Gerben Karstens trok alleen zielige gezichten HET IS GEEN DRAMA MERCKX Zoetemelk AIMAR GEDEGRADEERD TOT KNECHT OP DE CIJFERTOUR „Ik mik op algemeen klassement Gerard Vianen hielp Tabak door de „hel” „Het is toch geen schande om een ander te helpen” ACHTERSTAND VALT ERG MEE 4w*MI ia Ha HOM n r Noordhollander wilde stoppen Ploeg Pellenaars verdiende 6 mille 11 DINSDAG 6 JULI 1971 99 99 9? 188,5 km t GO Agostinho, Eddy Merckx dreigde even in zwijm te vallen nadat hij helemaal kapot aan de finish was gekomen. Gedeelde populariteit Aanvallende koers t 1 1 r C/9 Weggezakt CLERMONT FERRAND Be halve Merckx rijdt er nog een tour winnaar mee in het wielerspectakel- stuk van dit jaar: Lucien Aimar, maar hij, de Fransman, die in 1966 de gele trui naar Parijs bracht, heeft weinig gemeen met Eddy Merckx. Lu cien Aimar was de toevallige winnaar van de Ronde van Frankrijk in 1966 vóór Jan Janssen, die toen op nu nog steeds onverklaarbare wijze de Fransman liet ontsnappen. Jans- 10eRIT r i i r r sen beweert nog steeds met alle hef tigheid hem eigen, dat hij toen stom geweest is en zijn enige concurrent niet weg zag gaan. De befaamde boze tongen zeiden indertijd vrij luid, dat Frankrijk na Gimondi weer een Franse tourwinnaar moest hebben. Hoe dan ook, Lucien Aimar won de Tour. Janssen sloeg pas twee jaar later toe, toen er nog zo’n vage Fran se triomfater was geweest, Roger Pingeon. Aimar heeft nooit de allure gehad van een groot kampioen van een tourwinnaar. Hij heeft niet zoals Jan Janssen naast die Tour een grote erelijst opgebouwd. Hij is een ver geten man geworden, die nu zelfs als knecht van de Belg Van Impe in het peloton meefietst. CLERMONT FERRAND Luis Ocana had zichzelf bescheiden toen wij hem twee dagen geleden spraken over de Puy de Dóme gerangschikt onder de goede renners, maar niet onder de superklimmers. Gistermid dag, toen de top van de Puy de Dóme omgeven was door mistflarden een waar decor voor een historische klim partij zei hij, nadat hij minuten lang het hoofd had geschud van ver bazing, grinnikend: „Ik heb me ver gist. Ik ben toch een specialist. Ik weet het nu”. De Spaanse Fransman was uiterst tevreden natuurlijk. Hij had Merckx duidelijk verslagen op het terrein dat hij lief heeft: de ber gen. Maar niet alleen Ocana had de man in de gele trui, die lijkbleek aan kwam op de top, verslagenJoop Zoetemelk was langs Merckx ge schoven in de laatste kilometers, toen het schitterende gevecht naar een cli max werd gevoerd. Hij kroop achter Ocana aan, maar zijn demarrage was net iets te laat. Bovendien was hij, toen er nog een kilometer geklommen moest worden, even verrast door GRENOBLE i.'i 'WK 41 .- v 4’ 7 - Ik t 4^ -X ver plaats lu-l LJ-I van Dat de Franse wielerprofs er weinig of 1 t i i merkwaardige en beangstigende tocht voor een man, die net bijna 230 kilometer heeft gereden, de Puy de Dóme heeft bedwon gen en op de tweede plaats staat in het algemeen klassement, „zijn eigen” plaats, op 36 seconden van Merckx en één secon de voor Luis Ocana. Motta zakte naar de zesde plaats achter Gösta Pettersson, weer goed meegaand, en de Franse klimmer Thevenet. Roger de Vlaeminck had ook veel pijn geleden. De ploeggenoot van Tabak, die bij de valpartij van zondag onder andere zijn linkerpols verstuikte kon toch nog lang meegaan, maar hij was op het laat- 7-7-71 1 Aimar is dertig jaar en hij heeft geen grote aspiraties