TRAINER DOMINGO VAN ATLETICO: Atletico-Ajax de Europacup wint Telstar door De Wit met minimale inspanning naar optimaal resultaat HAARLEM BOOS OP ARBITER BOOSTEN Swart wilde - tegen Excelsior - zijn waarde nog eens aantonen „Ik geloof niet dat de winnaar van I Fadrhonc wil Van Breevoort 1 13 DINSDAG 13 APRIL 1971 Leren vechten Beker voor Servette Troeven (Van onze sportredactie) EF BERN Servette uit Genève heeft de Zwitserse voetbalbeker gewonnen. Voor 37.000 toeschouwers versloeg Servette in de finale van het Zwitserse bekertoernooi Lugano met 2-0 (ruststand 0-0). actieve loopbaan om via Ponte Nedra, dige opmerking. „Toch geloof ik niet dat MARC SERNé Johan Cruyff en zijn vrouw Danny kort na aankomst in Madrid. hoe met minimale inspanning een dank zij De Wit optimaal resultaat te be halen. Het publiek weinigen, die an ders op Schoonenberg zitten, zullen gis teren op het Haarlem-terrein ontbroken hebben dus zo’n echte uitwedstrijd was het toch eigenlijk ook niet zal er niet van onder de indruk gekomen zijn. In drukwekkend was het ook allemaal geens zins. Haarlem wilde wel heel veel, maar kon gisteren niet meer; Telstar moet be ter kunnen maar had er niet zo veel zin in. (Van onze sportredactie) (Van onze sportredactie) MADRID De wedstrijden tegen Ajax om de halve finales voor de Europa-cup voor landskampioenen hebben voor Atletico Madrids trainer Marcel Domingo (47 jaar) opeens een extra dimensie gekregen. Na het ge lijke spel van zaterdagmiddag tegen Malaga is zijn elftal nagenoeg uitge schakeld voor de Spaanse nationale titel, zodat van die zijde in ieder ge val niet op prolongatie van dit toer nooi om de Europa-cup I gerekend behoeft te worden. Alleen een mi rakel kan Valencia (getraind door de tot Spanjaard genaturaliseerde Ar gentijn Alfredo di Stefano, die eens vijf Europa-cups voor Real Madrid bij elkaar schopte), nog van het landskampioenschap afhouden. Voeg daarbij het feit dat Atletico (41 pun ten), ondanks dat het tegen het on beduidende Espagnol volgende week een duidelijke triomf in het vooruit zicht heeft, ook het het 42 punten verzameld hebbende Barcelona op de ranglijst voorbij moet, dan wordt het duidelijk dat Domingo er niet meer zo in gelooft. minder ambitie te koesteren dan daarvoor. Haarlem met Van Breevoort voor Ves- ters, die zich in een team waarin kracht tot hoogste deugd verheven is zoals Haar lem tegen Telstar was, nu eenmaal niet thuis voelt kon dan ook voortdurend domineren. Waarschijnlijk echter had Haarlem met meer overleg en wat min der kracht toch wel meer kans op suc ces gehad. De kansen waren er met na me voor Van Breevoort, die soms knap pe dingen deed en Van Duffelen, die dat beetje overleg duidelijk miste. Veel ren dement leverden Haarlems stormlopen niet op. Behalve dan het bewuste „bijna doelpunt”, dat alles had behalve de goed keuring van Boosten voor een echte tref fer. Dan gaf Telstar een beter lesje weg Toch heeft hij wel een verklaring voor het betrekkelijke falen van zijn equipe in de nationale competitie dit jaar. Er zijn te veel punten (een euvel waar Ajax tot voor enkele seizoenen ook door ge handicapt werd) verspeeld door de Euro- pa-cupspanningen. Ook het resultaat te gen Malaga (waar Domingo zich zeer ge belgd over toonde) valt volgens hem te rug te voeren tot het feit dat zijn spelers met hun gedachten al grotendeels ver toeven bij de kapitale strijd van morgen avond in het met 70.000 toeschouwers ge vulde Manzanaro-stadion (genoemd naar het riviertje dat door de Spaanse hoofd stad stroomt). Marcel Domingo is een opvallende ver schijning, een robuuste figuur met uit spraken als: „Onze wapens zijn conditie en discipline”, die het