Commentaar van loodsen:
Bittere en
Hoofd A. Louridtz
nam afscheid
Ronde van
Jubileumconcert jeugdkoor
sarcastische
kritiek
VAN AMSTERDAMSE HAVEN IN”
„VOORHAVEN LEIDT ONDERGANG
Beverwijk
in Sportweek
„De Goede Herder”
„Ik heb nu al heimwee
I
Zevenendertig
jaar verbonden
aan Franciscus 2
Dirigent Huizinga nam afscheid
Scheepsbouw steeg
twee plaatsen op
wereldranglijst
gr, -
H
ij
5
IJMUIDER COURANT
ZATERDAG 5 JUNI 1971
I
99
Kort IJmondnieuws
Chaos
Nota bene
Theorie
Kop uit zand
(Van een onzer verslaggeefsters)
IJMUIDEN Met een uitvoerig commentaar heeft de Vereniging „De
Nederlandse Loods” gereageerd op het technisch-nautische rapport van
de werkgroep Voorhaven en Tweede Grote Sluis, die beter bekend is ge
worden als de Commissie Unger-Vos.
In dit commentaar komt men tot de volgende conclusies. „Het rapport
geeft een zeer ernstige voorstelling van zaken betr. prioriteit van de voor
haven. Deze voorhaven zal enorme investeringen vergen. Voor de schepen
die men hier denkt te ontvangen zal de haven evenwel slechts enkele uren
per dag bereikbaar zijn. De gevoeligheid voor weersomstandigheden en
congesties maken dat de voorhaven nauwelijks concurrerend zal kunnen
werken, ook al door het tijdverlies in de aan- en af voer en de grotere af
stand naar het Roergebied in vergelijking met de Amsterdamse Westha-
ven. Amsterdam zal ernstig geschaad worden door stremming van sluizen
en piermond. Lijngoeddiensten en reparatiewerven zullen als eersten de
nadelige gevolgen van een voorhaven ondervinden.
De chemische industrie zal zich, als de voorhaven wordt aangelegd, slechts
tegen wil en dank nog in het Noordzeekanaalgebied vestigen.
De loodsen voeren in hun commentaar de volgende argumenten aan.
Stremming
Loodsen
Wel olie
Positie Nederlandse
werven verbeterd
tó i
n
(Van een. onzer verslaggevers)
KEES MAAS
De heer Huizinga in volle actie bij het
dirigeren van een canon
gekomen in het daartoe geplande ankerge-
bied, 28 kilometer uit de wal, om een
gunstig moment van binnenlopen af te
wachten in verband met getij kentering,
weersomstandigheden en ligplaatsbeschik
baarheid, wordt de loods, bijtijds, waar
schijnlijk per helicopter aan boord gezet.
Deze loods met presumably ingebouw
de computer is gehouden om precies
op het moment van stroomkentering, dat
hun slechts via een theoretische benade
ring voor de geest staat, anker op rond
te stomen om slaags te komen in een an-
kergebied waar reeds andere bulkcarriers
liggen te wachten en dat volgens de te
kening nauwelijks een straal, van één kilo
meter heeft. Vervolgens moet hij 25 kilo-
mer afleggen tot de piermond, daar aan
komen met een vaart die maximaal vijf
mijl mag bedragen en dat alleen bij on
gunstige omstandigheden, zoals het rap
port stelt. Hij dient dan vaart te minde
ren tot drie mijl. Tevens verliest hij vaart
door de zigzag-koers die het schip dan
vaart.”
dat een herziening van het sluizencomplex
in de toekomst nodig zal zijn. In elk ge
val moet er ruimte voor een tweede grote
sluis worden gereserveerd, maar een be
slissing hierover kan naar een verdere
toekomst worden verschoven.”
„Inderdaad, wanneer Amsterdam dank
zij de Voorhaven praktisch van geen be
tekenis meer is als wereldhaven, nou, dan
hoeft die sluis ook zo nodig niet meer”,
aldus, wrang, de loodsen.
zijn filmhobby. De voorzitter roemde met
name de grote trouw van de dirigent, die
moeilijk zal zijn te vervangen.
Mevrouw Broek, 25 jaar bestuurslid en
nooit afwezig bij repetities, werd ook ge
huldigd. Dit geschiedde ook door de heer
E. Andrea namens de sectie zang van de
Velser Gemeenschap. Woorden van hulde
werden tenslotte gebracht door ds Joh.
