DichtErbij
Oskar Kokoschka
GARCIA MARQUEZ
„MEIN LEBEN"
veelbelovende, intens-sociaal
bewogen Colombiaanse auteur
BOEIENDE AUTOBIOGRAFIE VAN EEN
BUITENBEENTJE IN DE KUNST
JÉ
17
o t
ZATERDAG 14 AUGUSTUS 1971
Erbij
(onder redactie van Hein Steehouwer)
Uitgeweken
Zelfportret van Kokoschka op middelbare leeftijd
Waarschuwing
Realiteit en mythe
Isolement
Noodlot
(Van onze correspondent
in Bonn)
Hierbij de beloofde (versnelde) aflevering, omdat er vorige
maand zo’n stroom gedichten is binnengekomen. Ook nu moet ik
een kleine keus maken en goed werk tot de volgende keer laten
overstaan. In enkele gevallen kreeg ik een hele cyclus binnen,
eigenlijk dus een min of meer gesloten geheel, waaruit ik kortheids
halve toch slechts enkele gedichten kan overnemen. Dat kan jam
mer genoeg niet anders. De rubriek is nu gewijd aan enkele oude
bekenden onder de inzenders.
ryOALS DICKENS’ BOEKEN
1 meer tot het uit de weg rui
men van sociale misstanden
hebben bijgedragen dan een res
pectabel aantal officiële rapporten
van gewichtige staatscommissies,
zo draagt ook de sterk politiek-
geëngageerde litteratuur van La
tijns Amerika meer bij tot een
beter begrip van toestanden en
problemen in dat onmetelijke
werelddeel en van het lot van de
enkeling daar dan tal van onder
zoekingen en statistieken. Een ver
blijdend teken daarbij is, dat de
litteratuur in Centraal- en Zuid-
Amerika steeds meer lezers vindt.
rxSKAR KOKOSCHKA,
85 jaar oud, heeft in
München zijn levens
beschrijving gepubliceerd.
Ze is van een verrassende
soberheid. Verrassend, om
dat Kokoschka niet alleen
in zijn schilderijen, maar
ook in vroegere publikaties
zich fel uitte.
TOEN IN 1909 zijn eer
ste toneelstuk, „Mörder,
Hoffnung der Frauen”, de
première had beleefd,
„overtrof de persstorm de
honende kritiek op mijn
schilderijen. Gedegene
reerde kunstenaar, burger-
schrik, jeugdbederver. De
kranten bedienden zich
van uitdrukkingen, die
later in de Hitlertijd ge
bruikelijk waren”.
I
II
III
IV
JAN KLUNGERS
LAATSTE OORDEEL
SIM TEUNISSE
Afgaande op wat erover werd gepu
bliceerd, kon dit werk „El Otono del
Patriarca” (De Herfst van de Patri
arch) wel eens het tweede grote succes
van de Latijns Amerikaanse litteratuur
Vermijdt hij in zijn werk al te
actuele vraagstukken, toen in Colombia
de terreur van een behoudzuchtig be
wind zijn hoogtepunt bereikte, moest
hij van deze misdaden getuigen en hij
schreef toen: „Geen brief voor de kolo
nel” en „Het Kwade Uur”, welke beide
wérken in de DDR in vertaling ver
schenen; het laatstgenoemde werk ook
in West-Duitsland.
In de eerste plaats is het een goed
vertelde geschiedenis, of honderd goed-
vertelde verhalen, om hun stijl en
structuur makkelijk leesbaar, doch ook
van een bedrieglijke eenvoud.
Het boek is maar klein, nauwelijks
een lang kort verhaal, maar het ont
hult meer over het lot van de enkeling
in Colombia dan vele lijvige sociale
protestromans.
hulpredacteur van circus-vrij-
kaartjes profiteerde.
In de microkosmos van Macondo
ook in vroegere werken van Garcia
Marques reeds genoemd concentreert
zich de tragische geschiedenis van La-
tijs Amerika; het noodlot van zijn
bewoners. De plaats is daarom reeds
tot een soort Yoknapathawpa gewor
den en vooral wat verhaaltechniek be
treft is bij vele Zuidamerikaanse schrij
vers Faulkners invloed duidelijk merk
baar.
Het is wel even wennen:
slapen op de grond:
je lichaam strompelt
door je geest.
In juni staat het leven
stil van cancer. De aarde
houdt haar adem in.
Zie je: een dode
boom valt op in dit lands chap.
