EVANGELIE CENiRAAL IN DE
RAI
dood
juist pastorale benadering
Studentenpredikant Ds. Krop:
„Dood
is
is
Enquete werd
mislukking
zich heen
MaMaMaiseme grijpt
om
GOED OM DE BIJBEL IN ERNST TE NEMEN
Vooral jongeren deden belijdenis
12
Dood ontlopen
7..\
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1971
Erbij
(Van onze redacteur geestelijk leven)
a
tweerichtingsverkeer
i
sterdam. Dit congres heeft meer dan twaalfduizend
deelnemers uit 35 landen getrokken, van wie de helft
minder dan veertig jaar oud was.
„We staan op gemeenschapplijke grond”, verklaarde
voorzitter Gilbert W. Kirby tijdens de wijdingsdienst,
waarmee het congres werd geopend. Niet de inhoud
van het evangelie zou onderwerp van de discussies zijn,
maar „onze doeltreffendheid of ontoereikendheid in
het doorgeven van de boodschap.”
De dienst werd geleid door de Duitse Peter Schnei
der, vice-voorzitter van het uitvoerend comité.
Bekende geluiden
Slechts als wij de noodzaak kennen van het volledig
op Christus gericht te zijn kunnen we onze boodschap
vervullen. Geen concessies aan de moderne mens, maar
een concentratie op Jezus Christus is onze behoefte.
Wanneer de mens het evangelie verwerpt, is hij niet in
staat tot een realistisch begrip van zich zelf te komen.
Een louter filosophisch of sociologisch mensbeeld
mist het doel”. Dit waren enkele uitlatingen van de
Duitse lutherse theoloog dr Gerhard Bergmann tijdens
het Europese evangelisatiecongres in de RAI in Am-
Gezag, eenvoud, aandrang
Uitgangspunt
Griezelig
Wens van de zending:
Geen komma
j i sp
Gerhard Bergmann
Billy Graham
(Van onze correspondent)
VXAAAAA^AA/VVVWVVVVVVVVVVVVVVVVVVVV' 'AAAf
WWWWWWWWWVWWWWWWWWX/VWXAA
Ds. M. A. KROP
t
V
Jp
Hij beklemtoonde, hoe aan alle kan
ten aan het gezag wordt getrokken. Zo
worden seksuele taboes neergehaald.
De mens is vrij en mag zijn 'ichaam
gebruiken zoals hij wil.
In de rede van Billy Graham werd
men ook met bekende geluiden gecon
fronteerd. Hij haalde problemen aan
als de bevolkingsexplosie, de ecologi
sche explosie of de transportexplosie,
de toegevendheid op moreel gebied
werd door hem ook een explosie ge
noemd, en om zijn uitspraken +e illus-
Het landelijk geheel aan hervormde
belijdende leden (de „lidmaten”) omvat
gemiddeld 39,4 percent mannen en 60,6
percent vrouwen. Onder de dit jaar
nieuw toegetreden is de verhouding
aanmerkelijk gunstiger. De percentages
bedragen voor 1971: 45,2 percent man
nen en 54,8 vrouw.
De leeftijdsopbouw was als volgt: 18
t.m. 21 -aar: 1.402 personen, dit is 38,5
percent; 22 t.m. 31 jaar: 1.918 personen.
52,7 percent. 32 jaar en ouder:321 per
sonen; 8 8 percent.
8,2 percent was nog niet gedoopt. In
dit geval (298 personen) werd de doop
bij de belijdenis bediend.
Het aantal personen dat in de 150
gemeenten, die tijdig opgave verstrek
ten, geloofsbelijdenis aflegde, bedroeg
3.641. Cijfers van andere jaren staan
LEEUWARDEN Onderwijl zijn twee dingen glashelder geworden: de in grote
emoties over het hoofd van ds. Krop leeg gegoten fiolen van toom tonen aan dat
het „dood is dood” heftiger aankwam dan een „kreet van een dominee die eens in
teressant wil doen” en daarnaast dat datzelfde „dood is dood” dezelfde weg dreigt
op te gaan als „God is dood”. Men neemt het vaak op de lippen zonder het verband
te kennen waarin het werd gezegd. Op die manier wordt het inderdaad een kreet.
Ds. Krop is de eerste die zulks betreurt. In een lang gesprek vertelde ds. Krop
(58 jaar), dat het indertijd allemaal begon met een concrete vraag van iemand, die
zich in de boot genomen voelde.
