LEGENDE EN
REALITEIT
BLIJKT VREEMDER
WAARHEID
DAN WILDSTE FANTASIEËN
s
a
w
BI! Wl
I
S
s
-^3
Se
te'
Biffg S
7"-*
f|w
life
g
A
lIRr J I
F
1'4.^ t
II
ZATERDAG 31 JULI 1971
I
MAGISCHE
KLANK
DIE TALLOZEN HEEFT BEZIG
GEHOUDEN. WAAR LAG HET?
WANNEER
BESTOND
HET?
WOONDEN ER INDERDAAD EEN
SOORT „ÜBERMENSCHEN'* EN
BESTOND ER OP ATLANTIS EEN
HOGE CULTUUR LANG VOOR
DAT ER ERGENS TER WERELD
ZELFS MAAR EEN BEGIN VAN
BESCHAVING TE VINDEN WAS?
Beschilderd reliëf uit het
paleis van Knossos. Als dit
een Atlantide voorstelt dan
droegen dezen grote mutsen
met veren, kapsels met krul
len en wespentaïlle-ceintuurs
van metaal.
Prachtige drinkbeker van steatiet in de
vorm van een stierekop, gevonden op Kreta.
Vee behoorde tot de grootste rijkdom van Kreta-Atlantis en de stieren werden hogelijk vereerd. Bronzen stier
tjes uit het Herakleion-museum. Ook stierengevechten waren een populair, volksvermaak.
In Atlantis stonden weelderige huizen van meer verdiepingen
paleisresten van Knossos, Kreta).
Het elegante vaatwerk van Kreta dat zelfs
in de paleizen der Egyptische farao’s gevon
den is.
A TLANTIS EEN NAAM MET
H EEN
Erbij
if?
-
V-?«l
13^4,
iu
ATLANTIS
DE GRIEKSE GEOLOOG en seis
moloog Galanopoulos en de Engelse
archeoloog Bacon hebben de niet
geringe taak op zich genomen om
het hele vraagstuk-Atlantis eens
onder de loep te nemen om de onzin
(in onwaarschijnlijke massa’s) en de
zin (heel wat meer dan men zou
verwachten) er uit te puren. En nu
confronteren zij ons met wat huns
inziens het werkelijke Atlantis is
geweest: een historisch rijk dat ge
legen was op Kreta en Santonin. Een
verschrikkelijke ramp, een vulkani
sche uitbarsting van een formaat als
gelukkig zeer zelden voorkomt, deed
Santonin in de lucht vliegen. De res
ten ervan staan nu nog bekend als
Thera. De uitbarsting van Santonin
maakte een einde aan de Atlantische
beschaving.
HET BOEK van Galanopoulos en
Bacon*) is van een verkwikkende
nuchterheid en wetenschappelijk
zeer behoorlijk gefundeerd. Het is
gebaseerd op Plato’s verhaal uit de
Critias en Timaeus. Plato verkreeg
zijn verhaal van Solon, die het op
zijn beurt optekende in het antieke
Egypte.
Aan de hand van Plato’s verhaal
worden de beschrijvingen der „tien
steden” van Atlantis aan een zeer
diepgaand onderzoek onderworpen.
Daarna wordt er afgerekend met
de bewering van Solon, dat Atlantis
moet hebben bestaan omtrent 9600
voor Christus omdat hier archeolo
gisch bezien niets van klopt. Plato
geeft een beschrijving van een ty-
zelfde geldt voor alle andere zee
bodems. Nog sterker, de Atlantische
Oceaan hgeft sinds tenminste een
miljoen jaren dezelfde vorm gehad.
MEN HEEFT Atlantis op de
meest wonderlijke plaatsen willen
situeren: tussen Bretagne en Ier
land, wat totaal uitgesloten is; aan
de Noordpool; bij Helgoland, waar
voor hetzelfde geldt als voor Bre
tagne; in Centraal-Azië; bij Nigeria,
Tunesië en Spanje. Voor geen van
deze theorieën bestaat ook maar een
spoor van geologisch bewijs.
HET EILANG Santorin, tegenwoor
dig Thera geheten, is een van de
belangrijkste centra van tectonische
bewegingen in het oostelijk bekken
van de Middellandse Zee. Bij de be
handeling van dit eiland vermeldt
Galanopoulos bijvoorbeeld ook de
eerste uitbarsting, die moet hebben
plaatsgehad in het pleistoceen, on
geveer 12 miljoen jaar geleden. In
de tijd waarom het in het boek
gaat, op het hoogtepunt van de At
lantische cultuur, heette het eiland
niet Santorin maar Stronghyle: „het
Ronde.” Van hieruit zou de betref
fende beschaving zijn uitgedragen.
EEN ZEER GROOT deel van het
boek wordt gewijd aan«de catastrofa
le vulkanische uitbarsting die alles
verwoestte. De explosie kan in he
vigheid alleen worden vergeleken
met die van Krakatau in onze tijd.
Met dit verschil dat de uitbarsting
van Stronghyle vijf maal zo om
vangrijk was als die van het Indi
sche eiland en dat dit te vergelij
ken was met de explosiekracht van
750 megaton springstof. Evenals bij
Krakatau ontstond een van die vre
selijke tsunami’s (vloedgolven)
die tot zeer ver merkbaar zijn. Bij
het huidige Tel Aviv, bijvoorbeeld
bereikte de „tsunami’s” een hoogte
van 7 meter, maar rond het onge
lukkige Stronghyle moet de zee min
stens 210 meter gestegen zijn
DE RAMP van Stronghyle had
plaats omtrent 1520 voor Christus
Het resultaat ervan was de totale
ondergang van de Kretenzische cul
tuur. En hier zijn we dan waar we
wezen moeten, namelijk bij Atlantis
zelf, want volgens de jongste con
clusies moet dit gelegen zijn ge
weest op Kreta en Stronghyle.