voldoende kracht bij zet om dit niet in twijfel te trekken. Domingo, wiens doelverdedigerscapacitei- ten, bij ploegen als Nice en Stade Fran cais, niet waren ontgaan aan de argus ogen van niemand minder dan de on langs bij AS Roma ontslagen Helenio Herrera, werd in 1949 door de Argentijn uit Frankrijk gehaald, om op te gaan treden als ambitieus leider van Atletico en diverse malen het landskampioenschap te behalen. Op 24-jarige leeftijd beëindigde hij zijn Las Palmas, Cordoba, Espagnol en Gra nada trainer te worden bij Atletico Ma drid. Maar ook op dit punt heeft de leer school van Herrera zijn uitwerking niet gemist. Een vergelijking tussen Herrera die de voetbalwereld nog nooit in het onzekere heeft gelaten wie nu eigenlijk de beste voetbaltrainer ter wereld is en Marcel Domingo dringt zich meteen op. Domingo voert spontaan het woord. Wars van alle bescheidenheid heeft deze vriendelijke man het telkens over de methode-Domingo. Hij legt uit wat dat betekent: „Toen ik bij Atletico kwam, ben ik eerst begonnen met de conditie. We gaan tegenwoordig vaak naar het platteland. Alleen om ons uithoudingsver mogen op te voeren. Daar werd vroeger niet eens aan gedacht. De spelers train den eigenlijk maar op halve kracht. Ik heb ze aan hun verstand gebracht dat je van een cup-speler een veel grotere inzet mag verwachten en dat hebben ze ook geaccepteerd. De spelers moeten luisteren naar hun trainer. Daarom voet ballen ze nu veel beter dan- twee jaar geleden, toen Ajax ons in de totocompe- titie versloeg. Dat betekende voor ons het dieptepunt.” weet er wel raad mee. Wat bijvoorbeeld te denken van het feit dat hij in de toch echt niet kinderachtige duels tegen Cagliari vier doelpunten scoorde. De eni ge man over wie Domingo zich zorgen maakt is Rodri, die een blessure heeft opgelopen en die tegen Malaga goed werd vervangen door Zuberian. Domingo ge looft échter dat ook dat probleem voor morgenavond wel zal zijn opgelost. Domingo ziet de wedstrijden tegen Ajax met een ongeknakt zelfvertrouwen tegemoet. Hij realiseert zich dat zijn spe lers de smaak van het succes te pakken hebben. Als er wordt verloren en met die mogelijkheid houdt Domingo serieus rekening dan is er nog geen man overboord. In de jaren dat Domingo bij Atletico werkt heeft Domingo zo’n naam verworven Atletico was er als de kip pen bij toen hij bij Granada te kennen gaf te willen vertrekken dat hij niet bepaald op de wip zit. HAARLEM. De naam Theo Boosten klonk als een vloek in Haarlemkringen na afloop van het duel tegen Telstar. De Hoensbroekse arbiter kreeg alle schuld van Haarlems verlies door een beheer ste treffer van De Wit na een afzichtelijke verdedigingsfout aan Haarlemse zijde twee minuten voor tijd op de schou ders gewenteld. Tweemaal had Boosten Die felheid en al dat truitjes trekken werkte erg deprimerend op ons. Eigen lijk moet je dan gaan tikken”. Maar Tel star beging integendeel de fout vele per soonlijke duels aan te gaan en die tegen hun fellere tegenstanders dan ook nog vaak te verliezen. Daardoor, meer dan uit vloeiende Haarlemse aanvallen, kwa men de kansen voor de thuisclub. Kan sen, die onbenut bleven, zoals zo vaak. Eelman: „We weten toch al een hele tijd dat we te veel kansen nodig hebben voor een doelpunt. Dit is toch de zoveelste keer dat we met 1-0 verliezen. Alleen de ze keer kwam dat doelpunt twee minuten voor het einde. Dat is wel zo triest”. Haarlem startte erg zenuwachtig, Tel star erg rustig „misschien wel te rus tig” vond Rab en daardoor ook een stuk gemakkelijker. Desondanks waren de beste kansen voor Haarlem, waaron der een hele goede voor De Wolf in schietpositie gemanouvreerd door de on rust stokende