De aarde laat haar
adem vluchten: adem van de dood.
De zwarte veenpias lijkt een opening
tot de magmahaarden: een land
alsof de aarde nog gebaard
moet worden.
Groene kikkers trekken oude deuren
open: keldergaten naar de diepte.
De avondnevel spoort per sloot
over de weiden, klemt
hooiborsten in zijn handen,
tilt bomen op.
En zoals de titel aangeeft het
centrale thema van dit werk is de
eenzaamheid, niet slechts uit isolement,
doch uit onmacht tot communicatie.
Een opmerkelijk werk dus, dat met
ongeduld doet uitzien naar het volgende
boek van deze veelbelovende auteur.
Naar wij vernemen wordt de Neder
landse vertaling van Mérques’ „Cien
Anos de Soledad” voorbereid door de
firma Meulenhoff-Nederland. Vertaler
is de heer C. A. G. van den Broek.
IN GROTE STEDEN KAN de vak
bond misschien iets voor hem doen,
maar zo vaak speelt zijn leven zich af
in een klein, van de wereld afgesloten
OOK IN „HONDERD JAREN EEN
ZAAMHEID” is de stad Macondo geï
soleerd van de wereld. De stad is
Oskar Kokoschka laat een
beoordeling van de ontwikke
ling, die zijn werk heeft be
leefd, over aan de critici. Hij
schildert zichzelf als een man
die „vrij en zonder vooroor
deel” wil denken. Hem per
soonlijk te beoordelen blijkt
aan de hand van zijn boek
niet veel eenvoudiger te zijn
dan via zijn schilderijen. Her
haaldelijk is sprake van de
bohémiens in zijn naaste om
geving, terwijl hij zichzelf nu
eens beschrijft als de naar
Adolf Loos’ voorbeeld keurig
geklede heer, dan weer als
de artiest die als tekenaar en
dorp. Zulk een klein, afgelegen, of
door moerassen en oerwouden omringd
dorp is het decor van de typisch Zuid
amerikaanse roman. Deze afzondering
van de wereld stelt de plaatselijke
autoriteiten, een burgemeester of een
rechter in staat op onbarmhartige wij
ze af te rekenen met ieder die het zou
wagen in opstand te komen.
Fanatisme, geweld en vreemde vor
men van mysticisme tieren ongeremd
door gebrek aan contact met de bui
tenwereld, en het is duidelijk, dat de
geïsoleerdheid van een dorp of gehucht
symbolisch is bedoeld voor het isole
ment van geheel Latijns Amerika.
Ook in Marquez’ „Geen post voor de
overste” leeft de gepensioneerde hoofd
figuur in zulk een afgelegen gehucht.
Hij wacht vergeefs op bericht
over een pensioen dat hem Is toege
kend. Het bestuur van het dorp is
echter in handen van politieke vijan
den, die zijn zoon hebben vermoord.
Niemand waagt het, de kolonel te hel
pen, terijl deze oud, maar hooghartig
zijn einde door de hongerdood tege-
moet gaat. Symbool van zijn trots is
een kemphaan, die zijn zoon heeft
toebehoord. Ofschoon hij nauwelijks
voer voor het dier heeft, af en toe
ontvangt hij wat geld uit een hanenge
vecht wil hij het niet verkopen.
Men bedenke hierbij dat in het wer
kelijkheidsbegrip van de Zuidameri-
kaan verschijnselen van het wonder
baarlijke, bijgeloof, legenden, mythen
en voortekenen een plaats hebben en
hij deze voor zijn leven even beslissend
acht als ware gebeurtenissen.
zijn verboden. In Londen pro
testeerde hij ook openlijk
tegen het bombarderen van
Dresden.
Er is veel mystiek in dit boek. Met
„Honderd Jaren Eenzaamheid” kunnen
EEN AUTEUR, die zich bewust is
van de gevaren van een al te zeer
betrokken zijn bij de politiek van de
dag, doch ons een heroïsche figuur
voorstelt die de onverzettelijkheid van
de besten in Latijns Amerika symboli
seert, is de 43-jarige Colombiaan Ga
briel Garcia Mérquez, van wiens werk
„Cien Anos de Soledad” (Honderd Ja
ren Eenzaamheid) in de moedertaal
reeds een miljoen exemplaren werd
verkocht. Het wordt dan ook door
taxichauffeurs in Barcelona, als door
suikerrietsnijders op Cuba gelezen. Be
grijpelijk dus, dat vooral de Spaans
sprekende wereld reikhalzend uitziet
naar een werk dat Garcia Marquez
onlangs te Barcelona in bijna voltooid
manuscript achterliet, terwijl hijzelf
met onbekende bestemming uit deze
stad vertrok.
