DE PATIËNTEN WILLEN
SOMS LANGER BLIJVEN
DAN NOODZAKELIJK IS
LEVENSSCHOLEN” INPLAATS VAN ZIEKENHUIZEN VOOR GEETESZIEKEN
DE TRALIES ZIJN VERDWENEN w>')
iri
SS»
fv-
I-*
16
Tekenend poor veranderingen
in de psychiatrische ierg
i
ZATERDAG 5 JUNI 1971
EERBIEDIGEN
OPLEIDING
ACUTE NOOD
TOLERANTIE
MOPPEREN
PRIKKEL
Geneesheer-directeur JA.
Verheul: „Door de optimale
verzorging neemt de prikkel,
het ziekenhuis te verlaten af’.
T1 TANNEER IEMAND in vroeger
yy tijden, en dan spreken we over nog
niet zo lang geleden, in een psy
chiatrisch ziekenhuis moest worden opge
nomen, dan werd hij of zij eerst in bad
gestopt. Was dat klaar, dan kreeg de pa
tiënt gestichtskleren en werden persoon
lijke bezittingen in bewaring genomen.
Daarmee werd hij beroofd van een stuk
persoonlijkheid. Veranderde inzichten
hebben ertoe geleid, dat opname in een
psychiatrische kliniek niet meer ver
schilt van een opname in een wat we zou
den willen noemen een ziekenhuis voor
uitwendige ziekten. De groepsverzorging
heeft plaats gemaakt voor een gerichtheid
op het individu.
TKJADAT WIJ VORIGE WEEK IN ERBIJ een
1 i globale schets gegeven hebben van de ont
wikkeling der psychiatrie, wordt in dit
artikel aandacht besteed aan de behandeling en
het leven in de psychiatrische ziekenhuizen.
Voor dit tweeluik over de psychiatrische zorg
werden bezoeken gebracht aan twee grote
ziekenhuizen op dit gebied in Noordwijkerhout,
St. Bavo en Sancta Maria. In St. Bavo worden
een kleine achthonderd mannelijke patiënten
verpleegd, voor wie ruim vijfhonderd personeels
leden zijn aangetrokken. In Sancta Maria, waar
uitsluitend vrouwen worden opgenomen, Ver
blijven eveneens een kleine achthonderd zieken
en is ongeveer eenzelfde aantal personeelsleden
werkzaam. De beide inrichtingen bestaan respec
tievelijk 57 en 42 jaar. Tussen de ziekenhuizen
groeit een nauwe samenwerking. Een eerste stap
is een gecombineerde opleiding voor leerling-
verplegers en -verpleegsters, waarmee in 1970
w erd begonnen.
Het re-socialisatiepaviljoen: zelf
kopen en koken.
I-
it
■i
ito a
WIM J. VAN LUYKEN
(Foto’s: HANS WARNARS)
99
De activiteiten van de patiënt gedurende een
observatieperiode vormen een belangrijk brok
informatie bij de bepaling van de verdere be
handeling in het ziekenhuis. De mogelijkheden
zijn gevarieerd, al naar gelang het ziektebeeld.
Zo zijn er paviljoens voor de rustige patiënten,
voor de ernstig gestoorden, voor zieken, voor
ligt meer op het verzorgende aspect Na deze
pre-klinische periode worden de vakken ver
der uitgediept en aangevuld met neuro-anato-
mie, fysiologie, pathologie, groepsdynamica en
medische ethiek. Wel een verschil met de in
de vorige eeuw door de anatoom Thomas Willis
verkondigde filosofie dat intimidatie, bedrei
ging en slaag bij geestelijk gestoorden genezing
zou brengen. Tussen haakjes; degenen die ge
ïnteresseerd zjjn voor de opleiding tot ver
pleegkundige, nodig is: mavo 4 of gelijk
waardige opleiding en voor ziekenverzorgenden:
minimaal drie jaar vervolgonderwijs. De toe-
latingsleeftijd is zeventien jaar.
FOUDRAINE heeft reden om aan te
nemen, dat de vrees voor personeels
overschot bij consequentie doorvoering
keren. Hij krijgt dan weer de zorg voor kleding,
voedsel en behuizing”.
De eerste groep loopt stage in beide zieken
huizen en de laatste gaan voor een periode van
drie maanden naar een verpleegtehuis. De op
leiding begint met een preklinische periode,
welke gezien moet worden als een oriëntatie ten
aanzien van het vakkenpakket en werkmilieu.
