enige mededeling door Amerikanen in Straubing afgegeven. Na veel zoeken vonden we zijn lijk. Hoewel zijn vrouw dit aanvankelijk ontkende, ontdekten we dat haar man o-benen had gehad en de gouden tand rechts in de mond zat. Later gaf de vrouw toe dat haar man zelfs speciale broeken liet maken om zijn kromme benen wat te camoufleren.” Vooral de laatste twee jaar is de aan koop van televisietoestellen voor de scholen sterk toegenomen. En natuur lijk ook de hoeveelheid didactisch ma teriaal die door de NOT ter begeleiding van de programma’s wordt verzorgd. Drs. A. H. M. Van Zon, hoofd van de afdeling studie en Informatie van de NOT, verwacht dat het aantal scholen dat tv aanschaft nu, na de beslissing van de Kroon, snel zal toenemen. De groeiende belangstelling van de scholen schrijft hij behalve aan „ge wenning aan het medium” toe aan de verbetering van de kwaliteit der pro gramma’s. De NOS gelooft dan ook dat er geen behoefte is aan uitbreiding van de zend tijd voor de schooltelevisie-program- ma’s. Maar dat geloof is ten dele inge geven door overwegingen van eigen belang, aangezien de NOS van zo’n uit breiding een te grote aanslag op haar totale zendtijd vreest. De conclusie van dit alles is, dat eigenlijk niemand van de betrokkenen erg gelukkig is met de wijze waarop de educatieve televisie nu in het omroep beleid is ingepast. Vandaar dat men met meer dan gewone belangstelling uitziet naar de nota van de ministeries van Onderwijs en Wetenschappen en van CRM over deze materie. Nu er een overlegorgaan is voor en kele der betrokken instanties lukt de samenwerking daar sinds kort wat be ter. KRO en NCRV deden trouwens al veel samen. zijn lesprogramma gaan schuiven om een gaatje te vinden voor de onderwijs televisie. Er is echter een apparaat op komst dat het voortgezet onderwijs uit de moeilijkheden kan helpen: de video recorder. W'ant via deze „beeldband” kunnen de lessen van de NOT worden opgenomen bij uitzending en pas zoveel later worden „afgespeeld” als op de ontvangende school mogelijk is. Daar door kan ook bij het voortgezet onder wijs grotere deelname aan het pro gramma van de NOT worden verwacht. ZEER NAUW werkt de Gravendienst samen met de Volksbund Deutscher Kriegsgrabenfürsorge in Kassei, met de Deutsche Dienststelle (afwikkelingsbu reau van de „Wehrmacht”) in West- Berlijn en met het informatiebureau van het Nederlandse Rode Kruis. Di en Van Meeuwen niet te schatten. Hun dienst bergt overigens niet alleen Duitsers, maar graaft alle graven van onbekende soldaten op. Van elke dode bestaat een registratie- rapport. Vaak kan de identificatie door een reeks toevalligheden of een serie ogenschijnlijk weinig belangrijke gege vens worden vastgesteld. Zeer moeilijk wordt het wanneer familieleden zich bij de persoonsbeschrijving vergissen. VOLGENS kapitein Tinmermans is dat een onnodige angst. „Hoe die lijken daar gekomen zijn, interesseert ons na melijk helemaal niet. We willen alleen de stoffelijke resten weghalen. Nu we ten we echt veel te weinig. Daarom is elke aanwijzing welkom.” Tijdens het lokaliseren van graven krijgen de man nen van de Gravendienst maar al te vaak te horen: „Oh, die ligt hier nog! Kunnen jullie die komen halen? Kun nen jullie er na zoveel jaren nog iets mee doen?” HET JUBILEUMJAAR van het IJs- selsteijnse kerkhof in de voormalige Peel zal zonder enige ophef voorbij gaan. Daarvoor is het werk dan ook te triest. Wel komen dit jaar weer een aantal groepen Duitse jongeren voor een