FILATELIE
WIE NIET
STERK IS
1
Kiweï
I*
I s
MM
4
if
Bridge
Dammen
Élll
WW
Mm
Welke vlag?
Schalken
23
2
4
o
Sk
w
1 S
1 I
w’
*/l
"’1S
ZATERDAG 15 MEI 1971
Erbij
1
LaJ
Prijspuzzel
'X
3
6
5
LS®
9
j&eng» 55
J
5
i
»VVVVVVVVVVWVVVVVVVWVVVVVVVVVVVVVVVVVVV\/VV\AAAAAA/VVVVVV\/\ArVV\AAAAA/VVVUVVVVVVV\AAA/VVVVVW
I
B. DUKEL.
CypRUS-
tjeoeiv
qEEL
wit
ooooooooooooooooooooooot
«r=7
8
Zwart: 2 6 8 10 12 15 17 18 20 23 25 26.
JOOCOOOCOOCSCOCOÖOOCOOCC
oooo<
'M
ip.
van
ESTHER
ders op deze pagina.
lOOOOOOOOOOOOC
ZXXJOOOOC
H. J. Lizé (Heemstede)
JOOOOOOOOOOOOOOOOOCO, 0000000 vx xv - v/ OOOOD-'CC
Mr. E. SPANJAARD
joooooooöoooooooooóooooooooooóoooooooooooooooooooooooooa
Zwart: 2 7 8 9 15 18 19 21 24.
Wit: 25 31 32 33 37 39 40 42.
Zwart: 6 8 9 10 12 13 15 16 19 20 24 30.
Wit: 17 21 22 28 29 33 35 36 38 39 43 46 49.
Wit: Ke7, Td6, pion e6.
Zwart: Kg7, Ta8.
Zwart aan zet k a n remise houden, maar
dan mag hij niet machinaal 1) Ta7t?
Wit: Ke7, Ta8, pion e6.
Zwart: Kg7, Tb5.
De zwarte koning staat aan de goede,
korte, kant, doch er bevinden zich slechts
twee rijen tussen W.K. en Z.T. Daarom
kan zwart het niet remise houden.
Weer één enkele variant uit vele.
1) Tb5—b7t; 2) Ke7—d6! Voor
al niet Kd8 of Ke8 wegens Kf6l; 2)
Tb7—b6t: 3) Kd6—d7 Tb6—b7ï; 4) Kd7—
c6! en zwart kan de flank-schaaks niet
voortzetten, wat wel mogelijk ware ge
weest met de Z.T. op de a-lijn. 4) -
Tb7—e7; 5) Kc6—d6 Te7—b7: 6) e6—e7 en
wint.
Hoe verraderlijk de materie is, als zwart
het genot heeft van de drie tussenliggende
■a
IS
■”v'„
WK
K»COOOOOOCTX3WXXXXXXXX»»0000000
Böhm (aan zet)
De gunstige kenmerken voor zwart zijn
a) zijn koning staat aan de korte kant;
b) er zijn drie rijen tussen zijn toren en
de witte koning (W.K.). 's' Wertelds groot
ste eindspeltheoreticus André Chéron for
muleert de volgende regel: „Bei einem
Abstand von drie Linien oder mehr wer
den die Schachgebote wirksam ohne j edoch
in jeden Fall das Remis zu gewahrleisten.”
Een enkele illustratie aan de hand van
de volgende twee stellingen:
Wit speelt en wint.
Wij hopen, dat het de heren Sluiter, Luif
lijke titel. Er wordt in jeugd-, 2e, le en en Lizé nog vele jaren is gegeven om het
hoofdklasse gespeeld. In totaal 200 deel- damspel te beoefenen.
nemers. In de groep IJmond won in de
hoofdklasse Jos. Bierman (DCIJ). Kampi
oen van Haarlem werd Harry Vossen
(Damclub Het Oosten). Voor de afdeling
Heemstede won J. B. Sluiter. Daarna wordt
gespeeld om de kampioenstitel van Ken-
nemerland, welke wedstrijd nog niet is
beëindigd.
De grootste prestatie leverde in deze
voorwedstrijd de 64-jarige J. B. Sluiter, die
in ons district ruim veertaig jaar onafge
broken aan de top staat.
