Buitenlandse Zaken moet coördinerende functie krijgen Erotische beeldende kunst bloot in goed boek open en BONT „Dag, jij”: een liefde op visitekaartjes Oude liefde NIEUWE BEWINDSMAN DRS. SCHMELZER: LESSEN VAN DE KRONHAUSENS HET BLOEMPJE EN DE (BEZIGE) BIJ Politie onderzoekt herkomst van bericht Zeven herten dood door plastic zakken KAMPERMAN 17 KORTE GEDICHTEN VAN HUGO CLAUS IN EEN LIEF FLUWELEN DOOSJE VERGISSING CHINA PERSONEEL BONTSPECIALISTEN DONDERDAG 26 AUGUSTUS 1971 6 „Met iemand slapen". TOT EIND AUGUSTUS Melancholie Evolutie Lid Stichting Bontwaarborg MET SPECIALE ZOMERPRIJZEN „EROTISCHE KUNST” heet het boek van Phyllis en Eberhard Kronhausen, dat in een bijzonder goed verzorgde uitgave van de Be zige Bij vermoedelijk wel een zeer gezochte verschijning op de boe kenmarkt zal worden. Het is voort gekomen uit de indertijd in 1968 gehouden opzienbarende tentoon stellingen van erotische kunst in de musea van Lund in Zweden en Aarhuus in Denemarken. Reeds eerder zijn kleine catalogi van die exposities verschenen, maar deze zijn nu overbodig geworden. Het is dus niet geheel nieuw, dit boek. De uitgave heeft toch reden van bestaan, omdat de afbeeldingen (41 in kleuren en 400 in zwart-wit) van een veel betere kwaliteit zijn, maar vooral omdat er belangwek kende teksten in zijn opgenomen. Idealisten I BiM «I t «fc W M» HUGO CLAUS: een naam van nu en ook alweer een nostalgie. Een wilde jongen vroeger, een be grip gekoppeld aan namen als Ka rei Appel en andere cobra’s. In zijn Vlaanderen niet uitgegeven en schaars gelezen, maar in ons land een „must”, met trieste romans als „De Metsiers”, waarin incestueuze liefde tussen broer en zus om de hoek kwam kijken. Een „ontdek king” in die jaren kort na de oor log. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG „De buitenlandse politiek moet aansluiten op de maat schappelijke werkelijkheid van dit land”. Dat is de stellige overtuiging van de minister van Buitenlandse Zaken, drs. W. K. N. Schmelzer. De minister verzet zich tegen de hier en daar nog geldende opvatting dat het buitenlands beleid een „geheimzin nige wetenschap is, die door een soort deftige, buiten de realiteit levende, goochelaars wordt uitgeoefend”. Dat is een fundamentele vergissing die niettemin als een hardnekkige schim mel blijft voortwoekeren. „Hoe noem je het?" „Hoe nog?” „Dat zeg ik niet”. „Dan niet”. „Maar kijk dan even!” „Nee". Zij keek ernaast. Nog zeven jaren zal zij het moeten leren, dan is zij wijs. En grijs. X# JB i DRS. W. K. N. SCHMELZER ADVERTENTIE HEIN STEEHOUWER HEIN STEEHOUWER De opblaasfiguren van Gamarra in Lund, die ook te zien waren in de Haarlemse Galerie-T. Volgens de woordvoerder is aan de re chercheur de herkomst van het bericht niet bekend gemaakt. schil in persoonlijke smaak van de kij kers, die daarbij verschuivende normen hanteren, ontdekten ze in langjarige Wagenweg 11 Haarlem - Tel. 31 2086 100 meter van Houtplein - parkeren voor de deur! Zorgvuldig naar zijn woorden zoekend, vertelt de minister hoe hij zijn nieuwe taak ziet. Dat hij geen bewindsman wil zijn die in zijn werkkamer handels over haalt en robots dirigeert, laat hij onmid dellijk blijken. Het ministerie van Buiten landse Zaken moet, in zijn ogen, een coör dinerende functie hebben. Nog voorzichtiger laat hij zich uit over het personeelsbeleid op het ministerie, dat eind vorig jaar leidde tot een klein stormpje onder een groep referendarissen die zich zorgen maakte over hun carrière- De rechercheur, die volgens een woord voerder van „Hier en Nu” de juistheid van het bericht bevestigde, heeft alleen ge sproken met drs. Henk Glimmerveen, hoofd radio van de rubriek. Hij