de lezer praktisch voor
tweederde gelezen voordat die
Praagse tijd aanbreekt, waar
in Kokoschka (wiens werk op
een nazi-tentoonstelling van
„ontaarde kunst” min of meer
een ereplaats had gehad) in
direct conflict kwam met de
nazi’s (hij was Duitser gewor
den), die voorspelden dat hij
bij de intocht in Praag aan de
eerste de beste lantaarnpaal
zou worden opgehangen.
Veen kun je in het water
omgekeerd bekijken en nog loop
je in de avond af en toe
een melkmuur binnen.
sinds de Tweede Wereldoorlog worden.
Het werk behelst de geschiedenis van
het prototype van een Zuidamerikaan
se dictator en men kan verwachten dat
de in korte tijd in de Spaans-spreken-
de landen populair geworden auteur
ook daarin enige kernproblemen van
de Latijns Amerikaanse wereld aan
snijdt.
Middelpunt van het dorp is het huis
van de Buendias, die, wanneer zij José
Arcadio heten, fantasierijke avontu
riers zijn. Heten zij Aureliano dan zijn
zij eenzame piekeraars, die plotseling
tot grote daden kunnen komen, voor
vrijheid en vooruitgang burgeroorlogen
voeren, om zich daarna weer te zetten
aan het uitvinden van zaken die elders
allang bekend zijn. Tussen de burge
roorlogen door heeft overste Aureliano
kans gezien, 17 zonen op de wereld te
zetten, die in de „nacht van de lange
messen” allen door sluipmoordenaars
hand vallen.
ook honderd eeuwen bedoeld zijn. His
torische en mythische tijd wisselen el
kaar voortdurend af. Macondo’s hon
derdjarige geschiedenis begint eigenlijk
met de schepping, toen men voor de
dingen nog namen moest vinden. Dit
was één der grote daden van „aartsva
der” José Arcadio. De ondergang van
het dorp wordt bewerkt door de ter
reur van de dictatuur en de uitbuiting
door de buitenlandse bananenmaat
schappij.
Een uitvoerige bespreking van het
werk zou op zichzelf een boek vullen.
Opmerkelijk zijn bij Garcia Mórquez de
mythologische symbolen. Op vertrou-
welijk-zakelijke toon doorbreekt hij
telkens de grenzen van een conventio
neel realisme; doorloopt zijn verhaal
de stadia van Genesis, Exocus Zond
vloed en Apokalypsis.
gesticht door de familie Buendia. Met
zijn primitieve onschuld, mystische
fantasie, bijbelse plagen is Macondo
een mystieke voorstelling van een
„derde wereld”-cultuur. Zelden is de
neokoloniale uitbuiting in Latijns Ame
rika in de litteratuur zo indringend
beschreven als in de bananenepisode
van dit opmerkelijke werk.
Kokoschka is naar Londen
uitgeweken. Amerika, dat uit
reiking van de aan hem toe
gekende Carnegieprijs had ge
weigerd, lag hem niet. Het
Franse volk wantrouwde hij.
Voor het Britse uit hij in zijn
Zoals het leven van de westerse
mens heen en weer pendelt tussen lust
en verveling, zo beweegt het leven van
de Centraal- en Zuid-Amerikaan zich
tussen rebellie en onderdrukking.
Gedichten voor de volgende aflevering van deze rubriek nog altijd
bestemd voor jongeren van 16 tot 24 jaar, en niet voor de soms veel
ouderen, die tóch tevergeefs inzenden graag weer binnen twee weken
aan: Hein Steehouwer, kunstredactie Haarlems Dagblad, Grote Hout
straat 93, Haarlem, met in de linkerbovenhoek van de enveloppe „Dicht
erbij”.
Een van die oude bekenden is Jan Klungers, die met een vriend een voet
tocht naar Frankrijk maakt Op doorreis inspireerde de Brabantse Peel
hem bijzonder. Hij wijdde er tien gedichten aan, waarvan sommige ver
weven met de Germaanse sagenleer. Het landschap inspireert daartoe. Om
hun verstaanbaarheid en eerlijk verwoorde eenvoud, waardoor sommige
natuurgedichtj es iets „Japans” krjjgen, koos ik een paar verzen uit die tien.
