Goede opvoering van GESTOLEN VERMEER UIT LIJST GESNEDEN Duizenden schilderijen verdwenen in de oorlog „De Fysici Probleemloze kamermuziek Minister werd uitgemaakt voor „boef” Succes voor broers Bor Nachtelijke diefstal uit Brussels museum gereconstrueerd 7 ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1971 RECITAL OTTENS ff Studentenprotest Concert in Scheybeeck AMSTERDAM Nederland wordt de laatste tijd meer en meer een vluchthaven voor buitenlandse regis seurs en dat is voor zover het re gisseurs betreft die hier niet maar even, zonder enige kennis van de Nederlandse taal, komen binnenval len een ontwikkeling waar we blij mee kunnen zijn. De Tsjechen Jan Grossmann en Zdenek Kraus, de Griek Minas Christidis, de Engelsman Adrian Brine hebben hier al vaste plaatsen veroverd en de Amerikaan Roger Simon kan men daar ook half en half bij rekenen. Alle vijf zijn dat artistieke „gastarbeiders” die het Nederlandse toneel best kan gebrui ken. Misschien dringt door hun per manente werkzaamheid hier te lande het besef nog eens tot onze toneel leiders door, dat regisseren tegen woordig een apart vak behoort te zijn en niet een bijbaantje, met extra in komsten. voor mensen die het toneel spelen als hoofdberoep hebben. Staatsprijs uitgereikt (Van onze correspondent in Brussel) BRUSSEL Het is vooralsnog een raadsel hoe Vermeers schilderij „De liefdesbrief” in de nacht van donderdag op vrijdag in weerwil van strenge bewakingsmaatregelen kon worden ontvreemd uit het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel. Voor lopig lijkt het erop dat de dief zich bij het sluiten van de expositie om tien over acht ’s avonds heeft laten insluiten in de streng bewaakte zalen waar de expositie „Rembrandt en zijn tijd” met zo’n 125 schilderijen van onschatbare waarde is ingericht. in het P. ZWAANSWIJK SIMON KOST®. oorlogsja: Titiaans portret van Aletrino. „Boerengezelschap” Een verloren gegaan schilderij van Rubens. De dief: een man die het museum zeer goed moet kennen en veel beter dan uit bezoeken als van een belangstellende kan worden geconcludeerd. AMSTERDAM. Minister De Brauw van Wetenschapsbeleid is vrijdagmiddag bij de uitreiking van de Staatsprijs voor Beeldende Kunst aan de Haagse schilder Co Westerik in het Stedelijk Museum uitgescholden voor „vuile boef” door een groep ASVA-studenten, die protesteerden tegen het onderwijsbeleid van de minister. in zijn kunnen Wat talloze geslachten voor ons zorg vuldig hebben behoed, ging thans in enkele jaren tijds verloren. Deze schil derijen zijn verbrand bij bombarde- „Een kunstmaffia aan het werk mis schien?”, vroeg ambassadeur Van Schelle zich af. De traditionele slotzin is in zulke gevallen bekend: volgens de politie ont breekt van de daders elk spoor. In elk geval is voor de nog komende dagen van de tentoonstelling de bewaking verscherpt. Het succes van Daniël en Johan Otten was groot. Twee toegiften volgden nog. telde, een jongeman voor (Je deur, die zes kleine schilderijtjes te koop aan bood. „Heel erg goedkoop”, prees hij zijn waren aan. „Tweehonderd dollar per stuk.” Later bleken het de Dürers te zijn. Waarde meer dan een miljoen dollar. Uit hetzelfde depot in Weimar zijn nog steeds 119 andere schilderijen zoek. Waar zijn ze? Hangen ze ook ergens in particuliere verzamelingen bij mensen die niet „wisten” wat ze koch ten? Via een raampje heeft de inbreker zich vervolgens met behulp van een gordijn en een koprd een meter of drie laten zakken naar een terras aan de voorkant van het Paleis voor Schone