HEEMSTEEDS ARCHITECT
BOUWT „ALTERNATIEVE
WOONHEUVELS” IN DRENTE
BEN VAN TONGEREN HEEFT GENOEG VAN
Oh, die communeflats
„HET WONEN IN EEN STUK STOKBROOD”
r
99
99
A^c
ff t
I
Utrechts experiment in goede nabuur-
schap is nog nauwelijks van de grond
Niet forceren
Geen commune
19
Pioniersgroep
ZATERDAG 10 JULI 1971
Erbij
11
9
9
(Van een onzer verslaggevers)
-
De mens heeft in.de verschillende fasen van zijn
bestaan steeds wisselende behoeften en wensen. Zo
varieert ook de ruimte die ieder nodig heeft, al naar
gelang de situatie waarin hij leeft. Die variatie staat
in tegenstelling tot de gefixeerde woonruimte die
in grote hoeveelheden worden „aangemaakt”. De
totale oppervlakte van een woning ligt vast, is sta
tisch. Niet statisch is de gebruiksoppervlakte die de
verschillende deelnemers van de samenleving zich
wensen: het kind, de tiener, de vrijgezel, het jonge
„buren weer buren worden”, zoals dat altijd is geweest.
Het is een experiment in het afzweren van de lang als
heilig doel nagestreefde isolatie. Dat experiment begint
nu op gang te komen. Er zijn nu bewoners die gezellig
als buren in een boerendorp met elkaar omgaan. Maar
hun aantal is klein.
gezin, het grote gezin, echtpaar met de kinderen uit
huis, het bejaarde echtpaar en de alleenstaande. Ook
speciale wensen hebben de student, het kinderloze
echtpaar, de commune. Deze groepen wonen nu ge
scheiden. Oma woont elders, in een bejaardentehuis,
de student kan niet thuis wonen en tegelijkertijd een
eigen leven leiden met een eigen entree voor zijn
vrienden. De verpleegster en de lerares wonen in een
vrijgezellenflat.
T*1 EN JAAR GELEDEN waren ze zo ongeveer klaar.
L Maar het heeft tot januari geduurd eer de eerste
j bewoners er in trokken. Plaats van handeling:
Utrecht, de nieuwe stadswijk Overvecht. Concreter ge
zegd: de nieuwe flatblokken, die op iedere etage een
gemeenschappelijke ruimte hebben in de hoop dat
Experimentele buren onder elkaar
p j
I» I
J
Br
ik
- BSr
PETER HEEMSKERK.
DE BEWONERS van de experimen
tele flats hebben destijds allemaal een
enquêteformulier ingevuld. Op die vra
genlijst stond de buurman centraal. Die
buurman moet zo vond het meren
deel van de invullers vooral hulp
vaardig zijn. Zijn eventuele godsdienst,
politieke richting en milieu doen nau
welijks terzake. Wel van belang daaren
tegen zijn z’n kinderen. Het bleek dat
in deze eeuw-van-het-kind nogal wat
kandidaat-bewoners huiverig staan te
genover het oudere kind. Het komt er
in het populariteitsonderzoek maar be
kaaid af.
Van de gegadigden voor een experi
mentele flat was een derde deel onder
de vijf jaar en een derde deel boven
de dertig. De jongste kandidaten heb-
ven van het experiment de hoogste ver
wachtingen.
Zelfs is het mogelijk één kubus ge-
zamelijk te huren voor gemeenschap
pelijk gebruik. Deze ruimte zou te
gebruiken zijn als crèche of peuter
klas overdag en als huiswerklokaal
of hobbyruimte ’s avonds. Eventueel
om samen feest te vieren, een recep
tie te houden of samen te koken. In dit
verband gaan de gedachten vanzelf
sprekend uit naar de ideeën omtrent
Centraal Wonen, enige tijd geleden in
Erbij beschreven.
Het ministerie noemde in het besluit
tot toekenning van de experimenten
subsidie karakteristiek voor het plan-
DE 183 FLATS zijn sinds februari
blokje voor blokje opgeleverd. De selec-
tie-commissie heeft eind mei de laat-
kan de eis worden gesteld dat de
auto’s niet meer op de openbare weg
worden neergezet. Als men geen auto
heeft kan men deze ruimte naar eigen
inzicht inrichten, bijvoorbeeld als hob
byruimte, logeerkamer en eventueel
als bedrijfsruimte (boetiek, kantoor
tje, melkwinkeltje). Dit kan het straat
beeld verleyendigen en elke woning
een eigen gezicht geven.
