EVANGELIE CENiRAAL IN DE RAI dood juist pastorale benadering Studentenpredikant Ds. Krop: „Dood is is Enquete werd mislukking zich heen MaMaMaiseme grijpt om GOED OM DE BIJBEL IN ERNST TE NEMEN Vooral jongeren deden belijdenis 12 Dood ontlopen 7..\ ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1971 Erbij (Van onze redacteur geestelijk leven) a tweerichtingsverkeer i sterdam. Dit congres heeft meer dan twaalfduizend deelnemers uit 35 landen getrokken, van wie de helft minder dan veertig jaar oud was. „We staan op gemeenschapplijke grond”, verklaarde voorzitter Gilbert W. Kirby tijdens de wijdingsdienst, waarmee het congres werd geopend. Niet de inhoud van het evangelie zou onderwerp van de discussies zijn, maar „onze doeltreffendheid of ontoereikendheid in het doorgeven van de boodschap.” De dienst werd geleid door de Duitse Peter Schnei der, vice-voorzitter van het uitvoerend comité. Bekende geluiden Slechts als wij de noodzaak kennen van het volledig op Christus gericht te zijn kunnen we onze boodschap vervullen. Geen concessies aan de moderne mens, maar een concentratie op Jezus Christus is onze behoefte. Wanneer de mens het evangelie verwerpt, is hij niet in staat tot een realistisch begrip van zich zelf te komen. Een louter filosophisch of sociologisch mensbeeld mist het doel”. Dit waren enkele uitlatingen van de Duitse lutherse theoloog dr Gerhard Bergmann tijdens het Europese evangelisatiecongres in de RAI in Am- Gezag, eenvoud, aandrang Uitgangspunt Griezelig Wens van de zending: Geen komma j i sp Gerhard Bergmann Billy Graham (Van onze correspondent) VXAAAAA^AA/VVVWVVVVVVVVVVVVVVVVVVVV' 'AAAf WWWWWWWWWVWWWWWWWWX/VWXAA Ds. M. A. KROP t V Jp Hij beklemtoonde, hoe aan alle kan ten aan het gezag wordt getrokken. Zo worden seksuele taboes neergehaald. De mens is vrij en mag zijn 'ichaam gebruiken zoals hij wil. In de rede van Billy Graham werd men ook met bekende geluiden gecon fronteerd. Hij haalde problemen aan als de bevolkingsexplosie, de ecologi sche explosie of de transportexplosie, de toegevendheid op moreel gebied werd door hem ook een explosie ge noemd, en om zijn uitspraken +e illus- Het landelijk geheel aan hervormde belijdende leden (de „lidmaten”) omvat gemiddeld 39,4 percent mannen en 60,6 percent vrouwen. Onder de dit jaar nieuw toegetreden is de verhouding aanmerkelijk gunstiger. De percentages bedragen voor 1971: 45,2 percent man nen en 54,8 vrouw. De leeftijdsopbouw was als volgt: 18 t.m. 21 -aar: 1.402 personen, dit is 38,5 percent; 22 t.m. 31 jaar: 1.918 personen. 52,7 percent. 32 jaar en ouder:321 per sonen; 8 8 percent. 8,2 percent was nog niet gedoopt. In dit geval (298 personen) werd de doop bij de belijdenis bediend. Het aantal personen dat in de 150 gemeenten, die tijdig opgave verstrek ten, geloofsbelijdenis aflegde, bedroeg 3.641. Cijfers van andere jaren staan LEEUWARDEN Onderwijl zijn twee dingen glashelder geworden: de in grote emoties over het hoofd van ds. Krop leeg gegoten fiolen van toom tonen aan dat het „dood is dood” heftiger aankwam dan een „kreet van een dominee die eens in teressant wil doen” en daarnaast dat datzelfde „dood is dood” dezelfde weg dreigt op te gaan als „God is dood”. Men neemt het vaak op de lippen zonder het verband te kennen waarin het werd gezegd. Op die manier wordt het inderdaad een kreet. Ds. Krop is de eerste die zulks betreurt. In een lang gesprek vertelde ds. Krop (58 jaar), dat het indertijd allemaal begon met een concrete vraag van iemand, die zich in de boot genomen voelde. Krop naar hij men hem zegt 'even is na il’ o v' - i juist genoeg christendom in zich heb ben om immuniteit te