Commentaar van loodsen: Bittere en Hoofd A. Louridtz nam afscheid Ronde van Jubileumconcert jeugdkoor sarcastische kritiek VAN AMSTERDAMSE HAVEN IN” „VOORHAVEN LEIDT ONDERGANG Beverwijk in Sportweek „De Goede Herder” „Ik heb nu al heimwee I Zevenendertig jaar verbonden aan Franciscus 2 Dirigent Huizinga nam afscheid Scheepsbouw steeg twee plaatsen op wereldranglijst gr, - H ij 5 IJMUIDER COURANT ZATERDAG 5 JUNI 1971 I 99 Kort IJmondnieuws Chaos Nota bene Theorie Kop uit zand (Van een onzer verslaggeefsters) IJMUIDEN Met een uitvoerig commentaar heeft de Vereniging „De Nederlandse Loods” gereageerd op het technisch-nautische rapport van de werkgroep Voorhaven en Tweede Grote Sluis, die beter bekend is ge worden als de Commissie Unger-Vos. In dit commentaar komt men tot de volgende conclusies. „Het rapport geeft een zeer ernstige voorstelling van zaken betr. prioriteit van de voor haven. Deze voorhaven zal enorme investeringen vergen. Voor de schepen die men hier denkt te ontvangen zal de haven evenwel slechts enkele uren per dag bereikbaar zijn. De gevoeligheid voor weersomstandigheden en congesties maken dat de voorhaven nauwelijks concurrerend zal kunnen werken, ook al door het tijdverlies in de aan- en af voer en de grotere af stand naar het Roergebied in vergelijking met de Amsterdamse Westha- ven. Amsterdam zal ernstig geschaad worden door stremming van sluizen en piermond. Lijngoeddiensten en reparatiewerven zullen als eersten de nadelige gevolgen van een voorhaven ondervinden. De chemische industrie zal zich, als de voorhaven wordt aangelegd, slechts tegen wil en dank nog in het Noordzeekanaalgebied vestigen. De loodsen voeren in hun commentaar de volgende argumenten aan. Stremming Loodsen Wel olie Positie Nederlandse werven verbeterd tó i n (Van een. onzer verslaggevers) KEES MAAS De heer Huizinga in volle actie bij het dirigeren van een canon gekomen in het daartoe geplande ankerge- bied, 28 kilometer uit de wal, om een gunstig moment van binnenlopen af te wachten in verband met getij kentering, weersomstandigheden en ligplaatsbeschik baarheid, wordt de loods, bijtijds, waar schijnlijk per helicopter aan boord gezet. Deze loods met presumably ingebouw de computer is gehouden om precies op het moment van stroomkentering, dat hun slechts via een theoretische benade ring voor de geest staat, anker op rond te stomen om slaags te komen in een an- kergebied waar reeds andere bulkcarriers liggen te wachten en dat volgens de te kening nauwelijks een straal, van één kilo meter heeft. Vervolgens moet hij 25 kilo- mer afleggen tot de piermond, daar aan komen met een vaart die maximaal vijf mijl mag bedragen en dat alleen bij on gunstige omstandigheden, zoals het rap port stelt. Hij dient dan vaart te minde ren tot drie mijl. Tevens verliest hij vaart door de zigzag-koers die het schip dan vaart.” dat een herziening van het sluizencomplex in de toekomst nodig zal zijn. In elk ge val moet er ruimte voor een tweede grote sluis worden gereserveerd, maar een be slissing hierover kan naar een verdere toekomst worden verschoven.” „Inderdaad, wanneer Amsterdam dank zij de Voorhaven praktisch van geen be tekenis meer is als wereldhaven, nou, dan hoeft die sluis ook zo nodig niet meer”, aldus, wrang, de loodsen. zijn filmhobby. De voorzitter roemde met name de grote trouw van de dirigent, die moeilijk zal zijn te vervangen. Mevrouw Broek, 25 jaar bestuurslid en nooit afwezig bij repetities, werd ook ge huldigd. Dit geschiedde ook door de heer E. Andrea namens de sectie zang van de Velser Gemeenschap. Woorden van hulde werden tenslotte gebracht door ds Joh. Brezet waarna dat andere onmisbare feest bij dergelijke