Trainer van Haarlem Joop Brand wil samenwerking met Haarlemse amateurs IN HAARLEM ZIJN ZIEK „OOK AMATEURS 17 16 OVERHEIDSSTEUN GEEN ECHTE HULP FEL REACTIE SCHEEF it l DINSDAG in AUGUSTUS 197. De selectie van Haarlem voor het stadhuis van Haarlem. Deze foto is een dubbel opzicht zinnebeeldig voor de bestaande situatie. De gemeente Haarlem immers geeft de betaalde voetbalvereniging van de zelfde naam weinig steun en laat de club dus in feite voor de deur staan en bovendien gaf het „stadhuis” geen toestemming voor een foto van het Haarlem-team in de raadszaal. Door middel van een secretaresse kwam de reden van de weigering aan het licht: er zouden wel eens grapjes kunnen worden ge maakt met de stoelen van de wethouders of nog erger met de zetel van de burgemeester. Daarom staat Haarlem op de stoep. Van links naar rechts: Oosthuizen, Huyg, De Goede, Poldervaart, Reuser, Verheuvel, Brand, Gosen, Burgers, Hoeben, Peys, Boszhard, Wentink, Bregman, Van Duf felen, Van Breevoort en Nieuwenhuis. Joop Brand bleef. Hij is er nu lang genoeg om een overzicht te geven van de situatie waarin Haarlem op het ogenblik verkeert. Met Rinus Mi chels, die in zijn column in het voetbalweekblad 10 het betaalde voet bal doorlichtte, is hij van mening dat Haarlem bestaansrecht heeft. En dat de vereniging een kans maakt om in de toekomst op een gezonde basis betaald voetbal te bedrijven. Michels zag het volgens Brand vanuit z Amsterdam goed. „Haarlem”, stelde de huidige trainer van Barcelona, „zal zich pas kunnen bewijzen als er een prof-organisatie wordt opge bouwd en er daadwerkelijk steun komt van de gemeente”. J. Waarom is Haarlem zo hard? „De public relations horen erbjj. Haarlem heeft geen goede naam. Affaires met scheidsrechters, PSV, pers en plaatseljjke amateurs hebben die naam geen goed ge daan. De gemeente had gelijk toen zij het Haarlem-bestuur „verzocht” die betrek kingen naar buiten te verbeteren en daardoor het imago op te poetsen”. Het hoofdstuk overheidssteun neemt in Brands betoog een grote plaats in. Hij stelt, dat Haarlem eigenlijk te snel is doorgestoten van de tweede naar de eredivisie. Dat er te weinig tijd was voor de voetbalclub om aan consolidering van de suc cessen te denken. Brand gelooft, dat daardoor door Hughes te veel aandacht is ge schonken aan krachtvoetbal. Volgens Brand en niet alleen volgens deze trainer (het was een in het afgelopen seizoen veel te beluisteren theorie), was Haarlem reeds in het seizoen 1969-1970 gedegradeerd als die competitie enkele weken langer had geduurd. Brand: „Na november 1969 was er bij Haarlem een duidelijke terugslag te consta teren. Er werd daarna in de competitie nog maar één wedstrijd gewonnen. Zelfs van amateur-teams werd verloren. Volgens mij ligt de oorzaak voor de hand. De ambitie van de spelers verdween en daarmee de wil om zich in te spannen. Dat kan gebeuren met teams die louter op kracht drijven". stoelen op een gezonde basis van amateurclubs. Hij vindt het vreemd, dat Haarlem geen eersteklassers bezit. „Niet alleen het betaalde voetbal in Haarlem is ziek, maar ook het amateurvoet bal. Naar mijn mening zou een stad als Haarlem minstens vier, vjjf clubs in de eerste klasse moeten hebben. Amsterdam heeft er zes of zeven”. Volgens Brand heeft de Haarlem-actie overigens al een gezonde reactie teweeg gebracht. „DCO, mijn zoon voetbalt in die club, is kennelijk om tegen Haarlem te kunnen concurreren gestart met een ambitieus trainingsprogramma. Zulke initiatieven als die van DCO komen het Haarlems voetbal ten goede. Ik hoop dat iedere Haarlemse amateurclub hetzelfde zal doen”. En over de toekomstige contacten met de amateurs zegt Brand: „Mijn grote wens is elke woensdagavond een trainingspartij tegen een Haarlemse amateurclub te spelen. Er blijkt in Haarlem grote belangstelling voor te bestaan”. Resten nog problemen. Brand moet een passende werkkring en woonruimte zien te vinden voor zijn nieuwe spelers. „Wie”, zo vraagt de trainer zich af, „helpt me hierbij....?” „Misschien moet er in Haarlem wel iets aan het gehele voetbal worden gedaan. Ik denk aan een samenwerking op korte termijn van betaald- en amateurvoetbal. Die eendracht is broodnodig. Het oud