Een jaar geleden brandde 7 Harde
BOSEIGENAREN KREGEN
NOG GEEN GELD
citroensap
Verlangen naar verantwoorde programmering sociale verzekeringen
Bevriezing kinderbijslag geen donderslag bij heldere hemel
Door Hannie
van Leeuwen
Alleen in
dubro citron
zit echt
„Wat vorig jaar gebeurde
kan zich nooit herhalen”
Nu citroen frisheid
voor uw hele afwas
DONDERDAG 24 JUNI 1971
Geen geld
Langzaam herstel
Anders
Advocaat
PROGRESSIEF
DRASTISCH
VERANTWOORD
KINDERLOOS
Een halve
citroen^
in dit
flesje
wordt, deden een steeds somberder beeld ontstaan. Af
en toe brak een zonnestraaltje door, bijvoorbeeld de
structurele verhoging van de AOW/AWW-uitkeringen,
maar een voortdurend laaghangend wolkendek belem
merde het doorbreken van een stralende zon. Dat wil
zeggen het volledig realiseren van wensen als een
AOW/AWW-uitkering op het peil van het netto be
steedbare minimumloon, een arbeidsongeschiktheids
verzekering ook voor zelfstandigen en vroeg-gehandi-
capten, een volledig gelijkstellen van de uitkeringen
aan de oud-invaliden, als slechts enige sprekende voor
beelden.
DEN HAAG In het „regeerakkoord” van de vijf
samenwerkende politieke partijen wordt „bevriezing”
van de kinderbijslag voor het eerste kind (eventueel
ook voor het tweede kind) alsmede een studie van de
afschaffing van de kinderbijslag voor het eerste kind
voorgesteld. Niemand zal durven beweren dat deze
voorstellen als een „donderslag bij heldere hemel” zijn
gekomen. Sterk stijgende premielasten, van 33,6 percent
van het premieplichtig inkomen in 1967 tot 39,6 percent
in 1971, in combinatie met de nog steeds bestaande,
onvervulde of slechts gedeeltelijk vervulde wensen,
waarvan de verwezenlijking steeds dringender werd en
ADVERTENTIE
Nu, een jaar later, is het nog volop te
merken dat er bij ’t Harde een bosbrand
de grootste ooit in ons land heeft
gewoed. Aan weerzijden van de vierbaans-
weg liggen kale vlakten met hier en daar
een verschroeide kale boom. Zelfs nu is
het kappen en verwerken van het ver
brande hout nog aan de gang.
Wat bij ’f Harde is gebeurd heeft niet
snel herstelbare verwoestingen aangericht.
De afgebrande woningen en schuren zijn
Het mag dan echter waar zijn, dat
zeker een „bevriezing’ van de kinder
bijslag wel aanslaat, maar is het ook
verantwoord? Deze vraag vereist een
beknopte terugblik in de geschiedenis.
Het begin van de kinderb|jslagwetge-
ving ligt in het jaar 1939. Op 23 decem
ber 1939 kwam het door Romme inge
diende ontwerp in het Staatsblad. Eerst
1 januari 1941 trad deze wet in werking
met als uitgangspunt, dat de gemeen-
bied weer een beetje op „bos” begint te
lijken.
De heer A. L. Molkenboer in ’t Harde,
die vorig jaar ruim een hectare bos ach-
schap moest helpen wanneer een werk
nemer als gevolg van het bestaande
systeem van loonvorming een meer dan
gemiddeld groot gezin (norm twee kin
deren) niet voldoende kon onderhouden.
De loonbasis is hiermede verlegd naar
het gezin zonder kinderen. Kinderbij-
zéér onbillijk werkt ten opzichte van de
zelfstandigen. Al heeft de kinderbij-
slagregeling voor een groep kleine zélf
standigen met een wel zeer minimaal
inkomen de ergste pijn wel weggeno
men.
worden gezien. Het relatieve tekort
wordt immers groter naarmate het kin
dertal toeneemt. Of met andere wou
den: de welstand neemt dan noodge
dwongen aanzienlijk af.
