Eerste politieke tekenaar van de New York Times Een hobby van BEJAARDE HOBBYIST VINDT Z'N MATERIAAL OP STRAAT 50 gulden r I 1 L.W iiiom 11 .2 S 1 EL 15 E ZATERDAG 31 JULI 1971 Erbij A r inslag Omgekeerde Freud Overrompelend werd. Het masker van vriendelijkheid verbergt de harde vuist van de sla-erop-mentaliteit. Kick (Van onze correspondent mr. H. L. Leffelaar) O o THEO VELTHUIZEN, drie ënzeventig jaar, toont ons op de zolder van zijn huisje aan de Achterstraat in Heteren Van Woerkoms visie op de afstomping als gevolg van druggebruik (New York Times). bij Arnhem de mini-kermis die hij in de loop der jaren uit afval heeft gebouwd. „Het is helemaal niks. En ik ben helemaal niks”. Af) Illustratie bij een artikel waarin het agressieve optreden der politie in Amerika gehekeld 11 AW ^..Aj pgm - •i -• Br f i 18^- px w ■ft es FONS VAN WOERKOM draaiden en „Varen yWWWWWVWWWWWW^WWWWWA VVVVV\>VVVVVVWVVVVVWVVVVVVVVVVWV JAA/VVV^/VVVVVVVVVVVVVVVVVVVWWWW1» ^/VVVV\AA/V\AAAAAAA^AAAAAAAAA/VV\AAAA gaat thuis proberen ook een ker mis te maken. ACHTER de „koffietafel” Van Woerkom zelf in spijkerbroek en laarzen, cyclaam-rode trui met korte mouwen. Kort ge knipt zwart haar en een Chinese mandarijnensor. Hij zegt: „Op paarden en koetsjes vrolijk rond in een feestelijk ver lichte, vrolijk geschilderde mo len. Een jaar later volgt een zweef molen. Dan komen de schommels, rupsbaan, rad van avontuur en zweef vliegtuig j es van een groente gegeven, een selderij knol”. kan-ie niet, de onderkant is lek. Maar de stroomlijn klopt precies. Kijk maar in m’n boek”. WVVtAAA/WVtAAArtAAAAAAAAAA/VVvVVVVV yVXAAA/VVVVVVVVVVVVVVVVVWVVVVVVX/VVVW DE TIMES had zich tot dan toe bediend van uit andere kranten overgenomen politieke tekeningen. Het probleem was, zoals Salisbury zei dat „wij nooit In politieke cartoons heb ben geloofd”. Maar toen hij Van Woerkoms werk zag, wist Salis bury dat de Times en de Neder lander elkaar hadden gevonden. IEDERE dinsdag en woensdag woont van Woerkom de redac tievergadering voor de cornmen- taarpagina van The Times bij. Hij leest de stukken die geschikt worden geacht voor een teke ning. Meestal weet hij vrijwel onmiddellijk wat hij ervan zal maken, en dat wordt dan weer besproken met de expert die de pagina moet opmaken. Waar de meeste politieke cartoonisten, zo niet alle, zich erop toegelegd hebben om op een bepaald for maat te werken, weigert Van Woerkom zich door typografi sche beperkingen aan banden te laten leggen. Soms vereist zijn uitwerking van een ge geven de uitbeelding van twee ideeën die, als vervolg op el kaar, twee aparte plaatsen op een pagina vereisen. Voorshands geeft de Times hem alle arm slag die hij nodig heeft. Donder dags sluit Van Woerkom zich op in zijn „atelier” thuis: een ka mertje van twee bij drie meter met een tekenbord, een neon lamp, een paar planken met paperassen. Zo nodig werkt hij de hele nacht door, want vrij dagmiddag is het sluitingstijd voor de zondagseditie waarin zijn werk verschijnt. het ogenblik is alles zo preten tieus (in de kunst van politieke tekeningen). Wat ik hier in de Verenigde Staten aan cartoons zie, is gewoon slecht in artistiek opzicht, en slecht ook waar het nieuwe, jonge ideeën betreft. Het heeft wel een functie, maar ik zelf vind het fijn in een teke- len” .Tentoonstellingen van an dere zelfbouwers bezoekt hij wel. Met lege handen. Zijn kermis blijft op zolder. THEO STOPT met het bouwen van kermisattracties als hij een boek met tekeningen van oude oorlogsschepen en koopvaarders in handen krijgt. Hij denkt: dat kan ik ook. Een jaar later is zijn eerste driemaster gereed. Ruim een meter lang en met alles erop en eraan: kanonnen, kajuiten, zeilen, stuurrad, schroef anker enz. Verontschuldigend Van Woerkoms vrouw In een rommelwinkel gevonden: „zij is erg goed in het vinden van dat soort gekke dingen”. ning commentaar te geven zon der woorden. Het is hier (in Amerika) nog te veel de grap die je als