meer, als hij ze al ooit ge had heeft. De Tour-winnaar is dus onder geschikte geworden en hij vindt dat niet eens zo erg ook. Lucien Aimar, een gezette figuur in de rood-gele Sonolor-trui, heeft zich helemaal in zijn toch wat trieste po sitie geschikt: „Het is toch geen schande”, zegt hü, „dat ik nu werk voor een ander. Vroeger hebben anderen dat voor mij ge daan. Het gaat er toch om, dat de beste man van onze ploeg Van Irnpe ook al stelde hij op de klim van de Puy de Döme teleur, op de beste plaats eindigt. Ik stel me helemaal in zijn dienst.” En dat gaat dan zonder morren, zo weet Jan Heil zijn Nederlandse soigneur te berichten. „Hij is een oude rot in het vak natuurlijk. Hij geeft volop raadgevingen aan de jongeren en hij in voor een geintje.” 125 Vianen (Ned-Caput) 6.39.10; 126 Tabak (Ned-Schotte) 6.44.09. Algemeen klassement: 1 Merckx (Belg- Driessens) 44.56.39; 2 Zoetemelk (Ned-Sehot- te) op 36 sec.; 3 Ocana (Sp-De Muer) op 37; 4 Gösta Petterson (Zwe-Martini) op 1,16; 5 Thevenet (Fr-Plaud) op 1,58; 6 Motta (It- Adorni) op 2,02; 7 Paolini (It-Giganti) op 2,24; 8 Thomas Petterson (Zwe-Martini) op 2,48; 9 Van Impe (Belg-Sablinski) op 2,51; 10 Mortensen (Den-De Muer) op 3,12; 11 Delisle (Fra-Plaud) op 3.34; 12 Van Springel (Bel-Driessens) op 4,50; 13 Raymond (Fra- Plaud) op 6,29; 14 Hoger de Vlaeminck (Bel- Schotte) op 8,44; 15 Van Neste (Bel-Sehotte) op 8,51; 16 Genty (Fra-De Muer) op 10.01; 17 Agostinho (Po-Geminianl) op 10,22; 16 Van Schil (Bel-Driessens) op 10,56; 19 Guimard (Fra-Caput) op 11,13; 20 Tamames (Spa-Mo- mene) op 11,19; 21 Martinez (Fra-Geminiani) op 12.20; 22 Zubero (Spa-Langarica) op 12.36; 23 Simonettl (Ita-Martini) op 12.39; 24 Aimar (Fra-Stablinsk) op 12.50; 25 Genet (Fra-Ca put) op 12,58; 26 Wagtmans (Ned-Driessens) op 13,20; 36 Prinsen (Ned-Pellenaars) op 14,08; 48 Karstens (Ned-Pellenaars) op 16,05; 70 Van der Vleuten (Ned-Pellenaars) op 17,12; 77 Krekels (Ned-Pellenaars) op 18,17; 85 De Het Franse volk heeft Lucien Aimar nooit zo op handen gedragen als een Pou- lidor, hoewel, of juist, omdat Poupou nooit de Tour heeft gewonnen. „Ik heb de popu lariteit altijd moeten delen met Poulidor en Pingeon, maar daar heb ik me weinig van aangetrokken. Ik houd gewoon van het wielrennen en ik houd vooral van de Ronde van Frankrijk. Ik ben ook nog niet van plan om ermee te stoppen. Als het even kan, rijd ik nog een paar keer de Tour mee, wat men er ook van zeggen mag. Misschien kan ik de jonge Franse wielergeneratie van dienst zijn, want de Fransen komen terug.” Zoetemelk had eerder in de etappe het bewijs geleverd dat hij zeker van zich zelf was geweest. Wat gebeurde er name lijk? Twee keer was er een ontsnapping met praktisch alle favorieten erbij behalve Zoetemelk. Was de Nederlandse klimmer een vreemd begrip voor een jongen uit het polderdorp Rijpwetering niet be nauwd geweest toen Merckx met die an deren wegdraafde en zelfs op een gegeven moment veertig seconden voorsprong had? „Welnee, ik had gezien dat Motta er de eerste keer niet bij was en dus zouden de Salavarani’s erna toe rijden. En de tweede keer waren de Petterssohs afwe zig. Dus toen deden de Ferretti’s het kar wei.” Dat kan men een riskante onderne ming noemen, die goed uitpakte. Maar Wagtmans hard werkend tot onderaan de top van de Puy de Döme zag er gewoon in dat Joop Zoetemelk barstens vol zelfvertrouwen zat: „Als je zoiets durft