PENTAGON»RAPPORT OVER DE UITBREIDING VAN DE OORLOG INZ.O.AZIE (2) Kennedy vond de idee van een nederlaag in Vietnam ondenkbaar J®?! /tjb ZATERDAG 10 JULI 1971 jn BEVRIJDINGSFRONT OMGEKEERDE MENING 16.000 MAN VERKIEZINGEN LUCHTAANVALLEN EEN MILJOEN MAN MANDARIJN TERUGTREKKING SOMBER ADVIES TAYLOR KERNWAPENS CORRUPT Een vermoeide soldaat op een van de on telbare slagvelden van Vietnam. aSI In april dit jaar smeet de Amerikaanse luchtmacht de ze „zwaarste niet-nucleaire bommen” uit in het Zuidviet namese centrale bergland, om „een landingsbaan voor heli kopters vrij te maken”. Bo ven: de ontploffing; onder: het resultaat menten uit het Amerikaanse „geheime” Pentagon rapport. Dat deel schetste het ontstaan van de oorlog in Vietnam sinds de Tweede Wereldoorlog tot omstreeks 1956. Het tweede deel, opnieuw een uittreksel van gegevens verstrekt door het Amerikaanse persbureau Associated Press, gaat in op de uitbreiding van de oorlog onder de presidenten Kennedy en Johnson. |k Erbij i Lx 1 - /- MINISTER MCNAMARA STELDE IN 1964 VOOR, ATOOMWAPENS TE GEBRUIKEN 'SS BEGON ?en- •ap- cor- op ning den. Uit tactische overwegingen werd besloten tot uitstel. Eén van de over wegingen was dat Johnson zich tij dens de verkiezingen voordeed ais de kandidaat van redelijkheid en terug houdendheid. Aan marinebataljons in Da Nang werd op 1 april 1965 een geheime of fensieve rol toebedeeld. tinu var- vul- ■ecte neer ;uw- ■oeg- rchi- de s is. ge- k in >nds- >ecu- ver- leen- van leen- niet over pro- leerd Smit n de rmde ncert aan ont arden DE AMERIKAANSE politiek voor Zuidoost-Azië, na de Geneefse confe rentie was conservatief en op de eer ste plaats gericht op het organiseren van een collectieve verdediging tegen een verdere opmars van het commu nisme. Zuid-Vietnam kwam door de terug trekking van de Franse troepen nog vóór de datum in 1956 die voor de verkiezingen was vastgesteld zonder verdediging te zitten, afgezien van de strijdkrachten die Saigon met Ame rikaanse steun kon opleiden en uit rusten. Kort samengevat beloofde Diem de boeren veel, gaf hun weinig en wek te veel vrees bij hen op. Waar echter in ’t rapport van Tay lor voortzetting van het beleid om Diem met zachte middelen tot samen werking over te halen was gesugge- Het program waarin alle beslissin gen werden opgenomen was praktisch woordelijk overgenomen van de aan bevelingen van Rusk en McNamara, uitgezonderd de aanbeveling dat de VS zich verplichtten het verloren gaan van Laos te verhinderen. Die passage werd weggelaten. De incidenten die zich in augustus in de Golf van Tonkin afspeelden werden wellicht uitgelokt door Ame rikaanse torpedoboot jagers, die rond voeren in de buurt van klandestiene Zuidvietnamese aanvallen op Noord- vietnamese kustinstallaties. Dé Ame rikaanse schepen waren zich bewust van die acties. ,- en Jlan, ,'roep rweg pro- aan ge- be- ter egsel dij”; bu- oog- reta- Do- em- ipen toe- em- rko- sche oor vaag gel- ren- >leet or- eld” rer- lip- rden ech- i te- ver- op- noet oger I’ C) his- een ook ang- :erk- van 11 te i be- sring wik- n in aken elen, het On- ook en. van de schuilplaatsen in het oerwoud en het hoogland van de guerrilla’s. In maart '64 stelde McNamara Zuid vietnamese aanvallen voor en lucht aanvallen op Noordvietnamese mili taire en industriële doelen. Dit zou moeten gebeuren door Zuidvietname se piloten ondersteund door een eska der van de Amerikaanse luchtmacht. OVEREENKOMSTIG de akkoorden van Genève trokken ongeveer 190.000 militairen van het Franse expeditie- leger en 900.000 burgers van Noord- Vietnam naar Zuid-Vietnam. Meer dan 100.000 Vietminh-soldaten trok ken van het zuiden naar het noorden. werd verklaard dat zij geneigd waren het door Taylor aanbevolen program te onderschrijven. Zoals gezegd dacht Defensie dat meer troepen nodig zou den zijn de chefs van staven schat ten dat op ongeveer 40.000 man, no dig om de Vietcong op te