HET ZOU in het bestek van dit
artikel te ver voeren om uiteen te
gaan zetten hoe het verhaal van
Solon en Plato tot in details is na
getrokken. Maar de conclusies van
de twee auteurs zijn de volgende:
Uit de geofysica kan worden
worden vastgesteld dat er geen ca
tastrofe als die van Atlantis heeft
plaatsgehad, die een einde maakte
aan „een” bronstijd-beschaving
omtrent 96 eeuwen voor het jaar
0. Wél heeft er omstreeks 1520 voor
Christus een vreselijke tsunami ge
woed, opgewekt door een aardbe
ving van ongekende hevigheid, ge
zien de onvoorstelbaar hoge stij
ging van de zee rond Santorin of
Thera.
Circa 25 a 30 jaar later volgde
de totale ondergang. Toen stroom
de de zee tengevolge van tectoni
sche bewegingen in de grote holte
onder Santorin, waaruit eens het
magna was omhooggeweld. Het eiland
vloog in de lucht en er bleven vijf
kleine eilanden over, die vroeger
pische bronscultuur die in een zo
oud tijdperk nog nergens ter wereld
kan hebben bestaan.
De geoloog Galanopoulos neemt de
fantastische verhalen van talloze
schrijvers, oud en modern, onder
handen. En dan blijkt al gauw dat
geen van hen die meenden of me
nen, dat Atlantis in de Atlantische
Oceaan verzonken ligt, ook maar
de flauwste notie heeft van mo
derne geologie. Als resultaat van de
laatste geologische onderzoekingen
hadden ze al lang en breed van die
dwalingen huns weegs behoren terug
te keren. De ondergang van een zo
groot eiland als Atlantis volgens So
lon en Plato geweest moet zijn, bin
nen het tijdsbestek van één dag en
één nacht is geologisch bezien
totaal onmogelijk. Verder is is
sins de verschijning van de
mens op aarde géén landrug ont
staan op de bodem van de Atlan
tische Oceaan. Op 3000 meter diep
te ligt er wel de Midden-Atlantische
bergrug, maar deze ontstond niet
door het verzinken van een eiland,
maar door het rijzen van de oceaan
bodem. Deze rug vormt één geheel
met een tectonisch complex dat
over een lengte van 40000 km rond
Afrika loopt. Deze bergrug is sinds
het midden-eoceen (60 miljoen jaar
geleden) nimmer veranderd. Sinds
de komst van de mens op aarde is
er nergens in de Atlantische Oceaan
een verzonken landmassa die dus
naspeurbaar zou moeten zijn op
de zeebodem terecht gekomen. Het-
Kreta: aanvechtbaar, maar een goed idee gevend hoe de Atlantische steden eruitgezien
moeten hebben.
deel uitmaakten van de kraterrand.
Deze ramp met de toen optredende
tweede tsunami, heeft een definitief
einde gemaakt aan de Kretenzische
beschaving, die gebaseerd was op
wereldhandel en -zeevaart. Bij die
gelegenheid moet de gehele Kre
tenzische vloot ten onder zijn ge
gaan.
Kreta was volgens de beschrij
vingen van Solon en Plato de
koningsplaats van Atlantis. De door
Plato gegeven beschrijving ervan
klopt tot in kleinigheden met het
beeld dat de huidige Messara-vlak-
te op dit eiland biedt.
Stronghyle was de oude metropo
lis van Atlantis.
WAT SOLON, door Plato naver
teld, verkeerd heeft gedaan is het
vermenigvuldigen met 10 van alle
maten en tijden. Déélt men die na
melijk door 10 dan blijken alle fei
ten merkwaardig te kloppen met
wat we nu weten.
In Egypte, waar de slag van de
explosie duidelijk te horen moet
zijn geweest, wist men alles van de
ramp af en legde men de gegevens
vast in de kronieken die ook Solon
zal hebben geraadpleegd tijdens zijn
gesprekken met de priesters.
Na de tsunami, die op Kreta on
telbare mensenlevens moet hebben
gekost trokken de overlevenden
zich terug in de bergen. Hun her
inneringen leefden voort in hun na
komelingen en nog veel later kende
men deze alleen van horen zeggen.
De recente opgravingen van The
ra hebben buitengewoon belangrij
ke fresco’s van zuiver Kretenzische
stijl aan het licht gebracht. Onder
andere vond men een „blauwe aap”
van dezelfde soort die nog steeds
een van de strijdpunten van de
Minoïsche (Kretenzische) fresco’s
vormt.
WIE WIL afrekenen met de onge
twijfeld aardige, maar praktisch op
niets gebaseerde fantasieën rond
Atlantis (waarmee nu weer Thor
Heyerdahl kwam aandragen om de
zwakste punten van zijn op niets
berustende „Egyptische” theorieën
te stutten) die zou ik dit prachtig
verzorgde boek met zijn talloze fo
to’s, kaarten en verklarende teke
ningen warm willen aanbevelen. Op
zeer leesbare, maar altijd strikt
wetenschappelijke wijze, geboek
staafd door talloze vaststaande fei
ten, geeft het een panorama van
de huidige stand van de weten
schap met betrekking tot de „zaak-
Atlantis”.
BOB TADEMA SPORRY
ATLANTIS Legende en waar
heid. Door A. G. Galanopoulos
en Edward Bacon. Uitgave Fi-
bula-Van Dishoeck te Bussum.
De door de beroemde archeoloog Evans uitgevoerde restauraties van het Knossos-paleis op
i
4
- - *5 r
I