Barbara's stoeipoppen Amerikaanse vrouw wil een creeren VARA s keukenprinses waakt over uw portemonnee HENRIET VAN AELST reeds 10 jaar Van trouw totaal weefmilieu” alle markten thuis” Makreel d la Henriet Itv I I 15 i H - J ZATERDAG y AUGUSTUS 1971 Erbij Barbara en haar Boeddha: zes maanden werk. (Van onze Haagse redactie) Henriet van Aelst met poes bij de „plattebuis”klaar voor de uitzending. Telefoon Stemtest Automobilisten Met de Zwarte Man en de Straatjongen. 1 AL TIEN JAAR lang vertelt Henriet van Aelst in het VARA-radioprogramma „Van alle markten thuis” of in Nederland de groenten en het fruit, vlees en vis (te) duur worden betaald. Nederlands keukenprinses bij uitstek ook al wil ze zo helemaal niet worden genoemd bewoont met haar man Cees, zoon Sjoerd, haar hond en haar twee poezen een juweel van een buitenhuis in Amersfoort. Daar bereidt ze in een oase van rust haar woensdagmorgenprogramma voor, dat slechts drie minuten duurt, maar wat het schrijven be treft heel wat meer uurtjes vergt. (Van een onzer redacteuren) ANDWEVEN” IS EEN OEROUD AMBACHT, dat echter nog altijd springlevend is. Nieuwe impulsen kreeg deze huiselijke weefkunst toen er na de oorlog betere, en vooral handzamer mini-weefgetouwen voor amateurs beschikbaar kwamen. En sindsdien heeft deze mooie hobby over al ter wereld adepten gevonden. lil I) VAAAAA/WVWWWVWVWWXAAAAAAAAA/WWAAA/’ OS S sxS-x-x OS „IK ZAL JE eerlijk zeggen, ik eet thuis nooit vis. We hebben vijf jaar IJmuiden gewoond. Van 1951 tot 1956. Geweldig fijn en we kregen daar zoot jes verse vis. Ik ben daar vreselijk verwend. Hier in Amersfoort krijg je natuurlijk wel verse vis, maar toch proef ik het. Nee, vis eten wij alleen, als we weer eens in IJmuiden zijn bij kennissen”. zijn. Dan wordt het iets gemakkelijks, een snack bijvoorbeeld”. maar bij. De mensen willen je zo hou den. Ach, mijn naam wordt dan ook niet genoemd en eerlijk gezegd, heb ik daar ook niet zo’n behoefte aan”. r „NEE, DE CONSUMENT moet kun nen aannemen, dat je vrij bent en niet iets voor iemand wilt verkopen. Dan verspeel je zo je goodwill. Ik vraag wel eens om begrip. Ik werd laatst opge beld door een mevrouw die mopperde dat de groenten zo duur waren. Toen heb ik in mijn radiopraatje verteld, hoe veel het kost om ’s winters in kassen groenten te telen. Al die kosten voor olie en zo. Daar vraag ik dan wel be grip voor”. HENRIET VAN AELST houdt zich niet alleen bezig met koken en recep ten. Ze schrijft ook radioteksten over het leefmilieu en de milieuhygiëne. Op het ogenblik schnabbelt ze veel, zoals ze dat zelf noemt. Zij heeft bijna geen vaste programma’s meer en ook het samenstellen en presenteren van het te levisieprogramma „In ogenschouw” be hoort al weer lange tijd tot het verle den. Laat dit geheel in een gesloten schaal op een Widexplaatje een Kwartier smoren. Dien het nu klare gerecht op met droge, witte rijst en zet op tafel gesneden groene pepers, gesneden komkommer en een fris tomatenslaatje met wat ui erdoor. moet ook niet denken dat ik uren in de keuken sta. We doen hier veel samen. Heerliik met z’n allen even koken Ik moet we) zeggen dat mijn man beter kookt dan ikl” INGREDIËNTEN voor twee drie personen: Twee gestoomde makrelen, drie-vier eetlepels ketjap manis, (zoete ketjap) sap van een halve citroen, paar druppeltjes tabascosaus, mespuntje gemberpoeder, halve eetlepel suiker, zout, peper. De gestoomde makrelen ontgraten en in een vuurvaste schaal leggen met een paar klontjes boter erop. Giet hierover de ketjap manis en voeg dan toe het citroensap plus de in schijfjes gesneden citroen (met schil), een paar druppeltjes