rollen. President Johnson wees verzoeken van het Pentagon om meer troepen af nadat bij het TET-offensief van 1968 een twintigtal Vietnamese steden was aangevallen. In de ogen van vele Vietnamezen zonder vaste politieke overtuiging wa ren de VS vooral afschrikwekkend als geïndustrialiseerde macht in een door en door traditionele maatschappij en als verschaffer van wapens en geld aan een alom gehaat regime. Zijn politieke apparaat vormde een afspiegeling van zijn achtergrond: 'n rigide georganiseerde, overgecentra liseerde familie-oligarchie. Middels zijn familieleden Nhoe en Ngo Dinh Can richtte hij persoonlijke po litieke organisaties van aanzienlijke macht op. In 1956 onthulde de Zuidvietnamese regering dat tussen de 15.000 en 20.000 communisten gevangen zaten in de politieke heropvoedingscentra. Krach tens in 1960 verstrekte cijfers van de regering, waren er bijna 50.000 gede tineerd. Galbraith en vermoedelijk nog an deren gaven Kennedy te verstaan dat het weinig zin zou hebben met Diem in onderhandelingen te treden, omdat '.hij toch nooit zijn beloften zou na komen. (Galbraith pleitte ervoor om te ijveren voor een staatsgreep tegen Diem bij de eerste de beste gunstige gelegenheid). IN SEPTEMBER 1964 was men in het Witte Huis algemeen van oordeel dat luchtaanvallen op Noord-Vietnam begin 1965 noodzakelijk zouden wor- Deze guerrilla’s werden absoluut niet vanuit Noord- Vietnam gedicteerd. Aldus de geheime rapporten van het Amerikaanse ministerie van Defensie, beter bekend als de „Pentagon-documenten”. schappen en het program tot aangifte van communisten). Het NBF legde sterk de nadruk op het terugtrekken van de Amerikaan se adviseurs en vermindering van de Amerikaanse invloed. Voorts op land hervormingen, liberalisering van het regime in Saigon en neutralisering van Vietnam. De leiding van het Front was in handen van een aantal relatief onbe kende Zuidvietnamezen. Binnen enke le maanden na de oprichting was het ledental verdubbeld. In de herfst van 1961 was dit aantal weer verdubbeld en begin 1962 vond opnieuw een ver dubbeling plaats. Op dat ogenblik had het NBF ongeveer 300.000 leden. Be langrijkste onderdelen van het Front waren het Bevrijdingsleger (ook wel Vietcong genoemd) en de Revolutio naire Volkspartij. DE REGERING-JOHNSON besloot in januari 1964 een grotere rol te spe len in Vietnam. Opdracht werd gege ven tot uitvoering van operatieplan 34-A, dat onder meer Zuidvietnamese comtnando-aanvallen langs de Noord vietnamese kust ter vernietiging van spoor- en verkeersbruggen, het per parachute neerlaten van ploegen voor psychologische oorlogvoering- en het ontvoeren van Noordvietnamezen in hield. zo kort na de terugtrekking uit Laos een te vermijden risico van nóg een nederlaag in Zuidoost-Azië ondenk baar was. De regering van Zuid-Vietnam be weerde dat tussen 1956 en 1960 meer dan honderdduizend voormalige com munisten zich aan de kant van Sai gon hadden geschaard en dat duizen den andere communistische agenten zich hadden overgegeven of gevan gen waren genomen. Wat de actie ook mag hebben opgeleverd voor de in terne veiligheid van de republiek, de boeren werden danig aan het schrik ken gebracht en de actie deed grote afbreuk aan de populariteit van het regime. Volgens de ramingen zouden eind 1966 400.000 man Amerikaanse troe pen in Zuid-Vietnam zijn en tegen het einde van 1967 ruim 600.000. Het me morandum van McNamara, waarin deze cijfers worden genoemd, weer spiegelt een belangrijke wijziging in de Amerikaanse denkwijze: PRESIDENT KENNEDY kende de plannen voor de militaire staatsgreep, waardoor president Diem werd afge zet. Hij keurde die plannen ook goed. De Verenigde Staten hadden al spoe dig hun steun gegeven aan een groep Zuidvietnamese generaals die de pre sident wilden afzetten. Door steun aan die staatsgreep raakten de Ver enigde Staten dieper in het Vietname se conflict gewikkeld. Een alternatie ve