Voor „Baggelhuizen” ontwierp Ben
van Tongeren 244 woningen verdeeld
over negen „centra”. Dat wil zeggen
Per huis is een tuin gereserveerd
van zes bij zes meter of groter. De op
pervlakte is zo beperkt mogelijk ge
houden om zoveel mogelijk ruimte ten
goede te laten komen aan het open-,
baar groen. Een van de aspecten van
EIGENLIJK komt het erop neer, dat
alle kandidaten wel een zogeheten „in-
IN FEITE hebben dus alleen de groe
pen van vier gezinnen die gezamenlijk
een etage hebben gekregen hun buren
kunnen kiezen. Bij hen heeft het expe
riment een heel andere inhoud dan bij
de rest. De grote vraag is nu of de se
lectiecommissie haar werk zo goed ge
daan heeft dat je straks (over een, twee
jaar) haast niet meer kunt zien wie
zegd wordt. Alleen in de grote flats is
een kamer met „echte muren”.
Ontwerper Janssen heeft die kamer
Architect Ben van Tongeren uit
Heemstede heeft zich afgevraagd of de
geschetste situatie eigen wil of nood
zaak is. Om daar achter te komen, zo
heeft hij geconcludeerd, zal men alter
natieven moeten creëren, moeten ex
perimenteren. In zijn studio „Proto
Design” is hij daar zelf mee bezig
geweest. En het lukte zo goed, dat
een project op het punt staat te wor
den uitgevoerd, dat geheel vanuit een
„alternatieve visie” is gecreëerd. Het
gaat om de woonwijk „Baggelhuizen”
aan de rand van Assen. Voor dit plan
heeft het rijk een „experimentensub
sidie verleend van 3000 per woning.
hun schroom. Ze nodigen op het kam
peerterrein „zomaar” hun buurman uit
voor een kopje koffie, of duiken samen
met him mede-hotelgasten het nachtle
ven in.
Hoeveel gaan deze experimentele
huizen straks kosten? Van Tongeren:
„Naar het prijspeil van enkele maan
den terug circa f 245 voor een norma
le woning (twee eenheden).” Voor die
prijs krijgt men volgens hem meer
Woon-waar voor zijn geld dan in
rechttoe-rechtaan wijken waar om
elke straathoek hetzelfde beeld op
doemt.
het plan is namelijk ook dat er zo wei
nig mogelijk verkeer door de wijk
gaat. Er wordt naar gestreefd dat
bijvoorbeeld schoolkinderen de school
kunnen bereiken wandelend door het
park dat zich rond de woonheuvels
slingert, zonder drukke wegen over
te hoeven steken. In dat openbare
groen kunnen de bewoners zoveel mo
gelijk hun gang gaan: ze zouden er
by voorbeeld samen een schommel,
künnen laten neerzetten, en zo nu en
dan een barbecue voor de hele buurt
kunnen organiseren.
HET EXPERIMENT van de experi
mentele flats is eigenlijk een proefne
ming „in achterwaartse richting”. Dat
wil zeggen: er wordt nauwelijks iets
nieuws geprobeerd, maar voornamelijk
gekeken of een oude situatie kan wor
den hersteld. Zit een gezin nu werke
lijk zo graag dag in, dag uit in zijn
dooie eentje in een flat of wil het
net als vroeger eigenlijk liever ge
zellig optrekken in een wat groter ver
band? Is een mens nog alleen geïnte
resseerd in signalen van apparaten
(auto, tv, stereo-installatie, enz) of heeft
hij ook nog belangstelling voor de „sig
nalen”, in casu levenstekenen van zijn
eigen buurman-medemens?