Kunsten. Dat front gaat momenteel verborgen achter glan zende metalen platen, die als blikvanger voor de tentoonstelling dienen. Via het terras kon hy gemakkelijk naar een wat minder drukke zijstraat komen, waar de politie later een stukje van de gordijnstof heeft teruggevonden. De toehoorders hebben bewondering ge kregen voor de grote virtuositeit, waarme de Daniël Otten een bagatelle van de Franse „gamin” Poulenc en de Guitarre van Moszkowsky speelde en stil geluisterd naar de dromerige Berceuse van Fauré en de muzikale meditatie over Jeanie with the light brown hair”. ALS U ZIET WELKE meesterwerken van Nederlandse of Vlaamse schilders verloren zijn gegaan, of nog steeds wor den vermist, dan is het een triest werk deze balans op te maken. Slechts een enkele kunnen wij hier noemen. Neem het prachtige werk van Lucas van Leyden, „Daniël als rechter”, uit 1522. Het bevond zich in de Kunsthalle te Bremen, toen dit gebouw door bom men werd vernietigd. De in de kelder bewaarde schilderijen waren nog intact, totdat in de verwarring van de oorlog alle resterende doeken werden gestolen. Tot nu toe zijn ze nog niet terecht. Pieter Brueghel (de Oude) schilderde een „boerenruzie”, dat bij het bombar dement van 13 februari 1945 in de schilderijengalerie van Dresden werd vernietigd. In dit museum hingen vele honderden meesterwerken die werden verwoest. menten, vernietigd in gevechten van man tot man, verloren gegaan door on oordeelkundig bewaren of transport, ge stolen bij plunderingen of verdwenen in de verwarrende dagen van oorlogs handelingen. TWEE VOORBEELDEN VAN schil derijen die „verdwenen” en later weer teruggevonden werden, willen we u hier niet onthouden. De beroemde Ita liaan Titiaan schilderde omstreeks 1545 Pietro Aretino, de Italiaanse schrijver van politieke pamfletten die in zijn tijd bijzonder gehaat en tegelijk ook be wonderd werd. Titiaan maakte twee maal het portret van deze schrijver. Eenmaal voor Cosimo de Medici, de prachtlievende hertog van Florence en een tweede voor bisschop Lovio. Dit laatste schilderij ging van hand tot hand totdat het zich in 1933 in een Duitse privé-verzameling bevond. Maar rust was het kunstwerk nog steeds niet be schoren. Het verdween in de eerste VELSEN. Onder zeer grote belang stelling hebben de violist Daniël Otten en zijn oom, de pianist Johan Otten vrijdag voor de Velser Kunstkring „Voor Allen" in het noordelijke koetshuis van huize „Beeckestijn” een kamermuziekavoncb ge geven met een bijzonder aantrekkelijk programma van probleemloze muziek. De toevoeging „probleemloos” betreft dan wel het karakter van de uitgevoerde werken en zeker niet de speeltechniek, die voor een verantwoorde vertolking daarvan ver eist werd. Het tweede 'deel van de avond was bestemd voor kleingoed, ware juweeltjes vaak van uiteenlopend karakter. kunnen weerstaan. Hij heeft de in wezen diep-tragische beslissing van drie weten schapsmensen, dat zij zich in een krank zinnigengesticht dienen te laten opsluiten om de mensheid tegen hun ontdekkingen te beveiligen, gebruikt als thema van een grotendeels absurde komedie. Het had een tragi-komedie kunnen worden, maar zelfs dat was Dürrenmatt blijkbaar nog te serieus, want de elementen van spionna- gethriller, melodrama en grand-guignol, waarvan hij zijn stuk zo rijkelijk heeft voorzien, kunnen nauwelijks ernstig ge meend zijn geweest. Vermoedelijk heeft Dürrenmatt de be doeling gehad, het diep-menselijke inner lijke conflict van zijn wetenschapsmensen voor het schouwburgpubliek gemakkelij