cartoonist moet ma ken, nog te veel „ter illustratie van”. Een cartoon moet naar mijn mening een trap (een „kick”) zijn; hij moet kracht hebben, geen humor”. van een nijlpaard (min of meer gestolen van de Jan van Eyck- academie in Maastricht, waar hij van 1963 tot 1967 studeerde) en er zijn verschillenle poppen, waaronder een heks. Op het „koffietafeltje” bevindt zich een merkwaardig plastic tafereel, „De bruid van Frankenstein”. Een vrouw op een soort snij tafel, die met losse ledematen omgebouwd wordt tot het soort echtgenote dat bij het monster Frankenstein moet passen. Het curieuze voorwerp werd door „ZIJN WERK is overrompe lend”, zegt Salisbury, „het is origineel en het heeft zoveel kracht dat sommige van onze lezers er bezwaar tegen maken. Wij beschouwen hem niet als een cartoonist, maar als kunste naar. Wat hij laat zien, is een inwendige nieuwe dimensie van de verbeelding”. Eén van Van Woerkoms tekeningen werd na publikatie door Harrison Salis bury ingelijst, en in zijn kantoor opgehangen. Het is de voorstel ling van een manlijk lichaam, waaruit een soort surrealisti sche plant is voortgesproten, ge tekend ter begeleiding van een artikel over Yoekio Mishima, de Japanse schrijver die verleden jaar op spektakulaire wijze hara-kiri pleegde. VAN WOERKOM vertelt dat hij naar aanleiding van deze SINDSDIEN is diens signa tuur, „Fons”, onder bijna twin tig tekeningen verschenen op de commentaar-pagina van de Times. Zo hoog wordt zijn werk aangeslagen dat de krant er al over denkt er een speciale ten toonstelling voor te organi seren. Fons van Woerkom, Nijmege- naar van geboorte, is zakelijk nuchter over zijn plotselinge succes: „Ik heb veel vertrouwen in mijn eigen werk”. Zo ging hij, begin december vorig jaar, drie maanden nadat hij zich in New York gevestigd had, met Zonder tekeningen gaat hij aan het werk met stukjes hout, ijzer draad, verf, zagen en spijkers. Het begin was moeilijk. Maar Theo Velthuizen was geduldig. Hij brak de draaimolen af en be gon opnieuw. Tenslotte was zijn draaimolen gereed. De houten Zijn meest bewonderde col lega’s zijn de Engelse tekenaar Scarf, de Amerikaan „Oli phant”. Van de Nederlandse politieke tekenaars vindt hij Behrendt het best. WAAR de psychiatrie dromen interpreteert door droomsym- bolen te herleiden tot een door de patiënt beleefde, maar ver drongen werkelijkheidservaring, doet Van Woerkom in zijn werk het tegenovergestelde: Hij brengt de werkelijkheid terug tot symbolen, hij „droomt in tegenovergestelde richting". Nog anders gezegd: waar de psy chiatrie zich erop toelegt, het onderbewustzijn bewust te ma ken, probeert Van Woerkom het bewustzijn terug te dringen naar het onderbewuste. Dat is iets anders dan het traditionele surrealisme, want dat maakt gebruik van een bij voorbaat gefantaseerd gegeven dat (zoals de bekende schilde rijen van Salvador Dali met de slappe horloges) tot een werke lijkheid herleid moet worden. De tekeningen van Van Woer kom doen het omgekeerde. En omdat het onderwerp vaststaat wordt hun „overrompelende kracht” bepaald door de mate waarin de lezer een soort „Aha- Erlebnis” heeft een ervaring dus waarbij zijn eigen onder bewustzijn Van Woerkoms sym bolen „herkent” en registreert als „waar” en „echt”. IN 1958 is het kermis in Hete ren. Theo raakt gefascineerd door de draaimolens, zweefmo lens, schommels en vliegtuigjes. Hoe die dingen in elkaar zitten? Hij prent het in zijn hoofd en .