Mr. E. Bruma, strijder van het eerste uur: Suriname moet zo snel mogelijk onafhankelijk worden Turkse bruiden zijn bijna niet meer te betalen Broodfabrikant kocht Afrikaans consulaat KOOPMAN OP MARKT DER DUITSE IJDELHEID DOET BOEKJE OPEN Elft U PRIJSOPDRIJVING NA LAATSTE DEVALUATIE uit „Dissertatie” encyclopedie overgeschreven 15 DONDERDAG 8 APRIL 1971 99 99 VOOR 1973 NESTOR DRUK ft „Melkgeld” ft Onderhandelingen STATUUT OVERGESCHREVEN ZWARTE BUTLER is TANDARTS Wet van 1925 AFWEER (Van onze redacteur in Bonn) BONN Al maanden geleden aangekondigd dat de „mooie consul”, Hans Hermann Weyer, het zwijgen zou verbreken. De onthullingen zou den menig Herr Doktor, Herr Konsul en Herr Professor H. C. doen sid deren. En dat leek niet eens over dreven, want Hans Hermann Weyer is op 31-jarige leeftijd al schatrijk ge worden aan de grenzenloze ijdelheid van dit volk („Voor mijn werk heb ik de Duitsers nodig. Gelukkig ben ik niet in de Verenigde Staten ge boren”). (Van onze correspondent) PARAMARIBO „Suriname moet zijn onafhankelijkheid zo spoedig mogelijk opeisen en niet af wachten tot Nederland deze aanbiedt of op dringt”. Dat zegt mr. Eddie Bruma. Als je in Paramaribo het woord onaf hankelijkheid noemt, kom je bijna vanzelf bij hem terecht. Met zijn zachte stem en een bijna permanente glimlach heeft hij eerder iets van een zen deling dan van een vurige nationalist die zo nodig met geweld zijn land naar de onafhankelijkheid wil leiden. 1 zijn geworden wordt Consul Weyer in zijn „rode salon” IAAA/VWWWWVVWAAA/V\AA/VWWV\AAZVWWVVWWVV\AAA/VVVWVWA/V\A^ IN TEGENSTELLING met de Griekse die het goud heeft verloren dat hij zelf als bruidegom waard was. P.N.P., die weliswaar het compromis met Lachman hebben aanvaard, maar die nu met deze erfenis doodongelukkig rond lopen. Ze zoeken nog slechts naar een ex cuus om zich uit deze situatie te redden,” zegt mr. Bruma. De V.H.P. van Lachman is de enige Su rinaamse partij, die niets van de onafhan kelijkheid wil weten. „De V.H.P. is kolonia- ler dan Nederland”, zegt mr. Bruma. On der druk van de omstandigheden is het V.H.P.-standpunt in de afgelopen maan- dat het sinds 1918 het recht bezit bepaal de titels te verlenen. De zwakke economie van Suriname ziet Bruma zeker niet als een belemmering voor de onafhankelijkheid. „Het koppelen van de onafhankelijkheid aan de econo mische situatie van Suriname is een af- weermethode van degenen die de ontwik keling van de onafhankelljkheidsgedachte wensen te vertragen. Er is op het ogenblik geen land ter wereld dat kan stellen, dat het economisch onafhankelijk is. Een on afhankelijk Suriname betekent niet, dat het land direct van een onderontwikkeld gebied in een welvaartsstaat wordt her schapen. Maar er bestaat geen voorschrift, dat een land pas onafhankelijk mag worden De „Baslik” is één van de vele ge bruiken die de Turken van de Grieken onderscheiden. In Griekenland is het de bruidegom die „te koop” is: de familie van de bruid moet de „prika” betalen om haar „aan de man” te brengen. Dit immers is de prijs voor de veiligheid die hij zijn aanstaande vrouw zal bieden in het leven. Geen rampzaliger man dan een Griekse boer met alleen dochters (of een jonge Griek met alleen zusters: hij moet met trouwen wachten tot ze allemaal het huis uit zijn). In Turkije zijn het juist de vele zoons die een familie arm kun nen maken. benaderde bemiddelaar, die beweert meer presidenten te tutoyeren (meest Afri kaanse) dan wie ook ter wereld en die tot zijn spijt moet vaststellen dat er meer vraag is naar consulaten dan de Afri kaanse staatshoofden te bieden hebben. Beweerd wordt dat het in sommige Beierse dorpen voldoende is een bril te dragen om met „Herr Doktor” te worden aangesproken, maar daarbuiten zijn er in de Bondsrepubliek slechts twee mogelijk heden: studeren of een beroep op consul Weyer. Enkele voorbeelden, die illustre ren dat het in elk