ker verteerbaar te maken door er ook wat quasi-spannende en heel of half komische toestanden bij te halen. Maar dat is bepaald geen deugdelijk recept. Hij heeft het de toeschouwers er juist moeilijker door gemaakt, zich volledig open te stel len voor de ontzaglijke betekenis en de tragiek van dat conflict; dat gaat niet zo- maar-even tussen het lachen en griezelen door. Wat des te meer jammer is omdat Dürrenmatt in de onbedorven-ernstige scènes van zijn stuk die zijn er geluk kig ook zeer ware en overtuigende dingen zegt ter illustratie van zijn eigen stelling: „De inhoud der natuurkunde is de zaak van de fysici, de uitwerking ervan een zaak van alle mensen.” Door zijn eigen speelsheid heeft Dürrenmatt zich de kans laten ontgaan, een stuk te schrijven dat een sterk en onvergefelijk pleidooi voor die stelling zou zijn geweest. Aan de spelers van de Noordercompag- nie en de regisseur Zdenek Kraus ligt het danook allerminst, dat hun opvoering van „De fysici” niet zo’n sterk pleidooi is geworden. Zij hebben al hun krachten aan het stuk gegeven en daaruit is een zeer respectabele voorstelling ontstaan. Vooral Wim van den Heuvel, als Möbius de natuurkundige die zich het eerst en het duidelijkst bewust is van het demoni sche effect dat zijn ontdekkingen in ver keerde handen kunnen hebben gaf uitstekend spel te zien; heel indrukwek kend was zijn vertolking van „een psalm van Salomo, door de ruimtevaarders te zingen”. Ook Fien Berghegge als de direc trice van' de psychiatrische kliniek die uiteindelijk ze’f geestesziek en misdadig blijkt te zijn, vertolkte haar rol met veel overtuiging, al kon zij de melodramati sche kanten daarvan uiteraard niet hele maal wegspelen. Verder waren er goede spelprestaties van Jaap Maarleveld en He ro Muller als de twee pseudo-patiënten, Ad Noyons en Fiet Dekker als zendeling en zijn vrouw, Manon Alving als de strenge hoofdverpleegster, en Sacco van der Made als inspecteur van de recherche. Speciale vermelding verdient Guusje Wes- termann (een mij tot dusver onbekende jonge actrice) voor haar zeer gevoelig en voortreffelijk genuanceerd spel als zuster Monika. De opvoering is nog tot 6 oktober te zien in het Amsterdamse theater De Brakke Grond. Er volgde een korte, maar felle discus sie op een ordelijke demonstratie van de ASVA-leden in de aula van het museum, die daar een kwartier tevoren met span doeken waren binnengekomen. ASVA- voorzitter Constant Vecht ontlokte een flink applaus aan de aanwezigen toen hij zei: „Zonder goed onderwijs is cultuur een farce”. Toen de minister werd aange vallen op zijn beleid, beantwoordde hij de wat hij „grove aanval” noemde met te zeggen dat zestig percent van de studen ten niet afstudeert en toch op kosten van de gemeenschap teert. „Maar u heeft ne gen jaar over uw studie gedaan”, riepen de studenten terug. „Ik heb tien tot vijf tien percent van mijn studiekosten zelf betaald”, zo luidde het antwoord van de minister. De discussie werd beëindigd door een lid van de jury van de staatsprijs, die de minister verzocht zich tot de onder scheiden kunstenaar en diens vrouw te bepalen. Aldus geschiedde. Men werd dit al direct gewaar bij de voordracht van de Sonate in g kleine terts van Giuseppe Tartini, waarmede Daniël en Johan Otten de avond begonnen. Het werk heeft de bijnaam Duivelstrillersona- te gekregen om de overvloed van triller- versieringen, die erin opgenomen zijn. In Tartini’s tijd, de achttiende eeuw, lever den zij aan violisten nog respectabele moeilijkheden op. Violisten