politiek werd in die periode nim mer overwogen. reerd, werd uitvoering van het nieuwe program afhankelijk gesteld van Diems bereidheid een aantal hervor mingen te doen plaatsvinden. Het effect van het besluit was Diem niet alleen minder te geven dan waar op hij rekende (zo zou de symboli sche inzet van Amerikaanse troepen niet doorgaan), maar hem ook eisen te stellen die hij vermoedelijk niet zou willen inwilligen. Dit effect werd nog aangevuld door de zeer krachtige drijfveer (niet altijd als zodanig er kend) in het Amerikaanse beleid, dat Deze maatregel had succes. Johnson besliste later dat jaar de politiek van vietnamisering voort te zetten. Dit voorbeeld zou later door zijn opvol ger Nixon worden overgenomen, al dus de Pentagon-rapporten. De regering-Kennedy maakte van „de gok met beperkte risico’s” van Eisenhower een „onbeperkte toezeg ging”. Kennedy gelastte in het voor jaar van 1961 in het geheim vierhon derd man van de speciale troepen en honderd andere militaire adviseurs naar Vietnam te sturen. In mei van dat jaar keurde hij ook programma’s goed voor een geheime actie in Noord- Vietnam, Laos en Cambodja. Toen president Kennedy zijn ambt aanvaardde was het duidelijk dat de steun onder de Zuidvietnamese boe ren negentig percent van de bevol king voor het regime in Saigon zwak was en zelfs nog verminderde. Het in december 1969 gepubliceerde manifest van het Nationale Bevrij- dingsfront van Zuid-Vietnam verkon digde het bestaan van een revolutio naire organisatie die de ontevreden heid van de bevolking in een politiek program kon kanaliseren. Diems regering had in die tijd nauwelijks contact met de bevolking. Het Bevrijdingsfront had de kloof ont dekt en had veel succes bij het leggen van contacten met de bevolking. De Amerikaanse regering heeft daaren tegen in haar Vietnam-witboeken van 1961 en 1965 de opstand, geleid dooi- het Bevrijdingsfront, geweten aan agressie van Hanoi. Men was ervan overtuigd dat het Front niet anders dan een instrument van Noord-Viet nam was. IN DECEMBER 1960 werd het Na tionale Bevrijdingsfront (NBF) for meel georganiseerd. Van het begin af aan was het ingesteld om alle tegen de regering gerichte activiteiten te omvatten, waaronder de communis tische. Kennedy zond voorts vice-president Lyndon Johnson naar Saigon, om met president Diem te praten over de mo gelijkheid Amerikaanse gevechtstroe- pen te zenden en om een bilateraal verdrag te tekenen. Diem had op dat moment geen belangstelling, maar la ter in het jaar verzocht hij om beide. DE VS KOZEN voor Diem. Al in 1955 verklaarde de Zuidvietnamese president in het openbaar dat het on waarschijnlijk zou zijn dat hij verder zou gaan met de verkiezingen zoals was bepaald in Genève. Uit documen ten van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat de ze weigering van Diem om zich aan KRITICI van het Amerikaanse Vietnam-beieid beweren gewoonlijk ’t tegengestelde: dat de opstand was begonnen als rebellie tegen de onder drukking door het bewind van Ngo Dinh Diem en dat Hanoi pas eind 1960, toen duidelijk werd dat de VS grote hulpbronnen zouden inzetten om Diem in zjjn binnenlandse oorlog te steunen, Vietmin-veteranen zond. De regering-Diem controleerde in Zuid-Vietnam de pers, moedigde rea lisme in rapporten van het ambte- WASHINGTON (AP) In 1957 begon het verzet tegen de Zuidvietnamese regering van Ngo Dinh Diem gestalte te krijgen. Hoewel de Noordvietna mezen een moeilijk te definiëren rol speelden, waren degenen die de wapens opnamen Zuidvietnamezen. McNamara was in 1967 zo teleurge steld over de militaire krachtsinspan ning, dat hij Johnson in mei van dat jaar voorstelde Saigon te overreden te streven naar een verzoening met de Vietcong, om te zoeken naar een wa penstilstand en om te onderhandelen met de niet-communistische Zuidviet namezen, die onder het banier van de Vietcong liepen. Zo nodig moest hun individuele deelneming