Krop naar hij
men hem zegt
'even is na
il’ o v' - i
juist genoeg christendom in zich heb
ben om immuniteit te hebben opge
bouwd tegen de echte relatie met
Christus. Ik geloof dat in duizenden
gevallen een echte bijbelse existentiële
ervaring nodig is, na doop en belijde
nis, om betekenis en realiteit te geven
aan de vroegere belijdenis van ouder
of kind”
De rede van dr. Bergmann werd op
maandag uitgesproken, nadat zondag
de grootste aandacht was gegaan naar
een rede van dr. Billy Graham. Berg
mann wees op de neo-marxistisch ide
ologie, die steeds verder om zich heen
grijpt. Drie intellectuele leiders, wier
namen met een hoofdletter M begin
nen, worden op grote schaal vereerd:
Marx, Marcusse en Mao. Men kan
tegenwoordig spreken over „MaMaMa-
sme”, aldus Gerhard Bergmann.
treren maakte hij ruimschoots gebruik
van voorbeelden uit de astronomie,
fysiologie of biologie.
mogelijkheid geef om de weg van het ge
loven te gaan. Ieder op zijn eigen wijze,
in zijn eigen levenssituatie, op zijn
eigen moment. Ik dacht dat we moes
ten begrijpen, dat we na Auschwitz, en
na wat we op het ogenblik meemaken
in Vietnam, niet meer de dood kunnen
ontlopen. Dan zeg ik: Wat betekent het
feit van een leven na dit leven?”
onder meer deze uitspraak deed: „Men
kan geen geredde condities hebben met
ongeredde mensen. Als we de mensen
van illusies afhouden, bewaren we hen
ook voor teleurstellingen”
Van al de 3.641 hervormde jongste
belijdende leden van de „lichting 1971”
waren 407 (11,2 percent) al gedoopt in
een ander kerkgenootschap.
De meesten, 2.493 personen (11,2 per
cent) waren hervormd dooplid en ook
als zodanig bij de SMRA bekend.
Voorts was 12,2 oercent (443 perso
nen) eveneens hervormd dooplid maar
nog niet als zodanig bij de SMRA
bekend.
eel naar Jezus zal gaan. Wanneer ie
mand tegen me zegt, dat hij naar Jezus
gaat, dan gaat hij naar Jezus. Wanneer
iemand zegt „ik zie licht” dan ziet hij
licht. Wanneer iemand muziek hoort,
dan hoort hij muziek. Je mag niet
zeggen dat het allemaal onzin is.”
Wat is de grootste behoefte in de
kerk in Europa? Dat is volgens Gra
ham het proclameren van het evange
lie met gezag, eenvoud en aandrang,
daarbij elk beschikbaar middel benut
tend. „Als iedere kansel in Europa
plotseling tot leven zou komen en het
zelfde evangelie zou proclameren als de
vroege kerk deed, en het zou doen in
de kracht van de heilige Geest, zou er
binnen enkele maanden een opwekking
in Europa ontstaan”
Bij de SMRA, de landelijke Stichting
Mechanische Registratie en Administra
tie ten dienste van de hervormde kerk,
zijn interessante cijfers binnengekomen
betreffende de personen, die op palm
zondag of met pinksteren 1971 in de
hervormde kerk geloofsbelijdenis af-
legden. Deze cijfers zijn afkomstig uit
omstreeks de helft, namelijk 150 van
de ca. 300 gemeenten (met »n totaal
meer dan twee miljoen geregistreerde
gemeenteleden) die bij de SMRA in
Delft zijn aangesloten Deze gemeenten
waren over heel het land verspreid; ze
zijn gelegen op het platteland, in klei
ne en in de grote gemeenten Hun
aantallen allerjongste belijdende leden
kunnen met elkaar indicaties geven uit
een grote dwarsdoorsnede van de her
vormde kerk.
dit leven wat
lop h*3* vnnw’
Dr. Graham gaf ook signalementen
van wolven in schaapskleren, die de
getuigenis van de kerk willen vernieti
gen: de humanisten, de moderne theo
logen, de syncretisten, en de universa-
listen, die menen dat alle mensen ver
lost zijn.