zou van daag terugkomen om een gesprek te heb ben met Paul Hollaar. „Ik heb bewondering voor het werk dat de directie buitenlandse dienst verzet, maar zij is te onderbezet om een perso neelsbeleid op langere termijn te kunnen voeren. Als wij erin slagen de bezetting te versterken, ben ik ervan overtuigd dat wij op den duur een behoorlijke doorstroming binnen de dienst kunnen garanderen”. ARNHEM. Het achteloos wegwerpen van plastic zakken heeft dit jaar reeds 7 herten in de Arnhemse hertenparken het leven gekost. Een van deze herten bleek liefst één kilo plastic in de maag te heb ben. HILVERSUM. Een rjjksrechercheur is donderdagmiddag bjj de staf van de radio- actualiteitenrubriek „Hier en Nu” van de NCRV begonnen met een onderzoek naar de herkomst van een maandag ’s middags om half zes door Paul Hollaar omgeroe pen bericht. In dat bericht werd meege deeld, dat tijdens de reis van koningin Juliana en prins Bernhard naar Indonesië het paleis Soestdijk extra bewaakt zou worden en de woonoorden van de Zuid- Molukkers in het bijzonder gecontroleerd zouden worden. Als wij hem vragen hoe hij denkt over het advies van het Nederlands Instituut voor Vredesvraagstukken om de VN-ze- tel aan Peking-China over te dragen en Taiwan uit de organisatie te stoten, ant woordt hij: „Ik beschouw zo’n rapport niet als een instructie, maar als een bouwsteen in ons denken en als zodanig natuurlijk waardevol”. Het advies zelf vindt hij onvolledig omdat de positie van Taiwan er nauwelijks in wordt behan deld. „Terwijl er in Nederland toch ve len zijn die zich af vragen of er niet een andere oplossing mogelijk is, waarbij na tionalistisch China zijn claim op het vas teland opgeeft en als een zelfstandige staatkundige eenheid van 14 miljoen men sen optreedt”. Over de Nederlandse standpuntbepa ling in de Chinese zetelkwestie, die vori ge week ook uitvoerig in de vaste Ka mercommissie voor Buitenlandse Zaken is besproken, laat hij weinig los. Het gaat hier om een „allerminst eenvoudige” kwestie die binnen de regering nog in on derzoek is en waarover met „een aantal bevriende landen” wordt overlegd. „Het is duidelijk”, zegt hij, „dat ook dat ande re aspect de kwestie-Taiwan deel uitmaakt van het gehele beraad”. mogelijkheden. Hoewel hij zich in de korte tijd dat hij minister is nog geen afgerond oordeel over alle vraagstukken heeft kunnen vormen, is hij wel van plan om als het enigszins mogeltfk is de personeelsleden zowel binnen als buiten het ministerie, bij belangrijke beslissing, die hun positie raken, te betrekken. Thans wordt een dringend beroep op het publiek en in het bijzonder op de jeugd gedaan, om géén plastic zakken of andere dingen, die dodelijk zijn voor de dieren, over de afrastering van de hertenparken te werpen.. Dat laatste is namelijk het doel van de Kronhausens, mensen leren wat per soonlijke vrijheid en verantwoording (zonder censuur) is, om tot een meer oprechte democratie te komen. Ze rich ten zich daarmee ook tot de jeugd, die in groten getale de tentoonstelling be zocht. Ook ontmoetingen met jongeren zijn op de band en in het boek opge nomen. DEN HAAG. Als opvolger van minister Luns is de 50-jarige drs. W. K. N. Schmelzer teruggekeerd naar zijn oude liefde: de buitenlandse poli tiek. Zittend voor de grote, vergeelde globe die in zijn werkkamer prijkt, zegt hij: „Ik heb sinds 1950, toen ik als ambtenaar aan de Buitenlandse Econo mische Betrekkingen (BEB) van Eco nomische Zaken was verbonden, me zes jaar lang intensief beziggehouden met onder andere de Europese integra tie en wereldwijde tariefsproblemen. dichten” tot aan „Dag jij”, dat nu is verschenen bij de Bezige