TONEEL-
Guérin
Marxisme kan zijn
AFKEER VAN HET ANDERE”
„HET ENE RAS HEEFT GEEN
puisten kwijtraken”
notities
HAVEMANN GEEFT OP
BIOGRAFIE ROS A
LENIN EN ENGELS
VRAGEN ANTWOORD
LUXEMBURG
HERDRUKT
Michel Leiris
over racisme:
„Ik breng eksters
en koolmezen mijn
denkbeelden bij”
ZATERDAG 26 JUNI 1971
Erbij
Geen keus
Rosa Luxemburg
Kazernediscipline
„Beschaving brengen”
Engels
Driemaal Lenin
Vooroordeel
1
L
b Smoelen
taling van zijn studie „Het anarchisme” kan men via
deze bundel analyses en commentaren nader leren ken
nen als een onvermoeibaar strijder voor wat hij noemt
het „libertair marxisme”. Want, zo stelt Guérin, het is
niet mogelijk het anarchisme en het marxisme los van
elkaar te zien. Het is op geen enkele wijze van belang
ze tegenover elkaar te stellen. Hun onenigheid is een
familieruzie. Ik zie hen als tweelingbroers die zo op
gaan in een zinloze ruzie dat ze vijanden van elkaar zijn
geworden”.
ft Robert Havemann
^■ET ANARCHISME laat voor alles het individu
tot zijn recht komen. Het gaat uit van de vrijheid
van het individu en probeert zo een vrije maat
schappij op-te bouwen. Door een bad in het anarchisme
te nemen kan het marxisme van nu zijn puisten kwijt
raken en als verjongd tevoorschijn komen”. Aldus de
bekende Franse politicoloog Daniel Guérin in zijn boek
„Voor een libertair marxisme” (uitgegeven door Van
Gennep, Amsterdam, in de reeks „Kritiese bibliotheek”
vertaling van Henne van der Kooij). Guérin die in
Nederland al bekendheid heeft gekregen door een ver-
5 1
FRIEDRICH ENGELS
A. WILLINCK
VMfr.
F
j
3
1
t.
3
S. K.
ROBERT HAVEMANN
.W,
WWWVWWWWWWWWVWWMVVWWVWWW'
nAAAAAIVVVVVVVVUVVVVVVVWVVVVVVVVVVVVVVVMV
tAZWWWWWWWWWWVWVWWWWUWWW
A/WVWWWWWVWVWWWWWWWVWWWV
begeerde reis naar Siberië” lezen. Dat
is bepaald niet positief. Er blijkt maar
weer eens uit hoe gevaarlijk voorspel
lingen zijn.
Engels gaat terug tot in het meest
grijze verleden om de wordingsgeschie
denis van het monogame gezin te ana
lyseren. Door de autoritaire gezinsver
houding waarbij pappa het allemaal
voor het zeggen kreeg plus een aan
tal andere factoren werden aldus En
gels de smerigste drijfveren en harts
tochten van de mensen in beweging ge
bracht die ten koste van al hun andere
gaven werden ontwikkeld.
„We werden stalinisten zonder dat we
er zelf iets van merkten,” schrijft Ha-
vemann over de periode vlak na de
oorlog. „In het politiek en moreel ver-
Ook voor Havemanns gedachten geldt
opnieuw: men kan ze verwerpen of
bewonderen, maar veronachtzamen van
zijn denkbeelden, die soms doen den
ken aan het begin van een „Berlijnse
lente,” komt overeen met een gebrek
aan interesse voor belangrijke heden
daagse ontwikkelingen.
GUÉRIN ZIET de libertaire marxist
als een activist: „Hij weet dat op hem
de taak rust de wereld te veranderen,
niets meer en niets minder. De geschie
denis laat hem geen keus. Het uur van
de socialistische revolutie is overal aan
gebroken”.