werkkamp. Ze betalen grif enkele tientallen marken om in IJsselsteijn het gras te mogen maaien en en ander onderhoudswerk te doen. „Om de vriendschapsbanden wat aan te ha len,” zegt kapitein Timmermans. P.C.O.F. (Protestants-Christelijke On derwijs Film) en de O.N.O.F. (Open- baar-Neutraal Onderwijs Film). In de „gerichte” programma’s komen onder werpen aan de orde die liggen óp het levensbeschouwelijke vlak. Het spreekt voor ziclj/elf, dat daar bij het katho lieke en protestantse onderwijs meer behoefte aan bestaat dan bij het open baar onderwijs. Maar waar twee zui len meedoen, kan één niet achterblij ven. Zo is de verdeling ontstaan, met voor elke zuil 10 pet. „gerichte zend tijd”. P.C.O.F. en K.O.F. werken veel samen. Zij maken b.v. samen twee programma’s die onder de noemer re ligieuze vorming vallen. Deze program ma’s worden niet in samenwerking met de NOS, maar met de KRO en de NCRV gemaakt. De ONOF werkt voor dergelijke programma’s samen met de AVRO. VARA en VPRO. VERGISSINGEN worden echter ook gemaakt, ondanks de grote kennis van en de velerlei ervaringen met b.v. al lerlei schedelvormen. Timmermans geeft dat grif toe: „We hebben eens een brief van een Duitser gekregen die vriendeljjk om een foto van ztfn eigen graf vroeg. Daar zjjn we toen wel van geschrokken. We bleken een cijfer op een verrot identificatieplaatje verkeerd te hebben gelezen.” HET VOORTGEZET onderwijs blijft evenwel vergeleken met het basison derwijs sterk achter. Het is de NOT uit verschillende onderzoeken gebleken dat de scholen voor voortgezet onderwijs grote moeite hebben, de lessen van de NOT in hun lesroosters in te passen. Het lesprogramma is hier over ver schillende vakleraren verdeeld. Daar door kunnen de lessen van de NOT vaak moeilijk in het programma wor den ingevoegd. Bij het basisonderwijs ligt dit eenvoudiger, omdat daar de hele dag dezelfde onderwijzer voor de klas staat Deze kan gemakkelijker wat met Hoewel iedereen ingevolge de Wet op de lijkbezorging elk gevonden sol datengraf moet melden bij het ministe rie van defensie of aan het IJsselsteijn- se kerkhof, komt daar volgens Timmer mans in de praktijk bar weinig van te recht. Velen die in de turbulente oor logsjaren militairen begraven zagen worden, houden dat angstvallig geheim. „En vooral in kringen van het verzet zwijgt men in alle talen.” Op de sectietafel worden de beenderen samengevoegd tot een skelet-reconstructie, waarbij vooral gelet wordt op specifieke kenmerken die identificatie kunnen vergemakkelijken. (Van een onzer verslaggevers) VIJFENTWINTIG JAAR na de oor log worden kapitein L. Timmermans en zjjn secondanten van de Graven dienst van het ministerie van Defensie nog wekelijks geconfronteerd met het oorlogsleed. Op het enige kerkhof voor Duitse gesneuvelden in ons land, in het Venrrayse kerkdorp IJsselsteijn, liggen nog altijd zo’n 4500 niet-geïdentificeer- de soldatenljjken. „JE ZOU JE kunnen afvragen of het na al die jaren nog zin heeft dit werk te blijven voortzetten. Maar als er dan een Duitser binnenstapt, ons smeekt om zijn sinds de jaren '40 vermiste zoon op te sporen en zegt: „ik geef u duizend mark als u het oplost”, dan weet je dat je voor een goede zaak werkt. De resten van die zoon in kwes tie zijn overigens later geïdentificeerd. De dankbaarheid van de familieleden stimuleert ons om hiermee door te gaan”, zegt kapitein Timmermans. IN IJSSELSTEIJN liggen 31.500 Duit se militairen begraven, onder wie 86 uit de eerste wereldoorlog. Het