van onze tijd zijn er ruimschoots tegen opgewassen, hetgeen overtuigend bewezen werd door de beheerste, zij het wat metrische en introverte vertolking, die Daniël Otten van de sonate gaf. Veel meer in overeen stemming met de gulle, gevoelige muzi kantennatuur van de violist bleek het tweede werk: het lyrische, maar ook sprankelend en flitsende Duo in A opus 162 van Franz Schubert, dat in fijne detaillering vaak, sierlijk en uitdrukkings- rijk, mede door een bezielde, fraaie loon vorming klonk. Johan Otten begeleidde zijn neef in volmaakte eenheid, innig muzikaal en met een voortreffelijk genu anceerde, ja „geboetseerde” vleugelklank. (Van onze correspondent) HILVERSUM. We kijken en terecht vooral naar het leed en de ellende die de Tweede Wereldoorlog voor miljoenen mensen heeft gebracht en nog steeds met zich mee brengt. Toch zijn er ook andere waarden in deze oorlog verloren gegaan. Dat zijn de kunstvoorwerpen, de schilderijen, de wandschilderingen, de gebouwen, de beelden, de houtsnijwerken, de historische gebruiksvoorwerpen, die in de oorlog verwoest werden of vermist, toen men na november 1945 overal de rekening ging opmaken. ALS WE DE balans opmaken dan blijkt dat om ons nu maar tot een onderwerp te bepalen er in de jaren 1932 tot 1945 zo’n kleine 10.000 schilde rijen verloren zijn gegaan. Om ons nog meer te beperken tot wat ons Neder landers direct aangaat, van deze 10.000 schilderij zijn er zeker meer dan 1000 die behoren tot de verschillende Neder landse of Vlaamse schilderscholen. Bij de makers van deze schilderijen treft men namen aan als: Pieter Brueghel, Gerard Dou, Albert Cuyp, Vincent van Gogh, Frans Hals, Meindert Hobbema, Rubens, Jan Steen, Lucas van Leyden en nog vele, vele meer. De gestolen Vermeer is van onschatba re waarde, doch bezit geen commerciële betekenis. Een van de 42 schilderijen van Vermeer, die er op de wereld bekend zijn. Een catastrofe voor het Rijksmuseum in Amsterdam, zoals tentoonstellingsdirec- teur J. van Lerberghe opmerkte. De staatsprijs 8000) is toegekend voor het gehele oeuvre van Westerik, van wiens werk een overzichtstentoonstelling in het Stedelijk Museum wordt gehouden. Minister De Brauw, die zijn CRM-colle- ga Engels verving, ging in zijn toespraak in op de discussie, die is aangespannen over de aanvaardbaarheid van dit soort onderscheidingen. De jury, die unaniem toekenning van de prijs aan Co Westerik adviseerde, heeft ook voorgesteld de staats prijs te ontdoen van het eenzijdige be- kroningskarakter. Men meende, dat dit zou kunnen gebeuren door het gelijktijdig ge ven van een opdracht aan een jongere kunstenaar, die zijn weg verder moet zoeken. De minister vond, dat er nog eens genuanceerd over gesproken moest wor den. Met voldoening constateerde mr. De Brauw dat de jury een groot aantal overtuigende argumenten heeft aangedra gen om met volstrekte eenstemmigheid advies uit te brengen. Hij merkte nog op, dat ook duidelijk is geworden, dat in het werk van Westerik sprake is van een grote continuïteit in inhoud en vormge ving, die zowel indrukwekkend is wan neer wordt teruggezien naar het verleden, als vol beloften voor verdere ontwikke ling en verdieping. Misschien wel het belangrijkste van al les vond de minister, dat in het werk van Westerik de noodzaak tot keuze en per soonlijke plaatsbepaling voortdurend aan de orde wordt gesteld. „De verhouding tussen het ik en de omgeving vormt in feite het enige onderwerp van uw bezig heid”, aldus mr. De Brauw. Verzekeringswaarde: onbekend, althans