CURACAO STREEFT NAAR GUNST
VAN MASSATOERIST UIT V.S
DE MAFIA EN DE GEITEN
OP DE ANTILLEN
STERK VERBETERD"
„SOCIAAL KLIMAAT
SINDS 30 MEI ’69
DULCI CORSOU,
Premier Isa heeft
geen angst voor
herhalingen der
ongeregeldheden
15
B
ZATERDAG 1 MEI 1971
Erbij
Kennis en geld...
Riviera in de maak
C. J. BRITS
Meer perspectieven
1^1
z
WILLEMSTAD In Otraban
da, de wijk aan de westelijke oever
van de St. Annabaai, die Willem
stad zeer fraai, maar hinderlijk in
twee stukken snijdt, is niets meer
te zien van de branden, die er op
30 mei 1969 de komst van mari
niers uit Nederland hebben ver
oorzaakt. Het puin is geruimd, de
straten en pleinen zijn er groter
geworden dan ze vóór de rellen
waren. De toeristen zijn terugge
komen, ondanks verhalen in de
New York Times over Antilliaanse
„black panthers”. Zij schuifelen be
deesd langs de enige Nederlandse
marinier, die op Curacao dienst
lijkt te doen: de wachtpost bij Fort
Amsterdam, stram in de houding
bij een temperatuur van omstreeks
40 graden Celsius en even opge
poetst als de blinkende loop van
het stuk antiek geschut, waarover
hij lijkt te waken.
9 Om de dollars
1 i I
i.:
JVWVVVVVVWVVWVVVVVVVVVWVVVWWWWVWVVWWVIrtRrrfWMlRRRfWiafW
IWMWMMMVMIAMIAA^
Geiten, waar je ook kijkt.
Gezaghebber Kibbelaar
DE FUNCTIE van gezaghebber is
MMAMAAA0MMl£MM«fiaAAaAAfMIAAiMAAAAAAf9£IMWMAMW«AaAa
LjMMWVtAMWtftfVVWtfMWMWMIfWUMWtfMAAfMtfQAflAAIIAftnAftnAftAAAAAAf6£)ai
bleek de Antilliaanse overheid van harte bereid
tot diepgaande discussies. Het waren vooral
goeverneur drs. B. M. Leito, minister-president
Ramon Jorge Isa en gezaghebber A. Kibbelaar,
die de politieke en economische aspecten van
de verhouding tot Nederland hebben toegelicht.
In de komende weken zullen wij daaraan een
serie artikelen wijden.
heeft en zo te veel water aan de
bodem onttrekt.
MEDIO april bracht een groep Nederlandse
dagbladjournalisten een bezoek aan Curasao.
Ook een onzer redacteuren maakte de reis mee.
Tijdens het verblijf op Curasao is vooral aan
dacht besteed aan de ontwikkeling van het toe
risme, dat, hoewel in zijn ontwikkeling geremd
door de rellen van 30 mei 1969, van grote bete
kenis voor de Antillen kan worden. Bovendien
voorbeeld vliegvelden nodig. Het mas
satoerisme staat of valt met de groot
te van de vliegtuigen, die gebruikt
kunnen worden. Curasao heeft het
grootste vliegveld van het Caribische
gebied en kan de allergrootste toestel
len verwerken. Maar is het verant
woord, op Bonaire bijvoorbeeld, een
net zo groot en kostbaar vliegveld aan
te leggen alleen omdat daar een paar
grote hotels gebouwd zouden kunnen
worden? Is het verstandig alle ener
gie en alle middelen te gebruiken en
kel en alleen om dit massa-toerisme
te bevorderen?”
„DULCI CORSOU” (Zoet Cura
sao) telt ongeveer 140.000 inwoners
en twintigduizend voor het meren
deel loslopende geiten. Er rijden
30.000 personenauto’s op het eiland
rond en er wordt veel gedronken.
Er zijn driehonderd Nederlandse
mariniers en, naar men zegt, in een
als hotelletje vermomd radiostation
enige tientallen CIA-agenten. Er is
een politieschool en er zijn een
paar grote jongens van de Mafia,
die hevig geïnteresseerd zijn in de
casino’s. Er is een installatie, die
van zeewater voortreffelijk drink
water maakt, maar dat is zó duur
dat de meeste Antillianen er uiter
mate zuinig mee zijn. In vroeger ja-
ren hebben waterpompen van de
Shell de waterhuishouding van het
eiland verstoord, zodat de flora er
ernstig aangetast is. Maar nu de
Shell-raffinaderij gezuiverd zeewa
ter gebruikt, is het de bevolking,
die ondeskundig pompen geslagen
(Van een medewerker)
DE HEER ISA wijst erop, dat het
bouwen van grote hotels onvermijde
lijk gevolgd of voorafgegaan wordt
door bijkomstige, maar niet onaanzien
lijke investeringen, „Voor ieder groot
hotelprojeckt op de eilanden zijn bij-
DIT ZIJN ZO maar een paar pro
blemen, waarmee de gezaghebber
van het eiland opgescheept is. Die
gezaghebber is de acht maanden ge
leden door de koningin benoemde
A. Kibbelaar. Zijn bevoegdheden
zijn een combinatie van die van de
Nederlandse burgemeester en die
van de commissaris der koningin.
