ontvangt, gaan precies
honderd centen naar
het goede doel
STICHTING „MENSEN IN NOOD": EEN CHARITATIEF MILJOENENBEDRIJF OP ZAKELIJKE LEEST
die Mensen in
Van elke gulden
IJmuider Courant
Oü-
Kill
Bliksemacties
Sterke verhalen
Geen gebedel
Oorlogskind
Samenwerking
Vluchtelingen
i
SMIT? fn
S
B
(Van een onzer verslaggevers)
EEN MILJOENENBEDRIJF, die
stichting Mensen in Nood, met
haar jaarlijkse „omzet” van 7 a
8 miljoen gulden. Een bedrijf,
inderdaad, dat dan ook strikt za
kelijk wordt geleid („wij voelen
ons geen bedelaars”) en letterlijk
en figuurlijk een „gulden regel”
hanteert: van elke gulden, voor
een goed doel gegeven, worden
honderd centen ook werkelijk aan
dat doel besteed. Een voorname
lijk met de rente van het eigen
vermogen gevoed potje absorbeert
de personeels- en propagandakos-
ten, zodat de stichting zich met
volle muziek en een lege strijk
stok aan haar steeds talrijker wor
dende taken kan wijden.
Wiigpla
3»
ER IS ALTIJD wel weer iets nieuws
te verzinnen. Zo kreeg de naar Ethio
pië afgevaardigde équipe de opdracht,
niet alleen met goed filmmateriaal te
rug te keren, maar ook met opnamen
van authentieke volksmuziek, waarvan
platen in die handel worden gebracht,
met werken van de goede tekenaars,
die dat volk schijnt te bezitten (voor
prentbriefkaarten, die de voedselnood
in de wereld in beeld brengen) en met
foto’s voor een kalender. Intussen pro
beert de heer Janssen een jaarlijkse
Mensen in Nood-zondag in de kerken
ingesteld te krijgen en tracht hij een
landelijke loterij via een grote bank
instelling van de grond te krijgen.
missie van drie deskundigen, die alle
grote en kleine aanvragen om hulp op
hun mérites en urgentie beoordeelt en
eventueel ter goedkeuring aan het be
stuur voor legt, werkt Mensen in Nood
met een buitendienst die zorgt dat het
aantal bij acties te mobiliseren con
tactpunten in het land (nu al 170)
steeds groter wordt, e,. deze acties ook
voorbereidt. Vooral de steevast groot
semactie met 22 volle vrachtwagens
komt afzetten. Ruim anderhalf mil
joen kilo kleren en schoenen zakt jaar
lijks via de transportband de voor-
raadloodsen binnen en moet er ook
weer uit, om aan alle aanvragen te
kunnen voldoen
ZO IS het ook voorgekomen, dat een
pastoor in zijn geestdrift alle lassen
van de kapstok griste en meegal. ook
die van de gasten van zijn kapelaan.
AANVRAGEN uit het buitenland,
maar ook en niet zo weinig uit
eigen land, van sociale diensten, maat
schappelijk werkers, gevangenisdirec
teuren, vreemdelingenpolitie. Er is al
tijd weer ergens snel hulp nodig. De
Bijstandswet werkt vaak te langzaam,
er zijn de grensgevallen met mini-
mum-inkomens, vluchtelingen uit het
buitenland, die door de stichting wor
den geholpen en begeleid, moeten wor
den „aangekleed”.
DIT SOORT sterke, maar waar ge
beurde verhalen schudt directeur Wim
Janssen moeiteloos uit zijn mouw;
verhalen over loonzakjes, drie mille
handelsgeld van een slager, waarde
papieren. trouwringen, die uit kle
dingstukken te voorschijn kwamen,
over het Haagse echtpaar, dat tijdens
het winkelen op een inzamelingsactie
stuitte, een grote doos met juist ge
kochte kleding uit de auto pakte en die
zo meegaf.