geheim gehouden, voor het geval de dief mocht besluiten het schilderij aan te bie den bij de verzekeringsmaatschappij. Maar: minder dan 15 miljoen gulden. Vandaar dat Christiaan en Dick Bor geen moeite hebben om een onderhoudend programma samen te stellen; het repertoi re is groot genoeg. Zij begonnen hun concert met de Sonate opus 56 van S. Prokofieff. Dit werk ontstond in 1932, in de zogenaamde lyrische periode, toen hij nog volkomen vrij werkte en nog niet door de Sovjet-autoriteiten tot de orde geroepen was. Het wordt de violisten in dit werk zeker niet gemakkelijk gemaakt, dat is al bij de eerste inzet duidelijk. Maar de jongens Bor „draaien daar hun hand niet voor om” bij wijze van spreken. Het is een knap geschreven duo, maar het klinkt weinig geïnspireerd. Christiaan be weert dat het stuk opgedragen was aan de gebroeders Borsky, Russische viool-virtuo- zen, waar zij in rechte lijn van af stammen! Het programma werd voortgezet met een duo van Haydn een thema met variaties en een presto. Vergeleken bij Prokofieff een „zoet stukje”, maar meer geïnspireerd en vol gracieuze invallen. Het duo van Reger opus 131 in e mineur, een canon en een fuga, werd stoer op zijn poten gezet. Het was juist in dit stuk bijzonder opvallend, dat de Borren niet veel op elkaar lijken wat hun artistieke karakter betreft. Christiaan (de jongere) houdt van een emotionele aanpak. Hij staat „op zijn twee benen” (en loopt heen en weer) en zijn rechterhand tilt hij hoog boven de snaren. Dick daarentegen staat keurig rechtop en maakt geen enkele overbodige beweging. Ik heb zo nu en dan geprobeerd met gesloten ogen te constateren wie speelt, maar dat is heel moeilijk, want in klank komen zij zeer goed overeen, hoe wel zij de materia volkomen verschillend benaderen. Het grootste succes was weggelegd voor zeven, duo’s van Geza Frid opus 37. Dit werk is in 1952 opgedragen aan Theo Olof en Herman Krebbers en bedoeld als een voorstudie voor het Concert voor 2 violen. De zeven duo’s die gisteravond werden gespeeld (eigenlijk zijn het er 22) vormen tezamen een aardige suite. De afsluiting met de zogenaamde Kleine Hongaarse Rhapsodie is bijzonder geestig. Het con cert werd besloten met negen duo’s van Bela Bartók, die met veel temperament werden voorgedragen In deze stukken was heel goed te horen dat Bartók zijn inspiratie ontleent aan de oude volksliede ren en dansen uit de Donaulanden. Chris tiaan en Dick Bor komen uit Amsterdam, maar zij spelen als Hongaren' J. H. MOOLENIJZER DE VELE SCHILDERIJEN die in de Berlijnse musea werden getoond, bracht men in de loop van de oorlog in bun kers „in veiligheid”. Van de beroemde Gemaldegalerij in Berlijn werden de schilderijen in speciale zwaargebouw de bunkers opgeborgen die in de Zoo of in het nabij gelegen Friedrich- hain lagen. Tijdens de slag om Berlijn braken in deze schuilplaatsen branden uit, zodat men moet aannemen dat het allergrootste deel van de kunstwerken verloren ging Daarbij waren meer dan tien schilderijen van Pieter Paul Ru bens. Uit het slotmuseum te Gotha ver dwenen vele kunstwerken, zoals het beroemde „Boerengezelschap” van Adriaan van Ostade, andere van Frans Hals en ga zo maar door. Zo zou deze lijst veel en veel langer gemaakt kunnen worden. Schilderijen die nooit meer bewonderd kunnen wor den omdat ze of verbrand of vernietigd zijn. Er rest nog een hoop: dat enkele van deze meesterwerken gestolen zijn. Dan bestaat nog een mogelijkheid, dat ze nog eens tevoorschijn komen. BEVERWIJK. Christiaan en Dick Bor hebben