Door toedoen van het leger is een fraai
terrein achter zijn woning afgebrand en
dit is sindsdien in waarde verminderd. De
heer Molkenboer wil dat het leger komt
met een compensatie voor deze waarde
vermindering. Een afvaardiging van het
ministerie van Defensie heeft die claim
afgewimpeld: „U krijgt er van ons toch
nieuwe bomen in?” Molkenboer: „Maar als
ik mijn terrein wil verkopen krijg is er
de prijs niet voor als die voor de brand
was”. Defensie: „U verkoopt zo’n stuk
grond toch niet?”
Bij een pleidooi voor het wegwerken
van op zijn minst deze progressie dient
dit gegeven uiteraard zwaar mee te
spelen. Het zou overigens wel wat op-
leveren. Op basis van het gemiddeld
aantal gerechtigden in 1969 zou bij een
Het huis van de familie Molkenboer
in ’t Harde, vóór de bosbrand om
ringd door bomen, is nu zonder be
schutting.
kelijk kleine heidebrand bij Nunspeet in
mei. Na de melding van de brandtoren
aan de meldingspost in Apeldoorn werden
direct de dichtstbijzijnde brandweerkorpsen
gealarmeerd. Omdat de brand bij de snel
weg Zwolle-Amersfoort was zette de ook
gealarmeerde witte Porsche-groep van de
rijkpolitie het verkeer stop, een vliegtuig
van de rijkspolitie was boven de brand
om de brandweer aanwijzingen te geven.
Een dergelijke goede communicatie was er
vorig jaar niet.
(op één villa na die onherstelbaar be
schadigd bleek) weer in oude staat terug
gebracht. Dat is geen probleem geweest.
Veel erger is dat zo’n 350 hectare bos van
gemiddeld dertig tot zestig jaar oud nooit
meer in de oude staat zal terugkeren. Het
lijkt zelfs nu nog of er in het bewuste ge
bied oorlog heeft gewoed. Wanneer her-
beplanting, die overigens lang niet overal
zal gebeuren vanwege de door de brand
dood-geworden grond, plaatsvindt zal het
circa veertig jaar duren voordat het ge-
De afschaffing van de kinderbijslag
voor het eerste kind is een veel dras
tischer ingreep (besparing plm. 1,8 per
cent premie). Deze zai dan ook «eer
zeker gepaard moeten gaan met com
pensaties voor de lagere inkomens.
Nauwkeurig dient te worden overwogen
op welke wjjze dit moet geschied an,
want het is beslist geen eenvoudige
zaak. De problemen van de zwakste
groepen, waaronder ook de onvolledige
gezinnen, vragen bij de uitwerking bij
zondere aandacht. Een diepgaande sta
die zal hier de oplossing moeten bren
gen. Immers: looncompensatie geven be
tekent ook een hoger loon voor hen die
niet door deze maatregel worden ge
troffen. Dat zou in plaats van een ver
lichting een verzwaring van lasten met
zich brengen.
geheel linie met duidelijke gevolgen voor
de gezinnen met lage inkomens. Intus
sen heeft de gedachte van zowel de
bevriezing als de afschaffing van de
kinderbijslag voor het eerste kind in
het urgentieprogram van KVP, ARP en
CHU een plaats gekregen. Uit dit alles
wordt wel duidelijk, dat althans binnen
het parlement het klimaat wel gunstig is
om een dergelijke maatregel in te voe
ren.
Buiten het parlement heeft met name
dr. Veldkamp dit vraagstuk reeds in
1968 in één van zijn vele publikaties
aangesneden (Sociale Triptiek, bladzij
den 177/178). In feite met in grote lijnen
dezelfde uitkomst als thans in het re
geerakkoord voorgesteld.
Minstens even belangrijk is echter
wat „de man of vrouw in de straat” over
dit alles nu denkt. Een enkele maan
den geleden door Makrotest n.v., in op
dracht van de tv-actualiteitenrubriek
„Hier en nu” ingestelde enquête wijst
er op, dat het Nederlandse volk tegen
over een dergelijke maatregel niet zo
afwijzend zal staan. 64 percent van de
gehuwden in Nederland heeft tegen af
schaffing (het meest drastische voor
stel) geen bezwaar, mits men er tenmin
ste niet in inkomen op achteruit gaat.