Als Sluiter zou deelnemen aan de finale
Oplossingen en correspondentie te zen
den aan het adres van de damredacteur
B. Dukel, Wijk aan Zeeërweg 125, IJmui-
den.
om Olafs’ been. Nadat hij klaar was
met Olaf, maakte hij ook nog een
soort draagbaar van stokken en tak
ken en legde Olaf daar op. Met z’n
broekriem bond hij de draagbaar aan
zich vast en sleepte Olaf zo naar
beneden.
IN HET DORP aangekomen, ston
den er al gauw een paar sterke man
nen klaar om Olaf naar de hut van
Eric Eenhoorn te brengen. Daar ver
telde Olaf aan zijn vader, wat hem
was overkomen en hoe Andor zich
had gedragen. Olaf’s been werd op
nieuw verbonden en daarna moest
hoofdman Igar het hele verhaal ho
ren. Igar, Eric, Olaf en alle ande
ren waren van nu af aan niet bang
meer voor het idee, dat Andor later
hoofdman zou worden. Hij was dan
misschien niet zo sterk als een beer,
maar wel o zo handig en slim
dor is zo bang als een wezel en zo
slap als een kleuter!” De hoofdman
zuchtte diep: „Ja Eric, ik weet het.
Ik wou dat hij iets meer op mij leek.
Ik zou niet weten, hoe ik hem wat
flinker moet krijgen. Was hij maar
zo als jouw zoon Olaf. Andor is toch
geen klein kind meer; hij is even
oud als Olaf; ook veertien jaar. Eric
knikte. Hij wist wel, dat zijn Olaf
een stoere knul was. Daar had hij
zelf wel een beetje voor gezorgd. Hij
hield niet van kinderachtige jon
gens. Igor pakte zijn speer op, groet
te Eric en liep naar zijn huis.
Olaf kroop gauw op zijn matras
en ging die avond laat slapen. Hij
had eerst nog een plannetje be
dacht. Hij zou eens zien, of hij Andor
niet iets flinker kon krijgen. Andor
was zijn beste vriend en Olaf zou
het naar vinden als Andor later
geen hoofdman werd.
OLAF HAALDE de volgende mor-
Schrijf van 1 tot 6 de eerste letters
van de dingen in de tekeningetjes
op. Wat kun je fijn, als je op je rug
ligt? Stuur je oplossing uiterlijk
dinsdag naar het bureau van ons
blad. Zet je er weer Prijspuzzel bij?
Wit: Ke7, Td8 en pion e6.
Zwart: Kg7, Ta8.
Zwart houdt remise met 1) Ta7t.
De W.K. kan nu niet naar de Z.T. toe lo
pen, daar deze op het juiste moment op
de e-lijn wordt geplaatst. Ook vluchten
naar e5 baat niet. Zie 2) Kd6 Ta6t' 3) Ke5
Ta5t; 4) Td5 Ta8! en wit komt niet vér
der.
Na 2) Td7 Ta8 komt wit evenmin verder.
De uitwerking voert te ver.
Na 2) Ke8 tenslotte volgt de eigenlijke
pointe: 2) Kf6! met verovering van de
pion. Dit even goed onthouden bij bestu
dering van diagram 5
fc
clubblad van Damclub Heemstede troffen
wij onderstaande compositie-partijstand
aan van de heer H. T. Luif (Heemstede)
nooooaxmoooo^^ xooo; mo. len 620 voor het manchebod noteren,
OLAF, de zoon van Eric Eenhoorn,
keek door een spleet in de muur
naar buiten. Hij zag zijn vader pra
ten met hun hoofdman Igar, de
sterkste van alle Noormannen. Het
leek wel of ze over iets praatten,
dat erg belangrijk was. Vader Eric
balde zijn vuisten en hoofdman
Igar stak met een driftige stoot zijn
speer in de grond. Olaf werd
nieuwsgierig en kroop van zijn stro
matras naar de spleet toe. Hij legde
zijn oor er tegenaan en kon zo alles
horen, wat daar buiten werd be
praat. Zijn vader zei: „Als ik u was,
Igar, zou ik er nog niet zo zeker
van zijn, dat Andor later hoofd
man zal worden. Hij is dan wel uw
zoon, maar als hij zo door gaat,
komt er niets van hem terecht. An-
SURINAME. Ter gelegenheid van
de Wereldcommunicatiedag worden
van 17 mei 1971 tot en met 16 mei
1972 drie bijzondere zegels verkocht.