te riskeren dan heb je de topvorm. Dan kan je iedereen aan”. Wagtmans niet bij de eersten bovenkomend moest enorm veel werk verzetten in deze rit: „Het motto was het tempo verschrikkelijk hoog houden. Nou dan heb je niet zoveel meer over om naar boven te gaan. Ik heb dat in mijn eigen tempo gedaan. Dat be viel me het beste.” Nog iets over Zoetemelk („Ik voelde me voor de klim erg nerveus”). De Ne derlander dook, toen het volk het strijd toneel verliet op weg naar Clermont Fer rand, als een eenzame figuur op in de af daling naar de stad, tussen de wirwar van auto’s en motoren. Het was een levensge vaarlijke zaak. Maar Zoetemelk ging flui tend naar beneden. Toch wel een uiterst delijk op mijn wiel gereden. Ik had goede steun aan Van Springel, maar die moest in het laatste stuk afhaken. Toen moest ik alles geven. Ik heb me niet geforceerd om Ocana te verslaan. Ik spaar mijn krachten liever. Er komen nog veel dagen in deze Tour.” ploegenklassement: Plaud 4 Martini 136.09.46; de andere kant niet al te druk te maken. Als je maar een hoog tempo kunt draaien.” De Fransman, die ineens uit het niets (de wielerhemel) kwam binnenvallen men vindt hem voor zijn „jaar” 1966 niet in de erelijst van de Tour (de eerste 10 plaatsen) en er verder ook weer even hard uitvloog alleen in 1967 en 1968 werd hij nog zesde en zevende op flinke achterstand vindt het van de ene kant moeilijk om belast met de erfenis van het verleden mee te fietsen, van de andere kant ook niet. „Sommige mensen eisen ge woon van je als oud-Tour-winnaar dat je altijd vooraan te vinden bent, maar er zijn er ook heel wat die begrijpen dat ik als 30-jarige kansloos ben tegen de jongeren. Ik rijd nu anders, vanzelfsprekend ik pro beer nog een etappe te winnen, maar ook dat is een moeilijke zaak voor me omdat ik bepaald geen sprinter ben. Misschien lukt het me in een niet te zware bergrit met een afdaling dicht bij het einde, dalen kan ik nog wel”, zegt Aimar zuchtend. Koning (Ned-Pellenaars) op 20,02; 94 Van Katwijk (Ned-Pellenaars) op 21,58; 98 Tabak (Ned-Schotte) op 23,31; 111 Rentmeester (Ned-Pellenaars) op 29,13; 112 Harings (Ned- Pellenaars) op 29,18; 114 Benjamins (Ned- Pellenaars) op 30,42; 118 Vianen (Ned-Caput) op 32,59. CLERMONT FERRAND. Het klasse ment van de verdienste in de Tour per ploeg ziet er tot aan zondagavond als volgt uit: 1. Mars-Flandria 12.925,2. Molteni 10.580,3. Goudsmit-Hoff 6.145,4. Fagor-Mercier 5.685,5. Salvarani 5.000,6. Peugeot f 3,675,7. Sonolor 3.450,—; 8. Ferretti 2.645,—; 9. BIC 1.725,—; 10. Werner ƒ,1.700,—; 11. Hoo ver 1.300,—; 12. Scic 1.090,—; 13. Kas 600,—. Inderdaad was Joop Zoetemelk een van die mannen die lang in het wiel van Merckx bleven zitten. „Ik verwachtte ge woon dat Merckx met nog drie kilometer voor de boeg zou gaan aanvallen. Dan had ik over hem heen willen gaan. Maar hij deed het niet. Ik demarreerde op twee kilometer voor de top om hem te testen, om te kijken of hij alles wilde geven. Ik ging hem tenslotte voorbij. Ik vond hem minder sterk dan in de Dauphiné Liberé, toen ik hem alleen maar kon volgen en meer niet. Het is nu ook wel bewezen, dat wij de groep van de belangrijkste mannen sterker zijn geworden en dat Merckx op hetzelfde niveau is gebleven. Er zitten nu toch wel kansen in lijkt het en ik mik dan ook vooral op het alge meen klassement.” Het tweetal hield elkaar tot aan de voet van de Puy de Döme