Bij. Het zijn pieus gedrukte vijfregelige versjes op kleine roze kaartjes met ronde hoekjes. Cursieve letters, met het mag weer heuse hoofdletters, aanhalingstekens, streepjes, kortom een herboren interpunktie. Het zijn er twee- en-zestig en dan nog wel verpakt in een paars fluweel-papier beplakt doosje, na tuurlijk goud bedrukt. Voor deze „in- beeldige” vormgeving zorgde Tessa Fagel, die ook met andere vormgevin- gen op het terrein van de poëzie uit de rij is gesprongen. Ondanks de boehoedzaamheid waarmee de bewindsman zijn woorden inpakt, is het duidelijk dat er sinds enkele weken een andere wind waait op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Minister Schmelzer kan knopen doorhakken, is honkvaster dan Luns, heeft een open oog voor de personeelsproblemen, stelt veel prijs op samenspel met het parlement het zwakke punt van zijn voorganger en schuwt het contact met de buitenwe reld niet. Dat hij, eenmaal volledig inge werkt, de zaken met grote energie zal aanpakken staat vast, want zijn werk kracht is vermaard. Een hoge ambtenaar die enkele weken van één van de beruch te marathon-veldslagen in Brussel terug keerde, verzuchtte al: „Ik begrijp nu pas goed wat een nacht met Schmelzer bete kent”. DE KRONHAUSENS behoren tot de idealisten „van het eerste uur.” Met andere Amerikanen als Kinsey en Spock hebben ze meegewerkt aan de bewustwording van de mens, die heeft leren inzien dat sexualiteit en opvoe ding, zowel van ouders als kinderen, in eikaars verlengde liggen en dat ze open en bloot moeten worden durven behan deld. Als het maar „litterair” was is van ouds veel mogelijk geweest. Boeken van Markies de Sade werden door de magistratuur in het Frans gelezen, maar de griffiebediende mocht ze in vertaling niet onder ogen krijgen. Laat staan, dat zo’n boek mocht worden» ge ïllustreerd met „afbeeldingen naar het leven,” behalve dan in peperdure uit gaven, die slechts voor enkele dure boekenkasten waren bestemd. Welnu, die hypocrisie hebben de Kronhausens willen doorbrekenen heit is hun ge lukt. Het mislukte monetaire overleg in Brussel heeft hem teleurgesteld. „Ik wil er graag een algemene opmerking over maken, want ik vind dat de gehele kwes tie van de wisselkoersen zo gemakkelijk als een financieel-technische kwestie wordt afgedaan. Dat is alwéér een fun damentele vergissing. Achter het geld en de valuta-waarde, het al dan niet vaststellen van wisselkoersen, gaat een politieke wereld schuil”. „De vraag die daarbij mede aan de or de komt, is: Welke relatie willen wij, in Europa, met de Verenigde Staten aan knopen? Het tekort op de Amerikaanse betalingsbalans komt niet alleen zoals wel eens van Franse zijde is gesugge reerd voort uit een te ruime kapitaal- export, maar ook uit een tekort op de lo pende rekening (goederen en diensten), dat de laatste jaren aanzienlijk is opgelo pen. De Verenigde Staten zijn dan ook ge noodzaakt orde op zaken te stellen. De Op de vraag over een integratie van de binnen- en buitendienst, zegt hij„Ik geloof dat er mogelijkheden zijn om op dit terrein iets te ondernemen, maar ik kan nog niet nauwkeurig aangeven hoe een en ander moet worden aangepakt. Het belangrijkste is dat men mijn instelling kent: geen personeelsbeleid buiten de ambtenaren om, de opstelling van een programma op langere termijn, die de doorstroming bevordert en een optimale financieel-organisatorische structuur”. Dan natuurlijk ook de man die „Sui ker” schreef, met een glansrol voor de debuterende Ina van Faassen en een fijne creatie voor Bob de Lange. Volks toneel eigenlijk naar de Vlaamse tradi tie, maar toch nieuw door de invloe den van het experimentele milieu, eer