Duidelijk wordt hier hoe het Russi
sche „rijk van de bureaucraten” is ont-
„Wat te doen,” waarin Lenin de leer
van de communistische partij uiteenzet
„Lage hebzucht was de drijfkracht
van de beschaving, van haar eerste dag
af tot heden toe rijkdom, nog eens
rijkdom en voor de derde maal rijk
dom, rijkdom niet van de maatschap
pij, maar van de afzonderlijke misera
bele individu, was haar enige beslissen
de doel.” Tegenstanders van deze gron
dig gedocumenteerde studie zullen toch
moeten bekennen dat Engels een gewel
dige scribent is.
Duitse socialistenleider die in 1918 de
Duitse republiek uitriep).
Het boek van Leiris bevat vijf min
of meer etnologische verhandelingen,
terdege uit het Frans vertaald door
Rob Egeter van Kuyk en uitgegeven
in de reeks „Kritiese Bibliotheek” door
Meulenhoff, Nederland.
Het verhelderende artikel „Ras en
beschaving” neemt bijna de helft van
de ruimte in. Verder bevat de bundel
HET ONTSLAG VAN de toneel
schrijver Heinar Kipphardt, om po-
„L’AMANTE ANGLAISE”, het to
neelspel van Marguérite Duras dat
onder de titel „Clair obscur” sedert
enige weken met veel succes in Ne
derland wordt gespeeld door Loudi
Nijhoff en Joan Remmelts, gaat de
zer dagen in Londen in première bij
het Royal Court Theatre. In de
Engelse versie, die de titel „The
lovers of Viorne” heeft gekregen,
wordt de rol van de moordenares
gespeeld door Peggy Ashcroft, die
van haar man door Maurice Denham.
ROSA LUXEMBURG, bijvoorbeeld,
een van de leiders van de Duitse Com
munistische Partij, (anno 1918). Zij
was verontwaardigd Lenin het proleta
riaat een soort masochistische behoefte
aan „de dwang van een genadeloze dis
cipline” te zien toeschrijven om te zien
hoe hij op eigen verantwoordelijkheid
na eerst eenvoudig de autoriteit van de
bourgeoisie vervangen te hebben het
soort discipline overneemt dat de tsa
ristische bougeoisie het proletariaat had
ingeprent, de discipline van de fabriek
en de kazerne. Rosa Luxemburg zei
hierover: „Alleen door deze gewoonten
van gehoorzaamheid en onderdanigheid
met wortel en tak uit te roeien kan de
arbeidersklasse de zin verwerven voor
een nieuw soort discipline, en wel de
vrijwillige zelfdiscipline.”
„Lenins laatste strijd” is Guérins vi
sie op het gelijknamige boek van Mosje
Lewin. Het is een commentaar op het
„Dagboek van Lenins secretarissen”
het verloop van Lenins ziekte van de
cember 1922 tot maart 1923. Guérin:
„Lenin is dan de gevangene van een
Centraal Comité waarin Stalin reeds de
wet stelt.”
Voor apartheidsaanbidders is deze op
merking van Leiris van belang: „Wat
het geslachtsleven betreft, men kan
niet vaststellen dat het ene ras een af
keer heeft van het andere. Integendeel
alle feiten wijzen erop dat sedert het
begin der tijden rassen zich met elkaar
hebben vermengd en dit met bijzon
der gunstige gevolgen: immers een zo
schitterende beschaving als bijvoorbeeld
die van Griekenland lijkt nu juist haar
ontstaan te danken te hebben aan een
mensengemeenschap bestaande uit vrij
wat verschillende soorten.”
DE NAAM Rosa Luxemburg is al een
paar maal gevallen. Bij uitgeverij Paris
in Amsterdam is zojuist een nieuwe bio
grafie van haar verschenen, geschre
ven door Helmut Hirsch en uit het
Duits vertaald door A. J. Kleiwegt.
nog een tweetal toespraken, een boek
bespreking (van Claude Lévi-Strauss’
„Het trieste van de tropen”) en een
artikel uit het blad „Les Temps Mo-
dernes” over de etnologie in samen
hang met het kolonialisme.