JANSSEN IS ER overigens de man
niet naar om rustig af te wachten tot
de geest vaardig wordt over de po
tentiële geldgevers onder de nogal eens
voor gierig versleten Nederlanders.
Hij is voortdurend doende, de bestaan
de bronnen uit te diepen en nieuwe
aan te boren, want giro viermaal één
driemaal twee van de stichting Men
sen in Nood te ’s-Hertogenbosch moet
wel hongerig blijven bij zoveel noden
GEEN WONDER dat een pater uit
de West bij een bezoek aan hei ma
gazijn uitriep. Wat moeten de men
sen hier rijk zijn! Bij zijn vertrek
kreeg hij een koffer met kinderkle
ding mee, waarvan later bleek dat
dit het vakantiegoed was voor spruiten
van een onderwijzersgezin, alvast inge
pakt door mama en per abuis tijdens
een inzameling meegegeven door papa
pourparlers stapten zij hoogst voldaan
weg in bonte jongenstruien, knalrode
en kanariegele corduroybroeken en
ouderwetse jassen van de paters ca-
pucijnen. Directeur Janssen: „we heb
ben dus nu ook een hippie-afdeling’
IN 1914 BEGONNEN met het op
vangen van Belgische vluchtelingen,
voerde het „Nederlands R.K.-Huisves-
tingscomité”, zoals de naam lang heeft
geluid, weinige jaren later al hulpac
ties voor de slachtoffers van uiteenlo
pende calamiteiten als de barre nood
in de Peel en de dijkdoorbraak bij
Cuyk. Deze watersnoodmisère hielp
het comité met 4500 gulden lenigen,
voor die tijd een heel bedrag. Nu zijn
het zeker niet alleen rijkaards, die zo
veel geld ineens aan mensen in nood
schenken. Zoals de 48-jarige straat-
maker, die een duizend of vier ge
spaard had en dat lieve sommetje aan
de stichting overmaakte omdat de
man, zoals hij erbij vermeldde, onge
trouwd is, niet rookt, niet drinkt en
niet met vakantie gaat. Directeur Jans
sen: „Een jaar geleden stapte hier
een juffrouw binnen, die vertelde, voor
het eerst vakantiegeld te hebben ge
kregen en vervolgens een enorme
strijd met zichzelf te hebben gestreden.
Ze frommelde me vier briefjes van
honderd in de hand en zei: neem het
gauw allemaal, voordat ik de strijd
alsnog verlies”. Hij ontvangt nu ook
al een jaar of drie trouw drie keer in
de week een brief van Hagenaar met
daarin postzegels ter waarde van twee
of drie gulden.
Zijn geweldigste ervaring van goed
geefsheid tot dusver: op een dag bel
de een meneer uit Goirle op met de
vraag of de directeur even langs kon
komen. Het was de moeite waard.
„Ik kom bij een echtpaar van een jaar
of zeventig, dat me vertelt het goed
te hebben, een eigen huis te bewonen,
alles te hebben geregeld en kinderloos
te zijn. Mevrouw had gezegd, dat zij
nu ook maar eens wat voor anderen
moesten doen. Meneer was het daar
mee eens, hij pakte zijn portefeuille
en telde tien briefjes van duizend neer.
Ik was met stomheid geslagen!”
die in de wereld te lenigen zijn en
zoveel projecten, die om verwezenlij
king vragen.
Eén van zijn grootste troeven is de
Clamavi-krant, die zes keer per jaar
verschijnt. Niet om klaagzangen aan
te heffen en te bedelen de directeur
weet met zijn in de commerciële pu
bliciteit opgedane ervaringen wel be
ter! maar om informatie te ver-
enthousiasme losslaande blikseminza-
melingen van kleding zorgen voor veel
goodwill. Er staan voor 1971 maar liefst
130 inzamelingen op stapel, ook de
z.g. adoptieprojecten beginnen goed op
gang te komen. Verenigingen, scholen
e.d. adopteren een klein geïsoleerd
hulpproject, b.v. de bouw van een
waterput, de aanschaffing van een les
lokaaltje e.d. en brengen het benodig
de geld, gewoonlijk één- of tweeduizend
gulden, bijeen. De jeugd komt zelf
ook vaak met leuke initiatieven, die
meestal nog veel geld opbrengen ook.