gelegenheden, de verloting, kon beginnen. Geen spreekuur. De Velsense wethou der van sociale zaken, de heer J. van Leeu wen, is woensdag 9 juni verhinderd zijn, wekelijks spreekuur te houden. In de krant van vrijdag 4 juni is een onjuiste opgave gepubliceerd van de dok- tersdiensten in IJmuiden. Dit weekend hebben diens>t: dokter P. J. W. van Toorn, Kennemerlaan 214, tel. 10035; dokter H. Paleari, Dolfijnstraat 176, tel. 11085 en dokter F. van Venetiën, Kennemerlaan 214, tel. 10035. dat het een „Zodra het in theorie geregelde aan- en afvoerpatroon wordt verstoord door storm, mist, sluisreparatie en dergelijke, zal er aan weerszijden van de sluizen een on voorstelbare chaos ontstaan. Het rapport erkent die mogelijkheid enigszins, maar de werkgroep stelt daarin tevens, dat men met een dergelijke overmacht geen reke ning behoeft te houden (blz. 21 bovenaan). Het behoeft nauwelijks betoog, dat de industrie, die afhankelijk zal zijn van zee transport, bijzonder huiverig zal zijn, zich aan het Noordzeekanaal te vestigen, uiter aard met uitzondering van de chemische industrie.” Over de bereikbaarheid van de haven schrijven de loodsen: „De voorhaven zelf zal voor de schepen waarvoor deze wordt gebouwd honderdtwintig tot honderd- tachtigduizend ton slechts gedurende enkele uren per dag bereikbaar zijn, na melijk bij stil water en bij voorkeur rij zend tij. Of er te zijner tijd voldoende diepte tussen de pieren kan worden aan gehouden om ook met vallend water bin nen te kunnen komen, daarover geeft het rapport geen uitsluitsel. Dit houdt dan in, dat er bij normaal laag water zeker twintig meter water moet staan. Dat is nu veertien meter en Dit staat nota bene in het rapport melden de loodsen met veel uitroeptekens en zij vervolgen sarcastisch: „Bij een tur- bineschip is dat wat lastiger. Deze sche pen laten zich dan ook gewoon uitdrijven, maar mogen daarbij niet meer dan 150 meter van hun koerslijn afwijken, daar dit de halve breedte van het vaarwater ter plaatse is. De sleepboten worden dan vast gemaakt, V. A. op de machine, vaart er uit en over de achtersteven wordt de mam moet naar de ligplaats gemanoeuvreerd in de Voorhaven. Met dit alles zijn wel en kele uren gemoeid en in deze tijd is het in- en uitgaande verkeer grotendeels ge stremd. En wanneer dan alles achter de rug is, kan de tweede per getijkentering geplande bulkcarrier naar binnenkomen”. In het commentaar van de loodsen wordt dan vastgesteld, dat in het rapport een na der onderzoek wel noodzakelijk wordt ge acht en het wijst dan in dit verband op de simulator in Wageningen, waar men vaar- proeven kan nemen. „Waar de theorie van de samenstellers van het rapport dan op berust is ons niet duidelijk. Voldoende proeven zijn er nog niet genomen en zelf zullen de samenstel lers waarschijnlijk weinig met bulkcarriers hebben gemanoeuvreerd. De deskundigen op dit terrein zijn niet geraadpleegd”, zo stellen de loodsen vast en zij vervolgen met: „Elke twijfel aan de economische haal baarheid van de voorhaven in spé wordt angstvallig vermeden. De kostenbereke ning wordt door een zeer rooskleurige bril bekeken. De kosten van wrakopruiming in de tientallen kilometers lange aanloop- route zijn niet opgenomen, evenmin als de kosten van wegen, sporen, kademuren, steigers, loodsen, kranen, het op diepte houden van haven- en piermond en der gelijke. Steeds weer valt de vergelijking tussen tweede grote sluis en voorhaven in het nadeel van de sluis uit. Zo zeer zelfs, dat als argument vóór een Voorhaven een stremming van de Noordensluis wordt ge hanteerd. Schepen voor Amsterdam zou den in zo’n geval uit kunnen wijken naar de Voorhaven. Dat neemt nog niet weg, dat in het