DE GROEP gelooft dat de publiciteit
over de flats niet altijd even positief
heeft gewerkt. Er zijn in sommige kran
ten nogal nadrukkelijk over „commu-
ne-flats” gesproken. In de buurt wor
den de experimentele flatbewoners dui
delijk beschouwd als „communards” en
dat is volgens een hardnekkig mis
verstand iemand die in ieder geval
sten toegewezen. Over die commissie is
niet iedereen tevreden. Er wordt haar
verweten dat er geen poging is gedaan
condities te scheppen voor een goede
communicatie, zowel horizontaal (op
een verdieping) als vertikaal (tussen
de bewoners van de verschillende eta
ges). Er is niet voldaan aan het ver
langen, alle geselecteerden voor één
blokje in een vroeg stadium met elkaar
te confronteren en onderling te laten
uitmaken, op welke verdieping zij zou
den willen wonen.
Elke woning aan de straatzijde
heeft een open ruimte, nodig om het
trappehuis te bereiken, maar ook nut
tig te maken als carport. Hierdoor
dat negen pleintjes gaan ontstaan
met eromheen telkens enkele woon-
heuvels. De bestemming van dat plein
zouden de bewoners zelf moeten kun
nen bèpalen: hetzij openbaar groen,
hetzij speeltuin voor de kinderen of
gewoon bestraat plein waar de „plein-
bevolking” elkaar kan ontmoeten.
spraak-enquête-formulier” hebben moe
ten invullen, maar dat van die inspraak
niet zo veel terechtgekomen is. Maar
het valt natuurlijk ook niet mee, die veelzeggend de „stiltekamer” genoemd,
inspraak te realiseren. Je hebt bij de
verdeling van woningwetwoningen nu
eenmaal te maken met allerlei belan
gen die zo zorgvuldig mogelijk tegen
elkaar afgewogen moeten worden.
eenheden. Dit om de verbindingen tus
sen de eenheden zo kort mogelijk te
houden. Een nevenverschijnsel van
het ontwerp is, dat de nok niet even
wijdig loopt met de gevellijn, waar
door het idee van een woonheuvel
wordt geschapen. Bovendien versterkt
dit het totaalbeeld als eenheid. Ben
van Tongeren: „Het is niet meer het
gebruikelijke afgehakte stuk stok
brood.”
Als een wooneenheid even als ku
bus van zes bij zes wordt voorgesteld,
krijgt men door twee kubussen te com
bineren een normale woning met
twee ingangèii (één extra voor bij-
voorbeeld opgroeiende kinderen of
praktijk aan huis). Met drie kubus
sen creëert men, een grote woning. Eén
kubus is goed voor een kleine woning,
maisonnette, bejaardenwoning.
Een van de pleintjes in „Baggel
huizen” met enkele woonheuvels.
Met A, B, C en D z\jn wooneen
heden gemerkt, die onderling ver
bonden kunnen worden via het
met een ster aangegeven trappen
huis. A is een halve woning, goed
voor bejaarde of alleenstaande,
A B een normale woning,
A B-f-C een grote woning. Door
de dwarsligging van de nok ont
staat een heuveleffect. Er ontstaat
zo een variatie in het aantal
woonlagen per wooneenheid, die
de differentiatie ten goede komt.
Van Tongeren de plattegrondsop-
bouw, de schakeling en de daarmee
bereikte mogelijkheid om binnen één
bouwlichaam en onder één kap wonin
gen te formeren die uiteenlopen in
grootte, niet slechts wat het aantal
vertrekken betreft, maar ook wat het
aantal woonlagen aangaat.
Het project *s namelijk voorzien
van een „splitlevelopstelling” hetgeen
erop neerkomt dat de vloer van de
ene wooneenheid ligt halverwege de
vloeren van de naastgelegen woon-
DE ONTWERPER van de flats, bouw
en woningdienstdirecteur Janssen, had
eigenlijk ook niet anders verwacht. Hij
zou vreemd hebben gekeken als die
mensen de eerste dag de beste al druk
aan het communiceren waren geslagen.
Alles heeft zijn tijd nodig. Het is lo
gisch dat je eerst je aandacht richt op
je huis en dan zoetjesaan contact gaat
zoeken met je buren. Forceren moet je
zoiets niet. Dan wordt het later louter
puinruimen.
De heer Janssen neemt aan, dat het
na de zomer op vrij grote schaal gaat
gebeuren. Eerst moet iedereen met va
kantie om ideeën op te doen en de fan
tasie een kans te geven. Er moet gedul
dig gewacht worden tot de verbeelding
haar werk begint te doen. En dit expe
riment kan niet zonder die verbeelding,
niet zonder een beetje durf ook. In de
vakantie overwinnen de mensen vaak
DE BUREN, daar draait het om.