De Goede. De Wolf vond echter Van der Meeren op zijn weg. Tel star kwam in die eerste helft, waarin De Haan een boeking wegens spelbederf op liep, toen hij opzettelijk hands maakte, aanvallend zo af en toe nog wel een beetje uit de verf, al kon Poldervaart met twee knappe reddingen een op een kopbal van Van Egmond en de an der na een schot van De Wit volstaan. Die eerste helft was overigens uiterst ma tig. Telstar bleek dit duel als een hele echte uitwedstrijd te beschouwen en be perkte zich tot het hoognodige, maar ook beslist niet meer. Haarlem mocht de wed strijd maken en dat ging de thuisclub slecht af. Desondanks had zich een in ieder geval spannend duel kunnen ontwik kelen, als Boosten het spel niet tot in den treure voor overtredingen had behoe ven onderbreken omdat met name Haar lem uiterst krachtdadig te werk ging. Boosten: „Meestal kun je kleinere din gen wel laten passeren, maar in deze wedstrijd kon dat beslist niet. Als je het eens een paar minuten probeerde dreig de het prompt uit de hand te lopen. Jam mer, want je fluit zo’n wedstrijd wel dood natuurlijk”. Na rust bleek Telstar aanvallend nog (Van onze sportredactie) HAARLEM. Bondscoach Fadrhonc zat gisteren op de Haar- lem-tribune. Op zoek naar spelers voor het oranjeteam onder de 21. Fadrhonc heeft een nijpend gebrek aan spelers voor dit elftal, waarvoor hij slechts twee oudere spelers mag selecteren. De bondscoach heeft Haar- lem-speler René van Breevoort op de nominatie staan. AMSTERDAM. Vooral Sjaak Swart heeft zaterdagmiddag in de Meer het verplichte nummer tegen Excelsior aan gegrepen om trainer Rinus Michels dui delijk te maken dat hij het toch wel erg op prjjs zou stellen om morgenavond in het Madrileense Manzanares-stadion zijn opwachting te maken voor de eer ste krachtmeting tegen Atletico-Madrid. Swart heeft er na de afknapper in het Schotse badplaatsje Troon (toen Michels tegen Celtic Blankenburg boven hem ver koos) alles aan gedaan om te proberen deze „schande” uit te wissen. Swart: „Ik dacht dat ik door de grond ging toen ik hoorde dat ik niet van de partij zou zijn. Je haalt je allerlei dingen in je hoofd. Je denkt ook definitief afgeschre ven te zijn. Het enige wat je nog kunt doen en wat ik ook gedaan heb is zo hard mogelijk trainen en de kan sen die je krijgt met beide handen aan te grijpen”. v>.'" beren de bal te spelen. Hij had die bal toch. Hij liet hem pas los toen hij op de grond viel. Toen het een doelpunt werd floot hij pas. Dan moet hij het meteen doen”. Boosten: „Die overtreding werd gemaakt voordat het doelpunt viel. Lo gisch dat het fluitsignaal later komt. Het was een zuivere overtreding.” Het twee de geval lag stukken onoverzichtelijker. In de slotfase liet Blauw een voorzet van Hoeben glippen waarna van Breevoort de bal intikte. In de daarop volgende scrimmage werkte André de bal met een miraculeuze omhaal via de lat vanaf (of vanachter?) de lijn het veld weer in. Boosten: „Ik heb niets gezien. Je kunt er alleen maar wat van zeggen als je er in een rechte lijn op staat. Ik ben op mijn grensrechter afgegaan”. Maar ook grensrechter Kremer gaf geen waterdicht uitsluitsel. „Die bal moet van de lat zijn teruggekomen. Als hij tegen het net komt springt hij het ve’d niet weer in en hij kwam zeker een halve meter doellijn weer op de grond”. De zoveelste illustere tegenstander van Johna Cruyff wordt waarschijnlijk José Adelardo. De 22-jarige routinier van Atle tico vormt met Luis en Garate, Ufarte en keeper Rodri een van de vijf troeven van de Spaanse club. Het meest ver maard is het duo Luis-Garate. Het twee span van Atletico dat onder de straffe, methodische aanpak van Domingo is uit gegroeid