hebben opge bouwd tegen de echte relatie met Christus. Ik geloof dat in duizenden gevallen een echte bijbelse existentiële ervaring nodig is, na doop en belijde nis, om betekenis en realiteit te geven aan de vroegere belijdenis van ouder of kind” De rede van dr. Bergmann werd op maandag uitgesproken, nadat zondag de grootste aandacht was gegaan naar een rede van dr. Billy Graham. Berg mann wees op de neo-marxistisch ide ologie, die steeds verder om zich heen grijpt. Drie intellectuele leiders, wier namen met een hoofdletter M begin nen, worden op grote schaal vereerd: Marx, Marcusse en Mao. Men kan tegenwoordig spreken over „MaMaMa- sme”, aldus Gerhard Bergmann. treren maakte hij ruimschoots gebruik van voorbeelden uit de astronomie, fysiologie of biologie. mogelijkheid geef om de weg van het ge loven te gaan. Ieder op zijn eigen wijze, in zijn eigen levenssituatie, op zijn eigen moment. Ik dacht dat we moes ten begrijpen, dat we na Auschwitz, en na wat we op het ogenblik meemaken in Vietnam, niet meer de dood kunnen ontlopen. Dan zeg ik: Wat betekent het feit van een leven na dit leven?” onder meer deze uitspraak deed: „Men kan geen geredde condities hebben met ongeredde mensen. Als we de mensen van illusies afhouden, bewaren we hen ook voor teleurstellingen” Van al de 3.641 hervormde jongste belijdende leden van de „lichting 1971” waren 407 (11,2 percent) al gedoopt in een ander kerkgenootschap. De meesten, 2.493 personen (11,2 per cent) waren hervormd dooplid en ook als zodanig bij de SMRA bekend. Voorts was 12,2 oercent (443 perso nen) eveneens hervormd dooplid maar nog niet als zodanig bij de SMRA bekend. eel naar Jezus zal gaan. Wanneer ie mand tegen me zegt, dat hij naar Jezus gaat, dan gaat hij naar Jezus. Wanneer iemand zegt „ik zie licht” dan ziet hij licht. Wanneer iemand muziek hoort, dan hoort hij muziek. Je mag niet zeggen dat het allemaal onzin is.” Wat is de grootste behoefte in de kerk in Europa? Dat is volgens Gra ham het proclameren van het evange lie met gezag, eenvoud en aandrang, daarbij elk beschikbaar middel benut tend. „Als iedere kansel in Europa plotseling tot leven zou komen en het zelfde evangelie zou proclameren als de vroege kerk deed, en het zou doen in de kracht van de heilige Geest, zou er binnen enkele maanden een opwekking in Europa ontstaan” Bij de SMRA, de landelijke Stichting Mechanische Registratie en Administra tie ten dienste van de hervormde kerk, zijn interessante cijfers binnengekomen betreffende de personen, die op palm zondag of met pinksteren 1971 in de hervormde kerk geloofsbelijdenis af- legden. Deze cijfers zijn afkomstig uit omstreeks de helft, namelijk 150 van de ca. 300 gemeenten (met »n totaal meer dan twee miljoen geregistreerde gemeenteleden) die bij de SMRA in Delft zijn aangesloten Deze gemeenten waren over heel het land verspreid; ze zijn gelegen op het platteland, in klei ne en in de grote gemeenten Hun aantallen allerjongste belijdende leden kunnen met elkaar indicaties geven uit een grote dwarsdoorsnede van de her vormde kerk. dit leven wat lop h*3* vnnw’ Dr. Graham gaf ook signalementen van wolven in schaapskleren, die de getuigenis van de kerk willen vernieti gen: de humanisten, de moderne theo logen, de syncretisten, en de universa- listen, die menen dat alle mensen ver lost zijn. „Het betekent meteen, dat je iemand alleen maar begeleidt, om hem heen gaat staan, er bij mag zijn. Te kunt Ik heb over de gehele wereld ge preekt, maar ik heb het evangelie nooit hoeven aan te passen of te verande ren”, aldus Graham die zei tot de overtuiging te zijn gekomen dat een van de vruchtbaarste velden voor evangeli