zeer moet verdwijnen. Misschien zijn DCO en nog een paar clubs wel terecht boos op Haarlem om die wervingsacties. Misschien. (Zoals bekend verzocht Haarlem via een advertentie om talentvolle voetballers. De amateurs protesteerden omdat zij niet van deze actie op de hoogte waren gesteld. Zij klasseficeerden die korte campagne als ronselaarspraktijken; red.). We zullen die zaak volgend jaar anders aanpakken. Maar van één feit moeten die amateurs langzamerhand wel overtuigd raken. Op een gegeven moment moeten zij allemaal afstand doen van talentvolle spelertjes. Aan de andere kant krijgen ze er van het betaalde voetbal weer spelers voor terug”. Brand: „Thompson (ex-trainer van Haarlem, die zijn congé kreeg; red.) had geen gelijk. Hij dacht echt Engels. Hij wilde een soort chef zijn, die delegeerde aan aller lei mensen, die het werk dan voor hem moesten opknappen. Maar dat kan niet. Zelfs in Engeland niet meer. Een Jock Stein bijvoorbeeld, de manager van Celtic, moet verantwoording afleggen aan drie directeuren. De man werkt keihard. Zoiets, maar dan op een kleinere leest geschoeid wil ik ook bij Haarlem realiseren. Het bestuur zal moeten delegeren. Er zal een klein kader moeten komen, dat het be taalde voetbal bij Haarlem runt. Niet meer, zoals bij Thompson, allerlei goedwillen de mensen, die dan weer geen tijd hebben om alles te doen en dan hun werk of een gedeelte daarvan afschuiven. Neen, een klein kader dat alles doet. Hoe meer mensen zich met een zaak bemoeien hoe meer kans op communicatiestoornissen. Het kader zal minimaal eens in de veertien dagen een werkvergadering moeten hebben. Boven dien zal er in die constitutie een vaste administrateur nodig zijn. Zo’n man, die er de gehele dag is, is onontbeerlijk. In dat patroon past ook een altijd beschikbare medische staf. Vandaar dat Van der Zwaard vervangen werd. Hij had het te druk. Hij kon niet altijd op het veld zijn wanneer hij nodig was. In dit professionele kader past ook goed sportmateriaal. Het is dom om dure spelers zo goedkoop mogelijk en kwalitatief slecht materiaal in de maag te splitsen. Om topprestaties te krijgen is het gewoon noodzakelijk met de allerbeste spullen te werken. De scouting valt er onder. Het opsporingsapparaat zal tip-top moeten functioneren. Daarvan kan het bestaan van een betaalde voetbalvereniging afhangen. Er moet een hoop gebeuren om dat onderdeel op poten te zetten. De scouts moeten vaklieden zijn. Zij moeten zowel de eerste als tweede klasse doorlichten”. „De gemeente Haarlem zal de vereniging moeten helpen met financiële steun om een organisatie op te bouwen, die zo sterk is, dat Haarlem als het dit jaar promo veert, niet meer kin degraderen. De gemeente heeft Haarlem al eens geholpen. Het vorig jaar. Haarlem is desondanks uitgegleden. Ik durf te stellen, dat de gemeente Haarlem moet oprapen omdat die voetbalvereniging min of meer een kind van de gemeente is. Een kind til je ook van de grond als het is gevallen”. Evenals veel sportlieden vindt Brand de subsidiëring van „de cultuur” in verge lijking met de sport scheef getrokken. Brand: „Bij schouwburg en concertgebouw moet, zo is mij verteld, jaarlijks 2,2 miljoen gulden. Toch trekken toneel en mu ziek minder publiek dan de voetbalvereniging Haarlem. En dan gebruik ik nog het voor Haarlem slechte voetbalseizoen 1970-1971 als vergelijkingsmateriaal”. „Haarlem mag bljj zjjn met een honkbal-topper als de Nicols binnen zijn grenzen. Het honkbalstadion met zjjn verlichting ziet er dan ook terecht uitstekend uit. Daar in wordt honkbal een prachtig spektakel. De vergelijking met het stadion van Haar lem en dat doe je als voetbalenthousiast valt in het nadeel van de voetbalclub uit. Je kan slechts constateren dat het voetbalpubliek gediscrimineerd wordt. Dat publiek wil graag droog zitten. Het wil ook graag licht. Het wil een ploeg met ge renommeerde spelers zodat het agressief kwaliteitsvoetbal krijgt te zien zoals op de televisie. Daarvoor is geld nodig. Geld is ook nodig voor een goede opzet van het jeugdvoetbal zoals Ajax, Go Ahead. ADO en vooral Volendam die kennen. De gemeente geeft geld uit aan jeugdgroeperingen die niets willen, waarom dan geen steun