Verscheurd tussen een verlangen
naar een nationale identiteit en Euro
pees werelds verkeer wordt de Zuida
merikaanse kunstenaar minder in be
slaggenomen door individuele proble
men, zoals de verhouding tussen de
sexen, dan door sociale idealen, het lot
der onderdrukten en maatschappelijk
verstotenen; meer nog door het gebod
van liefde en trouw voor de mede
mens.
„De Studentenrat maakte ik
onmiddellijk duidelijk dat,
aangezien de volksopvoeding
door de staat in alle ge
ïndustrialiseerde landen alleen
mensenmateriaal voor de in
dustriële produktie en als ge
volg daarvan voor de afzet
markten van de produkten
leverde, de kunstenaar er zich
toe dient te beperken de mens
te leren weer met eigen ogen
te zien”, schrijft hij over zijn
aanstelling als leraar aan de
Dresdener Kunstacademie in
1919.
waarin hij verkeerde (zijn
band met de architect Adolf
Loos, de gepassioneerde ver
houding met Alma Mahler,
het werk voor „Sturm” in
Berlijn) dan voor de lezers die
uitkijken naar zijn commen
taren op vooraanstaande per
soonlijkheden met wie de
schilder nauwe contacten heeft
gehad.
IN ZO’N SCHILDERING
van het verleden past wellicht
geen uitvoerig commentaar op
de huidige tijd. Bijna veront
schuldigend schrijft de 85-
jarige dan ook tenslotte: „Men
neme mij niet kwalijk dat ik
niet instem in het koor van
degenen die de tijdgeest niet
bevalt, zoals ze zich uit in bij
voorbeeld de huidige golf van
pornografie in de beeldende
kunst. Vreterij en pornografie
zijn louter symptomen van de
onnatuurlijke toestand der
maatschappelijke ontbinding,
een nawerking van de schok
van de Victoriaanse tijd, toen
werd bewezen dat de mens
van het dier afstamt. Dat heeft
de maatschappij uit haar
evenwicht gebracht, haar in
nerlijke evenwicht verstoord,
morele en ethische waarden
voor eeuwig aan twijfel onder
hevig gemaakt”.
ALS EEN waarschuwing
tegen de fatale oppervlakkig
heid, waarmee de toenemen
de industrialisering werd be
oordeeld, kritiseert Kokosch
ka nu de Jugendstil. Ondanks
het nauwe contact dat hij la
ter, in Berlijn, met expressio
nisten zou hebben, wijst hij
ook het expressionisme als een
„tijdverschijnsel, geen kunst-
Om hun direct realisme zijn het
twee belangrijke werken, doch twee
derangs in vergelijking tot „Honderd
Jaren Eenzaamheid”. De overtuigde
aanhanger van het Castro-bewind,
vroeger correspondent van de Cubaan
se nieuwsdienst „Prensa Latina” is
blijkbaar tot het inzicht gekomen dat
het de plicht van een geëngageerd
schrijver is goed te schrijven. Over
Marquez’ werk „Cien Anos de Soledad”
is reeds veel geschreven, onder anderen
door de Peruaanse romancier Vargas
Llosa. Het werk heeft vele volgelingen
gevonden en enige jongere schrijvers
moeten na lezing ervan gelaten het
schrijven hebben opgegeven.
In dat opzicht is het boek
werkelijk een toonbeeld van
bescheidenheid. Kokoschka’s
hartelijke betrekkingen met
Konrad Adenauer hebben niet
geleid tot een visie op „der
Alte”, die zich onderscheidt
van die van zoveel politieke
waarnemers.
Blij, weer een serie gedichten van Dorine Lintelo onder ogen te krijgen,
omdat zij soms heel originele bronnen aanboort, of uit oude bronnen nieuw
water doet omhoogvloeien. Zo’n oeroude bron is Het Laatste Oordeel. Het
is moeilijk behalve als je Belcampo heet en die eschatologische gebeurte
nis in Rjjssen laat geschieden er iets nieuws over te zeggen. Toch ziet
Dorine Lintelo er kans toe, omdat ze een onbevangen humor tegenover de
wereldondergang stelt en zonder in pathetiek te verzanden in vaak
plastische beelden een zeer persoonlijk visioen oproept.