Brezet waarna dat andere onmisbare feest
bij dergelijke gelegenheden, de verloting,
kon beginnen.
Geen spreekuur. De Velsense wethou
der van sociale zaken, de heer J. van Leeu
wen, is woensdag 9 juni verhinderd zijn,
wekelijks spreekuur te houden.
In de krant van vrijdag 4 juni is een
onjuiste opgave gepubliceerd van de dok-
tersdiensten in IJmuiden. Dit weekend
hebben diens>t: dokter P. J. W. van Toorn,
Kennemerlaan 214, tel. 10035; dokter H.
Paleari, Dolfijnstraat 176, tel. 11085 en
dokter F. van Venetiën, Kennemerlaan 214,
tel. 10035.
dat
het
een
„Zodra het in theorie geregelde aan- en
afvoerpatroon wordt verstoord door storm,
mist, sluisreparatie en dergelijke, zal er
aan weerszijden van de sluizen een on
voorstelbare chaos ontstaan. Het rapport
erkent die mogelijkheid enigszins, maar de
werkgroep stelt daarin tevens, dat men
met een dergelijke overmacht geen reke
ning behoeft te houden (blz. 21 bovenaan).
Het behoeft nauwelijks betoog, dat de
industrie, die afhankelijk zal zijn van zee
transport, bijzonder huiverig zal zijn, zich
aan het Noordzeekanaal te vestigen, uiter
aard met uitzondering van de chemische
industrie.”
Over de bereikbaarheid van de haven
schrijven de loodsen: „De voorhaven zelf
zal voor de schepen waarvoor deze wordt
gebouwd honderdtwintig tot honderd-
tachtigduizend ton slechts gedurende
enkele uren per dag bereikbaar zijn, na
melijk bij stil water en bij voorkeur rij
zend tij. Of er te zijner tijd voldoende
diepte tussen de pieren kan worden aan
gehouden om ook met vallend water bin
nen te kunnen komen, daarover geeft het
rapport geen uitsluitsel.
Dit houdt dan in, dat er bij normaal
laag water zeker twintig meter water
moet staan. Dat is nu veertien meter en
Dit staat nota bene in het rapport
melden de loodsen met veel uitroeptekens
en zij vervolgen sarcastisch: „Bij een tur-
bineschip is dat wat lastiger. Deze sche
pen laten zich dan ook gewoon uitdrijven,
maar mogen daarbij niet meer dan 150
meter van hun koerslijn afwijken, daar dit
de halve breedte van het vaarwater ter
plaatse is. De sleepboten worden dan vast
gemaakt, V. A. op de machine, vaart er uit
en over de achtersteven wordt de mam
moet naar de ligplaats gemanoeuvreerd in
de Voorhaven. Met dit alles zijn wel en
kele uren gemoeid en in deze tijd is het
in- en uitgaande verkeer grotendeels ge
stremd. En wanneer dan alles achter de
rug is, kan de tweede per getijkentering
geplande bulkcarrier naar binnenkomen”.
In het commentaar van de loodsen wordt
dan vastgesteld, dat in het rapport een na
der onderzoek wel noodzakelijk wordt ge
acht en het wijst dan in dit verband op de
simulator in Wageningen, waar men vaar-
proeven kan nemen.
„Waar de theorie van de samenstellers
van het rapport dan op berust is ons niet
duidelijk. Voldoende proeven zijn er nog
niet genomen en zelf zullen de samenstel
lers waarschijnlijk weinig met bulkcarriers
hebben gemanoeuvreerd. De deskundigen
op dit terrein zijn niet geraadpleegd”,
zo stellen de loodsen vast en zij vervolgen
met:
„Elke twijfel aan de economische haal
baarheid van de voorhaven in spé wordt
angstvallig vermeden. De kostenbereke
ning wordt door een zeer rooskleurige bril
bekeken. De kosten van wrakopruiming
in de tientallen kilometers lange aanloop-
route zijn niet opgenomen, evenmin als de
kosten van wegen, sporen, kademuren,
steigers, loodsen, kranen, het op diepte
houden van haven- en piermond en der
gelijke. Steeds weer valt de vergelijking
tussen tweede grote sluis en voorhaven in
het nadeel van de sluis uit. Zo zeer zelfs,
dat als argument vóór een Voorhaven een
stremming van de Noordensluis wordt ge
hanteerd. Schepen voor Amsterdam zou
den in zo’n geval uit kunnen wijken naar
de Voorhaven.