aan de rege ring aanvaard worden. McNamara streed vanaf 1966 voortdurend met zijn generaals over de oorlogsinspan ningen. Johnson verzette zich herhaalde ma len tegen voorstellen om het noorden te bombarderen. Na de aanval van guerrilla’s op de Amerikaanse basis in Pleikoe begonnen de grootscheepse bombardementen, onder de codenaam „Rollende donder”. Van de inlichtingendienst (CIA) kreeg Johnson waarschuwingen dat de luchtaanvallen weinig nut zouden hebben. Binnen enkele maanden ont dekte de luchtmacht zelf dat de bom bardementen volkomen ondoeltref fend waren. Hanoi staakte geenszins de hulp aan biet Zuidvietnamese Be vrijdingsfront. Wat de houding ten aanzien van Diem betrof, hij werd, doordat zijn portret overal in Zuid-Vietnam hing, aanvaard als beschermer van de vaak corrupte, wrede, plaatselijke over heidsfunctionarissen, uitvoerders van impopulaire maatregelen (vooral de plannen tot verplaatsing van gemeen- Van het ministerie van Defensie kreeg Kennedy een memorandum van Robert McNamara en de gemeen schappelijke chefs van staven, waarin Ondanks zijn bereisdheid en op voeding in het westen, ondanks zijn revolutionair voorkomen, bleef Diem wat hij van zijn geboorte af was ge weest: een mandarijn uit het kei zerlijke Hue, opgevoed als kind met diep respect voor zijn ouders, volle dig toegewijd aan het verleden en al leen modern voor zijn zover zijn in tens, conservatief katholicisme dat toeliet. HET MEMORANDUM van McNa mara was op 8 november verzonden. Drie dagen later tekenden McNamara en Dean Rusk (minister van Buiten landse Zaken in de regering-Kenne- dy) een gemeenschappelijk memo waarin McNamara’s oorspronkelijke visie werd omgekeerd. Daarin werd aanbevolen om tenminste voor de ko mende tijd af te zien van het zenden van gevechtstroepen naar Zuid-Viet nam. Dit kwam Kennedy kennelijk uitstekend van pas. Hij kondigde een gedeeltelijke be ëindiging van de bombardements- pauze aan, een maatregel die voor het ministerie van Buitenlandse Zaken aanleiding was, zijn bondgenoten te berichten dat de bombardementsstop waarschijnlijk geheel zou worden op geschort en dat op korte termijn de bombardementen mogelijk volledig zouden worden hervat. Het is niet bekend in dit verband wat voor een advies Kennedy van het ministerie van Buitenlandse Zaken kreeg. Kennedy’s medewerker Soren sen zegt dat alle presidentiële advi seurs voor het zenden van een land- strijdmacht waren, maar over onder minister George Ball, die misschien niet deel uitmaakte van de groep, die de formele besluiten nam, wordt ver teld dat hij tegenstander van het zen den van troepen was. Ook Galbraith, destijds ambassadeur in India die op dat tijdstip in Washington was, was er tegen. Misschien ook nog enige an deren. De represailles van de Amerikaan se luchtmacht na het incident in de Golf van Tonkin bleken een belang rijke stap in de oorlog te zijn. Ze veroorzaakten nauwelijks kritiek in eigen land. NA IN OKTOBER 1961 een mili taire missie naar Vietnam geleid te hebben adviseerde generaal Maxwell Taylor de Amerikaanse president een speciale Amerikaanse strijdmacht van achtduizend man te gelasten zich naar Vietnam te begeven. Een maand later deelde de minister van Defensie McNamara Kennedy mee dat het pro gram van Taylor alleen zó zou kun nen worden aanvaard als zo nodig verdere troepen zouden volgen en als de bereidheid zou bestaan om Noord- Vietnam aan te vallen. Nu is echter genoeg bewijsmate riaal verzameld om vast te stellen dat de afkeer onder de boeren van Diem wijdverbreid en niet onge grond was. Ook is het duidelijk dat de af keer van Diems regime gepaard ging met afkeer vSn de Amerikanen, die door vele boeren slechts als op volgers van de Fransen werden ge zien, terwijl men Diem als de opvol ger van Bao Dai zag. OP DE IN JUNI 1964 in Honoloeloe gehouden conferentie opperde minis ter McNamara de mogelijkheid, op een gegeven moment kernwapens