DE LAATSTE FOTO in het boek
toont de groep moordenaars die Rosa
Luxemburg en Karl Liebknecht in 1919
vermoordde. Smoelen. Rijp voor de
bruine en zwarte horden die veertien
jaar later Hitler aan de macht zouden
helpen. Helmut Hirsch vraagt zich af:
„Hoe zou de geschiedenis als geheel er
uitzien als de Duitsers dat genie de ge
legenheid gegeven hadden de gaven die
het in zich borg, tot wasdom te laten
komen.” Een wat overbodige vraag
want een volk krijgt tenslotte toch de
regering die het verdient. Maar dat
doet niets af aan het grote belang van
deze vrouw. Ook nu: Rosa Luxemburg
leeft nog omdat haar gedachten spring
levend zijn voor wie ze lezen wil. Het
boek van Hirsch lijkt mij daarvoor een
goede inleiding.
VORIG JAAR verscheen bij de West-
duitse uitgeverij R. Piper in München
een boek van de Oostduitse marxisti
sche geleerde Robert Havemann. Uitge
verij In den Toren (Baarn) reageerde
alert en liet het boek dat veel publi
citeit kreeg meteen vertalen door Ja
coba M. Vreugdenhil.
EEN VIERTAL herdrukken van de
Amsterdamse uitgeverij „Pegasus” le
verden in combinatie met het boek van
Guérin echt leesgenot. Het zijn drie
werken van Lenin en een historische
studie van Friedrich Engels. „Oude
pruiken” in de allerbeste betekenis van
het woord althans wanneer men het
heden in samenhang met het verleden
wil ontleden.
„Over de taken van de jeugd” is de
tekst van Lenins rede op het congres
van de communistische jeugdbond in
1920. Hij voorspelt daarin: „De genera
tie die nu vijftien jaar oud is zal de
communistische maatschappij beleven
en zelf deze maatschappij opbouwen.”
Diezelfde generatie is nu exact „AOW-
er.” Amalrik om maar iemand uit een
latere generatie te noemen bestond
toen nog niet eens. Hoe Amalrik over
die opbouw denkt kan men in zijn „Niet
„Racisme en de derde wereld”, een
titel om te onthouden. Evenals de naam
Michel Leiris, niet alleen als vakman-
etnoloog, maar vooral als scheppend
kunstenaar; kortom als schrijver.
A. WILLINCK.
staan. „Moest ontstaan,” vindt Guérin
die onder meer wijst op voorspellingen
van de grote anarchist Bakoenin.
Cuba, Tsjecho-Slowakije en de Fran
se mei-revolutie in 1968 („een ongeremd
feest om de herontdekte vrijheid”) zijn
enkele andere onderwerpen uit deze
aanbevelenswaardige bundel van Daniel
Guérin.
Leiris’ conclusie: het rassenvooroor
deel is niet erfelijk en ontstaat even
min vanzelf. Het is een „vooroordeel”
dat wil zeggen een waardeoordeel dat
een objectieve basis mist en door cul
tuur wordt bepaald.
Friedrich Engels tenslotte schreef in
1884 een boek met de toen gebruike
lijke breedvoerige titel: „De oorsprong
van het gezin”, van de particuliere ei
gendom en van de staat.” Het is de
uitwerking van Marx’ gedachten hier
over in aansluiting op „Ancient Socie
ty” van de Amerikaanse schrijver Le
wis Morgan. Historische sociologie, of
zo men wil sociologische historie van
de bovenste plank. „De oorsprong van
het gezin” verscheen tachtig jaar gele
den in een Nederlandse vertaling. Het
zal inmiddels vrijwel uitsluitend in bi
bliotheken te vinden zijn, zodat deze
tweede druk van „Pegasus” volkomen
op zijn plaats is. Temeer omdat het
boek modem wegens Engels’ levendige
stijl, een nog steeds uitermate actueel
onderwerp behandelt: de ongelijke ver
deling van de materie in de wereld.