rap port met lichte tegenzin wordt vastgesteld, „Daar is dan zo’n voorbeeld van het eigen leven dat de voorhaven is gaan lei den. Men gaat uit van die voorhaven en om die dan economisch verantwoord te doen zijn moet er olie worden aangevoerd. Die extra pijpleiding is alleen verant woord als er meer industrie komt om die olie te verwerken. Daar steekt dan de chemische industrie op Amsterdams lege industrieterreinen de kop uit het zand. Volgens de prognoses van het werk- groep-rapport moet vanuit de voorhaven ruim vijfentwintig miljoen ton over het water afgevoerd worden naar het achter land. Dat betekent dat tweemaal vijfen- twintigmiljoen ton, door het sluizencom plex moet worden verwerkt. Zonder meer houdt dit in, dat de toe gang tot Amsterdam, zowel voor de bin nenvaart als voor de zeevaart ernstig zal worden gestagneerd en dat met grote ver tragingen rekening moet worden gehou den. De Vereniging „De Nederlandse Loods” stelt dan vast: Het jeugdkoor „De Goede Herder” heeft zijn zilveren jubileum gevierd met een feestconcert in het Hervormd Jeugdge- bouw. In ons blad van 2 juni hebben wij al uitvoerig aandacht aan dit jubileum gewijd. Toen vertelden we ook dat dit het afscheidsconcert voor Joop Huizinga zou worden. Nog eenmaal heeft het koor on der zijn bezielende leiding alles gegeven. Nu verwacht het een andere heer. Ook bij dit laatste concert onder leiding van de heer Huizinga viel weer op hoe ongemeen vrolijk dit koor kan zingen. De moeilijkste canons worden er met een aanstekelijk enthousiasme uitgegooid en dat daarbij de zuiverheid wel eens in het gedrang komt, hoeft bij een kinderkoor niet al te veel verbazing te wekken. Het blijven trouwens uitzonderingen. Dat het koor ook heel fijntjes kan zin gen, bleek met name in de Bloemen-can- tate van Geertruida van Vladeracken. Op merkelijk was daar vooral de wijze waar op met subtiele middelen het getik van de regendruppels werd uitgebeeld. Deze cantate is overigens een zeer dankbaar werk, waarin pianiste Jeanne van Asselt alle gelegenheid kreeg te excelleren. Na de pauze werd het kinderzangspel „Liedje gezocht” opgevoerd van Tera de Marez Oijens met teksten van Ton Haze- bos. Het koor kreeg hier vele moeilijk heden te overwinnen, want twee jongens hadden juist de baard in de keel gekre gen. Dat de koning, die zijn lievelingsme lodie kwijt was, dit alleen declamerend kon mededelen, was wel een handicap. Ook de jongen, die de scharensliep moest uitbeelden, had pech: hij had een voet gebroken, zodat een meisje na één repe titie de rol overnam, hetgeen haar overi gens best afging. Dat de uitvoering desondanks een hoog peil haalde, pleit voor de vakbekwaam heid van dirigent en begeleidster, maar ook voor de kwaliteiten van de regisseu se, mevrouw J. Broek-Smakman. Na afloop werden zowel de heer Hui zinga als mevrouw Broek voor het voet- dan moet er dus nog wel het een en ander gebeuren. Uit de kostenberekening blijkt overigens nergens op welke diepte de ha venmond van IJmuiden geplanned is.” „Goed”, zo vervolgen de loodsen, „mi nimaal twee en maximaal vier maal per dag is de voorhaven gedurende anderhalf uur bereikbaar voor zeer grote schepen; bij goed zicht en betrekkelijk weinig wind. Dat om de haverklap een aantal buikcar- riers één of meer tijen zal missen lijkt niet aan twijfel onderhevig, hetgeen on middellijk tot congestie aanleiding geeft, omdat er nauwelijks ruimte is in de be schikbare aanlooptijd om de achterstand in te halen.” licht gehaald. De heer Huizinga kreeg van voorzitter P. C. Tolk een bedrag onder couvert aangeboden, te bestemmen voor De heer N. Terra van het schoolbe stuur bedankt hoofdonderwijzer A. Louridtz, die (links op de