DOEN IN INDIA DAN LOONSLAAF IN NEDERLAND „LIEVER NIETS HET BLIJE LEVEN IN DE HIPPIEKOLONIE Massa-lowe in Blij zijn Broodkorst Grote rotzooi Hippiekolonie Hasjparadijs Hand ophouden (Van een onzer verslaggevers) t\E SCHEIDING tussen rood en bruin I haar geeft de dag aan waarop hij uit India vertrok. Met het sap van een bepaalde plant verfde hij daar zijn haar rood om de luizen te verdrijven en het haar te versterken. Het haar dat nu uit zijn hoofd komt is weer bruin.'Dat kan, want in Nederland zijn nauwelijks luizen meer. Toch zit Nico Scholte, negentien jaar jong, liever maandenlang op een rotsstrand in India in een kolonie van zo’n vijftienhon derd hippies. Hij is één van de honderden Nederlandse jongens die ’s winters in India een „betere wereld” zoeken en vinden, en *s zomers terugkomen om hier wat geld te vinden voor de volgende winter. 11 NICO DE HIPPIE (terug van weggeweest een Erbij ningen getroffen die het massale be zoek van de hippe vogels in goede banen moet leiden. IN MEI ZIJN reeds circa 150 slaap plaatsen beschikbaar gesteld voor de hippies die naar Kopenhagen komen, en wel in enkele leegstaande huizen in Nörrebro. Ook is een tentenkamp met 500 slaapplaatsen ingericht op Amager, maar dat is zo ver van de Deense hoofdstad dat er waarschijnlijk weinig animo bij de jongeren zal bestaan om hier te overnachten. De Kopenhaagse autoriteiten noemen de logiesaange- beert te verhandelen of te distribueren, dit met het oog op de niet geringe kans dat de drughandelaars hippies zullen inschakelen bij het aan de man brengen van hun kwalijke koopwaar. De geneeskundige diensten zullen de jeugdige bezoekers zoveel mogelijk controleren op besmettelijke ziekten, legenheden „sober tot Spartaans maar de prijzen zijn er dan ook naar: tot maximaal f7,50 per nacht, inclusief ontbijt. EEN DEENS TEAM van jeugdzorg- deskundigen is zelfs naar Amsterdam gekomen om meer te weten te komen over de gewoonten der Damslapers en hun „opvang” door de Amsterdamse autoriteiten. Op basis van hun bevin dingen heeft het Kopenhaagse stads bestuur samen met de politie, GGD en jeugdleiders, een reeks van voorzie- roken. Niets stoort je dan meer, je voelt je ge woon lekker. En in Bombay kwam ik toen on geveer dezelfde lui tegen als ik in Teheran al had getroffen. Je liep er de hele dag het hotel wat in en uit; elke dag is daar nieuw, een nieuwe ervaring”. „Er was ook een zekere moeder, we noemden haar moeder. Een enorm lief mens, ze zou nooit iemand kwaad doen. Ze kookte eten voor ons. Langs dat strand kun je een huisje krijgen voor twee dollar in de maand en dat strand zit vol lui. Er wordt zoveel gerookt dat het al een beetje op je begint in te werken als je over het strand loopt. De Indiase vissers vinden de hippies veel leuker dan de toeristen, want de hippie is van nature vrolijk, luchtig. Je leeft er je eigen leven, je werkt er je verlangens uit, je hoeft je er nooit alleen te voelen!” „ER ZATEN op dat strand zo’n 1.500 lui, veel Amerikanen. Maar ook Fransen, Nederlanders, Japanners. Sommigen blijven er vijf jaar zitten, er zijn ook veel Amerikaanse meisjes. Die komen vaak per vliegtuig. Als het zomers te heet wordt zwerven ze naar de Himalaya”. ,,’s Zomers gaat het grootste gedeelte terug, „MAAR PLOTSELING wilde ik naar Neder land terug. Ik dacht dat ik hier iets kon doen. Maar er zijn al zoveel actiegroepen en ik kon hier niet meer wennen. Aan de mentaliteit dat wanneer iemand honger heeft, je stijf naast hem „IK PROBEER hier nu in Nederland weer te acclimatiseren, maar het wil niet. Alles drukt je hier. Al die mensen die op kantoor zitten: de assistent probeert bij de chef in een goed blaadje te komen, de chef