der in dit werk belééfd dan verwoord, want het werd nooit een poëtisch „Ote- boe” (zaliger nagedachtenis aan de Vijftigers). Zo ook een gesprek met André Mas son, door de Kronhausens gevoerd kort na de mislukte voorjaarsrevolte in Pa rijs in 1968. Masson zei toen: „De echte revolutie van dit moment vindt plaats in dat museum in Lund. Het vuur, dat jullie met die tentoonstelling hebben ontstoken, zal de oude orde op den duur doeltreffender vernietigen dan wat ook.” „Ook is het van belang om alles wat er in ons land leeft in het parlement, de wetenschap, onder de jeugd en in aller lei organisaties te kennen en waar mo gelijk mede te verwerken in het uitdra gen van het beleid. De grotere onderlinge afhankelijkheid in de wereld heeft er toe bijgedragen dat talloze problemen, die vroeger misschien' intern konden worden afgehandeld nu ten dele in internationaal verband moeten worden opgelost. Dat blijkt niet alleen op het gebied van het milieubeheer, maar ook bijvoorbeeld op dait van economische zaken, financiën, verkeer, landbouw en het recht.” De minister zoekt duidelijk het contact, zowel binnen als buiten het ministerie. „Ik heb niet de minste behoefte op de stoel te gaan zitten van mijn collega’s, maar als wij deze noodzakelijke coördinatie nastre ven, dan zal het ministerie van Buiten landse Zaken moeten worden betrokken bij de voorbereiding van het beleid, de sa menstelling van de delegaties en de prak tische uitvoering. Maar wat betekent dat in concrete voor, laten we zeggen, het mi lieubeheer? Dat er óók op dit ministerie een zekere kennis van en begrip voor wat er op dit gebied in werkelijkheid gebeurt, moet zijn. Anders komt de homogeniteit van het beleid in gevaar.” Het zit de minister dwars dat de publie ke opinie („nou ja, althans een deel er van”) zo slecht is ingewijd in de begin selen en de praktijk van de buitenlandse politiek. „De mogelijkheden van hetgeen ons land kan bijdragen tot het menselijk levensgeluk worden soms onder- soms zwaar overschat. Ik heb wel sympathie voor geëngageerde mensen, die alle pro blemen via akties van regering en parle ment willen oplossen, maar men herkent er vaak ook een element van schoolmees- terschap, bevoogding en betutteling in.” Om deze reden wil hij zoveel mogelijk contacten onderhouden met het parlement en alle organisaties die in aanraking ko men met de buitenlandse politiek. „Er heerst, ook ten aanzien van dit ministerie, nog veel onbegrip. Men heeft nog te wei nig oog voor het effect dat een Neder lands ingrijpen kan sorteren in een vreemd land, met een totaal andere structuur en achtergrond.” I Het was in 1956, toen ik vanuit de I I K.V.P. werd gepolst voor de Tweede I 1 Kamer, en de bedoeling dat ik mij met I J de buitenlandse politiek zou bezighou-11 Iden, maar in de praktijk pakte dat1 anders uit. Ik werd staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en zou tot 1963 I staatssecretaris blijven. Maar ik heb1 i mijn voorliefde voor het buitenlands I I beleid nooit verloren. In mijn hoeda- I I nigheid als fractieleider van de K.V.P. I I heb ik daarna ook meermalen over de I I grens kunnen kijken: als lid van hetj I comité-Monnet, in het kader van de Europese Beweging en ook als voorzit- ter van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken. De minister („ik heb er geen behoef-I I te aan om met excellentie te worden aangesproken, maar de mensen die er 1 i prijs op stellen het toch te doen wil ik I dat genoegen niet ontnemen”) vindtI I het wel een handicap om Luns op te volgen, maar ligt er ’s nachts niet wak- I ker van. „Ik heb grote bewondering Ivoor hetgeen de heer Luns heeft ge- I; presteerd, maar