foto) met zijn vrouw afscheid nam van zijn col lega’s van de Sint Franciscusschool 2. „Wanneer een bulkcarrier er dan in slaagt de piermond te bereiken, is onmid dellijk de gehele in- en uitgaande vaart gestremd. Daar komt dan nog het gewrie mel van dozjjnen binnenvaartschepen, vis sersschepen en dergelijke bij en dan zien wij voor ons geestesoog al de toegang van onze tweede nationale wereldhaven, die als gevolg van de voorhaven, net als eer tijds de Zuiderzeehavens, met de onder gang wordt bedreigd.” De bepaald niet optimistische loodsen hebben nog meer grieven, want zij beto gen verder: „Ook wanneer de bulkcarrier eenmaal in de voorhaven gemeerd ligt, zijn de problemen nog niet van de baan. Bij storm kan er niet gewerkt worden. Bij harde wind kan de binnenvaart de voor haven niet bereiken. Constante aandacht moet worden besteed aan de trossen, op dat de carrier niet door het halen van het water van zijn trossen slaat. Pijplijnver bindingen van olietankers lopen gevaar te breken. Eén vonk en de hele voorhaven staat in lichterlaaie (vergelijk Diana bij Mobil Oil).” De Vereniging „De Nederlandse Loods” gaat dan in haar commentaar 'verder met een stukje vaktaal, dat we maar letter lijk citeren: „Het hoofdstuk maritieme toegangswe gen behandelt de loodstechnische proble men welke zich voordoen bij het binnen lopen van grote bulkcarriers. Nadat een dergelijk schip via de main trunk (zeven tig mijl uit de wal) en de noordelijke of zuidelijke toenaderingsroute ten anker is Dat wilde de heer Louridtz niet, omdat volgens Jan van de Berg, waarnemend hoofd van de Franciscus 2, „Hij een man is die zich op de achtergrond houdt en elke publiciteit schuwt. Hij is daarvoor te bescheiden, misschien ook een beetje te eerlijk. Louridtz is bovendien geen man, die aandacht trekkende initiatieven nam. Hij heeft tijdens zijn onderwijzersloop baan gewoon keihard misschien wel te hard gewerkt voor de school en had geen tijd om daarnaast veel andere taken op zich te nemen.” De heer Louridtz heeft bijna geheel zijn loopbaan aan de Sint Franciscusschool les gegeven. Na zijn lagere schooltijd in Am sterdam, waar hij in 1909 werd geboren, volgde hij een gymnasiumopleiding en daarna een tweejarige cursus voor onder wijzer. Na gedurende een periode van een Het commentaar van de Vereniging „De Nederlandse Loods” (loodstechni sche commissie, afdelingen Amsterdam en IJmuiden) werd ons toegezonden en was ondertekend door de secretaris van de loodstechnische commissie, de heer H. A. Boekwijt uit Beverwijk. (Van onze wielermedewerker) BEVERWIJK. In het sportpark Adri- chem aan de St. Aagtedjjk wordt zondag onder auspiciën van de Beverwjjkse sport raad de sportweek in Beverwijk afgesloten met een door de BRC „Kennemerland” te organiseren wielerronde. Vrijwel alle streekfavorieten en vele kanshebbers van buitenaf gaan in deze ronde van start. Aan het hoofdnummer van de amateurs zullen maar liefst 95 renners deelnemen. Er gaan ook dames in deze sportweek- ronde aan de slag. Het wielerfeest in het sportpark Adri- chem wordt zondagmorgen reeds om kwart over elf ingezet met een rit voor jeugd- klassers. Daarna starten om twaalf uur 27 aspiranten voor een rit over 25 km. De IJmuidenaar Johny Exalto en Wim Vet uit Beverwijk kunnen zich daarbij mogelijk in de prijzen rijden. Plaatselijk favoriet Jan Metselaar mag bij de nieuwelingen (53 man), die om kwart voor een starten voor een race over 50 km, to de kansheb bers worden gerekend. De voornaamste rivalen van Metselaar zijn Gert Post uit Aalsmeer, de Hillegommer John v. d. Vossen, Theo Sijm uit Zwaagdijk, de Alk- maarder Gerrie Slot, Frans v. d. Raadt uit Vogelenzang en de Noordwijker Nico Glas