„Het betekent meteen, dat je iemand
alleen maar begeleidt, om hem heen
gaat staan, er bij mag zijn. Te kunt
Ik heb over de gehele wereld ge
preekt, maar ik heb het evangelie nooit
hoeven aan te passen of te verande
ren”, aldus Graham die zei tot de
overtuiging te zijn gekomen dat een van
de vruchtbaarste velden voor evangeli
satie de kerk zelf is. Hij zei te geloven
dat in tienduizenden gevallen doop en
belijdenis slechts een vorm zijn gewor
den. „Er zijn miljoenen christenen, die
„Ik evangeliseer, omdat ik daartoe
orders heb gekregen”, aldus Billy Gra
ham. „Ik geloof niet dat er twee evan
gelies zijn, een sociaal en een persoon
lijk evangelie. Maar teveel van ons
hebben het paard achter de wagen
gespannen. Niet toevallig staat „Bemin
God met uw hele hart” voor en uw
■naaste als uzelf”.
Is de kerk inderdaad een verouderde
en in veler ogen afgedane zaak? De
onderstaande cijfers momentopname
uit medio 1971 geven bijvoorbeeld te
zien dat nog steeds overwegend jonge
ren belijdenis doen of, zo men wil, zelf
„tot de kerk toetreden” In percenten:
31 jaar en jonger: 91,2 percent.
„Het ware centrum van gezag is
God. Daarom is hij ook onttroond”
aldus de spreker. Hij zei dat de leugen
zich verspreidt: „De mens is geëmanci
peerd en vrij”. Maar in het Derde Rijk,
aldus de Duitse Gerhard Bergmann,
werd de zelfde anthropologische leugen
verbreid. De mens was goed, vooral als
hij van noords bloed was. Maar wat
deed deze goede man, dit .blonde
beest” van Nietzsche? Hij was verant
woordelijk voor oorlog, moord, vernie
tiging, gaskamers, de crematies van
Joden, bloed, tranen en doden, doden
en meer doden.
De enquête, die de gereformeerde
synode over het oorlogsvraagstuk in de
plaatselijke gereformeerde kerken
heeft gehouden, is in feite een misluk
king geworden. Van de 832 plaatselijke
gereformeerde kerken hebben er
slechts 250 gereageerd, dat is 31 per
cent. De meeste reacties kwamen bin
nen uit de randstad Holland.
De deputaten voor het oorlogsvraag
stuk hebben in een rapport aan de
gereformeerde synode thans voorge
steld een deputaatschap te benoemen
dat niet alleen de Dolitiek-strategische
ontwikkeling in de wereld volgt en de
bezinning daarop in ehtisch-religieuze
zin begeleidt, maar ook de voor’ichting
over het oorlogsvraagstuk en de inter
kerkelijke samenwerking bij de bestu
dering van de vragen van oorlog en
vrede binnen de gereformeerde kerken
zal stimuleren.
van een stervende heel veel leren in
plaats van het omgekeerde. Dat wij
stervenden zouden moeten leren ster
ven. Vergeet het maar
Maar het wordt onduldbaar wanneer
je, op grond van het feit dat iemand
heeft gezegd „ik zie licht”, gaat bewe
ren dat er objectief eer’ wereld zou
zijn buiten de ons bekende en dat je
daar in moet geloven. Ik moet nergens
in geloven. Ik kan alleen maar de weg
van het geloof gaan in dit leven dat
voor mij met de dood eindigt en waar
van ik dan tegelijkertijd zeg en dan
spreek ik de taal van het geloof - dat
het onbegrensd over de dood heen kan
reiken. Hoe. dat weet jk niet.”
Ongeveer dit heeft ds Krop voor
de televisie gezegd. In ons gesprek
beklemtoont hij nog eens, dat dood
is dood” het „uitgangspunt van mijn
leven is” „geen conclusie”. ,Het is
een uitgangspunt van waaruit ik mij
een aantal dingen mag afvragen en
ook andere vragen mag stellen.
Wanneer iemand zegt .dood is niet
dood” dan vraag ik hem: wat be
doelt u daar nu mee’ Ik zal hem
ook vragen wat voor motivering
hem dat geeft voor zijn leven en
voor zijn handelen. Wat is het meer
dere dat u hebt? Wanneer u zegt dat
er een
voor
levo»
Bovendien word) ds.
zegt, wantrouwend als
„Het is juist pastoraal gesproken
wanneer ik mijn uitgangspunt dat
dood dood is overbreng. Maar ik kan
ruimte geven voor heel andere geloofs-
beelden, in tegenstelling tot iemand die
zegt: nee, nee, het moet op deze wijze.
Dat is het punt.”