weer op graven van onbekende lijken voor her- indentificatie is een weinig aantrekke lijk schouwspel, zeker wanneer de stof felijke resten met hetgeen er nog van de militaire uitrusting overgebleven is, op de sectietafel belanden. De mannen van de Gravendienst zijn er echter in gehard. Sergeant-majoor A. van Meeu wen: „Als je aan de nabestaanden denkt, ben je bereid in de grootste troep te duiken. En na 25 jaar zitten we dan ook nog steeds tot over onze oren in het werk. De groep onbekende soldaten wordt weliswaar steeds klei ner, maar er moeten nog vele onont dekte graven in ons land zijn.” Of dat er honderden of zelfs enkele duizenden zijn, durven Timmermans reet na de oorlog begon de Dienst identificatie en berging met dit werk, daarbij geassisteerd door Duitse krijgs gevangenen die hun gesneuvelde land genoten begroeven. Later ging het werk over naar de Gravendienst. Sinds 1950 wordt alles ook administratief helemaal bij gehouden. DOOR DE nog steeds bestaande scheiding tussen onderwijstelevisie en schoolradio is het niet mogelijk, beide media gecombineerd te gebruiken. Dat is jammer, want het kan in bepaalde series erg zin vol zijn om zowel van radio als tv gebruik te maken. In het buitenland gebeurt dit wel. wel een verminderende belangstelling te verwachten voor de onderwijsfilm oude stijl die veel concurrentie van de onderwijstelevisie ondervindt. De NIAM (Nederlands Instituut voor Audiovisuele Middelen) zorgt voor de onderwijsfilm. Vroeger heette deze in stelling N.O.F. (Nederlandse Onderwijs Film). De NIAM beschikt over een grote voorraad onderwijsfilms, maar nieuwe worden er niet veel meer ge maakt. De NOT maakt voor de uitzending van haar programma’s gebruik van NOS-zendtijd. De NOT wordt door het ministerie van CRM betaald uit de post luister- en kijkgelden. De pro gramma’s worden door de NOT en de NOS samen gemaakt. Daarbij heeft de NOS de verantwoordelijkheid voor re gie en produktie, de NOT voor inhoud en samenstelling. Van de zendtijd die de NOT krijgt, is 70 pet. bestemd voor algemene, en 30 pet. voor „gerichte” programma’s. DE SAMENWERKING der verschil lende instanties die met het onderwijs via radio en tv te maken hebben, is bepaald niet ideaal. Tussen de NOT en de schoolradio b.v. wordt alleen overlegd over de respectievelijke tijd stippen van uitzending. Het zou ook al te dwaas zijn als men elkaar op dit punt in de wielen ging rijden. Er is echter geen onderling overleg over de inhoud van de programma’s. De school radio is vanzelfsprekend even „ver zuild” als de onderwijstelevisie. NCRV, KRO en de Stichting Nederlandse Schoolradio maken elk hun eigen pro gramma’s. In de stichting Nederlandse NIET ALLEEN schoolradio en NOT leven een beetje langs elkaar heen, dat is ook het geval met de verschillende instellingen die zich met instructieve films en televisie op hoger plan bezig houden. Het gaat hier om de Stichting Film en Wetenschap, de NIAM, Teleac, ACRO en NOT. Ook hier is een over legorgaan (van directeuren) dat een poging tot samenwerking heeft gedaan, maar veel schot is er niet in gekomen. DE ROL die de onderwijstelevisie in de toekomst zal gaan spelen is alles behalve duidelijk. Er is eigenlijk, ook internationaal, nog niet erg over door gedacht. Deze situatie is in de hand ge werkt door het feit dat de beginfase van de instructieve radio en televisie nog maar nauwelijks achter de rug is. „In deze periode is bijgevolg nog teveel langs elkaar heen gewerkt”, aldus de heer Van Zon. „In