satie de kerk zelf is. Hij zei te geloven dat in tienduizenden gevallen doop en belijdenis slechts een vorm zijn gewor den. „Er zijn miljoenen christenen, die „Ik evangeliseer, omdat ik daartoe orders heb gekregen”, aldus Billy Gra ham. „Ik geloof niet dat er twee evan gelies zijn, een sociaal en een persoon lijk evangelie. Maar teveel van ons hebben het paard achter de wagen gespannen. Niet toevallig staat „Bemin God met uw hele hart” voor en uw ■naaste als uzelf”. Is de kerk inderdaad een verouderde en in veler ogen afgedane zaak? De onderstaande cijfers momentopname uit medio 1971 geven bijvoorbeeld te zien dat nog steeds overwegend jonge ren belijdenis doen of, zo men wil, zelf „tot de kerk toetreden” In percenten: 31 jaar en jonger: 91,2 percent. „Het ware centrum van gezag is God. Daarom is hij ook onttroond” aldus de spreker. Hij zei dat de leugen zich verspreidt: „De mens is geëmanci peerd en vrij”. Maar in het Derde Rijk, aldus de Duitse Gerhard Bergmann, werd de zelfde anthropologische leugen verbreid. De mens was goed, vooral als hij van noords bloed was. Maar wat deed deze goede man, dit .blonde beest” van Nietzsche? Hij was verant woordelijk voor oorlog, moord, vernie tiging, gaskamers, de crematies van Joden, bloed, tranen en doden, doden en meer doden. De enquête, die de gereformeerde synode over het oorlogsvraagstuk in de plaatselijke gereformeerde kerken heeft gehouden, is in feite een misluk king geworden. Van de 832 plaatselijke gereformeerde kerken hebben er slechts 250 gereageerd, dat is 31 per cent. De meeste reacties kwamen bin nen uit de randstad Holland. De deputaten voor het oorlogsvraag stuk hebben in een rapport aan de gereformeerde synode thans voorge steld een deputaatschap te benoemen dat niet alleen de Dolitiek-strategische ontwikkeling in de wereld volgt en de bezinning daarop in ehtisch-religieuze zin begeleidt, maar ook de voor’ichting over het oorlogsvraagstuk en de inter kerkelijke samenwerking bij de bestu dering van de vragen van oorlog en vrede binnen de gereformeerde kerken zal stimuleren. van een stervende heel veel leren in plaats van het omgekeerde. Dat wij stervenden zouden moeten leren ster ven. Vergeet het maar Maar het wordt onduldbaar wanneer je, op grond van het feit dat iemand heeft gezegd „ik zie licht”, gaat bewe ren dat er objectief eer’ wereld zou zijn buiten de ons bekende en dat je daar in moet geloven. Ik moet nergens in geloven. Ik kan alleen maar de weg van het geloof gaan in dit leven dat voor mij met de dood eindigt en waar van ik dan tegelijkertijd zeg en dan spreek ik de taal van het geloof - dat het onbegrensd over de dood heen kan reiken. Hoe. dat weet jk niet.” Ongeveer dit heeft ds Krop voor de televisie gezegd. In ons gesprek beklemtoont hij nog eens, dat dood is dood” het „uitgangspunt van mijn leven is” „geen conclusie”. ,Het is een uitgangspunt van waaruit ik mij een aantal dingen mag afvragen en ook andere vragen mag stellen. Wanneer iemand zegt .dood is niet dood” dan vraag ik hem: wat be doelt u daar nu mee’ Ik zal hem ook vragen wat voor motivering hem dat geeft voor zijn leven en voor zijn handelen. Wat is het meer dere dat u hebt? Wanneer u zegt dat er een voor levo» Bovendien word) ds. zegt, wantrouwend als „Het is juist pastoraal gesproken wanneer ik mijn uitgangspunt dat dood dood is overbreng. Maar ik kan ruimte geven voor heel andere geloofs- beelden, in tegenstelling tot iemand die zegt: nee, nee, het moet op deze wijze. Dat is het punt.” Men geeft, met het laatste, volgens ds. Krop, de mensen niet meer de ruimte en de rust van de eigen ge loofsbeleving. Ook en dit tegenover tal