Zij werden ontworpen door L. C. Jo
hanns en A. Verkuyl uit Paramaribo
en tonen instrumenten welke in de
ontwikkeling van de telecommunica
tie een rol hebben gespeeld: 15 c. mor-
sesleutel, 20 c. telefoonhoorn en 25 c.
maanlander en teleskoop. Alle zegels
dragen bovendien een bijzondere tekst
in verband met het afgebeelde instru
ment.
ITALIË. Op 3 mei zagen twee „Eu-
ropa”-zegels het licht van 50 en 90 L.,
in de gemeenschappelijke „ketting”-
tekening.
ZWEDEN. Een nieuwe definitieve
frankeerzegel van 55 wordt op 4 juni
ten verkoop gebracht. De zegel toont
een gezicht op de grootste container
haven in de noordelijke landen, Skan-
diahamnen in Göteborg (afbeelding).
Wit: Ke8, Td8, pion e6.
Zwart: Kg7, Ta8.
Zwart verliest, hoewel er nauwelijks
een verschil schijnt te bestaan met het
vorige diagram. Hij kan nl. niet 1)
Ta7? spelen wegens 2) Td7t met toren-
ruil. En na 1) Tal e7 is er een (overigens
nog niet zo eenvoudig) elementair gewon
nen eindspel ontstaan, dat in de traditio
nele leerboeken te vinden is. Omdat in
de diagramstelling de Z.T. in staat, heeft
zwart geen tijd voor het reddende Kf6 uit
diagram 4.
Hoe verraderlijk een minimale afwij
king kan zijn, leert diagram 6:
oooooocoooocoooooooooooooooooooooooooooooooooooo
WEST-DUITSLAND. Als propagan
da voor de Olympische Winterspelen
1972 in Sapporo (Japan) en met een
toeslag ten bate van de „Stiftung zur
Förderung der Olympische Spiele
1972” zullen vanaf 4 juni vier zegels
verkrijgbaar zijn, die ontworpen wer
den door de Japanner Kohei Sugiura
en uitgevperd in een rastertechniek
beoefenaars van wintersporten tonen:
10 5 pf. skispringer, 20 10 pf.
kunstrijdster, 30 15 pf. skiloper en
50 25 pf, ijshockeyspeler. De zegels
zullen ook tezamenhangend in een mi-
niatuurvelletje worden uitgegeven,
met het randinschrift: „XX. Olym
pische Spiele München 1972”.
(afbeelding).
.jo. olulra ™tei? ”a afl°°P
en H. T. Luif speelt de heer Lizé ruim een L°q
moet afgaan op hef resultaat
andere tafel. Dat heeft met dit incident
maar
anders is de lol eraf”. In de
toeiinooizaal is dit ondenkbaar; als pa iets
stoms doet, verliest hij de partij en is
het uit.
Het heeft in wedstrijdbridge tientallen
jaren geduurd voordat „men” er enig be
grip voor begon te tonen dat de milde
opvattingen van het partijtje thuis (Hé
moeder, mag niet verzaken!) in de toer-
nooizaal of club op den duur alleen maar
tot moeilijkheden aanleiding geven. Bij
wedstrijdbridge behoren wedstrijdregels en
daar dit denkspel met kaarten en zittend
tegenover een partner wordt gespeeld, be
hoort men ook iets over „welvoeglijkheid”
(ethiek) te weten.
Dat deze begrippen nu meer geaccep
teerd worden en men inziet dat „voor de
gezelligheid spelen” niet gepaard behoeft
te gaan aan anarchie, werd bewezen door
de grote opkomst bij de examens voor
wedstrijdleider, georganiseerd door de
NBB.
Het mondelinge sluitstuk daarvan vond
plaats te Utrecht en uit de verste hoeken
van Nederland kwamen de eandidaten die
na het schriftelijk examen nog niet kans
loos waren. Van de 113 deelnemers slaag
den een veertigtal, die nu hopelijk ook in
eigen rayon hun kennis zullen uitdragen
en er voor goed georganiseerde, gaaf ver-
Wit speelt ën"forceërt"wtost van een stuk loPende wedstrijden kunnen zorgen.
of de partij. 1) 31—27 21—26 of? 2) 37—31 Aan de door de heer Negrijn en mij ge-
- n..-
Wit: Kf7, Tf6, pion e6.
