Het landskampioenschap gaat naar Rotterdam AJAX WERD IN DE TWEEDE HELFT DOOR FEIJENOORD VOLKOMEN GEDEKLASSEERD Rekenmeester Ernst Happel herinnerde Feijenoord aan een eenvoudige rekensom en Streep Hasil, Mühren Neeskens weg. Dan houd je over Jansen en Wim van Hanegem Piet Keizer een jeugdtrainer „Blessure van vrij ernstig Dokter Rolink: VRIJDAG 28 MEI 1971 (Van onze sportredactie) Druilerig Niet buitenspel Geen gelazer Kwetsbaar (Van onze sportredactie) 99 Verdediging ontwricht Inzinking Gelijk AMSTERDAM Na de tot in zijn nek groeiende zwart-gryze haren nog één keer te hebben geïnspecteerd voor de beslagen spiegel gaf de Oos tenrijker Ernst Happel het laatste sein tot vertrek. Zacht, lokkend bijna: „Komm mit jungens”. En even later, als het gros van (bijna-kampioen) Feijenoord zijn bevel gehoorzaam heeft opgevolgd, tot de bij journalis ten van de wonderlijke 31 overwin- telde niet meer te donderjagen, maar weer te voetballen Happels stem was toen harder ge weest. Recht toe recht aan had hij een overzicht gegeven van de eerste helft. Hij had gewezen op de eerste twintig minuten toen Feijenoord heerste. Happel had daarna de omme keer (het doelpunt van Ajax, gescoord door Piet Keizer) geschilderd. De fouten, die daarna werden gemaakt door het elftal, dat zich nog altijd wereldkampioen mag noemen, had „der Weltmeister” extra aangezet. Bij dé stommiteit, het gerotzooi op het middenveld van Willèm was zijn stem uitgeschoten. Want dat gedonder van Van Hanegem c.s. had een averechtse uitwerking gehad. Willem had Hap pel gelijk moeten geven: „In plaats dat we Ajax uit zijn spel haalden, waren wij ons ritme van de eerste twintig minuten kwijt. Happel had gelijk, toen hij ons in de rust ver- iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiimniHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiim ning op Ajax nog nagenietende Van Hanegem: „Hé Willèm wij zijn de letzten.„De Kromme” stokte in zijn gesprek, pakte zijn tas op en wan delde wonderlijk lijdzaam voor de eigenzinnige middenvelder naast de oude meester weg. Zonder commen taar, naar de bus. Zpals hij ook in de rust, in de kleedkamer, waar iedere Feijenoorder down door de 10 achterstand was binnengestapt, de ideeën van Happel zonder meer had geaccepteerd. /WA/W^AAA/VWA/WVUVWVWWW\AAA/WVVVVVW\AA/WWWVV\AAAA^ 99 JOHN DRIESKENS ADVERTENTIE noord ook in het begin al zo lekker draaide kwam dat doelpunt van ons dubbelhard aan. Zie dat maar eens o,p te vangen”. Willem van Hanegem vond de conclusie van Moulijn ietwat cru: „Ajax is me wel iswaar niet meegevallen, maar misschien heeft het te veel met zijn gedachten in Londen gezeten. Naar mijn mening hééft die Europa-cupfinale een rol gespeeld. Bovendien, geloof ik, dat Ajax de laatste tijd wat al te gemakkelijk heeft gewon nen. Het is niet meer gewend harde te genstand te ontmoeten. De klap van zo’n gelijkmaker komt in zo’n geval dubbel hard aan. 6-1 achterstand hadden gezet in plaat* van 3-1. ook bekijkt het werkt na al die publika- ties van: ze doen wel mee, ze doen niet mee psychologisch toch door als zo’n il luster duo opeens komt opdraven”) nog niet in hun oude ritme waren. Zo kon het gebeuren dat s’werelds beste libero, Rinus Israel met situaties die hij normaal ge sproken gemakkeljjk zou hebben geklaard door een speler te ontwijken en vervol gens haarscherp te plaatsen, nu niets be ters met de bal wist te doen dan hem over de zijlijn te knallen. Het