Hij is hoofd van de politie en hij
zit de eilandraad en het bestuurs
college voor, hij trekt rijbewijzen in
en hij wordt door zijn ambtenaren
soms aangesproken met „baas”.
GEZAGHEBBER Kibbelaar is 41
jaar en vader van vier kinderen.
Hij kreeg een opleiding op de poli-
tie-academie in Nederland, werd
hoofdinspecteur op Aruba, richtte
op de Antillen, na de Cuba-crisis,
„toen hier pamfletten zijn uitge
strooid”, naar het voorbeeld van de
BVD een veiligheidsdienst op, waar
van hij tot 11 maart 1969 hoofd
was, bevond zich op 30 mei 1969,
de dag van de rellen in Willem
stad, met verlof in Nederland en
zegt niet te weten hoeveel mensen
er wegens deelneming aan de rel
len thans nog een straf uitzitten.
DE VRAAG aan de heer Kibbe
laar is vanzelfsprekend, of de vei
ligheidsdienst van de Antillen ge
faald heeft in de dagen vóór 30
mei 1969.
„Wij wisten in 1967 al dat er iets
broeide en we hebben de landsre
gering daarvan op de hoogte ge
steld. Maar de eerlijkheid gebiedt
meteen te verklaren, dat de felheid
van die meirellen ook de veilig
heidsdienst, waar ik toen geen be
moeienis meer mee had, heeft ver
rast. Ik heb overigens de indruk,
dat een herhaling ervan, althans in
deze vorm, niet te vrezen is. Er is
mij niets bekend van een organi
satie zoals bijvoorbeeld de Black
Panthers, die hier in het geheim
actief zou zijn.”
DE ANTILLIAANSE minister-presi-
den antwoordt ontkennend op zijn
eigen vraag: „Wij moeten vooral ook
de industrie-vestaging bevorderen en
de mogelijkheden van de landbouw be
nutten. Daarin kan de bevolking werk
gelegenheid vinden. Het is volkomen
juist, dat Nederland gelden beschik
baar heeft gesteld voor scholing en om
scholing van onze arbeiders. In de
landbouw zitten mogelijkheden om een
groot aantal mensen er hun brood in
te laten verdienen. Er is een plan van
de Grontmij, dat ons in tien jaar hon
derd miljoen zal kosten en dat voor
ziet in herbebossing en in de teelt van
eigen produkten zoals maïs, tomaten,
meloenen en andere vruchten. Maar
ook hier zijn weer problemen.
bij u in Nederland, bepaalde groeperin
gen die luidkeels aandringen op ver
breken van de band met de Antillen.
Het probleem ligt dus niet bij ons,
maar bij u. Ik vind dat een zorgelijke
ontwikkeling voor zes eilandjes met
nauwelijks een kwart miljoen inwo
ners, die bepaald niet self-supporting
zijn. Wat weet men in Nederland
eigenlijk van de Antillen behalve, dat
er twee jaar geleden rellen zijn ge
weest? Wij weten hier alles van Ne
derland, zelfs dat de Batavieren onze
voorvaderen zouden zijn geweest. De
Nederlandse overheid zou de industrie
meer voorlichting moeten geven over
de mogelijkheden hier, wij zouden zelf
betere public relations moeten bedrij-
Maar wij hebben er het geld niet
voor. Wij willen alles doen om indu
strievestiging en daarmee de werkge
legenheid te bevorderen. Wij willen alle
faciliteiten geven en, als daar aanlei
ding toe zou zijn, zelfs nog meer doen
dan dat, wij zijn tenslotte koninkrijks-
partners”.
vjjf, misschien zes mensen, waar alles
om draait. Daardoor duurt de uitvoe
ring van onze plannen veel langer dan
goed is. Het aankopen van gronden
kost teveel tijd, de watervoorzieningen
komen te langzaam op gang. Wij heb
ben Nederland gevraagd om ons des
kundigen te sturen, economen vooral.
Wij moeten er naar toe, gezamenlijk
met Nederland dit soort problemen aan
te pakken. Daar is de Know-how, daar
is het geld. Wij moeten voorts juist op
dit gebied de autonomie van de eilan
den niet zo loodzwaar laten wegen.