Zwart: Kc7, Th8.
Zwart aan zet verliest. Van de vele va
rianten één enkele.
1) Kc7—d6; 2) e6—e7t Kd6—d7; 3)
Tf6h6! Dit verrassende torenoffer
is de pointe. Daar 2) Te8? faalt op 3)
Td6ï, moet de Z.T. naar de „verkeerde”
kant, d.w.z. naar de kant vanwaar hij
geen schaaks meer kan geven. Als we
echter koningen en pion één veld naar
links verplaatsen, is het remise, daar zwart
zich dan redt met 3) Th8—g8!, waar
na wit niet verder komt.
90) ....Kb6! De lessen werken. We zien
hier de reddende tempozet! 91) Te7 Kb7;
92) d6.eindelijk. 92) .Kb6! Opnieuw
de tempozet. 93 Tel Th7t; 94) Te7 Th8:
95) Tg7 Kb7; 96) Tf7 Kb6; 97) Te7 Kb7;
98) Te6 De laatste poging. Vgl. nu dia
gram 6 om te weten dat 98) .Th7+? ver
liest. 98) .Kb6! Hier grinnikte Böhm
die een pluim verdient voor zijn strijdlust
en sportiviteit even tegen Verholt. Zo
iets van: je kent 't tè goed! 99) Te8 Th7t;
100) Kc8 Staat gelijk met een remise-
aanbod. 100) Kc6; 101) Td8 Ta7 remise,
wat na 102) Kb8 Td7 valt de pion.
En zo werd na een verlenging van
19 dagen, in een partij die 10 uur duurde
en 101 zetten telde „Utrecht” lands
kampioen, eigenlijk voor het eerst in zijn
bestaan, want 1946 was geen normale
competitie.
Hoe anders zou het gelopen zijn, als er
bij de eerste hervatting direct waren uit
gespeeld!? De études van Fine-Chéron
hadden dan Verholt niet bereikt. Zo ooit,
dan ziet men hier hoe essentieel ook bij
schaken gerichte vakkennis is
•poquiojs jojpz SturaM
uaa jooa uonois o; iceqasSeeM ap tri faiu
uoSbisjoao ooza; jo uaa ;atu ;i[BeuiaS
VS ai-to spoog uaa ‘st uapfu^s
-paMuajcd ut s(atpiBi apjoojdag ’uftz uei{
sruapatqosaS a^fqax^oiueB u(oz p/A nu uai
-tnj tn poqutajs uaa jo SrjqoBxajCtAV) jaaz
;aq pjeetu ;ep ua ubb uaddoqas ut xqoBJij
ajapjaaiu jo aStua praq§ntols tom ijao§ vs
awp s.pjoojM -snatqnp ys aup uba uapftjqos
-joao sptnz putA qooj, 'uaxina jCia jo
VS UBp jajaq jooa suBqjjB si jOEJjuoa
HfqajjajjiooA uaa uajtnj saz nu iftMJo;
‘xïnoS jdooiJQA uapetq jaq ua i86AV /H
jam tan /S paoou jaag jubai uapjoM jaoui
jBAagdo gBBJAuazB sjb pjBBdaq tui ys
jep ‘uajtnj jftA jo uajJBq joia A-q ‘ubaoS
a; ubb jads gtjBtu uaa oio uapaq^CqaSout
jaaAoz Qads uftz uatzaguo) jjaaq pjoou
:suaa jetu aauuBBp jaq uaq sg uajtnj
imp tja; jaaui ys uijbbm ‘pjaadsag jpjo/A
pftjjspaMuaj'Bd uatpuaAoq ra ua uftz uau
-unsx noz rajfftjJBBAag jaejjuoa ragoq sqa
jsptuo ‘uassBd a; uaroqaq peq ys ratA do
ptnz jbp puoA „uajM" £99 /M ‘tiSSA /H
‘£6 /H ‘SAV /S Peq raiadspjooN bq pfujs
-pa/A asuBjg uaa ut jooa uiBAtq [ads jtg
:gEEJAaSpijq do pjooMjuy
WEDSTRIJDLEIDING
Het danspartijtje thuis is gezellig, maar
dan zou deze sympathieke wedstrijdspelen Pa maakt een blunder waarop zijn zoon
een geduchte kandidaat voor de titel zijn, grootmoedig zegt: „Nou^ ja, neem
Sluiter, die veertig jaar lid was van de terug anders te de -”"~
Haarlemse Damclub, speelt de laatste drie
jaar de eerste viool bij Damclub Heem
stede.