De premieruimte, die dan ontstaat zou
volgens 52 percent moeten worden be
steed aan de verbetering van de so
ciale voorzieningen, zoals pensioenen en
bejaardenzorg. Overigens mag aan deze
beperkte enquête (583 Nederlanders)
geen overdreven betekenis worden ge
hecht. Het is uiteraard wel een indicatie.
Het regeerakkoord zit in beginsel in
dit opzicht dus wel goed. Juist terwille
van de verwezenlijking waaronder de
optrekking van de AOW-uitkeringen,
wordt deze besnoeiing voorgesteld.
d erbij slagniveau of afschaffing van de
kinderbijslag voor het eerste kind. Bij
de laatste mogelijkheid wijst de heer
Kloos op de noodzaak van looncompen-
saties, waarna hij tot deze conclusie
komt: „Persoonlijk heb ik de neiging
het in een bevriezing van de kinder
bijslag te zoeken”. Voor alle kinderen
dus. De heer Kloos schat deze bevriezing
op een besparing van 0,5 percent per
jaar, waarmede heel wat verbeteringen
in het pakket zouden kunnen worden
gefinancierd. Terecht wordt deze bij
drage in de discussie door minister
Rooi vink zeer op prijs gesteld. Tenslotte
wordt in de brochure „Anders ouder
worden” van de Partij van de Arbeid
(januari 1971) op bladzijde 43 gesteld:
„De financiering van de optrekking van
de AOW zou natuurlijk aanzienlijk ver
gemakkelijkt kunnen worden als men
tegelijkertijd op een ander gebied van
de sociale verzekeringen de uitkeringen
iets zou matigen. Dat zou kunnen door
(eventueel geleidelijke) afschaffing van
de kinderbijslag voor het eerste kind
van werknemers”.
Ook binnen de KVP valt een duide
lijke ontwikkeling waar te nemen. In
1967 stak de heer v. d. Ploeg zijn ont
stemming over die onderdeel van de
adviesaanvrage bepaald niet onder stoe
len of banken. Hij hoopte van harte dat
de SER een afwijzend advies zou uit
brengen. Op 9 juni 1970 diende de heer
Rietkerk (WD) bij de behandeling van
de voorstellen tot verhoging van de
AOW/AWW-uitkeringen een motie in
om de kinderbijslagen (dus voor alle
kinderen) te bevriezen om hiermede
enige compensatie te hebben voor de
noodzakelijke stijging van de AOW/
AWW-premie. De heer Maenen (KVP)
wees deze motie keihard af. Al waren
hiervoor wel enige goede gronden (te
ongenuanceerd, EEG-overleg e.d.) aan te
voeren, het was toch ook wel een uiting
van de in die kring nog bestaande op
vattingen.
De AR-fractie heeft zich reeds in 1967
welwillend tegenover de door minister
Roolvink geopperde gedachte opgesteld.
Men wilde niet op voorhand alle moge
lijkheden om een reeds stijgende pre
mielast op sociaal verantwoorde wijze
tegen te gaan, afwijzen. De motie-Riet-
kerk werd evenwel niet gesteund omdat
het hier in één klap ging over de be
vriezing van de kinderbijslag over de
ter zijn huis verloor, zegt: „Nu lijkt het
alsof Defensie de bosbrand in de doofpot
wil stoppen”, „Er is acht ton nodig maar
Defensie wil maar twee ton aan ons be
steden”. In de onderhandelingen waren
de opruimingskosten van het dode hout
direct al een probleem. „Duizend gulden
per hectare zou voor ons net uitkomen”,
aldus de heer Molkenboer. „Defensie wil
de maar 450 gulden geven. „Ik heb hier
tegen geprotesteerd maar er is nooit op
gereageerd”. Daarnaast zou defensie het
poten van jonge bomen vergoeden. Voor
de heer Molkenboer levert dat een on
verteerbaar bedrag op. „Ik hoef echt niet
aan de bosbrand te verdienen”, zegt hij,
„maar ik wil er ook niet bij inschieten”.