hangt de directeur weer aan de mond. Het is zo’n grote rotzooi, er zijn zoveel valse gevoelens. Eigenlijk willen die mensen ook liever alleen maar in hun tuintje zitten, maar ze willen ook geld in de zak hebben, liefst zoveel mogelijk. En als er dan wat belasting wordt af getrokken voor zieke mensen, zijn ze daar tegen. Ik heb nu twee jaar niet meer gewerkt. Ik moest cijfertjes opschrijven en doordrukken, af en toe een rolletje papier wegbrengen, het beviel me niet”. „Veel toeristen gaan staan kijken. Ze zien dan een mooi naakt meisje, ze vinden het meisje eerst mooi, maar het is tegen de conventie en ze roepen dan snel de politie, nadat ze het meisje eerst goed bekeken hebben. En dan komt de po litie, waar we verder nooit last van hebben, om de mensen bij te brengen wat fatsoen is”. „IK HEB ER ZELF tien maanden zonder geld gezeten. Ik had geen rooie cent. Af en toe schar rel je wat bij elkaar. Zes dagen heb ik alleen een harde korst brood gehad. Maar ik rookte veel en dan vergeet je jezelf. Je leeft er zo makkelijk dat je soms na drie dagen merkt dat je helemaal niet gegeten hebt”. „Er zijn jongens die daar twee, drie jaar zonder geld zitten. Sommigen blijven er vijf jaar en willen dan helemaal niet meer terug. Ze kunnen de mentaliteit van het Westen niet meer ver dragen. Er zijn nogal wat Amerikanen die daar in een klooster gaan om te mediteren. Ik was ook van plan, monnik te worden. Ik heb het niet gedaan, ik wilde nog niet het hele leven achter me laten en alles verzaken. Want alles verzaken lijkt me nou ook weer niet nodig!” TOT NOG TOE ZATEN we in de zon, midden in een park. Twee dagen later gaan we verder. Nico Scholte: „Je hoeft daar in India nooit bang te zijn, dat je verlaten bent, overal waar je bent, daar zijn ze. Je hoeft nooit alleen te zijn”. „Een stel jongens heeft mijn hele terugreis betaald. Als iemand geld heeft en anderen niet, dan is dat geld voor allemaal. Mensen zijn er om voor elkaar te leven. Maar veel mensen zijn wel blij als ze zelf iets krijgen, maar voelen zich niet blij als ze anderen iets geven. Ze zijn hele maal niet blij als ze iemand anders een volle maag geven”. vaak naar Amsterdam, om wat geld te verdienen. Alleen de Amerikanen blijven, die hebben veel geld, sommige ouders sturen elke maand honderd dollar per chèque naar Goa. Die jongens schrij ven een briefje naar hun familie en ze krijgen weer geld. Ze hebben het makkelijk, ze reizen er met een vliegtuig of een eerste-klastrein. Ja, je hebt er nogal wat tegenstrijdigheden”. „Er zijn momenteel teveel dingen in de wereld die je naar beneden drukken, down maken. Er zijn veel lui die een storende invloed op je heb ben. Daar heb je daar op dat strand geen last van. Je bent vrolijk. Je doet geen dingen waar je geen zin in hebt en die je niet blijer maken. Het is er één grote love-in”. „IK WILDE toen naar Nepal, maar daar had ik geen geld voor en daarom ben ik maar naar Goa gegaan. Dat is daar een hele geschiedenis. Er is een hele hippiekolonie. Iedereen kan er komen. Er is een dorpje bij met een restaurantje. „Ik heb nu een goeie tijd. Op den duur zal ik wel iets moeten zoeken, liefst werk dat je op je eigen houtje kunt doen. De toekomst komt wel, zolang je nu maar bezig bent, er iets van te maken. Ik kom nu al bijna niet meer in de stad. Je hele mond gaat er naar benzine smaken. Maar in feite is dat hetzelfde als roken. Ik zou nooit een hele dag in een stad kunnen wezen, ik ga er zo gauw mogelijk weer uit. Maar dat zal ook wel aan me zelf liggen”. „Er zijn daar veel heilige mannen. Ze beheer sen vaak elk lichaamsdeel volledig. Ik heb er in een huisje een man meegemaakt, die op een avond helemaal geen