En dat zal nog wel meer worden nu
de stichting de „Kinderwereldpost”
heeft overgenomen, een in het huidige
projectonderwijs passende informatie
dienst, die de horizon van de kinderen
in de hoogste klassen van de lagere
scholen verruimt voor mensen en si
tuaties, waarmee zij nog niet ver
trouwd zijn.
R BESTAAT NOG IEMAND, die 's avonds, als hij zijn krant heeft dicht
gevouwen en de beeldbuis gedoofd, in zijn medemens blijft geloven. „Zijn
er eigenlijk wel slechte mensen? Onvoorstelbaar wat zij voor een ander over
hebben,” zegt directeur Wim A. Janssen van de stichting Mensen in Nood, een
der grootste instellingen, die de kolkende stroom van gulhartigheid kanaliseren.
Om het bewijs te leveren hoeft hij maar een trapje af te dalen in zijn Bossche
kantoor, waar een kelderwand schuilgaat achter rijen ordners met giro-formu-
lieren: de tienduizenden giften van het vorige en de eerste maanden van dit jaar.
strekken en nuchtere omschrijvingen te
geven van de jaarlijkse, met de
uitzending van een filméquipe en een
kwartier televisie-gastvrijheid onder
steunde hulpprojecten (ditmaal een
landbouwontwikkelings- en vluchtelin
genproject in Ethiopië). Vroeger was
„Clamavi” een kostbaar stuk commu-
nicatiegereedschap, dat ondanks huis-
aan-huisbezorging jaarlijks niet meer
dan een ton opleverde. De heer Jans
sen bracht daar verandering en ver
betering in; een (overigens steeds stij
gende) oplage van 120.000 exemplaren,
maar gericht verspreid, wat via de
bijgesloten girokaarten nu al tegen
de twee miljoen per jaar binnenbrengt,
in ’70 weer een kwart miljoen méér
dan het voorgaande jaar. Ieder die vijf
gulden of meer gireert, ontvangt een
bedankkaart en tegelijk het verzoek,
vijf nieuwe adressen voor de Clamavi-
krant op te geven. Deze methode, de
filmavonden en andere gerichte propa
ganda staan jaarlijks borg voor zo’n
tienduizend nieuwe adressen.
OP ZIJN BUREAU ligt een krante-
knipsel met het kopje: „Steeds meer
miljonairs in ons land” Lachend: „Die
ga ik au ook bewerken die moeten
ook maar eens wat „vei hebben voor
ontwikkelingshulp en goed^ werken.
Want noeveel we iok binnenkrijgen,
het zijn toch nog altijd miljoenen te
weinig!”
dat helemaal niets. In korte tijd ver
werkt door de pers, die zoveel mo
gelijk kledingstukken in balen van
uniforme afmetingen drukt, omdat de
vrachtkosten naar de inhoud en niet
naar het gewicht worden berekend.
Het wordt pas ernst als weer een
paar fikse inzamelingen zijn gehou
den, wanneer „Rotterdam” bijvoor
beeld na een vier uur durende blik-
„Wil je geloven, dat ik hier graag kom?” vraagt de heer Janssen en grijpt
een willekeurig mapje uit het gelid. „Hier: een dagopbrengst van negen mille!
Vandaag is het tegengevallen, zeggen we dan. Vroeger waren dagontvangsten
van twee- tot vierhonderd gulden niet abnormaal. Nu levert de slechtste dag
midden in de zomervakantieperiode altijd nog 1800 gulden op.”