Districtsambtenaar van Staatsbosbeheer
A. J. Jacobs uit Heerde die toezicht uit
oefent op de herbebossing geeft te kennen
dat de eerste bomen misschien dit najaar
gepoot kunnen worden. Met de eigenlijke
herbebossing zal voorjaar 1972 begonnen
worden. De afgebrande vlakte is na de
bosbrand vorig jaar en begin dit jaar ge
teisterd door de koffievuurtjeszwam, een
ziekte in de grond die de boomwortels aan
tast en zich zodanig verspreidt dat een
heel bos kan afsterven. Meteen herbeplan-
ting was daardoor ongewenst. Al het af
gebrande hout is ook nog niet verwijderd.
Met machines worden van de bomen paal
tjes gemaakt. Staatsbosbeheer wil de nieu
we bebossing in overleg met de eigenaren
wat gevarieerder maken dan in de oude
situatie. Hier en daar loofhout, grove en
Corsicaanse dennen. Landschappelijk zal
het bos in ’t Harde een mooier aanzien
hebben dan voorheen. Maar dat duurt wel
lang
„Wat op 18 juni vorig jaar gebeurde zal
nooit meer kunnen”, zegt nu de comman
dant van de Veluwse bosbrandweer, de
heer A. Bloem uit Apeldoorn. Hij wil niet
meer praten over de dag zelf: „Toen zijn
er fouten gemaakt, daar hebben we van
geleerd”.
Defensie heeft rigoureuze maatregelen
doorgevoerd na ,,’t Harde”. Het alarme
ringssysteem is geperfectioneerd, er zijn
afspraken gemaakt over verbindingen. Bij
zeer grote droogte zal een schietverbod
worden afgekondigd. „Met al die maatre
gelen kan het gewoon niet meer misgaan”,
meent de heer Bloem.
volledige doorvoering een besparing van
ruim 200 miljoen gulden kunnen worden
bereikt. Overigens zijn ook nog aller
hande gradaties mogelijk.
Terug naar de „bevriezing” van de
uitkering voor het eerste kind. Dit be
tekent dus in geval van onmiddellijke
invoering (wat uiteraard ondenkbaar is),
dat de kinderbijslag voor het eerste kind
blijvend 140,40 per kwartaal zou gaan
bedragen. Normaal wordt deze kinder
bijslag, die welvaartsvast is, telkens
aangepast aan het loonindexcijfer. Het
inkomen gaat in zoverre niet achteruit,
dat men niet minder in handen krijgt;
wel gaat men deze welvaartaanpassteg
missen, waarin ook begrepen de ruimte
om het gestegen prijspeil op te vangen.
De lonen stijgen immers over het alge
meen meer dan de prijzen. Deze maat
regel is dus een zéér geleidelijke daling
van de kinderbijslag voor het eerste
kind, die ook slechts een zéér beperkte
premiedrukverlichting geeft (0,5 per
cent over vier jaren).
Daarom lijkt mij hier compensatie
niet de aangewezen weg, te meer ook
niet omdat in de komende kabinets
periode aan het optrekken van de be
lastingvrije voet in de richting van een
echtpaar met één kind zal worden be
gonnen. De voorgestelde bevriezing voor
het eerste kind lijkt dan ook verant
woord in het licht van de noodzaak
ruimte te scheppen voor de eerder ge
noemde uitbreidingen.
Mej. Hannie van Leeuwen, Twee
de Kamerlid voor de Anti Revolu
tionaire Partij, is lid van de vaste
Kamercommissies voor Sociale Za
ken, Volksgezondheid en CRM. Zy
is afkomstig uit het maatschappe
lijk werk. In de Kamer treedt zy
voor haar partjj op, wanneer de
loonpolitiek ter sprake komt. Zij is
niet getrouwd en wordt wel „het ra
dicale meisje” van de ARP genoemd.
Nu bevriezing van de kinderbij
slag voor het eerste en mogelijk ook
voor het tweede kind (en zelfs af
schaffing van de kinderbijslag voor
het eerste kind met eventueel com
penserende maatregelen voor de
laagstbetaalden) eén punt uitmaakt
van het regeer-akkoord van de sa
menwerkende KVP, ARP, CHU,
VVD en DS’70, heeft zij op ons ver
zoek een overzicht geschreven van
wat er op dit punt al langere tijd
aan gedachten leven.