geslachtsorganen meer had en de volgende morgen wel weer. Allerlei lui zijn daar met krachtjes bezig”. Er zijn 100.000 exemplaren gedrukt en verzonden van een folder, getiteld „Use it” en speciaal gericht tot de ..rugzaktoeristen”. Die lezen erin wat hun rechten en plichten in de Deense samenleving zijn, waar zij terecht kunnen voor informaties en hulp en waarvan zij zich te onthouden hebben. Wat dat laatste betreft, wordt heel duidelijk gemaakt dat druggebruik niet getolereerd zal worden, ergo: dat forse gevangenisstraffen te wachten staan aan iedereen die narcotica pro- Waar ben jij aan toe? NICO SCHOLTE: „Ik kom in ieder geval tot de ontdekking dat het me in Nederland niet be valt. Voor mij is het werkelijk India, terwijl het daar veel armer is. Er lopen daar lui met grote zware stenen op hun hoofd van ’s morgens vijf tot 's avonds laat. Je ziet er vrouwen dikke bo men zagen. In Bombay moest in de rotsbodem een diepe kuil worden gegraven voor een ge bouw. Je zag broodmagere vrouwtjes de hele dag grote manden vol stenen uit die kuil sjouwen. Ze verdienen er maar heel weinig mee. Als;een bedelaar er een roepie krijgt, is dat heel veel. Ze slapen gewoon op straat. Ik heb er een vrouw gezien, die achter een man aankroop die een blad met suikergoed droeg. Ze zocht de kruimels op die in het slijk vielen. Je ziet vaak mensen in de modder naar eten zoeken!” „Sommige mensen zeggen tegen je: Als je geen geld hebt moet je maar gaan werken. Daar heb ben ze nog groot gelijk in ook, want het is zo. Maar als ik een keer werk en alle andere dingen vergeet, heeft het geen zin. Je hebt alleen je geld en je baan. En iemand boven je die zegt: Je moet dit en dat doen! Die dwang heb je daar in India niet. Als je je daar niet goed voelt, rook je wat en je hemel wordt weer helder. Maar dat strand is al een soort legende geworden, je' hebt er een hele troep meelopers die er maar een beetje bij zitten en niet zo goed weten waar ze aan toe zijn”. invasie vooorbereid. „Ze zijn welkom hier”, meldt het stadsbestuur van Kopenhagen. „Ze kunnen zelfs rekenen op goedkoop onderdak met ontbijt en goede sanitaire voorzieningen en slapen op straat zal dan ook echt niet nodig zijn”. ALS DEZE accommodatie onvoldoen de zou blijken (en dat lijdt nauwelijks tw(jfel, bij de te verwachten invasie van duizenden jongens en meisjes uit de gehele westerse wereld) wil men voor meer „sleep-in’s” zorgen in leeg staande schoolgebouwen, studenten flats en dergelijke. toestand e.d. als dat onverhoopt nodig mocht blijken. En voor de rest hoopt men dan maar op een goede afloop van het grote avontuur, dat stadsbestuur, officiële diensten en middenstanders voorshands meer zorgen baart dan dat het baten zal opleveren. De voornaam ste kopzorg van alle betrokkenen schijnt te zijn, dat de aanwezigheid van een heirleger „sociale” toeristen de echte toeristen met hun deviezen wel eens zou kunnen weerhouden van een bezoek aan de Deense hoofdstad, waar van met name de gevestigde hotellerie aanzienlijke inkomstenderving ZO ZIT NICO SCHOLTE nu als nachtwaker op een camping in Groningen. Op zich een wat merkwaardig beroep voor iemand die gewend is aan lief-zijn-voor-elkaar en iedereen vrijlaten. Maar het verdient Hij praat vrij moeilijk, vooral als hij wil formuleren wat hem nu precies aan trekt in India. Het is een soort gevoel dat hij moeilijk kan verkillen tot een stel starre woor den: „Eerst wilde ik een beatnik worden, zwer ver dus, dat was het: vrij zijn. Zwerven langs de weg. Je doet wat dingetjes om een beetje geld te verdienen, je „rookt” dus, allemaal heel fijn!” „Veel jongens gaan naar India voor de rokerij. Elf gram marihuana kost daar een roepie, dat