Dat neemt nog niet weg, dat in het rap
port met lichte tegenzin wordt vastgesteld,
„Daar is dan zo’n voorbeeld van het
eigen leven dat de voorhaven is gaan lei
den. Men gaat uit van die voorhaven en
om die dan economisch verantwoord te
doen zijn moet er olie worden aangevoerd.
Die extra pijpleiding is alleen verant
woord als er meer industrie komt om die
olie te verwerken. Daar steekt dan de
chemische industrie op Amsterdams lege
industrieterreinen de kop uit het zand.
Volgens de prognoses van het werk-
groep-rapport moet vanuit de voorhaven
ruim vijfentwintig miljoen ton over het
water afgevoerd worden naar het achter
land. Dat betekent dat tweemaal vijfen-
twintigmiljoen ton, door het sluizencom
plex moet worden verwerkt.
Zonder meer houdt dit in, dat de toe
gang tot Amsterdam, zowel voor de bin
nenvaart als voor de zeevaart ernstig zal
worden gestagneerd en dat met grote ver
tragingen rekening moet worden gehou
den.
De Vereniging „De Nederlandse Loods”
stelt dan vast:
Het jeugdkoor „De Goede Herder” heeft
zijn zilveren jubileum gevierd met een
feestconcert in het Hervormd Jeugdge-
bouw. In ons blad van 2 juni hebben wij
al uitvoerig aandacht aan dit jubileum
gewijd. Toen vertelden we ook dat dit het
afscheidsconcert voor Joop Huizinga zou
worden. Nog eenmaal heeft het koor on
der zijn bezielende leiding alles gegeven.
Nu verwacht het een andere heer.
Ook bij dit laatste concert onder leiding
van de heer Huizinga viel weer op hoe
ongemeen vrolijk dit koor kan zingen.
De moeilijkste canons worden er met een
aanstekelijk enthousiasme uitgegooid en
dat daarbij de zuiverheid wel eens in het
gedrang komt, hoeft bij een kinderkoor
niet al te veel verbazing te wekken. Het
blijven trouwens uitzonderingen.
Dat het koor ook heel fijntjes kan zin
gen, bleek met name in de Bloemen-can-
tate van Geertruida van Vladeracken. Op
merkelijk was daar vooral de wijze waar
op met subtiele middelen het getik van
de regendruppels werd uitgebeeld. Deze
cantate is overigens een zeer dankbaar
werk, waarin pianiste Jeanne van Asselt
alle gelegenheid kreeg te excelleren.
Na de pauze werd het kinderzangspel
„Liedje gezocht” opgevoerd van Tera de
Marez Oijens met teksten van Ton Haze-
bos. Het koor kreeg hier vele moeilijk
heden te overwinnen, want twee jongens
hadden juist de baard in de keel gekre
gen. Dat de koning, die zijn lievelingsme
lodie kwijt was, dit alleen declamerend
kon mededelen, was wel een handicap.
Ook de jongen, die de scharensliep moest
uitbeelden, had pech: hij had een voet
gebroken, zodat een meisje na één repe
titie de rol overnam, hetgeen haar overi
gens best afging.
Dat de uitvoering desondanks een hoog
peil haalde, pleit voor de vakbekwaam
heid van dirigent en begeleidster, maar
ook voor de kwaliteiten van de regisseu
se, mevrouw J. Broek-Smakman.
Na afloop werden zowel de heer Hui
zinga als mevrouw Broek voor het voet-
dan moet er dus nog wel het een en ander
gebeuren. Uit de kostenberekening blijkt
overigens nergens op welke diepte de ha
venmond van IJmuiden geplanned is.”
„Goed”, zo vervolgen de loodsen, „mi
nimaal twee en maximaal vier maal per
dag is de voorhaven gedurende anderhalf
uur bereikbaar voor zeer grote schepen;
bij goed zicht en betrekkelijk weinig wind.
Dat om de haverklap een aantal buikcar-
riers één of meer tijen zal missen lijkt
niet aan twijfel onderhevig, hetgeen on
middellijk tot congestie aanleiding geeft,
omdat er nauwelijks ruimte is in de be
schikbare aanlooptijd om de achterstand
in te halen.”
licht gehaald. De heer Huizinga kreeg van
voorzitter P. C. Tolk een bedrag onder
couvert aangeboden, te bestemmen voor
De heer N. Terra van het schoolbe
stuur bedankt hoofdonderwijzer A.