had ook al geen gevolgen omdat de Ajax-spitsen Cruyff, Van Dijk, Swart en Hulshoff het gemis van een middenveld steeds sterker begonnen te voelen. Cruyff: „Wij hebben in het begin iets te veel op zeker ge speeld. Ik vind ook dat wij er te weinig uitkwamen, hoewel dat uiteraard ook de verdienste van Feijenoord is. Dat de ver dediging niet zo sterk speelde, nou ja, dat kan een keer gebeuren. Wat Panathinai- kos betreft weten we nu tenminste weer waar wij aan toe zijn”. Onbegrijpelijk waren vaak ook de mira culeuze ontsnappingen van Feijenoord als Romeijn (op het laatst tegen Cruyff) weer eens blunderde. Cruyff kreeg daar door toch een voor een speler van zijn ka liber gevaarlijke vrijheid. Ook al omdat Israel en Laseroms (Rijnders: „hoe je het Een overwinning die ingeluid werd door Kindvall. Van Hanegem omspeelde Stuy, trok de bal goed voor, waarna het voor de Zweed weinig moeilijkheden opleverde om de bal achter Stuy te lopen. Het twee de doelpunt was een kwestie van tijd. Schneider knalde een breedtepass, terug gelegd door Wim Jansen, van Wery in, waarbij Stuy de bal tegen het voorhoofd kreeg. Het teruggesprongen leer werd mee dogenloos langs de Ajax-goalie gejaagd. Evenals dat derde doelpunt van vleugel- verdediger Schneider. Het beslissende doelpunt van Feijen oord. Dick Schneider van Feijenoord brengt de stand op 21. Om te stellen dat het resultaat niet an dersom had kunnen zijn gaat echter te ver. Swart had gelijk toen hij opmerkte: „Als dat doelpunt van Hulshoff na die vrije trap niet was afgekeurd wegens buiten spel dan was het 2-0 geweest en dan was Feijenoord een geslagen ploeg. Een arbi trale beslissing waar ik het niet mee eens ben. Hulshoff kwam duidelijk inlopen en stond per se niet buitenspel”. Feijenoord is met deze overwinning zo goed als zeker de nieuwe lands kampioen en heeft de kans om vol gend jaar internationaal voetbal van niveau (Europa-cup I) te spelen met beide handen aangegrepen. Want dat Haarlem in de laatste competitiewed strijd nog voor moeilijkheden in de „Kuip” gaat zorgen, daar gelooft zelfs de meest verstokte Ajax-supporter niet meer in. Feijenoord deed dat, op instigatie van Ernst Happel, in die tweede helft voor treffelijk. Een tweede helft die ragfijn aantoonde hoe kwetsbaar ook het huidige Ajax, vooral defensief, kan zyn. Ook een tweede helft die herinneringen opriep aan de wedstrijd van vorig jaar in Amster dam (3-3), toen de Amsterdammers op hetzelfde punt werden gedeklasseerd als gisteravond het middenveld. En dat was eigenlijk een nog veel grotere afgang voor de club uit de Meer dan de 3-1 ne derlaag. Hoeveel is er niet geredeneerd over dat punt. Het super-professionele Ajax anno 1971 kon dat niet meer gebeu- De Kon. HFC zoekt voor het seizoen 1971-1972 voor dinsdag en donderdag van 4.30-7.00 uur, voor woensdagmiddag en voor begeleiding op zaterdag middag. Inlichtingen bij de heer Darlang 02502-6602. Moest het Stuy worden aangerekend? Het veld dat door de druilerige regen vaak op een ijsbaan leek en de spekglad de bal, die verder doorgleed en moeilijker te hanteren was dan normaal, pleitten hem gedeeltelijk vrij. Stuy accentueerde de Ajax-malaise echter wel door bij, overi gens goed getimede, uitlopen te gaan pin gelen en de bal buiten zijn strafschopge bied te willen pakken. Maar hij was niet de enige die in defensief opzicht een zwak ke indruk achterliet. De geroutineerde Va- sovic bijvoorbeeld