„AUTONOMIE, zelfbestuur dus, is
in Nederland een geladen woord. Men
is er bang, dat hier gezegd zal wor
den: waar bemoei je je mee? Maar
die angst is overdreven en misplaatst.
Als het aan de Ar.illen ligt, zou de
band met Nederland hechter worden.
Maar helaas”, aldus minister-presi
dent Isa, „zijn er, niet bij ons, maar
Mafia voor het
gekregen sinds
onder bepaalde
wer-
Het voornaamste is, dat het ons ont
breekt aan deskundigen die het plan
kunnen uitvoeren. Wij hebben hier op
onze departementen vier misschien
geen politieke, maar desondanks
zijn er wel raakvlakken. Daar is
bijvoorbeeld de kwestie van de
Curacaose geiten. Ze zijn overal:
midden op de wegen, in andermans
tuinen, op de zonneweiden van de
hotels. Ze worstelen zich door om
heiningen, ze trippelen over roos
ters, die hen moeten tegenhouden,
maar voornamelijk de mens hinde
ren, ze veroorzaken ongelukken en
zijn inzet van vele vetes. Want
iedere geit heeft een eigenaar, al
thans iemand die zich als zodanig
opwerpt om schadevergoeding te
eisen, zodra het dier in onzachte
aanraking is gekomen met een van
de dertigduizend brede Buicks of
Chrevrolets, die, hun jaren met
trots dragend, over het eiland rij
den.
„Ik kan er weinig aan doen”, zegt
Kibbelaar. „Ik ben pas acht maan
den in functie, maar bovendien is
het een sentimentele kwestie.” Hij
bedoelt, maar zegt dat niet, dat een
overheid die de geitenplaag be
strijdt, zich voor de Eilandraad-
verkiezingen van 7 mei zó onpopu
lair zou maken, dat de consequen
ties niet te overzien zouden zijn.
En dus gebeurt er mets. De geiten
blijven in het wild rondlopen en
aangezien „Telecuraqao’s” gezins-
seert zich zeer wel, dat één van haar
voornaamste taken is, een sfeer van
vertrouwen te scheppen. Daarom geeft
zij zelf het voorbeeld. De stoot voor
de gigantische hotelbouw die gaande
is, ging uit van de overheid. Het
eilandgebied Curasao is financieel in
hoge mate geïnteresseerd in de hotels
Hilton en Intercontinental. Twee jaar
geleden is 27 miljoen Antilliaans,
maar hoofdzakelijk uit Nederland af
komstig geld in dit soort projekten
gestoken. Bovendien is er veel parti
cipatie uit het volk zelf, ambtenaren
en middenstanders, die met aandeel
tjes van honderd gulden meedoen”.
de geldla moet brengen. Nu Cuba voor
hem ontoegankelijk is, lijkt het Caraï-
bische gebied het Spanje van Amerika
te worden. In dat Caraïbisch gebied
nemen de Antillen een unieke plaats
in. De eilanden worden niet geteisterd
door aardbevingen en orkanen, het kli
maat is er zeer gunstig, de bevolking
van nature vriendelijk en prijzen zijn
laag. Voeg daarbij de attractie van
schijnbaar zó uit het Arnhemse open
luchtmuseum overgevlogen, Oudholland
se gevels en huizen en het beeld van
een tropisch wonderland (waar dan
ook nog whisky, ijskasten en deodo
rants zijn) is \compleet.
MAAR 30 MEI 1969, de dag van de
branden, heeft Curasao veel meer
schade berokkend dan die welke nu
in Otrabanda zo keurig hersteld is. Er
zijn minder toeristen gekomen dan
verwacht was, er is minder animo om
geld te investeren in Antilliaanse pro
jekten, er is minder vertrouwen in
een glorieuze, zonnige en probleem
loze toekomst. En zelfs de lokale be
leggers, zo wil het gerucht, brengen
een niet verwaarlozen deel van hun
bezit onder in ondernemingen elders,
in Venezuela met name.
Schildwacht bij antiek kanon; het enige zichtbare militaire
vertoon in Willemstad.
VAN DE CASINO’S is die van
het Hilton Curasao het meest in
trek. De croupiers zijn Antillianen,
de spelers Amerikanen en Venezo-
lanen. Er wordt om forse bedragen
gespeeld, er worden fortuinen ver
loren. Maar soms, een enkele keer,
springt de bank „de beste re
clame, die wij hebben kunnen”, zei
een woordvoerder van de concessie
houder die avond, toen het geluk
knipoogde naar een man, die alle
kenmerken van de beroepsgokker
had.
planningsprogramma aan hen niet
besteed is, vermeerderen zij zich
dagelijks in aanzienlijke mate.