Met dit doel voor ogen onderzoekt
Guérin opvattingen in het marxisme en
leninisme die de kiem in zich droegen
van de dictatuur. Door te wijzen op de
ze concepties hoopt hij de weg terug
te vinden naar de oorspronkelijke vor
men van het socialisme, naar werke
lijke emancipatie van de mens.
TERUGKEREND naar de bron meldt
Leiris: „Waar nu de sociaal-economi-
sche wortels van het rassenvooroordeel
liggen ziet men overduidelijk wanneer
men weet dat de eerste grote voorvech
ter van het racisme, de graaf de Go-
bineau, naar eigen woorden zijn al te
bekende Essais heeft geschreven om te
gen het liberalisme te strijden. Voor
hem, een lid van de adel, ging het erom
de Europese aristocraten te verdedi
gen, wier klassebelangen door het op
komende democratische tijd bedreigd
werden; daarom maakte hij de aristo
craat tot vertegenwoordiger van een zo
genoemd superieur ras, dat hij
„Arisch” noemde en dat naar zijn me
ning de opdracht had om de beschaving
te brengen.”
PETER LUKE, de schrijver van
het succesvolle stuk over de Engels
man Frederick William Rolfe,
„Adrianus de Zevende” (in Neder
land door Centrum gespeeld), werkt
aan een nieuw toneelspel, dat ook
weer grotendeels aan de histori
sche werkelijkheid is ontleend. Het
gaat over de vermaarde Engelse
criticus-biograaf Lytton Strachey en
diens niet minder beroemde litterai
re vriendenkring uit de tijd van de
eerste wereldoorlog, de „Blooms
bury Group”, waartoe auteurs als
Virgina Woolf en E. M. Forster be
hoorden. In Luke’s stuk zullen de
leden van die groep allen onder hun
eigen namen ten tonele worden ge
bracht. De wereldpremière in Lon
den zal in de loop van het volgende
seizoen plaatshebben.
Onze correspondent in Bonn, Wim
Timmers heeft destijds Havemann uit
gebreid besproken. „Vragen, antwoor
den, vragen uit de biografie van een
Duitse marxist” zal vooral nu na
het aftreden van „kameraad” Ulbricht
beweging lijkt te komen in het politie
ke leven van de DDR zeker ruime
belangstelling trekken. Een vergelijking
met de Joegoslavische dissident Djilas
ligt voor de hand. Toch zijn de ver
schillen tussen de systemen in Joego
slavië en de DDR te groot en komt Ha
vemann in zijn boek nog meer als mar
xist naar voren dan Djilas.
In „Ras en beschaving” staan behar-
tigenswaardige opmerkingen bestemd
voor zich „Übermensch” wanende ra
cisten.
Het derde boek van Lenin is geti
teld: „De proletarische revolutie en de
renegaat Kautsky.” Het werd geschre-
van in 1918 en bevat kritiek op de Duit
se sociaal-democraat „aanvankelijk
marxist, later renegaat van het mar
xisme Karl Kautsky.” De toon van het
geschrift is fel en hartstochtelijk. De
sociaal-democraten krijgen geen goed
woord van Lenin: „imperialistische en
reformistische sociaal-democratie, die
allang een stinkend lijk is geworden.”
Duidelijk van aantekeningen en perso
nenlijst voorzien.
HET OUDSTE bewaard-gebleven
toneelspel in de Duitse taal, een om
streeks 1250 geschreven Paasspel,
wordt deze zomer misschien voor
het eerst in zes- of zevenhonderd
jaar opgevoerd in het Noordzwit-
serse stadje Muri, waar het hand
schrift (gebruikt als bindmateriaal
voor kerkboeken) in 1840 in de
kloosterbibliotheek werd ontdekt.