opzicht om te lachen is, maar soms ook nogal zielig: als het volledig ontwikkeld is. Ik geloof trouwens, dat het feit dat je op eigen be nen staat, voor het volk een stimulans is om alle krachten te bundelen om de eco nomische situatie te verbeteren. De staat kundige onafhankelijkheid moet vooraf gaan aan welk ander streven dan ook”. Het Koninkrijksstatuut heeft voor mr Eddie Bruma volledig afgedaan en in deze mening staat hij in Suriname niet alleen. Zelfs de Verenigde Hindoestaanse Partij de groepering die zich het meest verzet te gen de onafhankelijkheid, ziet wel in dat het statuut in zijn huidige vorm onbruik baar geworden is. Het grote knelpunt in de verhoudingen tussen Creolen en Hin doestanen is de vraag: „Wat moet er voor het statuut in de plaats komen?” Voor mr, Bruma is het geen probleem: onaf hankelijkheid. En dit betekent de over dracht van de totale souvereiniteit zonder tussenvormen. Wat de staatsvorm betreft is de republiek het meest voor de hand liggend alternatief. Over de eventuele banden met Neder land zegt hij: „Ik acht het niet noodza kelijk dat de banden met Nederland ge handhaafd worden, al is het verbreken van deze banden geen streefobject van onze onafhankelijkheidsbeweging. Veel zal afhangen van de wijze waarop onze on afhankelijkheid wordt verkregen. Gebeurt dit in een sfeer van vriendschap, dan zul len er eerder banden blijven bestaan dan wanneer we in deze laatste fase strijd zul len moeten leveren. Ik geloof echter, dat de toekomst van Suriname meer in de derde wereld ligt. De problematiek van de Afro-Aziatische landen is grotendeels gelijk aan die van Suriname. Het zijn ook de landen waarmee wij de meeste histo rische en culturele banden hebben”. Mr. Bruma toont enige reserve als de Nederlandse houding in de onafhankelijk- heidskwestie ter sprake komt. „Het kan zijn dat men het eerlijk meent als men in Nederland zegt: „Geef Suriname zijn on afhankelijkheid”. Maar er zijn ook zeker partijen die meegillen in het koor, omdat onafhankelijkheid nu eenmaal tot de „bon ton” behoort in deze tijd. Ik heb een enor me huivering ontdekt bij de vertegen woordigers van Nederlandse politieke par tijen, die Suriname hebben bezocht. Ik weet daar eigenlijk geen goede verklaring voor te vinden. Daarom geloof ik dat Su riname zijn onafhankelijkheid moet op eisen. We zullen dit ook zeker doen. Neder land moet zich niet laten misleiden door het feit, dat onze regeringspartijen niet direct bereid zijn om in niet-diplomatieke taal de onafhankelijkheid te eisen. Maar het moet in politieke kringen toch wel duidelijk zijn wat er op het ogenblik in Suriname broeit. Als wij stellen: „Wij be reiden ons voor op onze onafhankelijk heid”, dan is dit in diplomatieke oren toch wel duidelijke taal”. 't er toch nog teel getrouwd. Het hoofdgeld moet worden betaald aan de vader van de aanstaande bruid. De moeder van die bruid krijgt dan nog zo’n duizend Turkse ponden als „melk geld” (süt yolu letterlijk „melkweg”) en haar oudste broer wiens speciale func tie het is geweest haar maagelijkheid te beschermen krijgt ook nog eens 500 pond „broeder-geld”. het weekblad „Stern”) veel publici teit gekregen. Een dorpspriester, ervan overtuigd dat de bisschop hem elke kans op een carrière onthield, offerde het kapitaal van zijn vriendin voor een doctoraat in de theologie. In zijn zo juist verschenen „Indiscrete handboek voor de Grote carrière” (onder de titel: Schwarz-Rot-Goldene Titelra- ger) schrijft Weyer: „De Duitsers onder scheiden zich in bijzonder hoge mate door ijdelheid en titelzucht.” Daarvan profi teert hij als handelaar in eredoctoraten, professoraten, consulaten en ridderordes, leverbaar voor prijzen die variëren van zo’n 35.000 tot één miljoen gulden. „Suriname fri 1973” staat er naast an dere onafhankelijkheidsleuzen op verschil lende blinde muren en bushaltes in Pa ramaribo. Maar 1973 als streefjaar