Men geeft, met het laatste, volgens
ds. Krop, de mensen niet meer de
ruimte en de rust van de eigen ge
loofsbeleving. Ook en dit tegenover tal
van briefschrijvers, die menen dat
wanneer dood dood is het leven geen
zin meer heeft: „Het is net andersom.
Omdat dood dood is heeft dit leven zin.
Ik kan het niet nog eens een keer
overdoen. Stap niet te gemakkelijk
over die dood heen. Zorg dat je in dit
leven niet de andere dood drukt
Ds. Krop stelt, m de loop van het ge
sprek, vast, dat de mens „op alle moge
lijke manieren” aan het eind, de dood,
heeft willen ontkomen. „En nu is voor
mij een van de verrassende ontdekkin
gen geweest, dat in tegenstelling tot het-
geen vaak in de kerk wordt georedikt,
de bijbel ook werkelijk dat einde „ein
de” laat zijn. Als de bijbel spreekt over
opstanding en het nieuwe leven, dan
zijn dat heel andere beelden dan de
beelden van voortzetting, voortbestaan,
enzovoort.”
Ds. Krop wil in het geloven geen
vraag uit de weg gaan. Het irriteerde
hem als jongen al dat op een heleboel
vragen nooit een antwoord kwam, dat 1
men er met een wijde boog om heen
liep. Hierbij sluit aan, dat hij ongaarne
spreekt van „geloof”. Hij gebruikt lie
ver het werkwoord „geloven” Gelo
ven is een manier van zijn, een manier
van leven, een manier van beleven.
Het geloven is ook een voortdurend
zich vragen stellen. Het is een telkens
met de dingen bezig zijn De ellende is
toch altijd in de kerk geweest, dat men
een vaste structuur maakte en die
dwingend aan de ander heeft opge-
legd?”
Ds. Krop gelooft stellig, dat hij met
zijn „dood is dood” binnen het raam 1
van de Reformatie zit en ook binnen I
het raam van de Hervormde Kerk.
„Daar heb ik persoonlijk geen proble
men mee, hoor. Anderen wel, maai ik j
niet.” Die anderen hebben dan over het I
algemeen niet de tv-uitzendingen ge
zien, doch het kwaad gerucht bij over- I
levering vernomen. „Ook van de kan
sels. Want met Pasen hebben heel wat
dominees niet over de Here Jezus ge
preekt, maar over Krop Dat is een
hele griezelige zaak geweest. En wat ze
daar allemaal verteld hebben, dat
steekt niet nauw.”
Om op de zaak terug te komen: „Ik
heb geen moeite om in de kerk te
verkeren, in tegendeel. Maar ik ont
moet steeds meer mensen die op deze
manier willen geloven en die daarmee
wél moeite hebben om in de kerk te
verkeren. Omdat ze niet tegen de ban
vloeken kunnen. Ik ben zo langzamer
hand door de praktijk gehard. Maar
een heleboel mensen hebben die har
ding niet en die zeggen ik hoor in de
kerk niet thuis want professor die en
die heeft het zelf gezegd We hebben in
de kerk een oneindig vermogen om de
mensen van het evangelie te vervreem- I
den, om wanneer ze e°nmaa' in het I
evangelie vervreemd z:’ w ge- I
sprekspa-t> er re maken, omdai het zo I
intero i is om met een buitenkerke
lijke te praten. En dat noemen we dan
apostolaat.”
iets te moeten geloven, „waarbij men
mij dan niet duidelijk kan maken wat
de inhoud daarvan is, want wanneer ik
vraag wat er dan met die woorden
wordt bedoeld, dan worden er uitdruk
kingen gebruikt als „geheimenis” en
„mysterie”.
„En als men zegt dat de wetenschap
nooit heeft bewezen dat er niets is na
de dood, dan zeg ik: maar ik leef niet
in het geloof bij de gratie van het feit
dat de wetenschap wel of niet iets
heeft uitgevonden. Dan krijg je immers
dat amechtig achter de wetenschap
aanhollen, wat men tot nu toe altijd
heeft gedaan. Men spreekt eerst iets
tegen om dan tenslotte verrukt vast te
stellen, dat de wetenschap ook niet
alles weet, maar dat weten we toch
allemaal? Zulks heeft niets met gelo
ven te maken.”