tot de populairste en gevaar lijkste tweeëeenheid van Spanje. Garate heeft de naam van de man met de ge weldige techniek, die blindelings de weg naar het doel kan vinden. Maar ook Luis Vervolgens legt de zelfbewuste Domin go uit wat zijn figuur voor het Spaanse voetbal betekent. „Het duidelijkste be wijs is dat ik Atletico Madrid als eer ste ploeg in Spanje echt heb leren vechten, terwijl de andere ploegen ons voorbeeld klakkeloos volgen.” Toch laat Domingo doorschemeren dat de kracht van zijn elftal niet zo opti maal is als hem aan de vooravond van een belangrijke EC-wedstrijd voor ogen stond. „Aan het eind van het vorige sei zoen had ik graag een paar voetballers willen kopen. De Europa-cupwedstrijden vormen een enorme belasting. Maar er was geen geld en ik had er een hard hoofd in. Ik sta echter verbaasd hoe de spelers zich er hebben doorgeslagen.” Dit laatste is dan geen understatement, want na de weinig moeilijkheden ople verende wedstrijden tegen Austria in de eerste ronde: 2-0, 1-2) dient de manier waarop vervolgens het Italiaanse Cagliari (3-0 en 2-1), weliswaar zonder het Ita liaanse voetbalfenomeen Renato de Riva, in Madrid door Atletico met 3-0 van het veld werd geveegd een waarschuwing op zich voor Ajax zijn. Ook de triomf in de derde ronde tegen Legia Warschau (1-0 en 1-2) mag er wat dit betreft best we zen. Domingo: „En dat terwijl we in de uit-wedstrijd tegen Legia een van onze beste mensen aanvaller Garate mis ten. Bovendien brak Orozco zijn kuit been. Hij zal nog vele weken uitgescha keld zijn en zal ook tegen Ajax niet mee kunnen doen.” En dan volgt er weer zo’n merkwaar- De verbittering van Haarlem was des te groter omdat Telstar twee minuten voor tijd nog in staat bleek tot een ver nietigende klap. André stuurde de bal uit een vrije trap de diepte in, waar De Haan met Stanic op zijn hielen klaar stond om de bal te onderscheppen. De Haarlemse verdediger aarzelde echter en toen hij de bal dan toch terug speelde op Poldervaart was de keihard werkende De Wit vrijgelaten door Peijs attent genoeg om er een voet tussen te steken: 0-1. Begrijpelijk was de manier waarop Haarlem deze dreun op Boosten afrea- Dijks tweede) vertoonde veel overeen komst met het winnende doelpunt dat hij woendag tegen Feijenoord scoorde en was een treffer zoals men in Amsterdam van Van Dijk verwachtte om in serie te pro duceren toen hij anderhalf jaar geleden van FC Twente werd overgenomen. Daar voor hadden Swart (1-0), Mühren, Swart, Van Dijk en daarna Mühren (strafschop) en opnieuw Mühren voor een 7-0 eind stand gezorgd. Het was voor Ajax heer lijk voetballen. Er werd het illustere elf tal geen strobreed in de weg gelegd. Bob Janse daarover: „Je moet je wel realiseren dat je tegen een elftal van wereldklasse voetbalt. Als je dan heel ambitieus tegen je spelers gaat stellen jij dekt Keizer en jij dekt Cruyff dan helpt dat toch niets want Ajax speelt zo flexibel dat je dan overspeeld wordt door opkomende middenvelders en opkomende vleugelverdedigers”. Zo was het ook. AjaxExcelsior leek op een spelletje schaak waarbij een pion het moest opnemen tegen een koningin. De tw"? spitsen Van Toledo (later ver vangen door Van der Toorn) en Kwak- kernaat werden (door twee Ajacieden) volkomen geïsoleerd. Ajax had daarbij vier, vijf man op het middenveld gepos teerd zodat iedere half afgeslagen aanval steevast balbezit voor de rood-witte for matie inluidde. Het gevolg was een con stante pressie en zeven treffers. „Een heerlijke oefenwedstrijd voor Ajax”, noemde Bob Janse het. En zo was het ook. Ook voor Arie Haan (vervanger voor Neeskens) en Horst Blankenburg die in de tweede helft voor Nico Rijders mocht