tabasco, een mespuntje gemberpoeder en na tuurlijk suiker en zout. Peper mag naar smaak. HANS HAMBURGER kondigt rond half negen in de uitzending aan dat hij Henriet van Aelst gaat bellen. „Maar dan zitten we eigenlijk al van kwart over acht met elkaar via de telefoon te klessen”, vertelt ze. „Ik heb een speciale telefoonmicrofoon. Een techni cus had eens de lijn open laten staan zodat al ons gepraat onder de platen doorkwam. Later belde een tante me op en zei: „Henriet, ik vind het een vreselijk leuk experimenteel program ma, alleen ik versta er geen barst van!” ZIJ IS NIET zenuwachtig als ze live de uitzending ingaat. „Ik zit hier lek ker in mijn ochtendjas bij mijn platte- buiskachel. De poes op schoot en een kopje thee vlak bij. De gordijnen zitten dicht en bij de deur hangt een bordje: Postbode, niet storen, directe uitzending! Toen ik een keertje inijn babbeltje maakte, stond de postbode met een niet begrijpend gezicht op de ramen te ram men, omdat ik „niet opendeed”. Het Voorlichtingskantoor voor de Voeding belt. Henriet van Aelst noteert dat er steeds meer aardbeien op de markt ko men. „Ik teel ze zelf ook. Ik heb er al zes. Van die piepkleine. Onbespoten! Voor ieder twëe. Heerlijk. Trouwens in onze hele tuin wordt niet gespoten”. Daarmee komt ze gelijk op haar stok paardjes: „leefmilieu en milieuhygiëne” „IK INTERESSEER me er vreselijk voor. Mijn man is directeur van de Amersfoortse Plantsoenendienst en die heeft veel te maken met deze onderwer pen. En Adriaan, mijn zoon, studeert biologie in Wageningen en komt ook met het een en ander thuis. Ik schrijf naast deze levensmiddelenrubriek nog heel wat teksten hierover Alleen, ik lees ze niet zelf voor. Bij de VARA heb ik dat etiketje van koken, daar laten we het was „In ogenschouw”, tot de volgende week. Niemand heeft iets gezien. Het was wel een giller!” Op de vraag of ze denkt veel invloed uit te oefenen, ant woordt ze heel bedachtzaam: „Dat weet ik niet. Wel, dat we helemaal onafhan kelijk zijn van wie dan ook. Als er doorgegeven wordt dat er nog veel wit te kool over is, geef ik dat niet door. Bovendien, wie eet er nu nog witte kool? Ik ben geen verkoopleidster”. KRIJGT HENRIET veel reacties op haar programma? „Ach ja. Je wordt wel eens opgebeld Een mevrouw riep laatst door de telefoon: .Henriet, mijn cake is mislukt!” Ik gaf haar een ad vies over het gebruik van eieren en een week later belde ze terug: ..Henriet, mijn cake is gelukt'” We zijn ook wel eens opgebeld door automobilisten, die naar het programma luisterden en he lemaal zenuwachtig werden, toen ik een recept doorgaf, dat ze niet konden no teren Sinds die tijd geven we alles uit op stencil. Geen paniek hoor!” Aan het eind van het gesprek geeft Henriet van Aelst nog een visrecept voor de inwo ners van IJmuiden en dan volgt de on vermijdelijke vraag of ze zelf veel kookt en of ze het goed kan. INFORMATIE over vis geeft Henriet van Aelst pas een jaar of twee door. De rubriek „Van alle markten thuis” stond op de nominatie te verdwijnen, maar Henriet wilde het programma graag uitbreiden en andere informatie verschaffen dan alleen maar receptjes van groentegerechten. Vlees en vis vormden voortaan een belangrijk be standdeel van de menutips, die Henriet van Aelst haar luisteraars gaf, waarbij ze ook zoveel mogelijk actueel probeer de te zijn. „IK SCHRIJF mijn teksten dinsdagavond, maar omdat we hebben afgesproken in dat blokprogramma „Dag Woensdag” van Hans Hamburger zo actueel mogelijk te zijn, kan het wel eens zijn dat ik vlak voor de live-uit- zending mijn hele tekst omgooi. Tsja, BARBARA SHAWCROFT uit San Francisco pakt