De leerling maakt op een zo breed mogelijke
basis kennis met het ziekenhuis en de oplei
ding. Per week wordt één dag stage gelopen
op een bepaalde afdeling. De overige dagen
komen vakken aan de orde als verpleegkunde,
algemeen en psychiatrisch; psychiatrie, psycho
logie, natuur- en scheikunde, maatschappelijke
gezondheidszorg, EHBO, anatomie, fysiologie,
handenarbeid, expressie en voedingsleer.
ZOALS HET WETSONTWERP Bescherming
Geestelijk Gestoorden al beoogt „bevorderd
dient te worden, dat de zorg voor deze patiën
ten buiten de muren van het psychiatrisch
ziekenhuis wordt verbeterd” ziet dokter Ver
heul als een belangrijke ontwikkeling in de toe
komst een grotere opvang in de maatschappij
zelf, waardoor het aantal opnamen kan worden
teruggedrongen en meer ruimte ontstaat voor
hulp aan acute gevallen, één van de moeilijke
problemen in de psychiatrie. „Een aantal bed
den moet worden vrijgehouden, hetgeen ten
koste gaat van de normale opnamegevallen.
Het betekent een zware belasting. Je kunt niet
programmeren”.
Acute nood treedt nogal eens op met feest
dagen of vakanties, wanneer een ander sociaal
patroon ontstaat. De vereenzaming met feest
dagen maakt de nood extra schrijnend. Een
weekeinde levert naar verhouding al meer pa
tiënten op dan een werkweek. Volgens dokter
Verheul zal de psychiatrie wat ontwikkeling be
treft in een stroomversnelling raken. Speciale
klinieken zijn nodig voor specifieke groepen,
als verslaafden en voor de kinder- en jeugd
psychiatrie, waarvoor de voorzieningen volgens
dokter Verheul nog schaars zijn. „De behoefte
groeit heel hard; het is een van de knel- en
zorgenpunten”.
Foudraine is niet zover gegaan dat
hij een blauwdruk voor de toekomst
van de psychiatrie neerlegt. Wel geeft
hij aan het eind van zijn boek een
reeks futurologische verkenningen. Hij
denkt aan een instituut dat zich zal
richten op voorkoming van opneming
in de nu bestaande psychiatrische in
richtingen. Waarin mensen In een cri
sis en het leven is te pijnlijk voor
velen kortstondig kunnen worden
opgevangen.
„Wie is van hout” is uitgegeven bij
uitgeverij Ambo in Bilthoven.
DIT KOMT wellicht het sterkste over
in de hoofdstukken over Chestnut
Lodge, een Amerikaanse psychiatrische
inrichting, waar Foudraine de leiding
kreeg van het paviljoen Upper Cottage,
DE PATIËNT krijgt na kennismaking infor
matie over het ziekenhuis, wordt niet dadelijk
in bed verpleegd, tenzij noodzakelijk, maar
eerst voorgesteld aan de mensen, die hem gaan
verzorgen. Vaak heeft de behandelende arts ’n
gesprek met de meegekomen familie. Het is be
langrijk dat de patiënten zich zo snel mogelijk
zeker in hun nieuwe omgeving voelen. Mocht
de eerste nacht worden verstoord door slape
loosheid, dan zorgt een slaapmiddel voor rust.
Geneesheer-directeur J. A. Verheul van Sancta
Maria: „De eerste indruk moet zo aangenaam
mogelijk zijn”. Persoonlijke bezittingen en kle
ding worden niet meer opgeborgen.
EEN MARKANTE ontwikkeling is de toe
nemende samenwerking tussen geneeskunde en
verpleging. Het maatschappelijke beeld van
verpleging van geestelijk gestoorden loopt ach
ter volgens dokter Verheul. „Dat heeft twee
oorzaken. De functie is te veel gepresenteerd
door het religieus zijn en teveel is de eigen
schap van verzorging benadrukt. Het was vroe
ger een bedlegerige aangelegenheid, de patiën
ten waren inactief”. Net als de psychiatrie zelf
is ook daar grote verandering in gekomen. Bei
de ziekenhuizen in Noordwijkerhout, St. Bavo
en Sancta Maria kennen sinds vorig jaar 'n ge
combineerde opleiding, tot psychiatrisch ver
pleegkundige, welke cursus drie jaar duurt. Een
jaar korter vergt de opleiding tot ziekenver
zorgende.
huis doet denken. Upper Cottage wordt
benoemd tot Levensschool. Patiënten
heten voortaan „studenten”. Zij dienen
zichzelf niet als ziek maar als onwe
tend te beschouwen. Dat betekent weer
meer eisen.