Louridtz, die (links op de foto) met
zijn vrouw afscheid nam van zijn col
lega’s van de Sint Franciscusschool 2.
„Wanneer een bulkcarrier er dan in
slaagt de piermond te bereiken, is onmid
dellijk de gehele in- en uitgaande vaart
gestremd. Daar komt dan nog het gewrie
mel van dozjjnen binnenvaartschepen, vis
sersschepen en dergelijke bij en dan zien
wij voor ons geestesoog al de toegang van
onze tweede nationale wereldhaven, die
als gevolg van de voorhaven, net als eer
tijds de Zuiderzeehavens, met de onder
gang wordt bedreigd.”
De bepaald niet optimistische loodsen
hebben nog meer grieven, want zij beto
gen verder: „Ook wanneer de bulkcarrier
eenmaal in de voorhaven gemeerd ligt,
zijn de problemen nog niet van de baan.
Bij storm kan er niet gewerkt worden. Bij
harde wind kan de binnenvaart de voor
haven niet bereiken. Constante aandacht
moet worden besteed aan de trossen, op
dat de carrier niet door het halen van het
water van zijn trossen slaat. Pijplijnver
bindingen van olietankers lopen gevaar te
breken. Eén vonk en de hele voorhaven
staat in lichterlaaie (vergelijk Diana bij
Mobil Oil).”
De Vereniging „De Nederlandse Loods”
gaat dan in haar commentaar 'verder met
een stukje vaktaal, dat we maar letter
lijk citeren:
„Het hoofdstuk maritieme toegangswe
gen behandelt de loodstechnische proble
men welke zich voordoen bij het binnen
lopen van grote bulkcarriers. Nadat een
dergelijk schip via de main trunk (zeven
tig mijl uit de wal) en de noordelijke of
zuidelijke toenaderingsroute ten anker is
Dat wilde de heer Louridtz niet, omdat
volgens Jan van de Berg, waarnemend
hoofd van de Franciscus 2, „Hij een man
is die zich op de achtergrond houdt en
elke publiciteit schuwt. Hij is daarvoor te
bescheiden, misschien ook een beetje te
eerlijk. Louridtz is bovendien geen man,
die aandacht trekkende initiatieven nam.
Hij heeft tijdens zijn onderwijzersloop
baan gewoon keihard misschien wel te
hard gewerkt voor de school en had
geen tijd om daarnaast veel andere taken
op zich te nemen.”
De heer Louridtz heeft bijna geheel zijn
loopbaan aan de Sint Franciscusschool les
gegeven. Na zijn lagere schooltijd in Am
sterdam, waar hij in 1909 werd geboren,
volgde hij een gymnasiumopleiding en
daarna een tweejarige cursus voor onder
wijzer. Na gedurende een periode van een
Het commentaar van de Vereniging
„De Nederlandse Loods” (loodstechni
sche commissie, afdelingen Amsterdam
en IJmuiden) werd ons toegezonden en
was ondertekend door de secretaris van
de loodstechnische commissie, de heer
H. A. Boekwijt uit Beverwijk.
(Van onze wielermedewerker)
BEVERWIJK. In het sportpark Adri-
chem aan de St. Aagtedjjk wordt zondag
onder auspiciën van de Beverwjjkse sport
raad de sportweek in Beverwijk afgesloten
met een door de BRC „Kennemerland” te
organiseren wielerronde. Vrijwel alle
streekfavorieten en vele kanshebbers van
buitenaf gaan in deze ronde van start.
Aan het hoofdnummer van de amateurs
zullen maar liefst 95 renners deelnemen.
Er gaan ook dames in deze sportweek-
ronde aan de slag.
Het wielerfeest in het sportpark Adri-
chem wordt zondagmorgen reeds om kwart
over elf ingezet met een rit voor jeugd-
klassers. Daarna starten om twaalf uur 27
aspiranten voor een rit over 25 km. De
IJmuidenaar Johny Exalto en Wim Vet uit
Beverwijk kunnen zich daarbij mogelijk
in de prijzen rijden. Plaatselijk favoriet
Jan Metselaar mag bij de nieuwelingen
(53 man), die om kwart voor een starten
voor een race over 50 km, to de kansheb
bers worden gerekend. De voornaamste
rivalen van Metselaar zijn Gert Post uit
Aalsmeer, de Hillegommer John v. d.