van briefschrijvers, die menen dat wanneer dood dood is het leven geen zin meer heeft: „Het is net andersom. Omdat dood dood is heeft dit leven zin. Ik kan het niet nog eens een keer overdoen. Stap niet te gemakkelijk over die dood heen. Zorg dat je in dit leven niet de andere dood drukt Ds. Krop stelt, m de loop van het ge sprek, vast, dat de mens „op alle moge lijke manieren” aan het eind, de dood, heeft willen ontkomen. „En nu is voor mij een van de verrassende ontdekkin gen geweest, dat in tegenstelling tot het- geen vaak in de kerk wordt georedikt, de bijbel ook werkelijk dat einde „ein de” laat zijn. Als de bijbel spreekt over opstanding en het nieuwe leven, dan zijn dat heel andere beelden dan de beelden van voortzetting, voortbestaan, enzovoort.” Ds. Krop wil in het geloven geen vraag uit de weg gaan. Het irriteerde hem als jongen al dat op een heleboel vragen nooit een antwoord kwam, dat 1 men er met een wijde boog om heen liep. Hierbij sluit aan, dat hij ongaarne spreekt van „geloof”. Hij gebruikt lie ver het werkwoord „geloven” Gelo ven is een manier van zijn, een manier van leven, een manier van beleven. Het geloven is ook een voortdurend zich vragen stellen. Het is een telkens met de dingen bezig zijn De ellende is toch altijd in de kerk geweest, dat men een vaste structuur maakte en die dwingend aan de ander heeft opge- legd?” Ds. Krop gelooft stellig, dat hij met zijn „dood is dood” binnen het raam 1 van de Reformatie zit en ook binnen I het raam van de Hervormde Kerk. „Daar heb ik persoonlijk geen proble men mee, hoor. Anderen wel, maai ik j niet.” Die anderen hebben dan over het I algemeen niet de tv-uitzendingen ge zien, doch het kwaad gerucht bij over- I levering vernomen. „Ook van de kan sels. Want met Pasen hebben heel wat dominees niet over de Here Jezus ge preekt, maar over Krop Dat is een hele griezelige zaak geweest. En wat ze daar allemaal verteld hebben, dat steekt niet nauw.” Om op de zaak terug te komen: „Ik heb geen moeite om in de kerk te verkeren, in tegendeel. Maar ik ont moet steeds meer mensen die op deze manier willen geloven en die daarmee wél moeite hebben om in de kerk te verkeren. Omdat ze niet tegen de ban vloeken kunnen. Ik ben zo langzamer hand door de praktijk gehard. Maar een heleboel mensen hebben die har ding niet en die zeggen ik hoor in de kerk niet thuis want professor die en die heeft het zelf gezegd We hebben in de kerk een oneindig vermogen om de mensen van het evangelie te vervreem- I den, om wanneer ze e°nmaa' in het I evangelie vervreemd z:’ w ge- I sprekspa-t> er re maken, omdai het zo I intero i is om met een buitenkerke lijke te praten. En dat noemen we dan apostolaat.” iets te moeten geloven, „waarbij men mij dan niet duidelijk kan maken wat de inhoud daarvan is, want wanneer ik vraag wat er dan met die woorden wordt bedoeld, dan worden er uitdruk kingen gebruikt als „geheimenis” en „mysterie”. „En als men zegt dat de wetenschap nooit heeft bewezen dat er niets is na de dood, dan zeg ik: maar ik leef niet in het geloof bij de gratie van het feit dat de wetenschap wel of niet iets heeft uitgevonden. Dan krijg je immers dat amechtig achter de wetenschap aanhollen, wat men tot nu toe altijd heeft gedaan. Men spreekt eerst iets tegen om dan tenslotte verrukt vast te stellen, dat de wetenschap ook niet alles weet, maar dat weten we toch allemaal? Zulks heeft niets met gelo ven te maken.” Het is de taak van de Raad voor de zending en van de hervormde synode om uitvoering te geven aan het twee richtingsverkeer in de zending tussen Nederland en Indonesië. Onder twee richtingsverkeer wordt verstaan dat niet alleen