ik kijk liever naar de 11 Itoekomst dan naar het verleden.” Wat I dat verleden betreft: hij heeft op de-|; I zelfde dag, dat hij tot minister werd I I benoemd, al zijn commissariaten en I I adviseurschappen opgezegd. Hij achtte I I dat onverenigbaar met zijn nieuweI i functie. MMWWMWVWWWVWVWMWWWWWWWMMM. vraag is alleen: in hoeverre zijn Japan en ook enkele Europese staten bezig be- talingsoverschotten aan te kweken, die bij de huidige wisselkoersverhoudingen duidelijk ten koste van de Verenigde Sta ten gaan? Ik heb het gevoel dat de Ja panse regering zich mede zo sterk tegen de opwaardering van de yen verzet, om dat ze onder grote binnenlandse druk staat. Daarom is het ook niet zo eenvou dig een oplossing voor deze vraagstukken te vinden. We zullen nog door een diep dal moeten gaan om nieuwe aansluitin gen, nieuwe impulsen voor een samen werking te zoeken”. HUGO CLAUS is veelzijdig en binnen dat kader een uitstekend schrijver van gedichten, waarbinnen zich ook een evolutie voltrok. Ging hij van zijn „Suiker” naar een herschreven „Oidi- poes”, zijn poëzie legde een weg af van bijvoorbeeld zijn „Oostakkerse ge- Heel leerzaam zijn ook de verhande lingen over erotische kunst in India, China, Japan en bij primitieve volke ren. Het boek bevat namelijk niet al leen westerse kunst, maar ook veel exo tische specimina. Ons land is evenmin vergeten, want niet alleen Rembrandt is vertegenwoordigd met een paar af beeldingen, Karei Appel staat erin, na tuurlijk Melle en ook Tajiri en diens echtgenote Ferdi. Van die beide laatsten is werk afge- beeld, dat in Haarlem is te zien ge weest in de Vishal en in Galerie-T, evenals bijvoorbeeld de plastic opblaas figuren van Gamarra, die ook in Ga lerie-T enige jaren geleden een „pièce de milieu” vormden in de groeps-expo- sitie „1’Automat”. Een en ander de monstreert, hoe het werk van de Kron hausens weliswaar baanbrekend was, maar evenzeer, dat in onze eigen omge ving dezelfde ideeën omtrent erotische kunst leven en eigenlijk al gemeengoed zijn geworden. Het verschil tussen pornografie en erotische kunst is uitsluitend een ver- studies. En toen besloten ze schrij ven de Kronhausens in hun inleiding het „vrijmoedige” beeld aan de litte ratuur toe te voegen. Ze richtten hun befaamde exposities in de Scandinavi sche landen in. Het bleek een sneeuw bal te zijn, die zich gewillig liet rol len. HUGO CLAUS heeft een lange liefde in deze korte versjes verpakt. Een eer lijke liefde ook, met zowel tederheid, begeerte en extase als bloed, zweet en tranen. Geen mooipraterij, geen woord kunst, maar een verantwoording van een samen (be)leving in een parlandis- tische trant geschreven. Het is recht- toe-rechtaan, maar met toch een op merkelijk groot aantal beeldvondsten, telkens weer zo’n scharnier, waarop de deur van de realiteit opendraait naar een ruimte, waarbinnen de wetten van de poëzie een extra dimensie verschaf fen aan datgene wat reëel en tegelijk irreëel is: een beleden liefde die tot herkenning noopt van eigen belevingen. Dat is de kracht telkens weer sa mengebald in vijf regels van deze versjes die, vooral melancholie oproe pen, uitnodigen tot steeds weer lezen en herlezen. De échte liefhebbers zullen er Hugo Claus heel dankbaar om zijn. PHYLLIS EN Eberhard Kronhausen verantwoorden hun expositieavontu- ren in dit boek uitstekend. Het boek bevat, behalve de behartigenswaardige inleiding, tal van op de band opgeno men gesprekken. Belangwekkend is bij voorbeeld het gesprek met Folke Ed wards, directeur van het museum in Lund, die moeilijkheden met het stads bestuur had te overwinnen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 17