Foudraine constateert, dat de patiën
ten in de ban zijn geraakt van het me
disch waardesysteem en daaraan ook
koppig vasthouden: als ik word aan
gesproken als patiënt en anderen moet
aanspreken als zuster en dokter en me
dische behandeling onderga binnen een
instituut, dan ben ik dus geestesziek.
Zijn nieuwe behandelingswijze, conse
quent vol gehouden, was vruchtbaar.
Verschillende patiënten die 52 jaar in
Upper Cottage hebben geleefd, bewo
nen nu flats en hebben de inrichting
verlaten.
Wat onbegrijpelijk is, nu nog, is de
zwakheid waarmee schizofrene patiën
ten tegen de maatschappij opkijken.
Aan hun rol in die maatschappij ont
trekken zij zich met succes in de in
richting die als het ware belemmert
dat zij in die maatschappij terugkomen.
OOK DE overblijvende vrije tijd wordt ge
leerd zo aangenaam mogelijk door te brengen
met winkelen, een bejaardensoos of culturele
activiteiten. Is het een wonder dat sommige
patiënten uit dat verzorgde wereldje niet meer
weg willen? „Soms moeten wij ze stimuleren om
ze uit de bschutte sfeer te doen verlaten”. De
terugkeer naar de maatschappij wordt stap voor
stap, getemporiseerd, voorbereid. Het laatste
station is het re-socialisatiepaviljoen, waar de
patiënten met een toegewezen budget zelf in
kopen voor maaltijden doen en het eten ook
zelf bereiden. Een „dienstschema” regelt wie
in welke week moet koken of afwassen. „Het
is een soort ontwenningskuur, het begint met
een dag verlof, dan met een langére vakantie,
totdat de patiënt mentaal klaar is voor ont
slag”. Hij keert niet altijd naar zijn oude milieu
terug, daar immers dat milieu vaak één van de
oorzaken voor de geestelijke ver- of gestoord
heid is geweest.
Zoals dokter Verheul al vertelde wordt de
doorstroming steeds groter. Oorzaken? „De ver
anderde houding van de maatschappij, de medi-
MAAR DE grote doorbraak komt als
Foudraine decreteert dat alles moet
worden vermeden wat aan een zieken-
ER ZIJN twee mogelijkheden voor de wijze
waarop opname in een psychiatrisch ziekenhuis
tot stand komt: vrijwillig of met een rechtelijke
machtiging. Van deze gedwongen opname wil
men in de toekomst zoveel mogelijk af. In het
wetsontwerp Bescherming Geestelijk Gestoor
den, dat ter behandeling bij de Tweede Kamer
is Ingediend, streeft men er naar de gedwongen
opname te voorkomen. Komt iemand met een
rechtelijke machtiging voor opname, dan wordt
hem verteld dat als hij wegloopt instanties wor
den gewaarschuwd en hij weer wordt terugge
bracht. Komt iemand op vrijwillige basis, dan
mag hij gaan en staan waar hij wil, mits hij bij
’t verlaten van de inrichting ’n verklaring te
kent, waarbij hij de medische consequenties
aanvaardt Dokter Verheul: „Wij moeten de
rechten van de patiënten eerbiedigen, maar we
moeten soms ook om de consequenties voor de
patiënten denken. Ik heb meegemaakt dat ie
mand, nogal verward, op vrijwillige basis werd
opgënomen. In een moment van overspannen
heid eiste hij op staande voet te vertrekken.
Maar zijn toestand was van dien aard dat uit
leg niet over kwam. We hebben toen een rech
telijke machtiging bevorderd, hetgeen lukte. De
man herstelde en bij zijn ontslag praatten we
met hem over de positieve en negatieve ele
menten van zijn opname. Hij vroeg toen of wy
een rechtelijke machtiging niet hadden kunnen
voorkomen. „Wist ik wat ik zei. U licht die zin
ik wil weg eruit”, aldus de patiënt”.
bejaarden en zwakzinnigen, al hoewel deze
laatste groep meer en meer in speciale inrich
tingen wordt opgenomen. Een van de laatste
schakels in het proces van de terugkeer naar de
maatschappij is het resocialisatiepaviljoen,
waar de genezenen worden voorbereid op het
ontslag uit het ziekenhuis.