voor de onafhankelijkheid is inmiddels achterhaald. Tijdens de onlangs gehouden onafhanke- lijkheidsconferentie, waaraan alle Suri naamse partijen uitgezonderd de V.H.P. en de P.N.P. deelnamen, is unaniem ge- den enigszins gewijzigd. Lachman stelt nu, dat zijn partij de beslissing over de onaf hankelijkheid van Suriname via een re ferendum aan het volk wil overlaten. Mr. Bruma kan weinig enthousiasme opbren gen voor deze door Lachman voorgestel de volksuitspraak. „We zouden een refe rendum wel aandurven, maar het zou een nationale schande zijn als het volk zich zou moeten uitspreken over de vraag of wij al dan niet onafhankelijk moeten wor den. Want dat is een vanzelfsprekende zaak voor iedere Surinamer. Het probleem van de onafhankelijkheid is bovendien te gecompliceerd om het in enkele zinnen aan het volk voor te leggen. Zo’n referendum zou bovendien de toch al gespannen ver houdingen tussen Creolen en Hindoesta nen aanzienlijk verscherpen. Als Lachman en zijn V.H.P. zich bij een referendum te gen de onafhankelijkheid zouden verkla ren, zou dit de radicale tegenstellingen enorm doen toenemen. De Creolen zouden de Hindoestanen beschuldigen van land verraad en wat er dan verder gaat ge beuren is gemakkelijk te raden. Als Lach man meent dat zijn volgelingen nog niet aan onafhankelijkheid toe zijn, moet hij zijn eigen partijgenoten betere voorlich ting geven. Hij moet niet proberen aan andere partijen een refendum op te drin gen, als deze partijen reeds bereid zijn om hun leiders volmachten te geven”. Ulrich K., tandarts, zag zijn praktijk teruglopen, toen zich in de buurt een collega vestigde, die de titel „dr” voerde. (Wellicht moet men in dit land leven om te geloven dat zo iets mogelijk is). Peperduur leverde Weyer tandarts K. een Amerikaanse doctorstitel. K. ver huisde en zoü opnieuw een floreren de praktijk hebben. De verkoop van een Afrikaans consu laat aan een broodfabrikant (met het voorrecht om „CC” op het nummer bord van de auto te voeren) streelde niet alleen de ijdelheid van die bak ker, maar bevredigde zoals verwacht ook het voornaamste doel: „Herr Consul” kreeg spontaan een lang ge weigerde vergunning voor uitbreiding van het bedrijf. Twee zakenlui offerden een kwart miljoen mark aan consul Weyer om een ijdele concurrent een consulaat toe te spelen. De plechtigheid ver richtte Weyer compleet met ridder zwaard en huispriester, terwijl d e nieuwe „Herr Consul” stond onder een hertegewei. De potsierlijke foto is door de initiatiefnemers dankbaar misbruikt en heeft indertijd ook (via Mr. Eddie Bruma wordt in Suriname als de nestor van de onafhankelijkheids beweging beschouwd. Reeds tijdens de oorlogsjaren speelde hij een aktieve rol in de toen nog ondergrondse „Beweging tot Ontvoogding van Suriname”. Voor gouverneur Kielstra was dat toen een re den om de 16-jarige Bruma te laten ar resteren op grond van staatsgevaarlijke aktiviteiten. Zes maanden voorarrest tot een proces is het nooit gekomen konden Bruma’s heilige vuur niet blussen. Na de oorlog vertrok hij voor studie naar Nederland. Tijdens de Rondetafelconfe rentie over het Koninkrijksstatuut demon streerde hij met zijn geestverwanten op het Binnenhof in Den Haag. Na voltooiing van zijn rechtenstudie keerde mr. Bruma naar Suriname terug en richtte zijn Partij van de Nationalis tische Republiek op. In plaats van een gouverneur vond hij er nu premier Pengel als zijn directe tegenstander. Pengel, met „Er zijn grote groepen in Sedney’s eigen zijn oppermachtige N.P.S., bestreed Bruma als een gelijkwaardige tegenstander. Bru ma zegt over Pengel: „Toen wij ons gingen toeleggen op de verwezenlijking van de onafhankelijkheid, heeft de heer Pengel zich daar steeds tegen verzet. Hij heeft zich in vele redevoeringen op het stand punt gesteld, dat het statuut een aan vaardbaar staatsstuk was. Pas toen bleek, dat er steeds meer aanhang kwam