de zaken anders aan. Terwijl andere weefsters rustig „voort borduren” aan haar conventionele tafelkleden en japon- stoffen, maakt zij in haar witgekalkte atelier geweven „plastieken” van gigantische afmetingen. Haar „Boeddha”, volgepropt met kapok en wolresten, meet van kruin tot tenen tweeëneenhalve meter. Andere weefbeelden, zoals de Rode Vrouw, de Medicijnman en de Straatjongen (com pleet met geslachtsdeeltje) zijn van iets bescheidener af metingen, maar nooit kleiner dan zo ongeveer levensgroot, want Barbara is van mening dat haar geesteskinderen voor al „body” en „impact” moeten hebben. NATUURLIJK kunnen haar weefpoppen niet op eigen benen staan. Je kunt ze met enige moeite tegen een muur laten leunen, maar eigenlijk zijn ze bedoeld om in liggende toestand „gebruikt” te worden, om erop te leunen, te zitten en mee te spelen of te praten, legt Barbara uit. „Je kunt ze zien als een soort mengvorm van een overmaatse ouder wetse lappenpop en zo’n moderne zitzak of opblaasbank wat mij betreft. Maar voor mij zijn het vooral gezellige dingen om „over de vloer” en dan in de meest letterlijke zin van dat woord te hebben”. EN DAT BRENGT ons op een nieuw chapiter: Barbara’s verdere plannen. Ze gelooft dat er een grote toekomst is voor geweven stoelen, geweven tafels en geweven bedden, kortom een „totaal weefmilieu”, dat opgebouwd gaat wor den rond haar weeffiguren die daar dan met haar in kunnen leven „en gelukkig zijn”. Met de verwerkelijking van dat plan gaat zij nu beginnen en tot het voltooid is, wenst zij geen van haar weefplastieken te verkopen. Wel heeft zij onlangs haar rariteiten geëxposeerd in een van San Francisco’s leidende kunstgalerijen, terwijl diverse musea reeds belangstelling getoond hebben voor haar werk. HAAR MANIER VAN WERKEN is al even uitzonderlijk als haar produkten. Aan het pronkstuk, de Gele Boeddha, heeft zij zes maanden gewerkt, maar een werktekening, of zelfs maar een ruwe schets is er nooit aan te pas gekomen. „Het groeide als vanzelf onder mijn handen”, zegt ze, „maar meer dan een vaag idee van wat het worden zou heb ik nooit gehad: het heeft als het ware zijn eigen vorm ge kozen. WEL HEEL PRECIES weet Barbara nog, wat het alle maal aan geld en moeite gekost heeft om haar Boeddha te scheppen: er is voor 200 dollar aan wollen garens, jute en ruwe zijde en 70 pond kapok (voor de vulling) in verwerkt, en dikwijls heb ik er zestien uur per dag aan gewerkt. OVERIGENS IS ZIJ VAN MENING, dat iedereen die iets van weven weet, haar reuzepoppen moeiteloos kan na maken, want in feite is het alleen een kwestie van „schaal vergroting”: in plaats van een gewone divan- of lappen pop maak je er gewoon één die twee meter of meer lang is. En copyrights zijn er niet op. iedereen mag Barbara’s kunst kopiëren of imiteren. Een idee voor de komende lange winteravonden misschien H. C. een voorbeeld? Nou, de Russische in val in Tsjecho-Slowakije. Dat hoorde ik net voordat de uitzending begon. Ik heb toen een Russisch eitje geadviseerd, maar ik besloot wel met’ „Dit Russisch eitje zal ons wel wat zwaar op de maag liggen!” Een ander voorbeeld? Ajax. De huisvrouwen willen 's avonds ook graag kijken en dus vroeg klaar HENRIET VAN AELST vertelt over het televisieprogramma „In Ogen schouw” dat zij van 1964 tot 1966 pre senteerde „Niemand keek er op de donderdag middag naar. We waren gewoon verge ten dat de vrouw ook wel eens weggaat om boodschappen te doen. We hebben er toen een programma voor de bejaar den van gemaakt. Leuke ervaringen? Ja, toch wel. Een of andere man had in de uitzending iets verteld en viel met zijn stoeltje tijdens mijn slotwoorden achterover. Tk hield hem nog net met één hand overeind en kondigde met een smile van hier tot ginder af: Dit DINSDAG IS voor Henriet van Aelst een drukke dag. 