Bevriezing van kinderbijslag (het
geen betekent: het kinderbijslagbe-
drag fixeren en het niet meer met de
prijsindex mee verhogen) valt in de
Nederlandse politiek niet zo erg plot
seling. Tot dusver is ook niet geble
ken, dat er in brede kring overwe
gende bezwaren tegen leven.
slag is duidelijk een correctie op de in
komensverdeling. Terecht wordt ech er
op pag. 13 van „het sociaal verzeke
ringsrecht in Nederland” gesteld, dat
principieel nog steeds de mogelijkheid
bestaat over de hele lijn terug te keren
tot het uitgangspunt: kinderbijslag
slechts vanaf het derde kind. Het is mij
wel bekend dat in het kader van de
bevolkingspolitiek juist wel de afschaf
fing van de kinderbijslag voor derde en
volgende kinderen wordt bepleit. Ik ben
daar bepaald niet voor en ik geloof na i-
welijks, dat een dergelijke maatregel
thans nog invloed zou hebben op het
kindertal als zodanig.
Een pikante bijzonderheid: bij hoger
loon kreeg men toen méér kinderbijslag
vanuit de idee, dat dan ook méér aan
de kinderen ten koste zou worden ge
legd.
Het jaar 1946 bracht de Kinderbij
slagwet voor loontrekkenden, als resul
taat van de toen heersende overwegin
gen (liever méér kinderbijs ag dan
loonsverhoging) en als een duidelijk
tijdelijke (in feite een nood-)maairegel.
De memorie van toelichting bij dit wets
ontwerp sprak hierover herhaaldelij k
(„tijdelijke maatregel, die te eniger tijd
ongedaan kan worden gemaakt: ver
strekken van kinderbijslag voor de eer
ste twee kinderen een tijdelijk en aflo
pend karakter”).
Het blijkt echter een blijvende maat
regel te zijn geworden, die hierdoor ook
Met deze beknopte uiteenzetting is
uiteraard niet alles over deze materie
gezegd. Het vraagstuk van de integratie
van kinderbijslag en kinderaftrek is
even urgent Kinderaftrek is bijvoor
beeld voor de hogere inkomens een
voordelige zaak en daarom onbillijk.
Om problemen als .negatieve inkom
stenbelasting” kan dan niet worden
heengelopen. Moeilijke, technische, maar
niettemin wel zeer boeiende discussie
stof, die ongetwijfeld nog aan de orde
zal komen in de nabije toekomst
bezitters de geleden schade claimen bij
Defensie.
Hoewel zij hun claims reeds geruime
tijd geleden hebben ingediend is er in Den
Haag nog geen uitsluitsel gegeven. Wel
heeft men schriftelijk een voorstel gekre
gen voor een door Defensie vastgesteld
geldbedrag. Het geld zelf is nog niet geko
men.
Soortgelijke ervaringen heeft de heer
Hooghiemstra uit Schagen die in ’t Harde
een stukje bosgrond heeft. Hij heeft, omdat
hij geen geld van Defensie zag, een advo
caat in de arm genomen om zo nog te ko-
Besloten wordt dan met de opmerking
dat de regering een interimadvies over
deze materie op zeer korte termijn op
prijs zal stellen. Welnu, daar is nog niets
van gekomen!
In het eerste advies over de program
mering van de sociale verzekeringen op
middellange termijn van 20 maart 1970
(na ruim 2 jaar studeren) meldde de
SER slechts dat het beraad over het
kind erbij slagbel eid nog niet was afge
sloten, zodat de raad te dezen aanzien
geen aanbeveling kon doen.
Het nieuwe kabinet zal dus aan de
hand van het regeerakkoord knopen
moeten doorhakken, wellicht door een
gerichte spoedadviesaanvrage aan de
SER, want het advies van het bedrijfs
leven is en blijft nu eenmaal nodig.