te gebruiken, als Chinese troepen aan de strjjd op de grond zouden deelne men. Admiraal Feit, opperbevelheb ber van de Amerikaanse strijdkrach ten in het gebied van de Grote Oceaan bepleitte zelfs de Amerikaan se commandanten in de keuze kern wapens te gebruiken vrij te laten. Diem bleef weigeren besprekingen met de regering in Hanoi te voeren. Hij bleef zich ook op het standpunt stellen dat de regering van Zuid-Viet nam de akkoorden van Genève niet had ondertekend. We- >ecu- land erug, bben gang iting ig in lissie sport loge- lid- laat- pon- lalde teen, i de idere aan- wat nties bond Tot lijke i met anco. de Geneefse akkoorden te houden van hemzelf uitging. De VS die verwacht hadden dat verkiezingen zouden wor den gehouden en tot mei 1955 zich hier ook volledig achter hadden ge steld, wijzigden hun standpunt als ge volg van het verzet van Diem en het sindsdien verzamelde bewijsmate riaal over de oppressieve aard van het bewind in Hanoi. Twee maanden later stelde William Bundy, de Amerikaanse onderminis ter van Buitenlandse Zaken voor in toenemende mate druk op Noord- nam uit te oefenen, culminerend in grootscheepse bombardementen door Amerikaanse vliegtuigen. Er werd een lijst opgesteld van 94 potentiële doe len in het noorden. Tezelfder tijd voerde Johnson een campagne om tot president te worden gekozen. Hij schilderde zichzelf daarbij af als een kandidaat die vrede zou brengen. Tijdens de 34 maanden van het pre sidentschap van Kennedy is de aan wezigheid van Amerikaanse soldaten in Zuid-Vietnam van 685 „adviseurs” (het maximale aantal volgens 'de ak koorden van Genève) gestegen tot 16.000. Kennedy was van mening dat een nederlaag ondenkbaar was. DE NOORDVIETNAMEZEN be schikten in de jaren 1954 tot 1960 over een soort onderhorig apparaat in het zuiden. Desondanks waren de achter blijvers van de Vietminh er oorspron kelijk niet op uit om een opstand te organiseren. In Genève, waar men op korte ter mijn een akkoord wilde bereiken was de enige onderhandelingsbasis waar over men het eens kon worden dat Vietnam zou worden verdeeld. Frank rijk trok zich daarna terug zodat de akkoorden moesten worden uitgevoerd door het regime in Saigon. Er kwam blijvende vrede tussen Frankrijk en de Vietminh, maar de diepere machtsstrijd voor een onafhankelijk verenigd Vietnam bleef bestaan. Diems bijna paranoïde bezorgdheid om de veiligheid was ook van invloed op de plannen tot hervestiging van bevolkingsgroepen. Zelfs de gramma’s voor hulpverlening vluchtelingen waren tenminste deeltelijk gericht op afscheiding van de bevolkingscentra in de laaglanden VOLGENS DE leiding van het Amerikaanse leger zou de oorlog in Vietnam alleen gewonnen kunnen worden als een half tot één miljoen soldaten voor een periode van vijf tot tien jaar zouden worden ingezet. De Amerikaanse militaire leiders oefen den onafgebroken druk uit op John son om de oorlog in 1966 en 1967 uit te breiden tot Laos en Cambodja. Verder werd ernstig gesproken over het inzetten van Amerikaanse militai ren voor een grote aanval in Noord- Vietnam. Johnson, McNamara en an dere burgerlijke autoriteiten verzet ten zich echter tegen deze plannen maar Jonhson gaf wel toestemming voor de bombardementen en voor ge heime acties van geweld in Laos en Cambodja. narenapparaat bepaald niet aan. Ook Amerikaanse schattingen waren on betrouwbaar als zij op Vietnamese bronnen berustten. MCNAMARA BEGON Johnson vanaf 1966 steeds somberder rappor ten over de vooruitgang van de oorlog te geven. Hij zei geen redelijke me thode te zien om spoedig een einde aan de oorlog te maken. In het open baar spraken beide mannen toen vol vertrouwen over de vorderingen die zouden zijn gemaakt. Amerika kan het niet redden door versterkingen van het Zuidviet namese leger. De V.S. zullen een aanzienlijk deel van de strijd te velde moeten overnemen. s WW

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 15