Het is de taak van de Raad voor de
zending en van de hervormde synode
om uitvoering te geven aan het twee
richtingsverkeer in de zending tussen
Nederland en Indonesië. Onder twee
richtingsverkeer wordt verstaan dat
niet alleen zendingsarbeiders vanuit
Nederland naar Indonesië worden ge
zonden, maar dat ook leden van de In
donesische kerken gaan deelnemen
aan de evangelieverkondiging in Eu
ropa of Amerika. De uitvoering van
dit tweerichtingsverkeer zal zeer
moeilijk, maar ook zeer noodzakelijk
zijn, aldus staat in „De hervormde
zending in 1970”, het jaarverslag over
1970 van de hervormde raad voor de
zending en de Gereformeerde zen-
dingsbond in de hervormde kerk.
AAZWWWWWWWWWVWWWWVWWWWWVWVWWWWW/, „VWWWWWVXAAAAA/WWWW
niet ter beschikking. Wel heeft de
SMRA de indruk dat het aantal perso
nen dat belijdenis doet sterk terug
loopt.
De dood heeft in ds. Krops leven
altijd een sterke rol gespeeld. ,Je bent
er eigenlijk altijd mee bezig, want
geloven heeft in de eerste plaats te
maken met de vragen van dood en
leven en hoe je die verwerkt.”
„Mijn preken, mijn hele pastoraat
geschiedt vanuit deze veronderstelling.
De kerk spreekt bij doop (kinder
doop) en huwelijk over de dood jm op
de begrafenis het leven te bezingen. De
dood mag je niet overvallen. Als de
dood komt, behoef je niets meer tegen
elkaar te zeggen, omdat alles al is
gezegd en gedaan. Gelovend leven be
tekent dat je de dood achter je hebt.
Op die manier neem je de dood se
rieus, ontloop je de dood niet. Daarom
is het zo benauwend dat de kerken,
ook in de oecumene, de dood vaak
ontlopen en men zich alsmaar bezig
houdt met maatschappelijke en sociale
vragen.
„Dat is op zichzelf niet verwerpelijk,
integendeel, wanneer het aandacht-
hebben voor de wereld maar niet bete
kent een jezelf daardoor ontlopen. Ik
kan ook niet zeggen, dat de dood in de
studentenwereld zo’n heftige rol speelt.
Dat is voor mij dan ook een reden om
de studenten er op alle mogelijke ma
nieren mee te confronteren. Niet om
somberheid, maar om een stuk 'even te
geven. Er is naar mijn gevoel veel
levensangst en vermoeidheid, omdat de
vraag van de dood wordt weggedrukt.”
IKOR-CVK en ds. Krop hebben een
imposante collectie bijbelteksten toege
zonden gekregen. Ds. Krop is echter
(binnen het bestek van een interview)
niet bereid om tegenovei de geijkte
uitlegging van die teksten de zijne te
zetten.
„Dan zeg je óf te veel óf veel te weinig
Dan moeten we over die bijbelwoorder
gaan praten. Dan kom je bij de op
standing, bij het laatste oordeel. Dan
moet je een hele theologie gaan ont
wikkelen over wat voor mij bijbel
woorden zijn, wat voor mij bijbelse
vertellingen en verhalen zijn, hoe je hei
bijbelbeeld gebruikt. Hoe je het over
draagt, de hele kwestie van de beeld
vorming, de theologie van de taal, waar
we eigenlijk het abc nog niet van weten
enzovoort. Dat kan niet in zo’n kori
bestek.”
Later komt hij hier, zij het zijde
lings, op terug, maar wat ds. Krop
voorshands hoger zit, is dat hem werd
verweten uit zijn rol van pastor te zijn
gevallen door het „dood is dood” voo
de televisie te laten klinken.
„Ik heb dit juist uit
pastorale werw'ginw' '►•cL Me’
voor mij een pastora’f '.aak dal ik, al
lang, zeg hoe ik deze dingen oeleef. Het
gaat er mij om dat ik de mensen de
'eer lui 'tb
Maar in veel kerken voelt men niet
veel meer voor evangelische proclama
tie. De evangelisatie in de wereld
wordt geen zaak van woorden of acti
viteit, maar van „tegenwoordig zijn”
genoemd. Graham wees hier op de
„Jezus-revolutie” in Amerika. Wat de
seculaire media nu ontdekken is al
jaren aan de gang, zei hij. Jonge
mensen wenden zich bij duizenden tot
Christus. „Gedurende de laatste vijf
jaar zijn onze kruistochten in Amerika
tot jeugdkruistochten geworden. Deze
nieuwe bemoedigende ontwikkeling in
Amerika gebeurt in een tijd, waarin
duizenden andere jonge Amerikanen
betrokken zijn bij overtrokken seksua
liteit, drugs en geweld op een schaal
die de verbeelding tart. Er zijn natuur
lijk hier en daar extremiteiten, maar
in zijn algemeenheid is hier sprake van
een echte beweging van de Heilige
Geest, aldus Billy Graham.