OOK DE criminaliteit op Cura
sao neemt toe. Stijgend drankge
bruik, toegenomen werkloosheid
(naar schatting 20 percent van de
beroepsbevolking is zonder werk,
een toekomstige volkstelling zal
volgend jaar nauwkeuriger gege
vens moeten verschaffen) en de in
teresse, die de
het eiland heeft
hazardspelen er
voorwaarden zijn toegestaan,
ken de misdaad in de hand.
Gezaghebber Kibbelaar ontkent
overigens, dat de Mafia de hand
zou hebben in de casino’s. „Offi
cieel”, zegt hij, „is het hazardspel
nog altijd verboden, maar toen in
1957 een begin werd gemaakt met
het bevorderen van het toerisme, is
besloten in bepaalde gevallen ont
heffing te verlenen. Er is toezicht
op de casino’s; ingezetenen mogen
er slechts naar toe als ze in gezel
schap van een buitenlandse toerist
en dan nog slechts in beperkt aan
tal verkeren. Er zijn op het ogen
blik vier casino’s op Curasao, waar
voor, dat is ons bekend, de Mafia
inderdaad belangstelling heeft.
Maar de concessie wordt alleen
verleend aan personen, van wie wij
geheel en al zeker zijn, die uitvoe
rig worden gescreend en over wie
wij ingelicht zijn door Interpol, de
FBI en de CIA”.
OP CURASAO is de zomer voorbij,
de herfst begonnen. De hotels raken
minder goed bezet, de kamerprijzen
zijn met een dollar of vijf verlaagd.
De gouden maanden van de taxichauf
feurs, die hun verdiensten kundig op
schroeven met de listige mededeling,
dat de Emmabrug elk ogenblik open
gedraaid kan worden en dat het daar
om verstandig is, een twintig minuten
langere weg te nemen, zijn ten einde.
Alleen het Hiltonhotel doet nog goede
zaken, want in zijn casino draait tot
diep in de nacht de roulette. Het gok
ken in de Curaqaose hotels leverde de
overheid in 1969 882.000 gulden aan
belastinggelden op, in 1970 866.000 en
dit jaar vermoedelijk meer dan een
miljoen. Antilliaanse guldens wel te
verstaan, die een halve dollar waard
zijn en dus bijna twee keer zo veel
als de Nederlandse gulden.
DE BIJDRAGE van het toerisme aan
het nationale produkt is naar schat
ting op het ogenblik 15 percent. Het
aantal hotelbedden is de laatste ja
ren sterk toegenomen: van nog geen
tweehonderd in 1955 tot ruim het
vijfvoudige in 1971. Nog dit jaar wordt
begonnen met het bouwen van een gi
gantisch Amerikaans hotel aan zee met
1800 bedden, zuidelijk van Otrabanda,
waar met financiële steun van de over
heid en van het bedrijfsleven eerlang
een Antilliaanse Rivièra zal ontstaan,
met stranden van Surinaams zand,
met palmen, die zullen gedjjen dank
zij teruggewonnen afvalwater, met
lucht die ondanks de Shell-raffinaderij
in de omgeving zuiver zal zijn, omdat
een (op papier gereed zijnde) lucht-
stuwings-installatie de atmosfeer di
rect boven de grond zuiver zal houden.
DAT ALLES wordt gedaan voor de
Amerikaanse toerist, die de dollars in
RAMON ISA, lijsttrekker van de De
mocratische partij voor de in mei te
houden verkiezingen van de Eiland-
raden, sinds 12 februari van dit jaar
in functie als minister-president van
de Nederlandse Antillen (na twee jaar
daarvoor reeds aangewezen te zijn als
plaatsvervangend premier) betwijfelt
of de 30ste mei 1969 een herhaling zal
krijgen. „Dat was”, zegt hij, „een sa
menloop van omstandigheden; er was
ontevredenheid, de onderwijzers had
den hun actie gevoerd, de Shell kwam
in moeilijkheden met de arbeiders, er
was ook de niet altijd gunstige invloed
van het toerisme, dat rijke Amerika
nen naar een eiland met een arme,
ontevreden bevolking brengt. Maar er
is sinds 30 mei 1969 veel gedaan om
een herhaling, zelfs als die georgani
seerd zou worden, bij voorbaat te doen
mislukken. Veel van de ontevreden
heid is verdwenen, er is alle moeite
gedaan om meer werkgelegenheid te
creëren, huisvesting en onderwijs zijn
verbeterd. De EEG-associatie begint
merkbare voordelen te bieden. Produk.
ten kunnen vrij binnenkomen, buiten
landse industrie toont meer belang
stelling voor de voordelen, die de vrije
zone van Curasao de handel biedt. De
overheid”, aldus de heer Isa, „reali-