was nergens. Suurbier plaatste enkele keren falikant fout en Blankenburg werd soms evident uitge speeld door de frivool draaiende Moulijn. Michels („op een gegeven moment krijg je een alles of niets wedstrijd en dan kan zo’n 3-1 uitslag voorkomen”) probeerde het accent nog te verschuiven door Huls hoff (waardoor Suurbier op Kindvall werd gezet en Blankenburg op Moulijn) naar voren te transporteren maar Feijenoord speelde toen al een gewonnen partij. Van Hanegem (Neeskens: „Daar had ik wel op gerekend omdat Feijenoord moest gaan drukken”) was meer in de spits te vin den en ook dat resulteerde er herhaalde lijk in dat Ajax de tweede helft enkele keren volkomen zoek werd gespeeld. De vraag bleef waarom Feijenoord zo reageerde. Het had zelf kunnen constate ren dat het gewoon met voetballen gister avond de meerdere was. Het was Wim Suurbier die er wel een plausibele ver klaring voor had: „Juist omdat Feije- Vooral tot die eerste treffer. Mühren speelde Cruyff aan, die de bal teruglegde en een voorzet op maat gaf aan de inge komen Keizer die hoger sprong dan Lase roms en Treytel met een kopbal kansloos liet. Het landskampioenschap leek een feit. Vooral ook omdat het zo verrassend ge starte Feijenoord sterk terugviel. Het was daarom opmerkelijk dat Rinus Michels nogal fulmineerde over deze periode, een tijdsbestek waarin zijn elftal tenslotte aan de minste moeilijkheden bloot stond. Mi chels: „Na dat doelpunt begon het. Feije noord paste de tactiek toe die je op dat moment kon verwachten. Intimidatie van de ergste soort”. En Sjaak Swart: „Ver schrikkelijk smerig wat Feijenoord alle maal uithaalde. Je weet dat het er van beide kanten in dit soort wedstrijden hard aan toe kan gaan, maar wat Feijenoord deed overtrof alles. Twintig minuten schoppen naar alles wat bewoog”. En Michels: „Op grond van die tweede helft valt er op die overwinning van Feije noord niets aan te merken”. En Piet Kei zer: „De verhoudingen zijn weer recht getrokken. Feijenoord was bereid om te knokken voor zijn kansen. Het heeft dat voortreffelijk gedaan en dik verdiend ge wonnen”. Pas in de rust vóélde de ploeg dat Israel en Laseroms zich konden handhaven. Weliswaar met pijn. Israel: „Je kan stel len, dat ik me maar voor een deel in zette. Ik kon niet scherp draaien. Voor een sprint aanzetten was er ook niet bij. Daarom heb ik zo weinig mogelijk risico genomen en teruggespeeld op Eddy Treijtel als het mogelijk was. En Laseroms: „Je hebt me toch wel zien Alhoewel Michels, die door de over het algemeen goed leidende Boogaerts linea recta naar de kant had moeten worden gestuurd, zelfs één keer zo ongerust werd over de wantoestanden binnen de lijnen dat hij het veld in draafde, had deze pe riode voor Ajax nauwelijks gevolgen. Waarschijnlijk zou er verder ook geen aandacht aan zijn besteed als niet het duo Van HanegemNeeskens de meest vinnige veldslagen uitvocht waarbij de Ajacied (die ook van Israel een tikje kreeg) één keer een vuistslag van de „Kromme” moest incasseren. Boogaerts: „Een verschrikkelijk moeilijke situatie voor mij want ik liep er met mijn rug lopen. Ik heb mijn arm steeds zo hoog mogelijk ingetrokken. Dan had ik min der pijn. In de tweede helft viel ik weer op die schouder. Dat voel je natuurlijk wel. De gehele centrale verdediging van Feijenoord was al weken lang ontwricht. Een onwillige dijbeenspier kwelde „rots” Rinus en „Theo de tank” functioneerde niet omdat zijn