Amerika is nu een staatscommissie gevormd, die dit pro bleem en het gehele terrein van de onderwijs-technologie gaat bekijken. Want ook daar had men het gevoel, dat alles schots en scheef groeide. Deze staascommissie heeft ook opdracht, een plan te ontwerpen voor de toekomst. Dat zal zeker ook van belang zijn voor Europa” DIT HOUDT VERBAND met de veel vormigheid van het NOT-bestuur dat is samengesteld uit leden van de K.O.F. (Katholieke Onderwijs Film), de over milieuverontreiniging, gastarbei ders en professionalisme in de sport. Het is met dat al geen gering karwei om zulke actuele zaken voor kinderen door middel van televisie begrijpelijk te „verbeelden”. De NOT heeft echter voor de samenstelling van deze pro gramma’s de beschikking over mensen die op allerlei onderwijsgebieden des kundig zijn. Daarnaast worden ook ex perts aangetrokken als daar voor spe ciale programma’s behoefte aan be staat. E LANDELIJKE PROEF met de schooltelevisie moet als beëindigd worden be schouwd. Het staat vast dat tele visie grote waarde heeft voor het onderwijs”. Met deze recente uit spraak van de Kroon is een offi ciële punt gezet achter de experi mentele fase van de onderwijs televisie. In 1963 is de Stichting Nederlandse Onderwijs Televisie (NOT) met haar uitzendingen be gonnen. In dat jaar werden er twintig programma’s uitgezonden. De sterke uitbreiding die de onder wijstelevisie de laatste tijd heeft ondergaan blijkt wel uit het aantal programma’s dat vorig jaar werd gemaakt: 225. DE UITSPRAAK van de Kroon is voor de onderwijstelevisie in ons land van groot belang. Het betekent dat de gemeentebesturen de lagere scholen die om een televisietoestel vragen, niet meer kunnen afwijzen met het argu ment dat de school-tv nog in een proef stadium verkeert en de waarde ervan nog niet voldoende Is bewezen. Dat ge beurde nog wel eens. De beslissing van de Kroon is het rechtstreeks gevolg van de weigering van het gemeentebestuur van Oosterhout, aan het adres van de opvoedings- en onderwijsstlchting St. Marie in Huybergen. Deze school ging na de weigering van B en W om tele visietoestellen te bekostigen in beroep bij Gedeputeerde Staten, die het beroep ongegrond verklaarden, en vervolgens bij de Kroon. In 1966 nog deed deze hoogste instantie een negatieve uit spraak op grond van het feit dat de waarde van de televisie voor het onder wijs nog niet voldoende was bewezen. Die stelling was toen te verdedigen, want de onderwijstelevisie stond nog in de kinderschoenen. Sindsdien is er ech ter wel wat veranderd. IN IEDER GEVAL staat vast, dat het onderwijs in de toekomst steeds sterker beïnvloed zal worden door nieu we visuele middelen zoals de video recorder, waarmee beelden kunnen worden opgenomen en „afgespeeld”, de videoplaat, die alleen beelden opneemt en reproduceert, en een aantal andere vindingen op dit gebied. Video-recorders worden momenteel al gebruikt bij het onderwas op 120 a 130 Nederlandse scholen en de al gemene verwachting is dat dit aantal zich zeer sterk zal uitbreiden zodra de videorecorders door grote produktie- series wat goedkoper zuilen worden. Het grote voordeel van beeldbandjes is natuurlijk dat onderwijzer of leraar de ze kunnen afspelen wanneer het hem past, terwjjl men by onderwjjs-t.v. via het „open net” altijd aan de uitzend uren gebonden is. Nu nog t.v.-lessen via de open zender. In de toekomst ingeblikt kijkwerk via de beeldbandrecorder. -r”1* F J’

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 29