gezelschap. Ge rard Vianen moest Tabak steeds moed inspreken want hij wilde ermee stoppen. Vianen: „Ik heb hem dat uit het hoofd kunnen praten. Ik heb hem verteld dat hij er later enorme spijt van zou krijgen als hij nu zou afstappen. Ik heb ook ver scheidene malen op hem gewacht als het heel slecht met hem ging. Aan de voet van de Puy de Döme ben ik weggegaan, want in een beklimming kun je elkaar toch niet helpen. Ik ben blij dat ik in ie der geval op tijd binnen ben. Maar wat heb ik af gezien van de pijn”. Tabak zakte bij aankomst bijna in el kaar. Hij kreeg direct een suikerklontje met medicijn van de tourarts en werd per ambulance naar het hotel gebracht. Daar kon dokter Van de Cavije meldden dat de griep wel weg was maar dat de krachten van Tabak wel erg geslonken waren. Maar hij had toch alle hoop dat Tabak verder zou kunnen fietsen. En Ta bak, die bij de beklimming van de Puy de Döme als laatste man veel last had gehad van het volk dat over de wegliep en geen renner meer verwachtte. Dagploegenklassement: 1 De Muer 19.08.29; 2 Martini 19.08.48; 3 Driessens 19.10.30; 4 Gemlniani 19.10.33; 5 Plaud 19.11.21; 6 Schotte 19.11.33; 13 Pellenaars 19.20.02. Achtste rit: 1 Ocana (Spa-De Muer) 6.21.10; 2 Zoetemelk (Ned.-Schotte) 6.21.17; 3 Agos tinho (Por-Geminiani) 6.21.23; 4 Merckx (Bel -Driessens) 6.21.25; 5 Gösta Pettersson (Zwe- Martini) 6.21.59; 6 Tamames (Spa-Momene) 6.22.20; 7 Guimard (Fra-Caput) 6.22.25 8 Thevenet (Fra-Plaud) 6.22.31; 9 Motta (Ita- Adomi) 6.22.47; 10 Paolini (Ita-Giganti) 6 23.02; 11 Tomas Petterson (Zwe-Martini) 6.23.21; 12 Martinez (Fra-Geminiani) z.t.; 13 Van Impe (Bel-Stablinski) 6.23.25; 14 Fran cioni (Ita-Martini) 6.23.28; 15 Genty (Fra- De Muer) 6.23.34; 16 Van Neste (Bel-Schotte) z.t.; 17 Zubero (Spa-Langarica) 6.23.37; 18 Mortensen (Den-De Muer) 6.23.45; 19 Aimar (Fra-Stablinski) 6.23.31; 20 Delisle (Fra-Plaud) 6.24.07 21 Van Schil (Bel-Driessens) 6.24.16; 22 Mascaro (Spa-Langarica) 6.24.26 23 Galdos (Spa-Langarica) 6.24.32; 24 Bracke (Bel- Plaud) 6.24.43; Swets (Bel-Driessens) 6.24.49 32 Prinsen (Ned-Pellenaars) 6.S.09; 37 Van Springel (Bel-Driessens) 6.25.49 46 Wagtmans (Ned-Driessens) 6.26.30 51 Kar stens (Ned-Pell) 6.26.38 73 Van der Vleuten (Ned-Pell) 6.28.15; 85 Krekels (Ned-Pell) 6.29.23 93 Van Katwijk (Ned-Pell) 6.30.15; 98 De Koning (Ned-Pell) 6.31.03; 106 Harings (Ned-Pell) 6.32.31; 113 Rentmeester (Ned- Pell) 6.34.24; 114 Benjamins (Ned-Pell) 6.34.25; De jagers achter Merckx hadden in de klim onafgesproken de juiste tactiek toegepast. Om beurten werd er gede marreerd. Zoetemelk: „Toen Ocana weg ging dacht ik: zo Eddy nu moet je weer je tanden op elkaar zetten, doe je best maar. Op het laatst vond ik het toch tijd om hem voorbij te steken. Zoetemelk, vol zelfvertrouwen en rap pratend, was een van de weinigen die snel recupereerde. Hij was het frist van alle groten aan de Neem bijvoorbeeld een Motta. Hij lag uitgeteld over zijn fiets. Neem een Van Impe. Het Belgische klim- mertje was door krampen geplaagd en kwam teleurgesteld en zwaar hijgend de top opgekropen. „De laatste kilometer kon ik niet meer. Mijn benen waren geblok- Voor de kleinere mannen was er slechts de gruwel van het afzien en het verlies van kracht èn vele minuten. Zoals Wim Prinsen treurde niet: „Ik heb weer veel één punt op de kleinere bultjes gepakt te licht werd bevonden. „Ik kreeg in de laatste kilometers