In en buiten het parlement heeft
overigens de meningsvorming over deze
materie een bepaalde ontwikkeling
doorgemaakt. Ik geef allereerst enkele
voorbeelden uit het parlement. Op 19
december 1967 kwam de heer Van Lier
(PvdA) bij een discussie hierover tot de
uitspraak: „Wij zien hier voorlopig niets
in”. In april 1970 stelt de heer Kloos
(eveneens PvdA) in de Eerste Kamer
evenwel dat er in principe twee moge
lijkheden zijn: bevriezing van het kin-
Wat is er bij de bosbrandweren zelf ver
anderd?
De heer Bloem: „Op 18 juni was bij ons
het probleem niet hoe we de bosbrand te
lijf moesten gaan, maar we zaten met de
onvoldoende verbindingen. We moesten
enorm veel improviseren”. Het verbin-
dingssysteem is nu geperfectioneerd. In
ons land moeten circa 800 brandweerkorp
sen werken met een mobilofoonnet met
negen frequenties. De heer Bloem: „Als
de apparatuur niet nauwkeurig is afge
steld komt er storing. We hebben nu een
andere antenneplaatsing bij de wagens en
daardoor veel minder storing van andere
brandweerkorpsen”.
Een „testcase” voor de bosbrandbestrij-
ding-nieuwe-stijl was dit jaar een betrek-
Wel moet erop worden gewezen, dat
de kinderbijslagbedragen intussen
sprongsgewijze progressief zijn (kinder
bijslag voor vierde en vijfde kind hoger
dan voor tweede en derde, enz.) Ook
deze progressie moet als een correctie
Bij de herbebossingsplannen van het
gebied hebben zich al vele problemen
voorgedaan die betrekking hebben op de
positie van de boseigenaren en de bebos
sing zelf.
Na de brand konden de eigenaren van
de 120 hectare particulier bos verdeeld
over tien personen, een houthandelaar die
60 hectare heeft en negen „kleinere” bos-
men tot een afdoende regeling. De hieer
Hooghiemstra is somber gestemd over de
waardeverminderings-claim: „Die geeft
het leger niet”. Enkele andere eigenaren
van het bos in ’t Harde, onder wie de
houthandelaar Van de Pol uit Lage Vuur-
sche hebben gezamenlijk een advocaat om
voor hun belangen te pleiten. Het touw
trekken om de schadevergoeding is nog
niet afgelopen.
Intussen is tegen deze achtergrond by
overheid en bedrijfsleven en dat be
paald niet van vandaag of gisteren
het gerechtvaardigde en logische ver
langen naar een verantwoorde program
mering op het terrein van de sociale
verzekeringen ontstaan. Reeds op 20 no
vember 1967 zette minister Roolvink
hiertoe mede aangespoord door het be
drijfsleven zyn handtekening onder
een desbetreffende adviesaanvrage aan
de SER. Het is goed in de herinnering
terug te roepen, dat op bladzijde 3 van
deze uitvoerige adviesaanvrage de na
volgende passage voorkomt: „Mede ge
zien de stijging van de sociale verzeke
ringspremies per 1 januari 1968 acht de
regering het thans evenwel gewenst om
op korte termijn tot maatregelen te
komen om een verdere stijging van de
thans reeds hoge lasten te voorkomen.
Haar gedachten gaan daarbij uit naar
een verlaging van de kinderbijslagpre-
mie door aanvankelijk een fixering van
de kinderbijslag voor het eerste kind en
daarna geleidelijke afschaffing van de
kinderbijslag voor het eerste kind”.
(Van een speciale verslaggever)
’t HARDE Achttien juni 1970. Een datum die elke inwoner van ’t Harde
zeer scherp voor de geest staat: de dag dat de Veluwe brandde, nu een jaar
geleden. Op die fatale dag ging in korte tijd 350 hectare bosgebied verloren.
Talloze lezingen doen de ronde over de oorzaak en schuldvraag: de feiten
zijn dat de brand op het terrein van het artillerie-schietkamp Oldebroek
begon en het ministerie van Defensie schadeloosstelling tot een bedrag van
acht ton aan particulieren toezegde. De gedupeerden in ’t Harde en om
geving moeten een jaar na het gebeurde trouwens nog wachten op geld van
Defensie.