zendingsarbeiders vanuit Nederland naar Indonesië worden ge zonden, maar dat ook leden van de In donesische kerken gaan deelnemen aan de evangelieverkondiging in Eu ropa of Amerika. De uitvoering van dit tweerichtingsverkeer zal zeer moeilijk, maar ook zeer noodzakelijk zijn, aldus staat in „De hervormde zending in 1970”, het jaarverslag over 1970 van de hervormde raad voor de zending en de Gereformeerde zen- dingsbond in de hervormde kerk. AAZWWWWWWWWWVWWWWVWWWWWVWVWWWWW/, „VWWWWWVXAAAAA/WWWW niet ter beschikking. Wel heeft de SMRA de indruk dat het aantal perso nen dat belijdenis doet sterk terug loopt. De dood heeft in ds. Krops leven altijd een sterke rol gespeeld. ,Je bent er eigenlijk altijd mee bezig, want geloven heeft in de eerste plaats te maken met de vragen van dood en leven en hoe je die verwerkt.” „Mijn preken, mijn hele pastoraat geschiedt vanuit deze veronderstelling. De kerk spreekt bij doop (kinder doop) en huwelijk over de dood jm op de begrafenis het leven te bezingen. De dood mag je niet overvallen. Als de dood komt, behoef je niets meer tegen elkaar te zeggen, omdat alles al is gezegd en gedaan. Gelovend leven be tekent dat je de dood achter je hebt. Op die manier neem je de dood se rieus, ontloop je de dood niet. Daarom is het zo benauwend dat de kerken, ook in de oecumene, de dood vaak ontlopen en men zich alsmaar bezig houdt met maatschappelijke en sociale vragen. „Dat is op zichzelf niet verwerpelijk, integendeel, wanneer het aandacht- hebben voor de wereld maar niet bete kent een jezelf daardoor ontlopen. Ik kan ook niet zeggen, dat de dood in de studentenwereld zo’n heftige rol speelt. Dat is voor mij dan ook een reden om de studenten er op alle mogelijke ma nieren mee te confronteren. Niet om somberheid, maar om een stuk 'even te geven. Er is naar mijn gevoel veel levensangst en vermoeidheid, omdat de vraag van de dood wordt weggedrukt.” IKOR-CVK en ds. Krop hebben een imposante collectie bijbelteksten toege zonden gekregen. Ds. Krop is echter (binnen het bestek van een interview) niet bereid om tegenovei de geijkte uitlegging van die teksten de zijne te zetten. „Dan zeg je óf te veel óf veel te weinig Dan moeten we over die bijbelwoorder gaan praten. Dan kom je bij de op standing, bij het laatste oordeel. Dan moet je een hele theologie gaan ont wikkelen over wat voor mij bijbel woorden zijn, wat voor mij bijbelse vertellingen en verhalen zijn, hoe je hei bijbelbeeld gebruikt. Hoe je het over draagt, de hele kwestie van de beeld vorming, de theologie van de taal, waar we eigenlijk het abc nog niet van weten enzovoort. Dat kan niet in zo’n kori bestek.” Later komt hij hier, zij het zijde lings, op terug, maar wat ds. Krop voorshands hoger zit, is dat hem werd verweten uit zijn rol van pastor te zijn gevallen door het „dood is dood” voo de televisie te laten klinken. „Ik heb dit juist uit pastorale werw'ginw' '►•cL Me’ voor mij een pastora’f '.aak dal ik, al lang, zeg hoe ik deze dingen oeleef. Het gaat er mij om dat ik de mensen de 'eer lui 'tb Maar in veel kerken voelt men niet veel meer voor evangelische proclama tie. De evangelisatie in de wereld wordt geen zaak van woorden of acti viteit, maar van „tegenwoordig zijn” genoemd. Graham wees hier op de „Jezus-revolutie” in Amerika. Wat de seculaire media nu ontdekken is al jaren aan de gang, zei hij. Jonge mensen wenden zich bij duizenden tot Christus. „Gedurende de laatste vijf jaar zijn onze kruistochten in Amerika tot jeugdkruistochten geworden. Deze nieuwe bemoedigende ontwikkeling in Amerika gebeurt in een tijd, waarin duizenden andere jonge Amerikanen betrokken zijn bij overtrokken