schouder was gebles seerd. De vervangers Jansen en Bosgie ter hadden hun werk naar behoren ver vuld, maar iedere Feijenoorder was er van overtuigd dat het lapwerk was in vergelijking met de zeer gespecialiseer de opruimingsarbeid van de originele middelste twee. AMSTERDAM Het merkwaar dige was dat er na afloop bij Ajax al leen nog maar nagekaart werd over die voor de Amsterdammers zo fatale tweede helft. Aan de ene kant wel licht begrijpelijk omdat Feijenoord met drie doelpunten sterker terug kwam dan wie ook voor mogelijk had gehouden, maar anderzijds manifes teerde het Feyenoord-overwicht (al leen al de afzwaaier van Kindvall na enkele minuten naast het doel ver diende beter) zich ook al in de eerste periode, tot het Ajax-doelpunt, op zo’n duidelijke manier, dat het voor de Amsterdammers duidelijk moet zijn geweest dat dit va-banque spe lende Feijenoord een levensgevaar lijke tegenstander was. Daarna was de uitwerking van het pro bleem niet moeilijk meer. Tenminste.... zo leek het voor de Feijenoorders. Neem bijvoorbeeld Coen Moulijn, na een kilo meters diepe inzinking, bezig aan zijn tiende of elfde jeugd: „Het was duide lijk dat wij beter waren in die eerste twintig minuten. Sommige jongens had den zich van de wijs laten brengen door het doelpunt van Keizer. Ik niet, hoor. Daar ben ik te oud voor. Maar het is te begrijpen, dat de jonge knapen teleurge steld waren, toen ze na een overwicht on verwacht achter kwamen te staan. Hap pel heeft ze er vlug overheen geholpen”. Begrijpelijk, want Happel had het niet bij het uitleggen van het rekensomme tje gelaten. Hij had de gelegenheid aan gegrepen om achter het logische reken werk een gewaagde voorspelling te laten volgen: „Jullie maken gelijk. Dan is het gebeurd. Ajax zal die klap niet kunnen verdragen. We zullen daarom winnen. Juist Happel had voor de wedstrijd de blessure van Israel geaccentueerd. Door een spelletje te spelen. Rinus Israel was er niet bij toen het team zich op de nat glinsterende grasmat intrapte. Natuur lijk wist Happel, dat de stoïcijnse Ajax- trainer Rinus Michels zich niet zou laten verleiden tot uitspattingen, maar zijn fri vole Oostenrijkse geest had geen weer stand kunnen bieden aan de verleiding. Misschien hebben wij de afgelopen weken ook wei te gemakkelijk gewonnen. Een feit is echter dat Feijenoord verschrikke lijk goed heeft lopen voetballen”. Happel had het grootste gelijk van de gehele wereld. In de rust liet hij zijn ploeg zien niet alleen „Weltmeister” maar ook rekenmeester te zijn. Daar in de grauwe catacomben van het Olympi sche Stadion, bracht hij het grote treffen vanaf. Ik hoorde opeens een enorm ka baal, draaide me om en zag Neeskens daar liggen. Ik werd er door mijn grensrechter (Oorver) op attent gemaakt dat Van Ha negem een overtreding had gemaakt”. Maar het bleef bij een vermaning. Boogaerts: „Ik heb gezegd Willem nou geen gelazer meer, van nu af aan wordt er alleen gevoetbald”), iets waarover al weer Swart zich erg opwond. „Die man had er toch uit gemoeten”. In dit verband is het wel aardig de flau we grap te vermelden, die Willem van Hanegem over het incident op het mid denveld, oftewel het dieptepunt in de confrontatie tussen Johan Neeskens en de „Kromme” (een klap met een elle boog, die de jonge Ajax-middenvelder groggy op de grasmat deed tuimelen), na de wedstrijd vertelde: „Je weet toch, dat ik wat moeilijk loop. Ik word niet voor niets de „Kromme" genoemd. Ik waggel een beetje. Nou daardoor gaf ik Neeskens toevallig een tikje. (Van onze sportredactie) AMSTERDAM De grootste han dicap die Ajax gisteravond kreeg te verwerken was het uitvallen van zijn spielmacher bij uitstek, Piet Keizer. Michels legde uit: „Als een speler als Keizer er niet meer bij is is dat toch al een nadeel, maar tegen een elftal als Feijenoord is hij eigenlijk onmis baar”. Nog ernstiger waren echter de gelui den die Ajax-clubarts dokter Rolink liet horen. Hoewel Keizer nog opmerk te: „het valt geloof ik nog wel mee. Het is wel erg pijnlijk, maar wij zul len nog maar even rustig afwachten”, zei Rolink: „Ik kan er eigenlijk nog geen zinnig woord over zeggen omdat ik nog nooit zo’n blessure heb meege maakt. Er is een spier stuk onder de hak van zijn voet. Het is daarom zo bijzonder moeilijk omdat het op een lastige plaats zit. Het is een zeldzame blessure die ik in dit stadium vrij ernstig acht”. Rolink doelde daarmee op de wed strijd tegen Panathinaikos dat binnen een week de tegenstander is van Ajax. Bedacht Michels nog: „Als Ajax vol gende week met Panathinaikos het- zelfde doet als wat Feijenoord hier heeft gedaan dan is er niets aan de hand”. MARC SERNé Overigens had de Oostenrijker wel vol doende zin voor realiteit om de nodige maatregelen te treffen, waardoor zijn droombeeld gerealiseerd kon worden. Keizer kopt en het is een doelpunt. De Ajacied zal even later geblesseerd blijven liggen. van de twee giganten Ajax en Feijenoord terug tot een verrukkelijke eenvoud. Een optel- en aftreksommetje. Een oud pro bleempje, dat zijn leerlingen in het ver leden reeds met succes hadden opgelost. „Neem het middenveld van Feijenoord. Tel op: Hasil, Jansen en Van Hanegem. Zet daar tegenover Rijnders, Mühren en Neeskens. Streep vervolgens Hasil, Müh ren en Neeskens weg. Dan houd je over Jansen en Van Hanegem”. ren. Het was vooral door de komst van Neeskens juist in het midden ster ker geworden. Maar ook meestertacke- laar Nico Rijnders moest toch erkennen dat het in die tweede helft voor Ajax op zjjn zachtst uitgedrukt „moeilijk voetbal len” was. Rijnders: „Die vergelijking met vorig jaar kun je geloof ik wel maken ja. Dit rekensommetje, dat in het verleden talloze malen de doorslag gaf in de ont moetingen tussen de toppers van Rotter dam en Amsterdam ging ook gisteravond weer op. Happel overtuigde zijn elftal daarvan. Dat zijn team het spel niet eerder had doorzien was te begrijpen. Voor de wedstrijd en ook in de eerste helft was het probleem helemaal niet zo doorzichtig. De factoren Israel en Lase roms speelden immers mee. Schneider bijvoorbeeld werd van zijn boeien ontlast. Moulijn: „Dick Schneider mocht in de eerste helft niet naar voren trekken. Ik was het daarmee niet eens. Maar, dat haalde niets uit omdat Happel bang was voor Suurbier. Hij dacht dat de Ajax- rechtsback over zijn rechter spits Swart naar voren zou trekken. Schneider moest achterblijven om dat onheil te voorko men”. Schneider ontketenen werd mede mogelijk door het spel van Moulijn, die Suurbier tot een pas op de plaats dwong, hoewel Swart twee grove blunders maakte door Schneider niet af te stoppen. Moulijn over Ajax: „Ik geloof dat Ajax al weer over zijn hoogtepunt heen is. Met Schneider en ons overwicht op het mid denveld was het toch niet gek geweest als wij Ajax in de tweede helft op een 5-1 of '4*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 23