komen opdraven. Michels haalde er tegen dit gewillige slachtoffer op die manier het maximale rendement uit. Ajax: Stuy Neeskens (Haan), Vasovic, Hulshoff, Krol Ren ders (Blankenburg), Mühren, Swart, Kei zer Van Dijk en Cruyff. de winnaar van Atletico MadridAjax de Europa-cup wint.” Domingo: „Ik heb Ajax nu enkele malen zien spelen. Het is een formidabele tegenstander. Fysiek ook erg sterk. Het speelt direct, zonder tirelantijnen (Michels: „Atletico speelt niet echt Spaans. Het specifieke dribbe len zie jet niet. Het gaat zonder omwegen recht op zijn doel af”). Die aanval is een klasse apart. Vooral Cruyff.” geerde. Begrijpelijk, maar niet gerecht vaardigd. Want Boosten veroorzaakte Haarlems fatale verdedigingsfout niet. Evenmin was Boosten er de oorzaak van dat een handvol schone kansen voor Haarlem verloren gingen. Dat had Haar lem alleen aan zich zelf te wijten. Toch als Haarlem ooit kans gehad heeft van Telstar te winnen, was het gis terenmiddag. Haarlem speelde niet best, maar Telstar maakte er nauwelijks meer van. Want Haarlem had op punten als kracht en inzet een duidelijk overwicht. Wat Telstar aan technische bagage meer had, kwam er mede daardoor vooral in de tweede helft niet uit. Jan Rab: „Eigen lijk verdiende geen van beide ploegen te winnen. Voor ons was het erg moeilijk tot een sluitende combinatie te komen. Swart kon zaterdag tevreden zijn. Hij had met twee doelpunten (waarvan het derde van Ajax een kwaliteit uitstraalde die werd beloond met een ovatie van het toch weer aardig volgestroomde sta dion) een omvangrijk aandeel in de uiteindelijke 7-0 afslachting. Maar Sjaak Swart vormde geen inci denteel geval Ook toen bovengenoemde doelcijfers al op het scorebord prijkten, ook toen nog voetbalde Ajax alsof er een Europa Cup te verdienen viel. Er werd geen seconde stoom afgeblazen. De concurrentie in Michels’ selectie is mo menteel zo groot dat enkele uitzon deringen daargelaten verschillende spelers niet zeker meer zijn van hun plaats. Suurbier (niet opgesteld na zijn enkelblessure tegen Feijenoord) maakt dat duidelijk: „Ik was echt niet verbaasd dat ik niet werd opgesteld. Het was lo gisch dat Michels het nodig oordeelde om mij na mijn blessure (waar ik overigens praktisch geen last meer van heb) rust te geven. Er zijn tenslotte capabele vervangers genoeg”. Onder de dertien spelers die Michels in actie liet komen viel ook Dick van Dijk op. Het vijfde Ajax-doelpunt (Van Telstars invaller-doelman Blauw wordt na afloop gefeliciteerd door de geblesseerde Paul van der Mee ren. Samen hielden zij Haarlem van treffers af. geweigerd naar het midden te wijzen, terwijl dat in rood-blauwe ogen gerecht vaardigd was. De eerste maal was dat na een goed half uur. Telstar’s vaste doelman Van der Meeren was toen al van het veld verdwenen met een schou- derblessure opgelopen bij een botsing met de fel doorlopende De Goede. Zijn ver vanger Blauw liet de bal los, toen De Wolf met hem mee de lucht in ging. De Goede schoof de bal in het lege doel. Een boze De Wolf: „Mag ik niet pro- voor de De verwarring rond de niet toege kende „welles-nietes goal” van Haar lem. De „veroorzaker” Van Bree voort juicht al, terwijl Blauw, De Wolf en Driessen door spelen. Dries sen had Haarlem bijna alsnog aan een treffer geholpen. „Ik lag op de grond toen het gebeurde, dus ik kon niet zien wat er aan de hand was. Toen ik het gejuich hoorde dacht ik dat het een goal was. Uit nijd wilde ik de bal nog een keer tegen het net trappen” Gelukkig voor Telstar hield Hans Driessen zich juist op tijd in. Op de achtergrond Kees de Vries en Telstar-aanvoerder Van Egmond.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 13