Van het beeld, dat de inrichtingen jaren ge
leden boden, is dan ook niet veel meer over.
Zoals we in het eerste artikel reeds schreven,
beperkte de verzorging zich vroeger tot ver
pleging in bed. Medicijnen hebben echter voor
een stormachtige ommekeer gezorgd, waardoor
patiënten veel actiever kunnen zijn. Reden,
waarom zij op alle mogelijke manieren worden
beziggehouden. Outillage en accommodatie,
vaak modern, zijn daar op afgestemd.
Tot de activiteiten behoren bewegingsthera
pie (sport en spel, met onder meer zwemmen),
muziektherapie, speltherapie (creatief bezigzijn
met volksdansen, ballet, verbale expressie en
toneel en werken met afvalmateriaal), bezig
heidstherapie (gerichte handvaardigheid) en
arbeidstherapie. Bij dit laatste onderdeel wordt
de werksituatie nagebootst. Er wordt voor op
drachtgevers tegen concurrerende prijzen ge
werkt, terwijl de patiënten worden gestimu
leerd tot arbeidsactiviteiten en daarvoor een
beloning ontvangen.
een paviljoen dat hij heeft trachten om
te vormen van kliniek tot levensschool.
De reportages, die hij hieraan wijdt
vormen zonder meer een hoogtepunt in
dit ruim 470 pagina’s tellende boek.
Upper Cottage heeft schizofrene pa
tiënten die er al 25 jaar zitten. Uit de
groep van zes vrouwen die Foudraine
beschrijft, worden de meesten dag en
nacht verzorgd. Zij leven als planten.
In een gesprek met zijn staf probeert
Foudraine een nieuwe methode. Fou
draine wilde actie. De chaos was gebo
ren. De patiënten voelden zich in deze
nieuwe therapie bedreigd. Wat zou er
overblijven van hun rol, samengesteld
uit gedragingen die men als gek, hul
peloos, onverantwoordelijk en invalide
zou kunnen omschrijven? Het personeel
begon aarzelend aan het experiment
zich afvragend hoe het zou verlopen
als patiënten zelf huishoudelijk wen'
zouden gaan doen, zelf de administrate
ter hand zouden nemen.
DE ZIEKENVERZORGENDEN krijgen in
grote lijnen hetzelfde pakket, maar het accent
wel eens bewaarheid zou kunnen wor
den. Maar geleidelijk bereikt Fou
draine, bereiken staf en patiënten re
sultaten. Uit gesprekken blijkt dat.
Een verzorgster ziet haar patiënt dwei
len. „Ik dacht, ze worden zelfstandiger,
nu ga ik haar verliezen. Eerst was ze
als een dochter van me.” Foudraine
bespiegelt dat deze patiënte een uur
per dag door haar psycho-analyticus
wordt onderhouden dat ze zelfstandi
ger, minder weerloos in het leven moet
staan. Maar praktisch onder zijn neus
werkt de verzorgster 24 uur per etmaal
in de tegenovergestelde richting.
SOMMIGE verpleegsters voelen zich
nutteloos als hun werk uit handen
worden genomen. Het uniform voor de
verpleegsters vervalt. Patiënten mogen
de sleutels van de deuren hebben, weer
Ti in er verplegers en verpleegsters die
het gevoel hebben dat er grenzen weg
vallen, waardoor ze zich nutteloos gaan
voelen.
HET MOET een soort levensschool
vormen, met de mogelijkheid om men
sen een nieuwe doorbraak naar het
leven in de maatschappij te bieden. Er
moeten kansen komen voor psychothe
rapie van gezinnen en groepen. Fou
draine is uitermate voorzichtig met de
opschrijving van zijn sociaal-interven-
tiecentrum. Het mag geen instituut
worden, dat de opgenomen cliënten in
stitutionaliseert. Dan vluchten ze toch
weer.
camenten, de verplegingsmethoden, sociale
voorzieningen, beschutte werkplaatsen, de huis
arts, alles en iedereen is meer voorbereid op
terugkeer van een psychiatrisch verpleegde. De
bereidheid iemand, bijvoorbeeld in een werk
situatie op te vangen is groter geworden. Soms
is de tolerantie ook minder. Denkt u maar aan
de verstedelijking. In steden is de opvang
moeilijker dan in een agrarische setting”.