Het heeft toen nog honderd jaar
geduurd voordat deskundigen erin
slaagden de perkamentsnippers weer
tot een leesbaar geheel te vereni
gen. Het Paasspel van Muri geldt
als uniek omdat het in de volkstaal is
geschreven in een tijd waaruit overi
gens alleen Latijnse kerkelijke spe
len bewaard zijn gebleven. Bij de
ovoeringen op het plein voor de
kloosterkerk van Muri wordt de
hoofdrol, die van Maria Magdalena,
vertolkt door de Zwitserse actrice
Margrit Winter.
In zijn boek „Voor een libertair mar
xisme” zijn daarom vooral de hoofd
stukken „Lenin of het socialisme van
bovenaf” en „Lenins laatste strijd”
boeiend. Guérin is dat spreekt van
zelf geen voorstander van het bu
reaucratische marxisme zoals zich dit
manifesteert in Moskou. De stalinisti
sche dictatuur noemt hij een „monster
lijke verwording” van het leninisme,
maar hij „stelt er prijs op dit leninisme
geenszins te verwarren met het stali
nisme.” In zijn onderzoek naar het ont
staan van het „jacobinisme,” waar Le
nin zich destijds trots op beriep, bewan
delt Guérin gretig de paden der historie
en citeert critici van Lenins opvattin
gen.
„De etnoolog speelt het spel zijns on
danks mee en wordt geconfronteerd
met een probleem dat zonder meer van
levensbelang is voor de eraan onder
worpen samenlevingen, die zijn studie
object vormen” zegt etnoloog Michel
Leiris hierover in zijn bundel „Racis
me en de derde wereld.”
rotte Duitsland, deed de strijd om het
bestaan zelfs de zachtste stem van het
geweten verstommen (en vooral van
het politieke geweten, zo er al iets van
die aard bestond). In dit naargeestige,
verscheurde, militair bezette, hongerlij
dende land was democratie niet zomaar
een belachlijke illusie, ze was eenvou
dig ondenkbaar.”
„Vrijheid en vrede”, zo stelt de Oost
duitse geleerde, die door zijn onafhan
kelijke manier van denken in het nauw
werd gebracht, zijn de beide grote ver-
wachtingsbegrippen van de mensheid.
Die twee, zo nauw met elkaar verbon
den werden van elkaar gescheiden.
De westelijke wereld koos de vrijheid,
de oostelijke de vrede. Tegenwoordig
zijn beide woorden af gesleten tot lege
leuzen, waarmee de staatslieden de hol
le frasen van hun redevoeringen drape
ren. Wat het oosten ook doet, altijd
redt het voor de mensheid de vrede,
terwijl het westen zelfs in Vietnam
tegen willekeur en onderdrukking de
vrijheid verdedigt, met napalm en bri
santbommen.”
litieke redenen, als chef-dramaturg
van de Münchener Kammerspiele,
heeft in de Westduitse toneelwereld
grote beroering verwekt. Verschei
dene schrijvers (onder wie Heinrich
Boll, Max Frisch, Peter Weiss, Mar
tin Walter en Peter Handke) en re
gisseurs dreigen de Kammerspiele
te zullen boycotten zolang Kipp-
hardts ontslag niet ongedaan is ge
maakt.
ETNOLOGIE bestudering van
de niet-Westerse culturen is een
fascinerend vak. De meeste etno
logen werken in koloniën, voor
malige koloniën of neo-koloniale
gebieden. Kolonialisme, het stelsel
van onderworpen zijn, hetzij econo
misch, hetzjj volledig (zoals bij
voorbeeld de bevolking van de
„Portugese overzeese gebieden”
Angola en Mozambique) vormt
dan ook een onderdeel van deze
wetenschap.