voor onze onafhankelijkheidsbeweging, heeft Pengel zijn politieke koers gewijzigd. Hij toonde zich plotseling een felle voorstan der van een onafhankelijk Suriname. Maar Pengel’s onafhankelijkheidsstreven was niet anders dan een chantagemiddel om van Nederland geld los te krijgen. Hij had waarschijnlijk gemerkt, dat men in Ne derland bang was voor een onafhankelijk Suriname. Hij gebruikte deze kreet steeds als hij iets los wilde krijgen en daarna kwam dan prompt de verklaring, dat op verzoek van zijn medepartners in de re gering de zaak weer in de ijskast was gezet”. koffie, lang onderhandeld, bijzijn van bemiddelaars Daarbij worden schoonheid HET ZIJN voorbeelden, die uitvoerig worden beschreven in het handboek van de zeer met zichzelf ingenomen consul, die beweert op zijn negentiende al een miljoen bij elkaar te hebben gegraaid, drie eredoctoraten te hebben ontvangen als dank voor het vele werk en tientallen ordes, waarvan hij slechts de belangrijk ste draagt. Vast staat dat Hans Hermann Weyer een vorstelijk clubhotel bezit aan de Beierse Starnbergersee. Daar ontvangt hij de cliënten (prijs voor een overnachting niet onder de honderd mark) in de „rode salon”. Achter zijn fauteuil post een in livrei gestoken zwarte butler. Over onge veer vijf jaar hoopt Weyer de zaken af te sluiten ei. voorgoed naar Majorca te vertrekken als hij voordien niet ergens tot koning is gekroond. Vast staat bovendien dat consul Weyer een onderneming voert, die wettelijk in de Bondsrepubliek door de beugel kan. Er is een ongetwijfeld zeer nuttige uit de Hitlertijd daterende wet, die titels en on derscheidingen in dit land ordent en een twaalftal ambtenaren heeft daar nog al tijd een drukke dagtaak aan. Vooral Ame rika blijft rijk aan instituten die, zoals eens de hogescholen van Harderwijk en Franeker, de doctorsbullen graag verko pen. HANS HERMANN WEYER heeft de verdienste dat hij instituten als het „col lege of divine metaphysics” in Indiana polis USA heeft ontdekt, waarover de ambtenaren in Bonn moesten vaststellen (Van onze redacteur in Istanboel) ISTANBOEL. De prijzen in Turkije zijn sinds de devaluatie van verleden jaar augustus bedenkelijk aan het oplopen. Ook die van de bruiden. Van het Turkse platteland komen alarmerende berichten dat een bruid voor de gewone man haast niet meer te betalen is. De gewone man: Bruid en bruidegom hebben bij de on derhandelingen niets in het midden te brengen. Zij zijn er niet bij aanwezig en vaak zelfs onkundig ervan. Het moment waarop overeenkomst is bereikt geldt niettemin als „verloving”. Niet zelden moet een bruidegom een paar jaar bij zijn aanstaande schoonva der werken, bijvoorbeeld als herder, om de „Baslik” bij elkaar te verdienen. In die tijd heeft hij in het geheel nog geen omgang met zijn verloofde. Ook menige Turkse gastarbeider die uit een dorp komt spaart voor de „Baslik”, waarmee hij eens zijn bruid zal mogen halen. Er is één ontsnappingsclausule uit de almacht van de ouders. Als een dorps jongen en een dorpsmeisje echt op elkaar verliefd worden en ze willen zich ont trekken aan de financiële bedisselarijen die hun ouders rondom hun huwelijk zullen opzetten gesteld al dat ze er toestemming voor geven dan is er een romantische uitweg: de schaking. Is dui delijk gebleken dat het meisje zich vrij willig heeft laten schaken en de jongen de consequentie wil trekken uit de ge slachtelijke omgang die hij liefst in een grot met haar heeft gehad, dan kan het huwelijk worden gesloten in een soms extra uitbundige sfeer, al heeft de bruid, samen met haar maagdelijkheid, ook haar hoofd-geld verspeeld. Hetzelfde doet zich voor in Griekse dorpen met de Hoewel de prijzen voor een Turkse bruid in de afgelopen tijd gepeperd De regering-Pengel Groter Hoogvliet. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland hebben voorgesteld een nieuwe gemeente Hoogvliet te vormen door samenvoeging van het Rotterdamse gedeelte van Hoogvliet en de gemeente Poortugaal. De Rotterdamse wijk Hoog vliet heeft thans een omvang gekregen van 40.000 inwoners. steld, dat men de onafhankelijkheid veel eerder wenst te zien. De voorzitters van de deelnemende Creoolse partijen zijn sa mengebracht in een bureau, dat tot taak krijgt de voorlichting te verzorgen in ver band met de souvereiniteitsoverdracht. Tij dens dezelfde conferentie is aan een com missie van juristen opdracht gegeven de „instruments of independence” samen te stellen en binnen drie maanden verslag uit te brengen. De P.N.R. van mr. Bruma is jarenlang een eenling geweest in de strijd om de onafhankelijkheid. De laatste jaren weet hij zich steeds meer gesteund door de overige Creoolse partijen. Het struikelblok is de V.H.P. van Lachman, die de onaf- hankelijkheidsboot zo lang mogelijk wiï afhouden. Mr. Bruma is zeker niet de enige Surinamer die zich ernstig zorgen maakt over de toenemende radicale span ningen, die als gevolg van dit verschil van mening tot uitbarsting dreigen te komen. De onafhankelijkheidsgeluiden komen in Suriname hoofdzakelijk van- de kant van de oppositie. Van de huidige Surinaamse regering, een coalitie van de Verenigde Hindoestaanse Partij van Lachman en de Progressieve Nationale Partij (PNP) van Sedney zijn op dit punt geen grote ac- tiviteiten te verwachten. Bij de laatste kabinetsformatie stelde formateur Lach man als eis, dat de onafhankelijkheids- kwestie geen inzet mocht zijn van de re- gering-Sedney. Mr. Bruma gelooft niet, dat de huidige Surinaamse regering recht streeks op de onafhankelijkheid aanstuurt, maar meent, dat premier Sedney onder druk van ’t volk gedwongen zal worden die richting in te slaan, niet alleen onder druk van de oppositie, maar ook op aandringen van personen binnen de regeringspartijen.” Van zulke instituten heeft hij er in Amerika tientallen ontdekt. Het docto raat dat' tegen betaling van een kapitaal tje, levering van vijf pasfoto’s, een levens beschrijving in twaalfvoud en soms een uit een encyclopedie overgeschreven „dis sertatie” wordt verstrekt, geldt wellicht voor filosofie, maar wie informeert ooit „prika”, alleen is het hier de „schaker” bij een tandarts of hij echt tandheelkun- j:- J 1-1"* u:1 de heeft gestudeerd. Even gemakkelijk verdienen kleine lan den iets extra dank zij Weyers handel in consulaten. Amerika heeft in de Bonds republiek acht vertegenwoordigingen, het kleine Peru veertien. In het hoofdstuk „consulhandel, oder das grosse Geschaft „Prika”, die ook in de steden nog hard- aus dem Urwald” beweert Weyer dat veel Afrikaanse presidenten hun c onsulaten graag via een bemiddelaar zo duur moge lijk aan de man brengen, maar de vraag van Bondsrepublikeinen („Herr Konsul” op het visitekaartje en „CC” op de wa gen) blijkt veel groter te zijn dan het aanbod. Met binnen- en buitenlandse ordes zou het al niet anders zijn en Weyer verdien de tot dusver dan ook (naar eigen zeg gen) zes miljoen aan Duitslands snobs. Een poging om het over soevereiniteits- rechten beschikkende Britse eiland Lundy te kopen (het bedrijfsleven zou onmiddel lijk, vanwege de te verwachten ongeken de belastingvoordelen, kapitaal hebben geleverd) mislukte, zodat Weyer zijn droom om zelf in deze kermis der ijdel heid koning te worden voorlopig moest laten varen. Het enige aanbod voor een grote carriè re dat hij tot dusver aan zijn werk over hield, komt van de afgezette koning van Boeroendi, die de slimme consul het mi- nister-presidentschap heeft beloofd als hij hem weer aan de macht helpt. Een drukke advocatenpraktijk belet mr. Bruma niet om een aktieve rol te spelen in de Surinaamse politiek en in de vak beweging. H(j is statenlid voor de Partij van de Nationalistische Republiek (P.N.R.) en voorzitter van „C 47”, een vakcentrale van ruim 40 vakbonden. Als vakbonds leider is mr. Bruma er in