is ongeveer vijfendertig cent. In elk dorpje is wel een figuur, die het spul rookt en waar je het kunt krijgen. Je hebt ook speciale winkeltjes; als je een beetje rondvraagt brengen de mensen je er wel heen. En de hasj groeit er gewoon langs de weg. De wat ouderen, zo boven de 25 jaar, gaan er vaak heen om bij een meester een medi- tatiecursus te volgen. Vooral veel Amerikanen doen dat, misschien omdat in Amerika veel l.s.d. gebruikt wordt, dat maakt de geest al ruimer”. „Ik heb er ook voortdurend gerookt. Je valt er niet in de dagelijkse rotdingetjes die je hier kapot maken. Maar de eerste keer wist ik ook niet goed waar ik aan toe was. Een jongen had nie mand om mee te roken, en toen heb ik mee gedaan, want het is onplezierig om alleen te roken. Je voelt je dan wel lekker, maar met een paar mensen gaat het beter”. „IK ZAT HIER vijf maanden op een drukkerij toen het lente werd. Ik ben toen gelijk naar Pa rijs gegaan. Na een tijdje rondhangen kwam ik er een Sikh tegen die me een adres in Bombay gaf. Ik ging Parijs uit, sliep bij St Rafael in de bosjes en in dat dorp bleek een jongen te wonen, die ook naar India wou, maar die nog nooit iemand had gevonden die met hem mee wilde. Hij was nog ergens verwant aan het Portugese koningshuis en nadat hij zijn vader een briefje had geschreven kreeg hij 150 dollar”. „Samen zijn we toen verder gegaan, ik heb twee maanden op een hotelkamertje in Teheran gezeten”. Hoe kwam je aan geld? „Op deze wijze dus!” (houdt zijn hand op). „We trokken met een groepje naar het rijkere deel van Teheran, er waren daar mensen die zo twee dollar weggaven. De eerste keer had ik er geen zin in; het was een zelfoverwinning, zoiets doe je niet. Maar toen je het eenmaal deed en het resultaat gaf, was je er gauw aan gewend. Ik heb er steeds goed kunnen eten en ook nog sham- po kunnen kopen. Het meeste wat je daar deed was roken en praten. Je had er met een stel jongens een soort huiselijk kringetje". „Je komt steeds weer nieuwe lui tegen, dat gaat erg gemakkelijk. Ik ben toen later door Pakistan gaan liften, maar daar weet ik weinig meer van omdat ik steeds „stoned” was van het VOOR NICO SCHOLTE en zijn mede-„bloemenkinderen" (bloemen de len zij overigens zelden meer uit, maar lief-zjjn-voor-elkaar dat lukt nog altijd wonderwel) is het zomerseizoen aangebroken. De „kolonies” in India en andere warme hippie-oorden stro men leeg, de trek naar de zomerkwar- tieren is begonnen. Niet de Amster damse Dam zal dit jaar het grote ver zamelpunt zijn nu slapen daar ver boden is, maar het Parijs van het Noorden, de Deense hoofdstad Kopen hagen, dat zich al ijverig (hoewel vol gens insiders niet bijzonder grondig) op de hoogzomerse hippe toeristen- Je bent er voortdurend samen, zoiets bevalt heel goed. Het is een hele mooie streek, je zit er rus tig bij elkaar en je bent blij. Het aantrekkelijke is dat bij elkaar zijn. Niks stoort je meer, alle mensen zijn goed en lief. Als je een huisje binnenloopt word je er meteen opgenomen. Iedereen houdt zich bezig met geestelijke en wetenschappelijke dingen, met mediteren voor al. Er zijn veel „sadoes”, zij leiden een deugd zaam '■Jeven, onthouden zich van materiële, we reldse dingen en proberen de waarheid te vinden”. gaat zitten. Ik ben weer teruggegaan naar Goa. Er waren weer andere lui, er werd een groot feest gehouden. Er stonden luidsprekers, het hele strand was vol muziek en er werd eten uitge deeld. Het gebeurt er vaak dat iemand geld gaat inzamelen om een grote maaltijd te maken. Iedereen kan dan mee-eten en er wordt muziek gemaakt”. a» drank- en drugmisbruik, hygiënische verwacht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 13