Tentoonstelling van niks
ontwikkeling
SAMO, savannevolk
m
Maximum jaarinkomen
van 100 gulden
Bk-
w
i
15
t
RELIGIEUS
LANDBOUW
J
1971
t.
9.
DOLO
f
I
f V R IJ DAG 2 4 SEPTEMBER
Is.
B
-
F Bi
I*??-
■KM
I
■^O*4***^
Links midden: De bereiding van boter uit karité-noten is arbeidsintensief.
l
Links boven: Samoboeren wordt geleerd hoe zij een ploeg moeten hanteren.
Rechts boven: De oogst wordt in lemen voorraadtorens opgeslagen.
AMSTERDAM De savanne van West-Afrika is een troosteloos gebied
geworden onder de ogen van haar bewoners. Op een dag kwam een blanke
man bij Samo, een Afrikaans savannevolk, en na hem volgden er nog
meer. Zij brachten nieuwe dingen mee. Zij introduceerden voor alles nieu
we maatstaven. De Samo waren niet meer de enige mensen, opgenomen in
het systeem van de schepper Lawa, sterfelijk, maar herboren wordend,
reïncarnerend in nieuwe generaties. Velen menen nu dan ook dat het leven
in de savanne primitief en ondraaglijk is. Hun confrontatie met andere cul
turen, hun werk als „gastarbeider” in Ghana en Ivoorkust, doet hen besef
fen dat zij arm zijn en zij zijn zich daarvan steeds meer bewust. De fetisj,
het sacrale middel om rijkdom aan te trekken is in handen van de blanke
man, die het streng bewaakt en het niet wil prijsgeven. Dit knaagt aan de
ziel van Samo. De ouderen denken terug aan de tijd dat iedereen zijn plaats
kende en zijn verplichtingen vervulde en zij nog niet getergd werden door
nieuwe vragen. De jongere generatie bekommert zich minder om de af
brokkeling van de oude wereldbeschouwing. Zij wijzen dit af als zijnde uit
de tijd. Dus ook bij de Samo een generatieconflict. De anthropologen dr.
J. Th. Broekhuyse en F. M. Cowan, verbonden aan het Koninklijk Instituut
voor de Tropen reisden in 1970 naar de savanne in West-Afrika en kwamen
met belangrijk en interessant studie- en fotomateriaal terug, dat is uitge
kristalliseerd in een tentoonstelling in het Amsterdams Tropenmuseum die
tot december duurt. Een expositie waaruit duidelijk blijkt hoe arm de Samo
zijn, hoe weinig deze mensen hebben. Ja eigenlijk is deze expositie een ten
toonstelling van niks.
Rechts midden: Een doolhof van straatjes verbindt de huizen binnen een
woonwijk.
Een opmerkelijk aspect in het Samodorp
vormen de uit leem opgetrokken opslag-
torens, waarin de graanoogst wordt be
waard. De schuren staan op een iets boven
Bjj de Samo is de landbouwproduktie
voornamelijk ingericht op het voorzien
in eigen behoeften. De geringe produktivi-
teit en de relatief vry hoge bevolkings
dichtheid hebben tot gevolg dat de oogst
grotendeels lokaal word' geconsumeerd. De
verbouw van exportgewassen is hierdoor
weinig ontwikkeld. Deze zou immers ten
koste gaan van de eigen voedingsgewassen.
De belangrijkste voedingsgewassen zijn
sorghum en parelgierst. Ook mais wordt
verbouwd, zij het op veel kleinere schaal,
alsmede nog enkele andere gewassen. Ka
toen is nagenoeg het enige gewas, waarvan
een deel wordt uitgevoerd.
dwergachtige geesten scheppingen van
Lawa niet aan de mensen hadden ver
teld hoe zij de breuk konden herstellen.
Deze geesten leerden de mensen hoe zij
kunnen deelhebben aan de kracht van
Lawa. Zij leerden hun het ritueel om de
kracht te bundelen, beschikbaar te houden
en te gebruiken. Maar niet aan alle mensen
werd evenveel geleerd.
Bepaalde verwantengroepen werden be
kend gemaakt met het ritueel om het te
laten regenen, anderen om de bliksem on
schadelijk te maken, gevaren af te wenden
en recht te spreken. Sommigen leerden het
ritueel om bepaalde ziekten te genezen.