Hier volgt een fraaie compositie van de
kampioen:
30 25x34; 4) 38—33 29x27: 5) 40x7 2x11; )6 gaan, en kondigt aan dat hij zijn beslissing
31x22 17x28; 7) 37—31. -
2e. 1) 27-22 18x27; 2) 31x11 20x29; 3X38-
33 29x27; 4) 48—43 6x17; 5) 35—30 25x34;
6) 40x7 2x11; 7) 37—31.
3e. 1) 27—22 17x28; 2) 38—33 20x27; 3) 31x
13 8x19; 4) 35—30 25x34: 5) 40x7 2x11; 6)
37—31 26x37; 7) 41—5.
Van de heer H. J. Lizé twee problemen
ter oplossing.
Evenals zijn clubgenoten J. B. Sluiter
tt m t j- *-_2“
halve eeuw dam als wedstrijdspelen en
problemist. De heer Lizé is 72 jaar oud.
H. J. Lizé (Heemstede)
MALTA. Voor de eerste maal wer
den ook op Malta „Europa”-zegels in
omloop gebracht. Op 3 mei verschenen
drie zegels in de waarden 2d., 5d. en
1/6 in de gemeenschappelijke „ket
ting”-tekening van de IJslandse kun
stenaar Helgi Haflidason.
GIBRALTAR. Naar een ontwerp
van A. G. Ryman, de beeltenis van
Koningin Elizabeth II naar links, za
gen drie zegels bestemd voor auto
maten het licht. De rol is samenge
steld uit strips van vijf zegels: 2 maal
p. oranje, 2 maal 1 p. blauw en 1
maal 2 p. groen.
JAPAN. Naar aanleiding van de Fi
latelistische Week 1971 werd op 19
april een zegel van 15 y. uitgegeven
met de reproductie van een schilderij
„Tsukiji-akashi cho” door Kiyotaka
Kaburagi uit 1927, een Japanse vrouw
voorstellende.
GUERNSEY. Ter herinnering aan
Thomas De La Rue (1793-1866), de op
Guernsey geboren drukker en grond
legger van de beroemde postzegeldruk-
kerij Thomas De La Rue Co„ zul
len op 2 juni vier zegels verkrijgbaar
worden gesteld. Zij geven Thomas’
beeltenis, alsmede reproducties van
vier van de postzegels die tijdens zijn
leven door de drukkerij werden ver
vaardigd: 2 p. (Hongkong 2 c. 1862),
2l/t p. (Groot-Brittannië 4 d. 1855-57),
4 p. (Italië 5 c. 1862) en 7llt p. (Gecon
federeerde Staten van Amerika 5 c.
1862). (afbeelding).
M/L/W/t. N ON ÓHNRNNEY
t mi o»
BELGIË. In verband met de Derde
Werelddag der Telecommunicaties
wordt op 17 mei een zegel van 7 fr.
in omloop gebracht. Hierop is het pro-
jekt van een grondstation voor com
municatiesatellieten voorgesteld.
ISRAËL. Met een symbolische voor
stelling naar ontwerp van D. Tel Var-
di verscheen een zegel van LI 0.78 ter
gelegenheid van de nationale herden
kingsdag.
FRANKRIJK. Het eeuwfeest van de
geboorte van de chemicus Victor Grig
nard (1871-1935), samen met Saba
tier winnaar van de Nobelprijs voor
chemie in 1912, werd gevierd door de
uitgifte op 10 mei van een weldadig-
heidszegel van 0.50 0.10 fr. ten bate
van het Rode Kruis. De zegel toont
zijn portret, een proefopstelling en de
Nobelmedaille.
U.S.A. De recente portoverhogingen
geven aanleiding tot het verschijnen
van drie nieuwe luchtpostzegels: op 7
mei een zegel van 11 c. (silhouet van
een vliegtuig met de neus naar boven),
op 15 mei een zegel van 9 c. (silhouet
van een delta-vliegtuigen op 21 mei
een zegel van 21 c. (dezelfde afbeel
ding als de koerserende 20 c.).