's Middags belt een groot aantal instanties uit de levens middelensector haar op en informeert de samenstelster van de rubriek „Van alle markten thuis” over aan- en af voer van prijzen van groenten, fruit, vlees en vis. „Veel gefileerde schol deze week?” vraagt ze aan het produkt- schap voor de vis en als ze alles heeft opgeschreven hetgeen alleen al genoeg is voor de drie minuten durende rubriek zegt ze tijdens ons bezoek op zo’n druk ke middag: HET IS EEN TYPISCHE vrouwenhobby, die vroeger al leen omwille van de bijverdiensten beoefend werd. Nu zijn het vooral de wat oudere vrouwen met veel vrije tijd die zich ermee onledig houden. Maar ook jonge meisjes met artistieke neigingen vinden het een dankbaar middel tot zelfexpressie, waarin zij hun fantasie vrijwel onbeperkt kunnen uitleven. Want het materiaal is geduldig en het aantal kleurschakeringen vrijwel eindeloos. De dessins kan men als telpatronen kant en klaar kopen of zelf ont werpen, wat natuurlijk veel meer voldoening geeft. En de min of meer geslaagde eindprodukten vormen, zelfs als ze commercieel onverkoopbaar zouden zijn, nog altijd uiter mate fijne „persoonlijke” geschenken voor jarige vrien dinnen of verwanten. WERKELIJK GOEDE, artistiek-„verantwoorde” hand- weefprodukten vinden nog altijd grif hun weg naar de kunstnijverheidswinkels en „galerijen”, hoewel zij de laat ste tijd wel steeds meer concurrentie ondervinden van de nieuwere „textielkunsten” zoals de bizarre scheppingen van wol, touw en ander materiaal die, geknoopt en gelijmd tot decoratieve hoogreliëfs, tegenwoordig als exclusieve wandversiering zoveel opgang maken. EERLIJKHEIDSHALVE moet gezegd worden dat de handweefsters daaraan zelf medeschuldig zijn. Er zijn na tuurlijk prachtige „eigentijdse” handweefstoffen te krijgen, gemaakt door ateliers die zich daarin gespecialiseerd heb ben en ontworpen door kunstenaars van naam die de trends van kleurstelling en dessins op de voet volgen. Maar de thuisweefsters-hobbyisten zijn over het algemeen minder met haar tijd meegegaan. Zij zitten nog altijd vast aan de traditionele smaakpatronen, vaak van moeder op dochter overgeleverd, en wat er van hun getouwen komt, onder scheidt zich dan ook zelden of nooit van wat duizenden andere thuisweefsters produceren. En dit manco aan origi naliteit heeft haar liefhebberij zo langzamerhand doen devalueren tot een huisbakken tijdverdrijf waaraan weinig eer meer te beleven valt. AL TIEN JAAR lang geeft Henriet van Aelst voorlichting over de levens middelensector. Ze maakte als mede werkster van een ziekenomroep de Golf breker een stemtest bij Gabri de Wagt, aanvankelijk voor het later beroemd geworden programma Marimba. „Die test ging niet helemaal naar de zin”, vertelt ze, „en toen zei Gabri de Wagt: Jij moet iets gaan doen aan koken. Nou dat zag ik in het begin niet zo. Maar ik ben toch maar begonnen met het rubriekje „Wat eten wij vandaag?” Jelle de Vries heeft daar dat liedje voor geschreven”. „TOEN GAF IK een recept dat vijf minuten duurde. Dat is in de loop der jaren allemaal anders geworden. Nu zijn we een beetje af van dat dicteer- toontje, zo van „Ja. dames, dan nemen we nu.Nee. het is nu gewoon. In formatie sec. Zonder franje. Ik maak ook bijna nooit grapjes. Dat gaat meest al ten koste van anderen”. „NOU DAT LAATSTE wil ik niet zeggen. Alles wat op de radio komt. heb ik zelf wel eens geproeerd. Je

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 15