DAT KAN overigens wel eens an
ders uitpakken dan de bedoeling was.
Toen de magazijnmeester onlangs voor
twaalf Portugese studenten, die hier
politiek asiel kregen, uit zijn rijk
voorziene voorraadkamers kleurige
nieuwe kostuums opdiepte (er wordt
door fabrieken en winkels vaak nieuw
goed gegeven) bleken de jongens daar
allerminst happy mee te zijn. Na veel
Erbij
NOOIT LICHTVAARDIG, maar ook
nooit schriel steekt de stichting haar
helpende hand uit, met miljoenen gul
dens of tonnen kleding ineens of met
een winterjas voor een 16-jarige zoon
van gescheiden ouders die aan het
zwerven ging (briefjes achteraf: ,voor
het eerst loop ik er netjes bij”) met
een baby-uitzet voor het meisje, dat
met een Italiaan moet trouwen en
dat men niet met een schuld de toe
komst in wil sturen Hoofdzaak is,
dat geld en spullen goed terechtko
men en dat wordt ook terdege in de ga
ten gehouden.
Mensen in Nood geef je nooit iets
voor niets. Wat er ook binnenkomt,
praktisch altijd is er wel een bestem
ming voor te vinden, hoe vreemd die
soms ook lijkt (vitrage naar Haiti,
als muskietengaas, ijsmutsen naar
Indonesië, voor de vissers, die
*s nachts op zee zijn winterjassen
naar Biafra, als onderdek). En an
ders wordt het te gelde gemaakt: de
herenhoeden waarvan carnavalshoed-
jes worden geperst, de emballage de
lorren. Vodden zijn er overigens niet
veel, want de kwaliteit van die gigan
tische hoeveelheden kleren en schoe
nen weerkaatst zowel gulheid als wel
vaart. Vooral „Holland’ onderscheidt
zich daarin volgens de sorteerder en
Volendam in het bijzonder kan bij
hen geen kwaad doen: van de tiendui
zenden na een actie binnenkomende
kledingstukken vielen er bij de selec
tie nog geen tien af.
DE STICHTING met zusterorga
nisaties uit 90 landen vertegenwoor
digd in Caritas International om bij
grote rampen snel en gecoördineerd
hulp te kunnen bieden heeft allang
geen typisch katholiek imago meer. Zij
helpt overal waar geholpen moet
worden, ongeacht geloof of politiek.
Dominees en gereformeerde vrouwen
verenigingen spannen zich evenzeer in
om de plaatselijke acties te doen sla
gen als pastoors en rk-scholen. Behalve
met het Rode Kruis, de Novib en Uni
cef, zoals bij de 6,5 miljoen gulden-
hulpactie voor Oost-Pakistan, wordt
heel nauw samengewerkt met de oecu
menische Wereldraad van Kerken, die
b.v. dank zij Mensen in Nood na de
aardbevingscatastrofe 500 dekens naar
Peril kon zenden. De regering ver
trouwde de stichting de verantwoorde
lijkheid toe voor de distributie van
voedseloverschotten en laat deze voed-
selprojecten door haar voorbereiden
vorig jaar voor een waarde van 2.5
miljoen gulden
BEHALVE MET een projectencom-
NEDERLAND geeft. Graag geld, nog
liever kleren In het kledingmagazijn
met een oppervlakte waarop de he
ren C A. jaloers kunnen zijn, reikt
een stapel tot de zoldering Maai vol
gens magazijnmeester Wildschut is
- !,UJ1 A, i-.y- -<■ ^....1^ ■l>1-1
Directeur Wim A. Janssen in zijn schatkamer, die altijd weer snel leeg is. Het centraal kledingmagazijn in Den Bosch is ook depot van
het Nationaal Rampenfonds en kan o.a. onmiddellijk een noodziekenhuis met 500 bedden opzetten.
y j.
■r
4
-ï-èfeu A,
H.i J
ter’
jra