gisteravond in „Scheijbeeck” het nieuwe seizoen van de Stichting Mi crotheater geopend. Zij hebben een aantal vioolduo’s gespeeld die door het publiek zeer gunstig ontvangen werden. Het komt tegenwoordig maar zelden voor dat twee violisten de hele avond samenspelen zon der dat daar enige begeleiding aan te pas komt, maar vroeger was dat niet zo uitzonderlijk. Ombudsman. Een wetsontwerp over de instelling van het ambt van ombudsman zal nog in dit zittingsjaar worden inge diend, zo stelt minister Geertsema van Binnenlandse Zaken in de memorie van toelichting op zijn begroting in het voor uitzicht. Daarbij zal ook moeten worden bezien m hoeverre het wenselijk is de enquêtewet te wijzigen- Met het oog op de werkzaamheden van dc commissie voor de verzoekschriften uit de Staten- Generaal is dit noodzakelijk als er een ombudsman komt. Het is daarom toe te juichen dat het kleine maar hard en serieus werkende gezelschap De Noordercompagnie, geleid door Jaap Maarleveld, de Tsjech Zdenek Kraus tot vaste regisseur en lid van de artistieke leiding heeft benoemd. Kraus heeft al eerder overtuigende bewijzen van zijn kunnen geleverd (het vorige seizoen regisseerde hij bij hetzelfde gezelschap „Biedermann en de brandstichters” van Max Frisch) en nu heeft hij een nieuwe opvoering van Friedrich Dürrenmatts ko- médie „De fysici” tot stand gebracht. Het stuk is al eerder in ons land gespeeld, namelijk in 1963 door de Nederlandse Comedie, maar het bleef toen niet lang op het repertoire. Het is zeer de vraag of de Noordercom pagnie er een meer blijvend succes mee zal hebben, ondanks het feit dat dit stuk over een van de belangrijkste problemen van onze tijd gaat, namelijk over de verantwoordelijkheid van geleerden op het gebied van de atoom-fysica tegenover de mensheid, die zij door hun ontdekkin gen aan het gevaar van algehele uitroei ing blootstellen. Dürrenmatt is namelijk een schrijver die zijn onderwerpen graag op een speelse manier behandelt en deze neiging heeft hij ook in „De fysici” niet Toen de ochtendploeg van de bewa kingsdienst vrijdagmorgen om 8 uur aan trad, constateerde zij onmiddellijk dat op een metersbreed geconstrueerde, donker blauw beklede achtergrond de befaamde afbeelding van de vrouw met luit en brief en haar dienstmaagd was verdwenen. De lijst lag op de grond: het loek werd er met een niet al te scherp mes uitgesneden en zal, naar deskundigen menen, ook als het wordt teruggevonden, niet meer oude kader van 44 bij 38,5 cm worden teruggebracht. De Rembrandt-tentoonstelling kader van de aan Nederland gewijde ma nifestatie Europalia beslaat zes zalen van het museum, die gedurende de nacht, wanneer de verlichting op halve sterkte brandt, zijn afgesloten van het resterende museumgedeelte. Op de deuren zijn juist met het oog op deze expositie overal nieuwe sloten aangebracht als onderdeel van het eisenprogramma voor de bewa king, dat Nederlandse en Belgische mu seumdirecties en de verzekeringsmaat schappijen, die het risico dekken, hadden opgesteld. Gedurende de avond en nacht worden de zes zalen door twee -nachtwakers ge controleerd, die worden verondersteld voortdurend ronden te maken in tegenge stelde richting volgens een circuit, dat door de opeenvolging van de zalen wordt voorgeschreven. De ronde is in slenter- tempo een wandeling van toch niet meer dan een minuut of twee, zodat strikt genomen elke minuut of daaromtrent een bewaker behoorde te passeren. Evenwel, ook nachtwakers lopen voort durend tijdens hun dienst van bijna 12 uur en ook