bergen. De dames (26) vertrekken om kwart over twee voor een wedstrijd over 35 km. Het startschot voor de amateurs wordt om half vier gelost. Zij moeten 100 km af leggen. Onder de 95 ingeschrevenen be vinden zich de ex-profs Jan v. d. Horst (Haarlem), Herman Hoogzaad (Venhuizen), Marinu Paul (Den Haag) en Cees Lute (Castricum). Voorts Gerard Kamper en Dirk Groen (St. Pancras), Rhett van Trigt (Hillegom), Vincent Rebel (Huizen), Piet Kettenis (Den Haag), Gerard Mooi (Lim- men), Jan de Jong (Halfweg) en de streek favorieten Lies de Vries, Nico Hendriks (Heemskerk), Theo van Kouteren, Bas Brouwer (Velsen-Noord), John Vendel, Jack van Hooff (Beverwijk), Rob Schelvis (IJmuiden) en het Spaanse lid van „Ken nemerland” Josée Alba Montiel. Er mag met zoveel kanshebbers en favorieten een aantrekkelijke koers verwacht worden. DEN HAAG. Nederland is in 1970 op de wereldranglijst van scheepsbou wende landen van de tiende plaats opge schoven naar de achtste plaats. Volgens het jaarverslag van de Centrale Bond van Scheepsbouwmeesters in Nederland wer den in dat jaar 101 zeeschepen met een tonnage van 635.315 brt afgeleverd. In de loop van 1970 werden in totaal orders voor 158 zeeschepen met een ton nage van 1.708.647 brt bij de Nederland se werven geplaatst ter waarde van bijna drie miljard gulden. De positie van de Nederlandse scheepswerven verbeterde daarmee, volgens het jaarverslag, aanzien lijk. De ordervoorraad per 1 januari 1971 was bijna driemaal zo groot als het werk onderhanden. Het jaar daarvoor was die ordervoorraad nog praktisch gelijk aan het werk dat toen onderhanden was. Per 1 januari 1970 was de ordervoorraad maar 49 schepen met een tonnage van 705.000 brt, terwijl het onderhanden werk 707.000 brt omvatte. Het loskomen van nieuwe orders is vol gens de scheepsbouwers te danken ge weest aan de afkondiging van de verho ging van de rente-overbrugging door de regering. Hoewel dit besluit rijkelijk laat kwam, had dit het bijkomende voordeel dat de Nederlandse werven relatief korte levertijden in het vooruitzicht konden stel len op een tijdstip dat er een groeiende vraag naar nieuwe schepen bleek te be staan, aldus het verslag. De groeiende ordervoorraad hoeft vol gens de scheepsbouwers niet te betekenen dat de financiële resultaten van de Ne derlandse werven over 1970 onverdeeld gunstig zullen uitvallen omdat de in 1970 afgeleverde schepen in het algemeen al enkele jaren geleden tegen de toen gelden de vaste prijzen zijn afgesloten. Hoewel Nederland in de gunstige omstandigheid verkeert dat het onderhanden werk en de ordervoorraad per 1 januari van het vorig jaar relatief klein van omvang wa ren moet er volgens de scheepsbouwers rekening mee worden gehouden dat zich in Nederland gevallen zullen voordoen waarbij de werven met aanzienlijke ver liezen zullen werken als gevolg van oude contracten. VELSEN. „Een enorme man, die niet aan de weg timmert, maar zich wel erg verdienstelijk heeft gemaakt voor het ka tholiek onderwijs in IJmuiden-Oost Een man op wie je bouwen kon”. Zo werd vrijdagmiddag door enkeleo nderwijzers het hoofd van de IJmuidense Sint Fran ciscusschool 2, de heer A. A. M. Lou ridtz, genoemd. Hij nam in de theeschen- kerij van Velserbeek afscheid van het schoolbestuur en zijn collega's, een gebeu ren zonder veel omhaal, klinkende speeches of dure cadeaus. jaar als invaller in de hoofdstad werk zaam te zijn geweest, was de heer Lou ridtz van 1934 af aan de Sint Franciscus school in IJmuiden verbonden. Eerst als onderwijzer met een grote belangstelling voor het vak muziek, waarin hij gespecia liseerd was toen hij verschillende muziek- aktes behaalde. Later, van 1961 af, als hoofd van de school, een