(afbeelding)
Het eiland Cyprus in de Middel
landse Zee is ook een land in Euro
pa. In de vlag staat het eiland afge-
beeld. Kleur hem weer mooi en
sparen maar!
Zwart: elf stukken op 8 9 10 11 12 15 18
20 21 27 35.
Wit: 10 stukken op 23 28 29 34 36 37 38
Een van de mooiste wedstrijden die 39 44 50.
jaarlijks in het district Kennemerland
wordt gespeeld is de strijd om de persoon-
tellen.
d) Hierna zegt hij de spelers verder te
O n ly rx tx t i’C'I1 rx <x ax zx L» w h L. 15 5 -p
wat later zal nemen.
e) Hij neemt het omstreden spelbord
mee, bestudeert het spel rustig, vraagt
eventueel advies aan onpartijdigen en
neemt een beslissing.
f) Nadat de spelers met één der volgende
spellen gereed zijn, maakt hij zijn be
slissing alsmede de toegekende score be
kend. Vertelt daarbij, dat men binnen 30
minuten na afloop van de wedstrijd in
g) Belangrijk is nog, dat de WL niet
moet afgaan op het resultaat van de
gen Andor vroeg van huis. De school
begon pas over een uur en daarom
stelde Olaf voor om veren van de
zeearend te gaan zoeken. Vorige
week had hij een paar van die vo
gels boven de bergen zien vliegen;
hun veren waren prachtig. Ze kon
den er best een paar gaan halen,
daarboven.
Andor vond het wel gevaarlijk.
Maar hij wilde niet voor Olaf onder
doen en klom achter hem aan, het
woeste pad op ,dat naar boven liep.
Olaf klom rustig door en Andor
kwam iets minder rustig achter hem
aan. Nu en dan versperden grote
rotsblokken hun de weg. Hoger en
hoger klommen ze. Olaf keek achter
om. Liep Andor er nog? Ja. Dan
werd het nu wel tijd om zijn plan
netje uit te voeren. Hij moest straks
z’n enkel maar gaan verstuiken: dan
moest Andor alleen terug, om ver
band te halen. Olaf klom op een
richel van de rots, aan de kant van
het pad en riep naar Andor, dat hij
zo een fantastisch uitzicht had. An
dor durfde niet naast Olaf te gaan
staan. Hij vond het veel te hoog.
Olaf dacht bij zichzelf: „Als ik nu
naar beneden spring en op de grond
sta, zeg ik, dat ik mijn voet verstuikt
heb”. Olaf wilde springen, maar op
hetzelfde moment scheurde de richel
onder zijn voeten van de rots af.
Met donderend geweld stortte Olaf
met rots en al naar beneden. Ver
suft bleef hij liggen. Dat zag er niet
zo mooi uit. Hij kon niet overeind
komen. Bovenop zijn benen lag een
groot rotsblok en één van z’n benen
voelde raar aan.
Andor had ontzet naar Olaf’s val
gekeken. Wat moest hij doen? Olaf
zei, dat hij hulp uit het dorp moest
halen maar dan moest Olaf nog een
hele tijd zo blijven liggen. Nee, An
dor wist iets beters. Hij was mis
schien niet sterk, maar had wel een
goed idee. Hij zocht stukken hout
van verschillende dikten en schoof
eerst de dunste onder het rotsblok.
Daarna een dikkere en zo ging hij
door, tot hij Olaf er onder vandaan
kon trekken. Toen scheurde hij zijn
overhemd aan repen en legde met
een paar takken een spalkverband
9
ETUDES EN FINALE
Voor het laatst een diagram van het to
reneindspel, dat beslissend was voor het
landskampioenschap.
Verholt
<XXXDOOOOOOOOOOOOOC(.o x X x x^joOCXXZJOOOOOOOÖOOOOO
Ito
niets te maken.
Allemaal logisch, vrij voor de hand lig
gend, maar o zo lastig af te handelen als
de WL in paniek raakt of dreigt zich door
de grootste mond te laten overtuigen!