Het is een handzaam boekje, doelma
tig en met goede smaak geïllustreerd,
voorzien van een chronologisch over
zicht en objectief voorzover dat mo
gelijk kan zijn verteld. Het leven van
deze super-intelligente „dolle Mina,”
van de moedige strijdster voor een be
tere wereld zal juist nu heel wat men
sen aanspreken. Ze hield van het leven,
van alles wat verband houdt met de
existentie. Dit schrijft zij vanuit haar
cel als ze weer eens gevangen is gezet:
„Ik denk aan Figaro. Ja, en ik voer ij
verig koolmezen en eksters. De laatste
mijn enige gehoor hier breng ik
ideeën en oplossingen bij die de wereld
op zijn kop zullen zetten en dan laat
ik ze weer wegwieken. Maar verdui
veld, ook zij zullen vast en zeker ten
slotte omzwaaien naar Scheidemann.
(Scheidemann is zoals men weet de
DE FRANSE SCHRIJFSTER
Michèle Lahaye heeft een toneelbe
werking gemaakt van de in 1816 ge
schreven roman „Adolphe”, het
voornaamste litteraire werk van de
auteur en politicus Benjamin Con
stant de Rebecque. Het stuk, dat een
tragisch conflict tussen gezond ver
stand en zinnelijke liefde behandelt,
is in het Parijs Théatre de l’Atelier
voor het eerst opgevoerd, met Jean-
Pierre Malo als Adolphe en Rachel
Boulenger als Ellénore.
wordt bijvoorbeeld door Guérin veelvul
dig geciteerd. Vreemd genoeg verwijst
hij echter de ene keer naar een Franse
uitgave en vervolgens naar de Duitse.
De brochure werd vijftien jaar vóór de
Russische revolutie geschreven, van
daar dat er nog breedvoerig in
werd gedelibereerd over „het plan voor
een algemeen-Russische politieke
krant.”
HET PARIJSE Théatre de la
Ville (vroeger Théatre Sarah Bern
hardt), dat onlangs is gemoderni
seerd, zal het komende seizoen niet
meer alleen plaats bieden aan de
toneelkunst, maar ook aan concer
ten, balletten en variété. Op toneel
gebied bevat het repertoire onder
meer een stuk van de Italiaanse
auteur-acteur Dario Fo, „Isabelle,
les trois caravelles et les charla
tans” en „Les possédés” van Albert
Camus, naar Dostojefski’s roman
„De bezetenen”. De voorstellingen
in de vooravond, die vooraf gaan
aan de gewone avondvoorstellingen,
zijn voortaan afwisselend bestemd
voor avantgarde-toneel, kamermu
ziek en dansuitvoeringen.
DE DUITSE REGISSEUR Hagen
Müller-Stahl, die in ons land als
gastregisseur bij de toneelgroep
Centrum de enscèneringen heeft
verzorgd van „De smoeshaan”, „In
de jungle van de city” en „Amphi
tryon”, zal vanaf het volgend jaar
als „Oberspielleiter" aan het Natio
naltheater in Mannheim verbonden
zijn. De laatste jaren was hij hoofd
zakelijk werkzaam in Essen en
West-Berlijn.
VIJF JAAR GELEDEN kwam
iemand op het idee om de figuren
uit het komische strip-verhaal „The
peanuts” van Charles M. Schulz (dat
dagelijks in honderden Amerikaan
se en Europese kranten verschijnt)
te verwerken in een muscial met de
titel „You’re a good man, Charlie
Brown”. Het succes was zo groot,
dat de musical in het Off-Broad-
way-schouwburgje „Theatre 80”
jaar-in jaar-uit voor volle zalen
werd gespeeld. Na 1600 voorstellin
gen hielden de exploitanten er in
februari van dit jaar mee op, den
kend dat New York er toen wel ge
noeg van had. Maar ze vergisten
zich. Er kwamen nog zoveel aan
vragen binnen, dat de voorstellin
gen deze maand zijn hervat; en nu
óp Broadway, in het „Golden
Theatre”.
ROSA LUXEMBURG
ME
Ij
1
I -