geslaagd, de traditionele kloof tussen Hindoestanen en Creolen te overbruggen. Zjjn vakbond voor arbeiders in de bauxietbedrtfven is een vereniging van Hindoestanen en Creo len. Het is voor Suriname een unicum, dat de overwegend hindoestaanse landbouwers de Creool Bruma als hun leider respec teren en waarderen. De grote kracht van mr. Bruma ligt niet in zijn P.N.R., maar in de vakcentrale „C 47”, temeer daar de Surinaamse vakbondleiders een steeds grotere neiging vertonen om het werk van de veelal corrupt genoemde politici over te nemen. daarmee is dan niet bedoeld de Turkse werknemer in het buitenland die na ja ren met vakantie terugkeert naar zijn dorp om zijn bruid gewoonlijk door zijn ouders en speciaal zijn moeder voor hem uitgekozen tot zich te nemen. Want juist die „Europese” Turken met hun harde marken en guldens vormen één van de factoren die de prijs van de dorpsmeisjes voor de „inheemsen” doen oplopen. Een andere factor is de hevige droogte van verleden jaar. WAAR OP DE Anatolische hoovlakte de „Baslik” (hoofdgeld) een paar jaar gelden nog 12.000 Turkse ponden bedroeg, is hij nu minstens 15.000. Voor een Turkse arbeider in West-Duitsland of Ne derland maakt het weinig verschil: zijn 4000 mark of gulden waren zowel vóór als na de Turkse devaluatie goed voor een bruid. Maar voor de achtergebleven dorpsjongens is het een reden te meer, zich ook inderdaad „achtergebleven” te voelen. En zo groeit weer de wachtlijst van degenen (momenteel anderhalf mil joen) die ook naar het rijke Westen willen. nekkig voortleeft gewoonlijk moet de familie van de bruid het huis leveren waarin het paar gaat wonen is de Turkse „Baslik” in de grote steden zowat uitgestorven. Vrouwenorganisaties ver zetten zich fel tegen het gebruik, dat in druist tegen de ideologie van de stichter van de Turkse republiek. Kemal Ataturk. Onder diens bewind is ook in 1925 een wet ingevoerd, die zes maanden gevange nisstraf stelt o p het eisen van een „Baslik”. Maar deze wet is nooit toege past. Misschien kan men er weer op te rugvallen nu er zich zoveel financiële en sociale problemen ophopen rondom de bruidprij sopdri j ving. De vader van de bruid heeft bovendien nog het recht van zijn aanstaande schoon zoon een geschenk te vragen, al naar zijn luim hem ingeeft; hij kan bijvoorbeeld zeggen: „Ik wil het grote jachtgeweer van je vader” of „ik wil die grijze ezel van je oom”. De familie moet ook deze dingen zonder morren afstaan. Met een aantal goudmunten wordt gewoonlijk de „Baslik” afgerond. werd in 1969 door de gezamenlijke vakbonden ten val ge bracht en ook de huidige regering-Sedney staat onder voortdurende druk van de vakbeweging. Het politieke aspect van de stakingen van de afgelopen maanden is voor premier Sedney gevaarlijker dan de oppositie in het parlement. IEDEREEN IN Duitsland kent de „mooie consul” (een handelsmerk dat hij in zijn boek ook zelf gebruikt) sinds hij de vergissing beging prominenten in de noordelijke havensteden mandaten te verkopen van een Iers vorstendom dat helaas sinds 1771 niet meer bestaat. Maar die fout heeft hij geen tweede keer ge maakt. Weyer heeft zich ontwikkeld tot een door prominente Westduitsers druk Alvorens de grootte van het hoofdgeld is vastgesteld wordt, bij waterpijp en koffie, lang onderhandeld, meestal in het of arbiters. r en andere kwaliteiten, soms zelfs het aantal kilo’s dit draagt in Turkije niet zelden tot het schoonheidsideaal bij in aanmer king genomen. De sociale gedachte die achter de „Baslik” steekt is, dat d e ouders geld terug moeten hebben voor al het voedsel enz. dat zij voor het groot brengen van het meisje hebben moeten uitgeven. Gezegd moet echter worden, dat veel van het verkregen geld weer wordt besteed voor het bruiloftsfeest dat ook in Turkije door de familie van de bruid wordt aangericht. -- X «y if

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 15