EEN PATIËNT van een psychiatrisch zieken
huis komt eerst op de klinische afdeling te lig
gen, waar gedurende een observatieperiode met
bijvoorbeeld creatieve therapie een beleid ten
aanzien van de behandeling wordt uitgestip
peld. Dokter Verheul: „Als het even kan, moet
de patiënt van de ziekenzaal af, het wekt te
veel de indruk van ziek zijn. Is de patiënt dus
niet bedlegerig, dan moet hij zo snel mogelijk
op geregelde tijden opstaan en activiteiten ont
plooien; na enige tijd gerichte activiteiten als
creatieve therapie of eenvoudige arbeidsthera
pie. De patiënt mag zich niet vervelen. Gebeurt
dat, dan gaat hij misschien mopperen, hetgeen
niet bevorderlijk is voor de sfeer”.
DE DUUR van het verblijf in een psychia
trisch ziekenhuis hangt af van de toestand van
de patiënt. Maar de, doorstroming wordt steeds
groter, meer en meer patiënten worden ge
nezen naar de maatschappij teruggestuurd.
Dokter Verheul: „Bij onze 750 bedden tellen
we 300 ontslagen per jaar”. Maar er is ook een
categorie, die vaak langer wil blijven dan arts
en maatschappij verlangen. Opname en ver
pleging zijn een kostbare zaak. „Geneeskunde
wordt steeds kostbaarder en meer en meer ont
staat behoefte aan een doelmatig beleid”. De
patiënt daarentegen redeneert soms: ,,’t Is hier
zo slecht nog niet”. Dokter Verheul: „Door de
optimale verzorging neemt de prikkel het
ziekenhuis te verlaten af. De patiënt vindt hier
beschutting en bescherming, de verpleegprijs
wordt vergoed en de uitkeringen gaan gewoon
door. In eng economisch opzicht is het voor een
patiënt nadelig naar de maatschappij terug te
HET BOEK dat psychiater J. Fou
draine heeft geschreven: „Wie is van
hout”.een gang door de psychiatrie”
is een gang van vijftien jaar, en een
geladen afrekening. Foudraine heeft
eerst in Leiden medicijnen gestudeerd.
Hier en in Amsterdam specialiseerde
hij zich tot psychiater. In 1961 ging
hij naar Amerika en werkte in een van
de meest progressieve psychiatrische
centra. Hij bereikte opmerkelijke re
sultaten met een groep als hopeloos op
gegeven „patiënten”. Maar een zege
tocht werd het niet. Want zijn werk
heeft Foudraine nu psychiater in
Amsterdam hardhandig geleerd dat
de officiële psychiatrie op de verkeer
de weg is. Centraal staan voor hem
vragen als: is de medische vooroplei
ding van de psychiater wel nodig?
Moeten wij mensen met afwijkend ge
drag zonder meer patiënten noemen?
En zijn psychoses en schizofrenie wel
terug te brengen tot procesmatige ziek
tes en erfelijkheid”?
wonderlijk in de wetenschappelijke
wereld van nu, die ook geraakt is door
een denken, dat zich kritisch opstelt
tegenover de maatschappelijke verwor
venheden. Maar het opmerkelijke van
Foudraines boek is de vorm. Er is een
boek ontstaan, waarin de neerslag van
de ervaringen van de psychotherapeut
staat. Omlijst en aangevuld met een
theoretisch raamwerk om Foudraines
inzichten te schragen. Door die opzet
kon Foudraine zich buiten de wereld
van de collega-psychiaters laten horen.
Juist door het feit dat hij aansluiting
zoekt bij inzichten uit andere weten-
schappen met name de psychologie, de
sociologie en de culturele anthropolo-
gie, verdient Foudraine aandacht. Fou
draine is de overtuiging toegedaan, dat
de psychotische mens begrepen kan
worden en psychotherapeutisch bena
derd moet worden.
FOUDRAINE beantwoordt die vra
gen ontkennend. Dat is niet zo ver-
SM