„Nee, de mens is niet goed, maar
zelfzuchtig en soms hardvochtig. De
mens is niet geëmancipeerd, maar af
hankelijk en erg beperkt in zijn kennis
en zijn wil. De mens is niet vrij, als
hij zichzelf afsnijdt van zijn schepper”
Aldus dr. Bergmann, die zei dat
tegenwoordig het establishment de
zondebok is. Maar alles wordt over-
schaduwd door de gigantische schaduw
van de zonde. De mens is een rebel
tegen God, en dit is de bron van alle
rampen. Dat de spreker zich daarna
niet alleen afzette tegen Marx maar
ook tegen Harvey Cox en Dorothee
Sölle hoeft niet zo’n opzien te baren.
Hun gedachtenwereld is nu eenmaal
een andere dan die van Bergmann, die
aan
ontleend.
„Onze kennis is zodanig dat dood
dood is. Bij mijn dood wordt er een
punt gezet, geen komma Mijn geloof is
niet gebaseerd op het feit dat ik een
onzekere factor heb, dat er misschien
nog wel eens wat zou kunnen zijn na
mijn dood. Nee, mijn geloof is inder
daad alleen maar mogelijk, en voor
mij zelfs ook gerechtvaardigd, wanneer
wij deze grens ook als totale grens
laten gelden. Er is geen doodsrivier
waar ik doorheen moet, geen donkere
poort die ik moet passeren.”
„Tegelijkertijd durf ik dan te zeggen
maar dat zeg ik dan in de taal van
het geloof en de liturgie van de kerk
dat ik de dood achter mij heb, dat
ik in de doop met Christus gedoopt
ben en daardoor het licht tegemoet ga,
maar dan weet ik dat ik een beeld
gebruik en de taal van het geloof
spreek. Het gaat er natuurlijk niet om
de mensen iets af te nemen.”
„Misschien troost het dat jp een
bepaald ogenblik wordt t-czegd dat het
zo heerlijk is, dat hij of zij nu eventu-
„Ik heb altijd gedacht dat er een hel
was. Op grond van dit hel-geloof, dat
mij behoorlijk heeft geschonden, heb
ik geen kinderen willen hebben. En nu
heb je allemaal dominees die alleen
maar praten over de hemel. De hel is
er niet meer bij. Is die hel er nu of is
hij er niet?” Aldus luidde de vraag.
Ds. Krop vindt dit een heel wezen
lijk, heel persoonlijk probleem. Het
gaat erom: wie heeft mij voor de gek
gehouden? Daar moet een antwoord op
worden gegeven.
„En dat antwoord heo ik geprobeerd
te geven, duidelijk en rechtuit, vanuit
mijn eigen uitgangspunt: dood is dood.
Ik zei het dus niet om interessant te
doen, om de halfvooruitstrevende do
minee uit te hangen. Juist omdat ik de
hele bijbel zo volkomen in ernst wil
nemen, van hemel en hel, van oordeel,
van ter rechter en ter linker zijde, van
verdoemenis in de letterlijke zin van
het woord, daarom moet je, naar mijn
mening, op het ogenblik zeggen' dood
is dood. Biologisch-chemisch dood is
dood. Een voortzetting van het li
chaam, van het leven, is er voor mij
niet.”
„Sterker nog: ik ben van mening dat
je de bijbelse woorden, de bijbelse
beelden, de bijbelse verkondiging van
opstanding, van oordeel van weder
komst, van hoop en van verwachting
alleen nog op een rechtsgeldige manier
kunt zeggen, wanneer je zegt: dit be
doel ik binnen de begrenzing van dit
bestaan, tussen de begrenzing van
dood, geboorte leven. Er als het over
deze begrenzing heengaat dan is het in
de taal van het geloof, nadat we eerst
de taal van onze gewone, normale,
menselijke belevingswereld volledig
hebben laten spreken.”
Volgens ds. Krop is het onmogelijk,
aan de ene kant over de taal van het
geloof te spreken en aan de andere
kant daarbij beelden te gebruiken, die
ons normale levenspatroon zijn