seksua liteit, drugs en geweld op een schaal die de verbeelding tart. Er zijn natuur lijk hier en daar extremiteiten, maar in zijn algemeenheid is hier sprake van een echte beweging van de Heilige Geest, aldus Billy Graham. „Nee, de mens is niet goed, maar zelfzuchtig en soms hardvochtig. De mens is niet geëmancipeerd, maar af hankelijk en erg beperkt in zijn kennis en zijn wil. De mens is niet vrij, als hij zichzelf afsnijdt van zijn schepper” Aldus dr. Bergmann, die zei dat tegenwoordig het establishment de zondebok is. Maar alles wordt over- schaduwd door de gigantische schaduw van de zonde. De mens is een rebel tegen God, en dit is de bron van alle rampen. Dat de spreker zich daarna niet alleen afzette tegen Marx maar ook tegen Harvey Cox en Dorothee Sölle hoeft niet zo’n opzien te baren. Hun gedachtenwereld is nu eenmaal een andere dan die van Bergmann, die aan ontleend. „Onze kennis is zodanig dat dood dood is. Bij mijn dood wordt er een punt gezet, geen komma Mijn geloof is niet gebaseerd op het feit dat ik een onzekere factor heb, dat er misschien nog wel eens wat zou kunnen zijn na mijn dood. Nee, mijn geloof is inder daad alleen maar mogelijk, en voor mij zelfs ook gerechtvaardigd, wanneer wij deze grens ook als totale grens laten gelden. Er is geen doodsrivier waar ik doorheen moet, geen donkere poort die ik moet passeren.” „Tegelijkertijd durf ik dan te zeggen maar dat zeg ik dan in de taal van het geloof en de liturgie van de kerk dat ik de dood achter mij heb, dat ik in de doop met Christus gedoopt ben en daardoor het licht tegemoet ga, maar dan weet ik dat ik een beeld gebruik en de taal van het geloof spreek. Het gaat er natuurlijk niet om de mensen iets af te nemen.” „Misschien troost het dat jp een bepaald ogenblik wordt t-czegd dat het zo heerlijk is, dat hij of zij nu eventu- „Ik heb altijd gedacht dat er een hel was. Op grond van dit hel-geloof, dat mij behoorlijk heeft geschonden, heb ik geen kinderen willen hebben. En nu heb je allemaal dominees die alleen maar praten over de hemel. De hel is er niet meer bij. Is die hel er nu of is hij er niet?” Aldus luidde de vraag. Ds. Krop vindt dit een heel wezen lijk, heel persoonlijk probleem. Het gaat erom: wie heeft mij voor de gek gehouden? Daar moet een antwoord op worden gegeven. „En dat antwoord heo ik geprobeerd te geven, duidelijk en rechtuit, vanuit mijn eigen uitgangspunt: dood is dood. Ik zei het dus niet om interessant te doen, om de halfvooruitstrevende do minee uit te hangen. Juist omdat ik de hele bijbel zo volkomen in ernst wil nemen, van hemel en hel, van oordeel, van ter rechter en ter linker zijde, van verdoemenis in de letterlijke zin van het woord, daarom moet je, naar mijn mening, op het ogenblik zeggen' dood is dood. Biologisch-chemisch dood is dood. Een voortzetting van het li chaam, van het leven, is er voor mij niet.” „Sterker nog: ik ben van mening dat je de bijbelse woorden, de bijbelse beelden, de bijbelse verkondiging van opstanding, van oordeel van weder komst, van hoop en van verwachting alleen nog op een rechtsgeldige manier kunt zeggen, wanneer je zegt: dit be doel ik binnen de begrenzing van dit bestaan, tussen de begrenzing van dood, geboorte leven. Er als het over deze begrenzing heengaat dan is het in de taal van het geloof, nadat we eerst de taal van onze gewone, normale, menselijke belevingswereld volledig hebben laten spreken.” Volgens ds. Krop is het onmogelijk, aan de ene kant over de taal van het geloof te spreken en aan de andere kant daarbij beelden te gebruiken, die ons normale levenspatroon zijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 12