Vossen, Theo Sijm uit Zwaagdijk, de Alk-
maarder Gerrie Slot, Frans v. d. Raadt uit
Vogelenzang en de Noordwijker Nico Glas
bergen. De dames (26) vertrekken om
kwart over twee voor een wedstrijd over
35 km.
Het startschot voor de amateurs wordt
om half vier gelost. Zij moeten 100 km af
leggen. Onder de 95 ingeschrevenen be
vinden zich de ex-profs Jan v. d. Horst
(Haarlem), Herman Hoogzaad (Venhuizen),
Marinu Paul (Den Haag) en Cees Lute
(Castricum). Voorts Gerard Kamper en
Dirk Groen (St. Pancras), Rhett van Trigt
(Hillegom), Vincent Rebel (Huizen), Piet
Kettenis (Den Haag), Gerard Mooi (Lim-
men), Jan de Jong (Halfweg) en de streek
favorieten Lies de Vries, Nico Hendriks
(Heemskerk), Theo van Kouteren, Bas
Brouwer (Velsen-Noord), John Vendel,
Jack van Hooff (Beverwijk), Rob Schelvis
(IJmuiden) en het Spaanse lid van „Ken
nemerland” Josée Alba Montiel. Er mag
met zoveel kanshebbers en favorieten een
aantrekkelijke koers verwacht worden.
DEN HAAG. Nederland is in 1970
op de wereldranglijst van scheepsbou
wende landen van de tiende plaats opge
schoven naar de achtste plaats. Volgens
het jaarverslag van de Centrale Bond van
Scheepsbouwmeesters in Nederland wer
den in dat jaar 101 zeeschepen met een
tonnage van 635.315 brt afgeleverd.
In de loop van 1970 werden in totaal
orders voor 158 zeeschepen met een ton
nage van 1.708.647 brt bij de Nederland
se werven geplaatst ter waarde van bijna
drie miljard gulden. De positie van de
Nederlandse scheepswerven verbeterde
daarmee, volgens het jaarverslag, aanzien
lijk. De ordervoorraad per 1 januari 1971
was bijna driemaal zo groot als het werk
onderhanden. Het jaar daarvoor was die
ordervoorraad nog praktisch gelijk aan
het werk dat toen onderhanden was. Per
1 januari 1970 was de ordervoorraad maar
49 schepen met een tonnage van 705.000
brt, terwijl het onderhanden werk 707.000
brt omvatte.
Het loskomen van nieuwe orders is vol
gens de scheepsbouwers te danken ge
weest aan de afkondiging van de verho
ging van de rente-overbrugging door de
regering. Hoewel dit besluit rijkelijk laat
kwam, had dit het bijkomende voordeel
dat de Nederlandse werven relatief korte
levertijden in het vooruitzicht konden stel
len op een tijdstip dat er een groeiende
vraag naar nieuwe schepen bleek te be
staan, aldus het verslag.
De groeiende ordervoorraad hoeft vol
gens de scheepsbouwers niet te betekenen
dat de financiële resultaten van de Ne
derlandse werven over 1970 onverdeeld
gunstig zullen uitvallen omdat de in 1970
afgeleverde schepen in het algemeen al
enkele jaren geleden tegen de toen gelden
de vaste prijzen zijn afgesloten. Hoewel
Nederland in de gunstige omstandigheid
verkeert dat het onderhanden werk en
de ordervoorraad per 1 januari van het
vorig jaar relatief klein van omvang wa
ren moet er volgens de scheepsbouwers
rekening mee worden gehouden dat zich
in Nederland gevallen zullen voordoen
waarbij de werven met aanzienlijke ver
liezen zullen werken als gevolg van oude
contracten.
VELSEN. „Een enorme man, die niet
aan de weg timmert, maar zich wel erg
verdienstelijk heeft gemaakt voor het ka
tholiek onderwijs in IJmuiden-Oost Een
man op wie je bouwen kon”. Zo werd
vrijdagmiddag door enkeleo nderwijzers
het hoofd van de IJmuidense Sint Fran
ciscusschool 2, de heer A. A. M. Lou
ridtz, genoemd. Hij nam in de theeschen-
kerij van Velserbeek afscheid van het
schoolbestuur en zijn collega's, een gebeu
ren zonder veel omhaal, klinkende
speeches of dure cadeaus.
jaar als invaller in de hoofdstad werk
zaam te zijn geweest, was de heer Lou
ridtz van 1934 af aan de Sint Franciscus
school in IJmuiden verbonden. Eerst als
onderwijzer met een grote belangstelling
voor het vak muziek, waarin hij gespecia
liseerd was toen hij verschillende muziek-
aktes behaalde. Later, van 1961 af, als
hoofd van de school, een ambt dat hij
tot 1 augustus 1971 bekleedt, de datum
waarop hij in de leeftijd van 61 jaar met
vervroegd pensioen zal gaan om gezond
heidsredenen. Ook daarom wilde de heer
Louridtz het afscheid in een kleine kring
vieren.