Meestal wordt het ritueel uitgevoerd door
het oudste lid van de verwantengroep; hij
heeft geleerd met het heilige om te gaan
zonder er zelf door getroffen te worden.
Van de Samo is 20 percent islamiet. Se
dert het begin van de twintigste eeuw zijn
missie en zending in Boven Volta werk
zaam. Het Christendom heeft er ingang ge
vonden; ongeveer 5 pet van de bevolking is
christen, voornamelijk rooms-katholiek.
Bij alle grote gebeurtenissen in het leven
van de Samo treden de tamboers op. Even
als de smeden vormen zij een aparte groep
in de gemeenschap, die weliswaar niet in
hoog aanzien staat, maar dikwijls invloed
rijk is in dorpse aangelegenheden. De tam
boers treden niet alleen op voor de mu
zikale opluistering van de feesten, maar
ook als deelnemers aan de gebeurtenissen
zelf. Bij alle dansen en bij alle riten zijn zij
aanwezig en onmisbaar. De communale
landbouw wordt ook door de tamboers met
de trom begeleid. Het werk geschiedt op
het ritme dat zij aangeven. In vroeger tijd
zweepten zij met hun begeleiding gedu
rende gevechten de krijgers op.
si Bs
Het woongebied van Samo ligt in het
noordwesten van de Republiek Boven Vol
ta, die met een oppervlakte van circa
275.000 vierkante kilometer ongeveer acht
maal zo groot is als Nederland. Het gehele
Samogebied bestaat uit een tamelijk een
tonige vlakte, met verspreid groeiende bo
men en boomgroepen. De grond is arm
aan voedingsstoffen en heeft aan de op
pervlakte een zandig karakter. Sterk be
palend voor het uiterljjk van het landschap
zijn de seizoenen. In het regenseizoen, dat
duurt van mei tot september, ztfn er korte,
zware slagregens, vergezeld van hevige
windstoten en onweer. De overige maanden
zijn zeer droog. Dit droge seizoen valt uit
een in een „koude” periode van oktober tot
februari (zo’n 28 graden gemiddeld) en een
hete periode van februari tot mei, met
temperaturen van 40 graden.
De bewoners van een aorpswijk voelen
zich aan elkaar verwant. Zij beschouwen
zich de afstammelingen van een gemeen
schappelijke voorvader. Deze verwanten
groepen vallen uiteen in een aantal klei
nere, die ieder afstammen van één groot
vader. Zo’n groep bestaat uit een aantal
gezinnen. De afstamming wordt gerekend
langs de mannelijke lijn. Een Samo-man
mag meer dan één vrouw trouwen. Deze
eerste vrouw krijgt dan het gezag over de
vrouwen met wie de man later is gehuwd.
Elk van de echtgenotes woont met haar
kinderen in een eigen huis.
De wereldbeschouwing van de Samo is
sterk religieus. Het scheppingsverhaal van
de Samo vertelt dat Lawa, het opper
wezen, in de oertijd dicht bij de mensen
was. Zij sneden stukken van zijn lichaam
af als werd het afgenomen van laaghan
gende wolken. Men mocht echter niet méér
afsnijden dan men nodig had als voedsel.
Bij overtreding veranderde het voedsel op
slag in water. Op een dag zo gaat het
verhaal verder was een oude vrouw
gierst aan het stampen, nawa was dichtbij,
zoals altijd. Terwijl ze haar stamper om
hoog tilde stootte zij tegen hem aan. Zij
verontschuldigde zich niet, maar ging ge
woon door met haar arbeid. Bij elke haal
stootte zij opnieuw tegen Lawa en zei
daarbij dat hij moest opduvelen. Lawa
trok zich daarop terug en is sindsdien ver
af. De breuk tussen Lawa en de mensen
zou een ramp hebben betekend wanneer de
de grond „zwevende” houten vlonder, die
op horizontale liggende palen rust om het
ongedierte te weren. De huizen hebben
dikke wanden van in de zon gedroogde
stenen, gemaakt van klei vermengd met
gruis en grind. Als specie dient natte aarde.
Het platte dak van de huizen bestaat uit
hout Een luchtkoker zorgt voor ventilatie.