Daarmee staat of valt het hele experi
ment. „Toegang” is er nu wel. Dat is
zo bedoeld. Want als een goede buur
werkelijk beter is dan een verre vriend,
dan moet je het die buur ook niet al te
moeilijk maken, om zo maar eens even
binnen te wippen. Sommige etages zijn
betrokken door gezinnen die samen
hebben ingeschreven. Zij kenden elkaar
al en wisten (tot op zekere hoogte) wat
zij aan elkaar hadden. Vanzelfsprekend
is het experiment op verdiepingen
waar oude vrienden, al een stuk verder
dan op de etages van de „wilvreemden”
die elkaar voor de verhuizing naar
Overvecht nog nooit gezien hadden.
Het experiment moet op sommige eta
ges zelfs nog helemaal beginnen. De ge
meenschappelijke ruimten zijn er kaal
en leeg, de deuren gesloten.
Als uitgangspunt koos hij een sa
menstel van halve woningen, elk met
een oppervlakte van zes bij zes me
ter, die hij zo rangschikte, dat door
combinatie een grote variëteit van
mogelijkheden ontstaat. Door een cen
traal trappehuis te projecteren mid
den tussen vier van deze halve woon
eenheden, kan de bewoners de moge
lijkheid worden gelaten te kiezen
hoeveel ruimte zij wensen. De woon
eenheden kunnen namelijk via het
trappehuis aan elkaar gekoppeld
worden.
Zelfs is er een geval bekend van een
leraar die toen bekend werd dat hij
belangstelling had voor een experimen
tele flat van zijn rector de dringende
vermaning kreeg, zich in de klas te
onthouden van propaganda voor groeps-
sex! Het was nog nooit bij de leraar
opgekomen, met zijn pupillen over dat
onderwerp te spreken
DE „GROEP-De Witte” is een vrier
denclub en bepaald geen communf
Ieder voert zijn eigen huishouding, leid
zijn eigen leven.
De groep prijst de royale plattegrond
van de flats, evenals de door de schuif
wanden bereikte flexibiliteit. Een na
deel van die schuifwanden is de geho-
righeid. Achter een gesloten wand kun
je zonder inspanning woordelijk ver
staan wat er aan de andere kant ge-
ken.
Hoe het ook zij: als je bijvoorbeeld
in een winkel je adres opgeeft dan hoor
je: „Oh, die communeflats!” En je
voelt duidelijk dat je er dan staat als
een getekende.
DE „GROEP-De Witte” vindt het erg
jammer dat er nog zo weinig contact is
met de overige bewoners van het blok
en wijt dat voor een deel aan een te
kortschietende selectiemethode.
Nog vervelender vindt de groep het,
dat er in de experimentele flats mensen
schijnen te wonen die helemaal niet van
plan zijn, ooit contact met hun buren
te zoeken. Zij hebben zich kennelijk
alleen om een huis te krijgen „an
ders voorgedaan dan zij zijn”. Maar mis
schien veranderen ze wel. Het experi
ment verkeert nog maar in een begin-
Tadum. Wie weet, sleept het iedereen
.vel mee.
EEN VAN DIE groepjes bestaat uit
de (kleine) gezinnen. De Witte, Zegers,
Suurmond en Van Nieuwenhuijzen. Ze
bewonen de bovense etage van een
blokje aan de Pemambucodreef. Hun
hal maakt al een bewoonde indruk. Hun
flats zijn ingericht zoals dat van jonge
progressieve mensen kan worden ver
wacht. Zij hebben de ruimte de ruim
te gelaten, dat wil zeggen hun hui
zen niet zo volgepropt met meubels dat
je er nog nauwelijks lopen, dansen of
springen kunt.
Eenmaal in gebruik, lijken de drie
kamerflats qua indeling plezieriger dan
hun grote vier-kamer broers. Misschien
is de bar-keuken (in de vierkamerflats
toch een te modieus ding.
VRAAG ONTWERPER ansser ten
slotte wat hij het belam-rijkste vindt
van deze experimentele woningen en
hij antwoordt: „Dat ze gebouwd zijn”.
Zo is het.
.y ‘A’