aan jeugd, die gezond is en die wél weet wat ze wil?” Volgens Brand heeft de gemeente Haarlem de gelijknamige voetbalclub niet echt geholpen. Ze heeft slechts honderdachtentwintigduizend gulden geleend. Een be drag, dat de gemeente onmiddellijk terugkrijgt omdat de verkopen de aankopen hebben gedekt Een succes voor het duo Brand-Gosen (Gosen voorzitter betaald voet bal; red.). Ze slaagde er in reeds afgeschreven voetballers als Van Nee en Vesters van de hand te doen voor zeer redelijke prijzen. Verder is er een garantie afgegeven voor het geval Haarlem aan het eind van het seizoen met een exploitatietekort komt te zitten. Als Haarlem goed draait krijgt de club echter geen cent. Brand is fel wanneer het om zaken gaat, die hem raken. In het verleden kwam hij herhaaldelijk in conflict met de voorzitter van DWS Dé Stoop. Stoop bezit de on hebbelijkheid af te geven op zijn spelers. Het is een eigenschap, die Joop Brand niet waardeerde. Zijn mening stak hij niet onder stoelen of banken. Dat afzetten tegen zijn voorzitter in de pers is Brand kwalijk genomen. Niet alleen door de DWS- praeses maar ook door besturen van clubs waarmee Brand later in contact trad. Met name Ajax vertelde hem niet gediend te zijn van zijn uitlatingen. En dat hij zich, als hij in dienst van de Amsterdamse topclub zou treden, in dit opzicht zeker zou moeten matigen. Die felheid in zijn betoog verdwijnt onmiddellijk als Brand spreekt over minder hete hangijzers. Zoals het oefenprogramma, dat geheel thuis werd afgewerkt. „Dat heb ik bewust gedaan. Ik heb het publiek vertrouwen willen geven. Ik heb willen laten zien wat er veranderd is bij Haarlem. Ik heb willen tonen, dat de club het aanzien volledig waard is. Ik heb ook de opbouw in de training naar voren willen laten komen. Eerst wedstrijden tegen amateurs en later zwaardere tegen standers. Ik geloot dat ik goed heb gegokt. Bij de eerste wedstrijd kwam er vijftien honderd man kijken. Bij het tweede duel was het toeschouwersaantal al gegroeid tot vijfendertighonderd”. In zijn beschouwing van het Haarlemse voetbal betrekt hij de amateurs. Naar de mening van Brand moet het betaalde voetbal in een stad Brand: „De steun van de gemeente lijkt meer dan hjj is. Waarom krijgt Haarlem geen hulp? Het heeft het toch verdiend. Het Is uit de goot opgestaan. Evenals RCH en EDO is het in de tweede divisie opnieuw moeten beginnen. Haarlem is de enige van de drie, die wat heeft bereikt Veel gemeenten steunen hun clubs. Nijmegen stelde NEC vier ton ter beschikking als dekking van een exploitatietekort. Trainer Will Coerver kreeg desondanks nog eens drie ton mee om spelers te kopen. Deventer gaf Go Ahead dit jaar vijf ton. De FC Groningen kreeg één miljoen. De Graafschap streek drieëneenhalve ton van de overheid op. En als ik dan zie wat de gemeente Apeldoorn wil doen om AGOVV te redden omdat het een van de dertien „getekende” clubs is en ik de accommodatie zie waarop Fortuna Vlaardingen, een club die ter nauwernood in de eerste divisie werd toegelaten, speelt (zelfs een sporthal staat op dit «nortcomplex; red.) dan vraag ik me af: waarom is de gemeente Haarlem zo hard?” HAARLEM Enkele weken geleden de FC Den Haag speelde een oefenwedstrijd tegen Fortuna Vlaardingen ontmoette Joop Brand na het duel Vaclav Jezek, de trainer van de FC. De vakman Jezek door zijn voetbalbond naar het buitenland gestuurd om ervaring op te doen schudde Brand de hand en zei: „Jammer voor Ajax.Jezek doelde op de hardnekkige achtervolging, die de Amsterdamse club na het ontslag van Rinus Michels, op Brand inzette. Enkele weken lang trachtte Ajax Brand te overreden te komen. Brand moest echter weigeren zoals hjj ook de voorstellen van Sparta van de hand moest wijzen. Haarlem wilde hem niet laten gaan. De naar de eerste divisie gedegradeerde voetbalvereni ging had de naam van zijn oefenmeester als een van de voornaamste argumenten gebruikt bij de onderhandelingen met de gemeente over financiële steun van de club. Brand moest blijven, maakte "voorzitter Hut hem duidelijk, anders had hij (de voorzitter) bij die gemeente Haarlem geen poot meer om op te staan. W.'. ET - -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 17