De heer N. Terra, voorzitter van het
schoolbestuur Sint Laurentius, wenste de
heer Louridtz nog heel lang een goede
gezondheid toe en hij prees het school
hoofd voor zijn grote verdiensten. „Nu
nog denken vele kinderen die hij heeft
opgeleid aan de heer Louridtz terug als
een fijne onderwijzer, die de kinderen be
greep, voor ze openstond en in de klas en
op school een geweldige sfeer wist te
scheppen”, aldus de heer Terra. Weliswaar
zagen zijn leerlingen af en toe door de
rook hun onderwijzer niet meer, zoals en
kele onderwijzers vertelden, maar
scheen onvermijdelijk te zijn, want
schoolhoofd Louridtz rookte altijd
sigaar.
De voorzitter van het schoolbestuur be
dankte de heer Louridtz voor de prettige
wijze, waarop hij met het bestuur had
samengewerkt en zich vooral verdienste
lijk had gemaakt, toen de parochiële jon
gens- en meisjesschool gecombineerd wer
den. De Franciscusschool 2, waarvan de
heer Louridtz hoofd werd, kreeg de eerste
drie klassen, de onderbouw en de Fran
ciscus 1 vormde de bovenbouw.
Namens het bestuur en het onderwij
zend personeel bood de heer Terra twee
gouden manchetknopen aan en bracht hij
hij ook hulde aan mevrouw Louridtz.
Gevraagd naar de mening van de heer
Louridtz over zijn pensionering, merkte
hij op het jammer te vinden de Sint Fran
ciscusschool 2 te gaan verlaten, want
aldus het schoolhoofd Louridtz „Ik heb
nu al heimwee.”
Zij beginnen met vast te stellen, dat
naarmate de geschriften over de voorha
ven zich opstapelen, het steeds moeilijker
wordt een objectief standpunt in te ne
men. De fervente voorstanders van deze
voorhaven zouden die objectiviteit al lang
uit het oog hebben verloren.
„Redelijke tegenargumenten worden ter
zijde geschoven of gebagatelliseerd en de
mogelijke tegenstanders worden zorgvul
dig buiten het overleg gehouden,” aldus
de loodsen, die voorts betogen, dat de
voorhaven reeds een eigen leven is gaan
leiden.
De loodsen herinneren er aan. dat de
door Rijkswaterstaat ingestelde werkgroep
oorspronkelijk de taak kreeg de bouw van
een tweede grote sluis voor te bereiden.
Na verloop van tijd kreeg men pas de
opdracht een onderzoek in te stellen naar
de mogelijkheden van een voorhaven. „In
het onlangs verschenen eerste rapport valt
het accent, om niet te zeggen „een lood
zware druk” op de voorhaven,” aldus het
commentaar van de loodsenvereniging dat
vervolgt met:
„Een kernpunt van de studie omtrent
de wenselijkheid van de voorhaven, is dat
deze haven in de eerste plaats bestemd
zal worden voor de ontvangst van sche
pen voor droog massagoed. De haven be
hoeft ontvangst van schepen voor droog
massagoed. De haven behoeft niet bereik
baar te zijn voor mammoet tan kers omdat
de ruwe olie via de pijpleiding vanuit Rot
terdam kan worden aangevoerd (blz.13
rapport). Dit in overeenstemming met eer
der gedane mededelingen van onder an
deren ir. Den Toom, directeur van de
Dienst Haven en Handelsinrichtingen van
de stad Amsterdam. Eén bladzijde verder
in het rapport staat evenwel in een sta-
tiestiek aangegeven, dat in de voorhaven
te zijner tijd dertig miljoen ton olie zal
worden behandeld en dat is bijna veertig
percent van de totale overslag in die ha
ven.
Twintig miljoen ton daarvan zal per pijp
leiding naar het achterland worden ge
transporteerd.” „Lak aan de pijpleiding
vanuit Rotterdam,” voegen de loodsen hier
lakoniek aan toe en zij vervolgen hun
commentaar met:
I IffiS
■s
Ml