De inrichting van de huizen is, men zou
ook niet anders verwachten, eenvoudig.
Een bed van stokken en gespleten gierst-
stengels, lig- of zitmatten gevlochten van
hetzelfde materiaal en een grote aarden
pot, die als linnenkast en bewaarplaats
van zaden en andere produkten dienst doet.
Aan de zoldering hangen m van gras ge
vlochten houders kalebassen met voedsel.
Enkele houten krukjes dienen als zitplaats.
Bij de jongere generatie vindt men hier en
daar een naar Europees model vervaardig
de stoel, van latjes bijeen gebonden door
repen ossehuid. Een ander produkt uit de
Europese beschaving; aan de wand foto’s
van schaars geklede blanke vrouwen uit
westerse tijdschriften.
Een probleem bij de Samo ïs echter vaak
dat zij het tijdig planten van katoen ach
terwege laten, omdat de boeren eerst hun
voedingsgewassen planten. Dit doen ze uit
vrees voor hongersnood. Tussen 1929 en
1933 werd het land namelijk door deze
ramn getroffen. Een ander punt dat bij de
Samo sterk speelt en dat ook van invloed
is op hun landbouw zijn hun traditionele
religieuze opvattingen. Want, zo redeneren
de Samo. het gras groeit door het op de
landbouw betrekking hebbende ritueel. En
zonder ritueel geen oogst. Het toedienen
van kunstmest en bestrijdingsmiddelen be
schouwen zij ook als een ritueel dat, door
de blanken ingevoerd, uiteraard de sterkste
uitwerking heeft op de door de blanken
aangelegde proefvelden en in veel mindere
mate op de velden van de Afrikaanse boer.
De blanken, zo redeneren de Samo, be
schikken immers altijd over krachtige mid
delen, daarom groeien ook hun gewassen
steeds zoveel beter. Het begrip dat door
gebruik te maken van nieuwe middelen de
produktie kan worden verhoogd, vindt bij
de boeren nog slechts moeilijk ingang. Aan
vankelijk kenden de Samo het gebruik van
de ploeg niet en evenmin kenden zij het
gebruik van trekdieren. Om dit te ver
anderen werd een centrum voor Land
bouwkundige Vorming opgezet op initiatief
van de Witte Paters met medewerking van
een aantal Nederlandse organisaties. Van
semi-nomadische veehouders werden ossen
gekocht die na een half jaar te zijn afge
richt, geschikt zijn om voor de ploeg te
worden gespannen. Door het gebruik van
een ploeg kan de Samo nu zijn grond be
werken. hetgeen voor hem eerst onbekend
was.
Het hoofdbestanddeel van het voedsel
van de Samo is gierst, dat tot een dikke
pap wordt gekookt met als bijgerecht een
pap van groenten. Wat wilde vruchten zijn
een geliefde aanvulling op het menu. Met
de vleesvoorziening is het echter slecht
gesteld. Kippen en geiten leveren wat vlees,
alsmede de jacht op wild. Maar dat laatste
is overigens nagenoeg uitgeroeid of naar
het zuiden verdreven. Plantaardige oliën
en vetten worden maar weinig gebruikt bij
de voedselbereiding. Hei enige vet wordt
gehaald uit de karitéboom. Maar om een
paar kilo hiervan te winnen moeten de
vrouwen dagenlang intensief werken.
Bier is van de arme Samo het genotmid
del bij uitstek. Het bier, dolo genaamd,
wordt uit gierst gebrouwen en dagelijks in
grote hoeveelheden gedronken. In het dorp
heeft iedere wijk één of meer brouwerijen.
De bierbereiding geschiedt uitsluitend door
vrouwen Dolo heeft ook een sociale func
tie. De aanbieding ervan is een teken van
gastvrijheid en vriendschap
De balans van de economie van Boven
Volta is gauw opgemaakt want het land is
één van de armste lanoen van Afrika. De
bewoners van het platteland verdienen er
nog geen honderd guider per jaar. De lijst
zou echter lang zeer lang worden wanneer
men zou moeten noteren wat het land
allemaal nodig heeft, wal hei tekort komt.
FRANS KEIJSPER
I
s
h Links onder: Samo bezig met weven.
ff -- sjj
x .B
v Sa
7
a