ambt dat hij tot 1 augustus 1971 bekleedt, de datum waarop hij in de leeftijd van 61 jaar met vervroegd pensioen zal gaan om gezond heidsredenen. Ook daarom wilde de heer Louridtz het afscheid in een kleine kring vieren. De heer N. Terra, voorzitter van het schoolbestuur Sint Laurentius, wenste de heer Louridtz nog heel lang een goede gezondheid toe en hij prees het school hoofd voor zijn grote verdiensten. „Nu nog denken vele kinderen die hij heeft opgeleid aan de heer Louridtz terug als een fijne onderwijzer, die de kinderen be greep, voor ze openstond en in de klas en op school een geweldige sfeer wist te scheppen”, aldus de heer Terra. Weliswaar zagen zijn leerlingen af en toe door de rook hun onderwijzer niet meer, zoals en kele onderwijzers vertelden, maar scheen onvermijdelijk te zijn, want schoolhoofd Louridtz rookte altijd sigaar. De voorzitter van het schoolbestuur be dankte de heer Louridtz voor de prettige wijze, waarop hij met het bestuur had samengewerkt en zich vooral verdienste lijk had gemaakt, toen de parochiële jon gens- en meisjesschool gecombineerd wer den. De Franciscusschool 2, waarvan de heer Louridtz hoofd werd, kreeg de eerste drie klassen, de onderbouw en de Fran ciscus 1 vormde de bovenbouw. Namens het bestuur en het onderwij zend personeel bood de heer Terra twee gouden manchetknopen aan en bracht hij hij ook hulde aan mevrouw Louridtz. Gevraagd naar de mening van de heer Louridtz over zijn pensionering, merkte hij op het jammer te vinden de Sint Fran ciscusschool 2 te gaan verlaten, want aldus het schoolhoofd Louridtz „Ik heb nu al heimwee.” Zij beginnen met vast te stellen, dat naarmate de geschriften over de voorha ven zich opstapelen, het steeds moeilijker wordt een objectief standpunt in te ne men. De fervente voorstanders van deze voorhaven zouden die objectiviteit al lang uit het oog hebben verloren. „Redelijke tegenargumenten worden ter zijde geschoven of gebagatelliseerd en de mogelijke tegenstanders worden zorgvul dig buiten het overleg gehouden,” aldus de loodsen, die voorts betogen, dat de voorhaven reeds een eigen leven is gaan leiden. De loodsen herinneren er aan. dat de door Rijkswaterstaat ingestelde werkgroep oorspronkelijk de taak kreeg de bouw van een tweede grote sluis voor te bereiden. Na verloop van tijd kreeg men pas de opdracht een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden van een voorhaven. „In het onlangs verschenen eerste rapport valt het accent, om niet te zeggen „een lood zware druk” op de voorhaven,” aldus het commentaar van de loodsenvereniging dat vervolgt met: „Een kernpunt van de studie omtrent de wenselijkheid van de voorhaven, is dat deze haven in de eerste plaats bestemd zal worden voor de ontvangst van sche pen voor droog massagoed. De haven be hoeft ontvangst van schepen voor droog massagoed. De haven behoeft niet bereik baar te zijn voor mammoet tan kers omdat de ruwe olie via de pijpleiding vanuit Rot terdam kan worden aangevoerd (blz.13 rapport). Dit in overeenstemming met eer der gedane mededelingen van onder an deren ir. Den Toom, directeur van de Dienst Haven en Handelsinrichtingen van de stad Amsterdam. Eén bladzijde verder in het rapport staat evenwel in een sta- tiestiek aangegeven, dat in de voorhaven te zijner tijd dertig miljoen ton olie zal worden behandeld en dat is bijna veertig percent van de totale overslag in die ha ven. Twintig miljoen ton daarvan zal per pijp leiding naar het achterland worden ge transporteerd.” „Lak aan de pijpleiding vanuit Rotterdam,” voegen de loodsen hier lakoniek aan toe en zij vervolgen hun commentaar met: I IffiS ■s Ml

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 5