overal last van: zere te nen, brandende voeten. Ik had niets meer te drinken en dan ook nog het feit, dat anderen zoals Bracke wel geduwd werden naar boven en ik niet. Dat ontmoedigt je wel. Misschien ben ik wat te overmoedig begonnen. De Koning zei nog: doe toch wat rustiger aan anders forceer je je. Maar Prinsen treuerde niet: „Ik heb weer veel ervaring opgedaan. Zoetemelk had me al gezegd: in zo’n grote klim kom je het eer ste jaar op het einde lucht tekort. Dat had ik ook.” Gerben Karstens was wel zo slim om zijn eigen strijdplan uit te stippelen. Het gaat hem er tenslotte om de groene trui in zijn bezit te houden. „Ik ken mijn kwaliteiten. Ik weet dat ik niet bij de eerste vijftien op de Puy de Dome boven kom. En alleen bij de eerste vijftien krijg je punten. Ik wist dat Roger de Vlaeminck met zijn blessure ook niet bij die vijftien zou zijn. Het was alleen een tegenvaller dat Guimard zo goed klom. Hij werd toch zevende. Dat wordt nu mijn gevaarlijkste man.” En over ervaring gesproken. Kars tens had allerlei zielige gezichten getrok ken bij de klim. „Dan krijgen de mensen medelijden en duwen ze je omhoog. toch wel erg dwars. Na de gloriejaren Bobet en Anquetil kwamen de magere jaren waarin Aimar en Pingeon nog enige fleur aan de Franse zaak gaven. Er werden en worden nog acties op touw gezet door de wielerbond door oud-renners en jour nalisten om de zaak weer een duwtje in de goede richting te geven, maar de oor- zaa kweet men natuurlijk wel: de Franse coureurs zijn te week. Maurice de Muer, ploegleider van Bic, kijkt dan ook begerig naar de Belgen. Daar wordt nog afgezien, daar is compe titie, daar wordt gewerkt.” Maar er zijn toch een paar lichtpuntjes verschenen voor de Fransen, jonge renners als Hezard en Santy, ze zijn niet in de Tour omdat ze nog te weinig inhoud hebben, hebben toe komst. Lucien Aimar gaat zelfs zo ver door te veronderstellen dat Hezard over een jaar of drie als hij zich zo ontwikkelt als nu wel eens een potentiële tour-winnaar zou kunnen zijn. Aimar: „De Fransen ko men terug.” Op het ogenblik ziet hij in Zoetemelk, Van Impe en Ocana de grote rivalen van Merckx. Zelf kan hij er niets meer aan doen. „Ik heb mijn goede tijd gehad. Ik heb zeven jaar als prof gefietst en ik wil nu nog maar wat doorgaan, maar ik heb geen pretenties meer.” Op welke plaats ik denk te eindigen in dez Tour. Ik zal blij zijn als ik nummer 20 ben in Parijs. Ik heb de pech gehad, dat ik in Mulhouse na de eerste etappe door een auto aangereden werd. Ik had daardoor de kracht niet door de pijn in mijn borst om mee te gaan met de beslissende ontsnapping. Ik was praktisch de enige van naam met Bracke, die ook door die auto geraakt werd, die niet bij de 15 zat.” Maar Aimar tobt daar niet meer over. „Ik kan me ge makkelijk bij dit soort tegenslagen neer leggen.” Aimar, de knecht, is een redelijk Lucien Aimar, die het prettig vindt dat er dan toch nog wel buitenlandse belang stelling voor hem is, is van mening dat de stijl van rijden sterk veranderd is. „Ik heb de periode AnquetilJanssen meegemaakt en nu de periode Merckx, toen werd er aanvallender gereden en was alles toch wel spectaculairder dacht ik. Maar nu wordt de koers volkomen geblokkeerd door de Molteni-renners van Merckx, want wegkomen is nu veel moeilijker. Als Puntenklassement: 1 Karstens 89 pnt.; z Roger de Vlaeminck 87; 3 Guimard 86; 4 Leman 72; 5 Godefroot 66; 6 Merckx 55; 7 Guerra en Wagtmans 46; 9 Genet 44; 10 Reybroeck 40: 15 Zoetemelk 28. Bergklassement: 1 Zoetemelk 94; 2 Van Impe 74; 3 Motta. Merckx en Agostinho 28; 6 Brueyere 27. 