-.V, UITEEN slaapkamer vist hij een houten slagschip, beneden staan er nog twee. Hij houdt het slagschip als een baby in zijn ar men. „D’r zit 52 meter touw in en 170 katrollen, die heb ik alle maal met de hand gemaakt. Mijn hobby heeft me nog geen 50 gul den gekost, ik vind alles op straat. Ik loop altijd voorover en maar kijken. Eens vond ik een gouden ring. Die heb ik bij de politie aangegeven. Ik heb er niks meer van gehoord”. VAN WOERKOM voelt zich in de eerste plaats een politieke tekenaar, in de tweede plaats een karikaturist. Wat niet weg neemt dat zijn karikaturen het slachtoffer meteen reduceren tot diens essentie: Mao-Tse Toeng: „een pudding”, Ghandi: „een soort spotvogel” en vice- president Spiro Agnew: „Dat is een man aan wie ik een hekel aan heb. Ik heb hem in een tekening voor de Times de vorm ONDER HET STOF staat zijn mini-kermis op zolder. Een en keling mag het steile trapje op om zijn schatten te bekijken. Te koop is de kermis niet. „Mis schien dat ik ’m ooit nog ’ns weg geef aan een kindertehuis of zo. Maar het moet wel bij elkaar blijven”. Buurtbewoners wilden hem in Willem Duys’ „Vuist” brengen maar hij weigerde. „Ik vind dat daar maar een rommeltje. En in sen paar minuten kan ik toch niet alles laten zien en alles vertel- MEN MAG aannemen dat The New York Times Van Woer koms plannen voor een toe komst buiten de Verenigde Sta ten met lede ogen aanziet. DE BOUW van zes slagschepen heeft drie jaar van zijn leven in beslag genomen. Er zijn er nog drie over, de andere heeft hij weggegeven. Schepen, waaraan zo’n half jaar werk zat. Maar hij verkoopt ze niet, „ik maak ze voor m’n plezier, m’n hobby”. Voorlopig heeft Theo genoeg schepen gemaakt. Onder een zeil in de schuur staat zijn nieuwste werkstuk: een ouderwetse stoom- carroussel. Die wordt groter en mooier dan de hele kermis. De kassa is gereed, de paardjes en koetsjes kunnen al bewegen. De leidingen voor de tientallen lichtjes leveren nog problemen op. „Daar zal een vakman bij moeten komen”. Die zal het dan wel gratis moeten doen want de hobby van Theo mag geen geld kosten. „Het is toch maar een hobby”, zegt hij verontschuldi gend. „En veel centen heb ik niet, want behalve de AOW is er alleen een mager spaarpotje”. NEW YORK Na 120 jaar is The New York Times, Amerika’s invloed rijkste krant, door de knieën gegaan. Het was een geval van bewondering op het eerste gezicht. Op 16 decem ber 1970 publiceerde de Times de eerste tekening van zjjn eerste politieke te- kenaar-in-eigen-dienst. De kunstenaar voor wie die knieval werd gemaakt was een volmaakt onbekende in Amerika’s cartoonisten kring. Hij was niet eens een Amerikaans staatsburger, maar de 28-jarige Nederlan der Fons van Woerkom. een map tekeningen naar The New York Times. Hij kwam te recht bij de vermaarde journa list Harrison Salisbury, die na een interne reorganisatie belast wa? met de leiding van de commentaar-pagina van The New York Times. MET ZIJN Nederlandse vrouw Henriette en drie maan den oude zoontje bewoont Van Woerkom een driekamerflat in het „artistieke” deel van New York, Greenwich Village. Het is Hollands ingericht. Voor een raam staan kamerplanten en er hangen koekplanken aan de muur. Op de grond in de zit kamer staat een gave schedel ONDANKS zijn succes zegt Van Woerkom, dat hij niet in de Verenigde Staten zijn leven zou willen slijten. „Ik geloof in Canada (waai hij van 1968 tot 1970 bij de „Toronto Star” werkte), in Nieuw-Zeeland, Australië. „Het is daar open en groot. Maar ik interesseer me erg voor de Amerikaanse poli tiek omdat de machtsworsteling en de misère die eruit voort komt, zo extreem zijn”. tekening een brief kreeg van een wat oudere vrouw in het Midden-Westen van Amerika. Die wilde weten wat hij ermee bedoeld had. „Ik heb haar teruggeschreven”, zegt hij, „maar toen moest ik me voor het eerst rekenschap geven van wat ik gemaakt had”. Deze uit spraak verklaart zijn werkwijze, die van een concreet gegeven een abstract-surrealistische, bij na metafysische uitbeelding maakt. Een proces waarbij ge bruik wordt gemaakt van een onderbewust associatief ver mogen dat, bijvoorbeeld, het gi gantische en logge ministerie van Defensie (Pentagon) uit beeldt als een reuzenschildpad, die aan de achterzijde voortge dreven wordt door een klein machientje. i- .xixx. Xxx.xx x XX .XXX.. ..fc vx-x'xx <.x.xxx..x\x..:x.X.xXxXX.<.X. A sSvcSk.. w

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 15