H. W. FILARSKI
Bridgevraag dezer week:
Zuid is gever, niemand kwetsbaar, pa
renwedstrijd. De zuidspeler heeft:
<2 A H B 7 5 O H 4 3 A V 9 7 2
Zuid één harten OW passen noord
twee ruiten zuid drie klaver noord
drie SA zuid vier ruiten noord vier
Sansa tout. Twee vragen: had u met dit
zuidspel nog doorgeboden na drie SA
en hoe vat u het vier Sansbod van noord spelen Zie 2) Ke8! en nu ontstaat na 2)
thans op: azenvraag, of de wens om 4 SA Ta8?; 3) Td8 de stand van diagram 5,
alt eil2d5ontract te spelen? Antwoord el- terwijl na 2) Kf6; 3) e7t wint, om
dat deze opmars met schaak geschiedt en
wit dus zijn pion handhaaft. Als algemene
regel zou men kunnen zeggen dat het
flankschaak op de 7e rij voldoende is, als
zwart na een zet van de W.K. naar de
8e rij met Kf6 de pion kan veroveren.
De enig juiste zet in de diagramstelling
is 1) Kg7g6ü. Doordat zwart de beschik
king heeft over de tempozetten Kg7-g6-g7
kan hij zijn T. op het optimale veld a8
handhaven en zó voorkomen dat wit hem
in een verloren basisstructuur rangeert.
Na deze etudes, met ontelbare andere
eindeloos voor en door Verholt gerepe
teerd, terug naar diagram 1. Wit kan na
tuurlijk op den duur niet verder komen
zonder d5d6, maar terecht manoeu
vreert hij eerst nog wat rond, in de hoop
dat zwart de draad kwijt raakt Wit’s af
gegeven zet was 81) Tf8f7 Thl118! Het
ideale veld. 82) Tf4 Th7f83) Ke6 Th6t; 84)
Tf6 Th8: 85) Kd7 Th5. Om na 86) d6 Th8
de boekjesstand te krijgen; 86) Kd6....
Böhm was er in de voorafgaande 14 dagen
uiteraard ook achter gekomen dat de stel
ling theoretisch remise is en zet de uit
puttingsslag nog even voort. 86) Kd6 Th8;
87) Tfl Th6t; 88) Ke7 Th7t; 89) Tf7 Th8;
90 Kd7De uitgangsstelling met de
Z.T. op ’t beste veld, doch zwart aan zet.
of de partij. 1) 31—27 21—26 of? 2) 37—31 Aan de door de heer Negrijn en mij ge-
26x48; 3) 27—22 18x29; 4) 39—34 48x30- 5) examineerde noord-Nederlandse groep leg-
25x1 wint. den wij enkele vragen voor die in de
Ruim een halve eeuw is de heer H T Praktijk voorkwamen. Eén ervan:
Luif een erkend sterk hoofdklassespeler- In een belangrijke viertallenwedstrijd
hij is eveneens jarenlang lid van de Haar- bieden NZ io een bepaald spel: zuid één
lern^ Damclub geweest .In het prachtige twee h^- rijen; moge hierna worden geïllustreerd.
waarna noord (sigaar in de mond) iets in
harten murmelt en iedereen past. Zuid
gaat spelen en maakt tien slagen. NZ wil-
maar
OW zeggen „ho ho, u bood geen vier, maar
drie harten!” Na het gebruikelijke welles-
nietes, wordt de wedstrijdleider geroepen.
Wat doet deze?
Het antwoord dat alle volgende punten
zou hebben omvat, was goed geweest voor
een tien met een griffel:
a) De WL kijkt eerst op de notatieblocs
van beide partijen. Heeft één der partijen
wél en de ander niet het bereikte eindbod
volgens voorschrift vóór het afspelen ge
noteerd, dan is dat schriftelijke „bewijs”
doorslaggevend. Schreef niemand wat op,
of de ene partij drie harten, doch de
andere vier harten, dan blijft de twijfel.
b) In principe moet de WL niet naar
eventueel aanwezige toeschouwers luiste
ren. Die zitten daar als supporter voor één
der paren en zijn dus niet objectief.
c) De WL laat, zolang de stand welles-
nietes 2 2 blijft, zich bied- en spelverloop
uitleggen. Raadpleegt daarbij het bied-
Wit: 24 27 31 32 *35 36 37 38 To 717ö 46 sFsteem (systeemkaart) van NZ. Hij zorgt
48. 6r voor, dat ieder zonder geïnterum-
Wit aan zet kan op drie manieren damzet worden> zÜn verhaal mag ver-
uitvoeren.
le. 1) 27—22 20x29; 2) 22x13 8x19; 3) 35—
4
4
4