136.03.39; 2 Plaud 136.04.15; 136.07.15; 4 Martini 136.09.46; 136.10.02; 6 Stablinski 136.24.11; 136.45.12. Het beslissende moment in de rit van gisteren. Joop Zoetemelk rijdt Agostinho en Merckx (net niet meer zichtbaar) los op de flanken van de Puy de Döme. keerd. Maar ik blijf vechten voor het bergklassement. Over twee jaar komt mijn tijd misschien wel om een Tour te win nen.” 1 Schotte 3 Driessens 5 De Muer 13 Pellenaars die vanuit de mist naast hem opdook. „Ik viel even stil, toen Agostinho eraan kwam. Ik moest even herstellen. Dat kostte me een eindstreep gekomen, paar seconden. Ik bleef even hangen”. Brik Schotte, zijn ploegleider, viel Zoetemelk, toen hij over de streep was gegleden daarover aan: „Je had eerder moeten demarreren dan had je gewonnen”. Schotte was kwaad, ondanks de toch geweldige prestatie van de Nederlander. Zoetemelk, die nu tweede staat in het algemeen klas sement, haalde er zijn schouders over op. „Ik had Ocana niet meer kunnen kloppen, af”. En Merckx, de grote verslagene van deze klauterpartij tegen de Puy de Dome? „Ik maak er geen drama van. Dit is een speciale berg, die plotseling opduikt en het uiterste vraagt in een lange explosie. Ik was ook geen honderd percent vandaag. Laat ik eerlijk zijn: het tijdverschil met Ocana en Zoetemelk viel me mee. Ik houd de gele trui, voilé”. De Tour 1971 heeft na deze slopende etappe, die een lange aanloop had van ruim 200 kilometer met wat lichte celle tjes aan het begin en een col van de derde categorie, voordat de Puy de Döme drei gend opdook, een bijzonder boeiend ge zicht gekregen. Het blijkt nu dat Eddy Merckx toch wel te verslaan moet zijn. Dat is de grote winst van deze rit. De Belgische kampioenissimo heeft wel een verklaring voor zijn voor zijn doen slech te resultaat: „Ik heb in de aanloop veel werk verzet en in de klim werd er dui- /WWVVVVWWVVVVVVVVVVVVVVVVVVWVVVVVVVWVVVVVVVVVVVVVVVVVVVV\^^ 1K0m CUCHERON ST-ÉTIENNE Cöte fterlaud I I St-André"™^’/^/ Serriére^^-^*i g 1H5m 1325m POKTE PORTE -CUCHERON-r— Berland A ■1000-CroóTX Bayard -5°° CLERMONT FERRAND. Voor Tino Tabak heeft het maar heel weinig ge scheeld of hij was uit de Tour verdwe nen. De blonde coureur was zondagavond ineens doodziek geworden. Hij had 39 graden koorts en de eigen arts van Mars Flandria, dr. Van de Cavije con stateerde dat Tabak griep had. Hij kreeg medicamenten natuurlijk maar het was wel duidelijk dat het een martelgang voor de Nederlander zou worden naar Clermont Ferrand. Na een uur al kwam het bericht door Tabak achterraakte op het peloton. Hij kreeg daar wat later ge zelschap van een andere Nederlander, Gerard Vianen, die veel pijn had van de valpartij van zondag. Zijn hoofdwond was zondagavond in het ziekenhuis ge hecht. ste stuk van de klim uiteraard een slagen man. Hij zakte daardoor weg naar de veertiende plaats in het algemeen klassement. Ook Benjamins was een slachtoffer van de bewuste valpartij. Hij moest onder weg ook de dokter laten komen om hem iets te geven om de pijn in de pols te la ten verdoven. Kortom, er werd heel wat afgeleden gisteren in het rennersveld. 1 -1500- Crand-Bois ■vv»-' :S<: ft' - A c X J

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 11