aarde splitst zich
en
satans vluchten rood
van schaamte heen
het universum
speelgoed in gods schoot
siddert bang voor de gevolgen
in zijn hand
geluidloze muziek
is niet meer
minneliederen verstommen en
petrus en paulus jammeren
aan m’n oor
eeuwenoude pausen
schudden aarzelend hun hoofd
en grijpen hulpeloos naar
hun gouden kruis
terwijl hongerige kinderen
kijken naar de lege bloem
in hun hand
gouden sleutelbloemen knielen
in het gras en bidden om dauw
maar god slaat de zon aan stukken
en tranen sterven
in z’n ogen tot kalmte
hij neemt de wereld mee
naar een wijd landschap
vol atheïsten en sleutelbloemen
tussen dauw en tijdeloosheid
vrede vult de hemel
en petrus glimlacht geluidloos.
DORINE LINTELO
Intense sociale bewogenheid is het
karakteristiek van de moderne Latijns
Amerikaanse kunstenaar, en onder de
jongere schrijversgeneratie is een
groeiend besef van de verantwoorde
lijkheid van de kunstenaar tegenover
de samenleving.
REALITEIT EN FANTASTISCHE
gebeurtenissen wisselen elkaar af en
ondanks de lichamelijke hemelvaart
van een meisje, houdt Garcia Mérquez
vol, een realistische droom te hebben
geschreven.
KOKOSCHKA’S autobio
grafie „Mein Leben” is zon
der twijfel interessanter voor
diegenen die geboeid worden
door de persoonlijke kijk van
een vermaard schilder op het
eigen werk en op de kringen,
In een sombere impressie
van moderne ontwikkelingen
stelt Kokoschka echter met
enig optimisme vast: „In hun
pogingen de barrière van het
zijn te doorbreken, mislukten
de beeldenstormers der revo
lutionaire tijden op het punt
van de kunst, die uitbeelding
met open ogen vereist”.
mode” ver van zich. In zijn
beschouwing over de periode
voor Hitler komt steeds het
gevaar van de ideologie der
technologische ontwikkeling
naar voren.
In Frankrijk, Engeland en Noord-
Amerlka krijgt Garcia Marquez goede
kritieken, maar om in de Spaans spre
kende landen rustig te kunnen schrij
ven, moet hij zich voor zijn vereerders
verborgen houden.
Bijna met „een paar forse
halen” geeft Kokoschka zo de
plaats aan, die hij naar eigen
gevoel onder de schilders van
deze eeuw inneemt. „Ik ben
geen hervormer, maar ik zie
ook niet graag passief toe dat
een oncontroleerbaar, ge
mechaniseerd produktieproces
mij tot een geprefabriceerd
schepsel wil maken. Ik doe
aan modes niet mee en ne-
KOKOSCHKA schrijft dat
met distantie. Hij begon zijn
carrière in Wenen, toen dat
kort na de eeuwwisseling nog
een internationaal centrum
was. In het vermaarde koffie
huis Central, waar Trotzki
avond na avond zat te scha
ken, tekende „OK” zijn por
tretten als leerling van de
„Kunstgewerbeschule”. En
kele alinea’s zijn, ruim zestig
jaar later, voor Kokoschka
voldoende om duidelijk te
maken hoezeer hij al in een
vroeg stadium met zijn uit
dagende werk een buitenr
beentje is geweest in het juist
door de Jugendstil beheerste
milieu.
geerde ook die der kunste
naars van mijn tijd”. Nauw
betrokken bij ontwikkelingen,
die hij als angstwekkend
moet hebben ondervonden,
ziet hij zich als een waar
nemer die geheel vrij heeft
getekend wat zijn persoonlijke
indrukken waren. „Onder Hit
ler en Stalin werd geënga
geerde kunst gebruikelijk, hoe
wel ze louter voor chocolade-
verpakking geschikt was”.
boek een grote bewondering.
In Londen ontstonden politieke
prenten, die bijvoorbeeld de
uiteindelijke ondergang van
het Britse imperium uitbeeld
den en daarom vrijwel zeker
in elk ander land onder oor
logsomstandigheden zouden
UITVOERIGER beschrijft
„OK” zijn relaties met de
Tsjechische president Masa
ryk. Daarbij ging het echter
minder om de politiek dan om
beider interesse voor de theo
rieën van de humanist Co-
menius. En, de ruim driehon
derd pagina’s dikke biografie
is wat teleurstellend voor
de ook politiek geïnteresseer-
'z