al staan er dan nergens in de ruimte stoelen, waarop zij het zich ge makkelijk zouden kunnen maken, zij Uren onder vrij geheimzinnige omstandigheden. De vroegere eigenaar, een Duits in dustrieel, bezocht in het jaar 1953, het landgoed van de bekende Amerikaanse senator W. Lunsford Lonf in Noord- Carolina. Daar hing in de salon boven de open haard, op de ereplaats, „zijn” schilderij: Aretino geschilderd door Ti tiaan. Het schilderij was inmiddels in Duitsland opgegeven als „vermist en hoogstwaarschijnlijk als gevolg van oorlogshandelingen verdwenen”. Naspo- ringen naar de herkomst van het kunst werk leidden naar een New Yorkse kunsthandel, maar daar liep het spoor dood. Het was niet meer uit te zoeken. Het andere verhaal gaat over twee prachtige schilderijtjes van Albrecht Duerer portretten van een pas ge trouwd stel, Hans Tucher en zijn vrouw Felicitas. Na enkele malen van eige naars te zijn verwisseld, kwamen ze in het museum te Weimar. Daar werden ze gedurende de oorlog in een goed be schermd depot opgeborgen, dat even wel na de oorlog door Duitse, Ame rikaanse of Russische soldaten werd geplunderd. In ieder geval werd de advocaat Elicofoon op een mistige herfstavond van het jaar 1946 uit zijn luie stoel in zijn villa op Brooklyn (N.Y.) gebeld. Er stond in het scheme rige licht, zoals de advocaat later ver- kunnen zich ook op de grond neerzetten. Overigens hebben de nachtwakers de be schikking over drie telefoons met directe verbindingen naar politie, brandweer en museumdirectie, waarbij zij dan nog een aantal malen per nacht worden opgebeld om te controleren of zij op hun post zijn. Het politieonderzoek, dat in het mu seum bijna zeven uur in beslag inam, spitste zich dan ook in eerste instantie toe op het verhoor van vier slaperige, ijlings van huis gehaalde nachtwakers: de twee die op de tentoonstelling zelf liepen en de twee van een speciale veiligheidsdienst, die de rest van de expositie controleerde. Niemand begrijpt hoe het mogelijk is, dat zij niet onmiddellijk na de dienst al hebben opgemerkt dat het zo opvallend uitgestalde werk in een vrij brede vergul de lijst was verdwenen. „Tja”, heeft een der bewakers aan de museumdirectie verklaard, „wij lopen wel rond, maar wij kijken niet wat er hangt.” Het tot tevredenheid van de Nederland se ambassadeur Van Schelle (met spoed ter plaatse) met voorrang aangevatte poli tieonderzoek heeft tenslotte een vrij nauwkeurige reconstructie toegelaten van de toedracht van de diefstal. De dief (of dieven, al is dat niet waar schijnlijk) heeft zich laten insluiten. Het is niet bekend waar hij zich heeft ver stopt, maar mogelijk lag hij achter een kleine balustrade, die is aangebracht voor sommige schilderijen die men veel be langstelling van het publiek toedichtte. In de loop van de nacht (doch substi tuut officier van Justitie B. Janssens de Bisthoven kon met geen mogelijkheid uit de politierapporten destilleren wanneer) heeft hij het schilderij van de twee spij kers getild, waarop het was bevestigd. Vervolgens sjouwde hij er 20 tot 30 meter mee door het museum, teneinde zich te rug te trekken in een ruimte iets lager dan de eerste verdieping, waarop de ten toonstelling is ingericht. Daar heeft hij het raam, waarop het linnen was gespannen, uit de lijst gehaald en het doek van het hout afgesneden, zodat, volgens de mededeling van voor noemde justitiële functiorfaris, ongeveer een centimeter van het linnen aan weers kanten is weggesneden. L

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 7