Goede opvoering
van
GESTOLEN VERMEER
UIT LIJST GESNEDEN
Duizenden schilderijen
verdwenen in de oorlog
„De Fysici
Probleemloze
kamermuziek
Minister werd
uitgemaakt
voor „boef”
Succes voor
broers Bor
Nachtelijke diefstal uit Brussels
museum gereconstrueerd
7
ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1971
RECITAL OTTENS
ff
Studentenprotest
Concert in Scheybeeck
AMSTERDAM Nederland wordt
de laatste tijd meer en meer een
vluchthaven voor buitenlandse regis
seurs en dat is voor zover het re
gisseurs betreft die hier niet maar
even, zonder enige kennis van de
Nederlandse taal, komen binnenval
len een ontwikkeling waar we blij
mee kunnen zijn. De Tsjechen Jan
Grossmann en Zdenek Kraus, de
Griek Minas Christidis, de Engelsman
Adrian Brine hebben hier al vaste
plaatsen veroverd en de Amerikaan
Roger Simon kan men daar ook half
en half bij rekenen. Alle vijf zijn dat
artistieke „gastarbeiders” die het
Nederlandse toneel best kan gebrui
ken. Misschien dringt door hun per
manente werkzaamheid hier te lande
het besef nog eens tot onze toneel
leiders door, dat regisseren tegen
woordig een apart vak behoort te zijn
en niet een bijbaantje, met extra in
komsten. voor mensen die het toneel
spelen als hoofdberoep hebben.
Staatsprijs uitgereikt
(Van onze correspondent in Brussel)
BRUSSEL Het is vooralsnog
een raadsel hoe Vermeers schilderij
„De liefdesbrief” in de nacht van
donderdag op vrijdag in weerwil van
strenge bewakingsmaatregelen kon
worden ontvreemd uit het Paleis voor
Schone Kunsten te Brussel. Voor
lopig lijkt het erop dat de dief zich
bij het sluiten van de expositie om
tien over acht ’s avonds heeft laten
insluiten in de streng bewaakte zalen
waar de expositie „Rembrandt en zijn
tijd” met zo’n 125 schilderijen van
onschatbare waarde is ingericht.
in
het
P. ZWAANSWIJK
SIMON KOST®.
oorlogsja:
Titiaans portret van Aletrino.
„Boerengezelschap”
Een verloren gegaan schilderij
van Rubens.
De dief: een man die het museum zeer
goed moet kennen en veel beter dan uit
bezoeken als van een belangstellende kan
worden geconcludeerd.
AMSTERDAM. Minister De Brauw
van Wetenschapsbeleid is vrijdagmiddag
bij de uitreiking van de Staatsprijs voor
Beeldende Kunst aan de Haagse schilder
Co Westerik in het Stedelijk Museum
uitgescholden voor „vuile boef” door een
groep ASVA-studenten, die protesteerden
tegen het onderwijsbeleid van de minister.
in zijn
kunnen
Wat talloze geslachten voor ons zorg
vuldig hebben behoed, ging thans in
enkele jaren tijds verloren. Deze schil
derijen zijn verbrand bij bombarde-
„Een kunstmaffia aan het werk mis
schien?”, vroeg ambassadeur Van Schelle
zich af. De traditionele slotzin is in zulke
gevallen bekend: volgens de politie ont
breekt van de daders elk spoor. In elk
geval is voor de nog komende dagen van
de tentoonstelling de bewaking verscherpt.
Het succes van Daniël en Johan Otten
was groot. Twee toegiften volgden nog.
telde, een jongeman voor (Je deur, die
zes kleine schilderijtjes te koop aan
bood. „Heel erg goedkoop”, prees hij
zijn waren aan. „Tweehonderd dollar
per stuk.” Later bleken het de Dürers
te zijn. Waarde meer dan een miljoen
dollar.
Uit hetzelfde depot in Weimar zijn
nog steeds 119 andere schilderijen
zoek. Waar zijn ze? Hangen ze ook
ergens in particuliere verzamelingen bij
mensen die niet „wisten” wat ze koch
ten?
Via een raampje heeft de inbreker zich
vervolgens met behulp van een gordijn en
een koprd een meter of drie laten zakken
naar een terras aan de voorkant van het
Paleis voor Schone Kunsten. Dat front
gaat momenteel verborgen achter glan
zende metalen platen, die als blikvanger
voor de tentoonstelling dienen. Via het
terras kon hy gemakkelijk naar een wat
minder drukke zijstraat komen, waar de
politie later een stukje van de gordijnstof
heeft teruggevonden.
De toehoorders hebben bewondering ge
kregen voor de grote virtuositeit, waarme
de Daniël Otten een bagatelle van de
Franse „gamin” Poulenc en de Guitarre
van Moszkowsky speelde en stil geluisterd
naar de dromerige Berceuse van Fauré en
de muzikale meditatie over Jeanie with
the light brown hair”.
ALS U ZIET WELKE meesterwerken
van Nederlandse of Vlaamse schilders
verloren zijn gegaan, of nog steeds wor
den vermist, dan is het een triest werk
deze balans op te maken. Slechts een
enkele kunnen wij hier noemen. Neem
het prachtige werk van Lucas van
Leyden, „Daniël als rechter”, uit
1522. Het bevond zich in de Kunsthalle
te Bremen, toen dit gebouw door bom
men werd vernietigd. De in de kelder
bewaarde schilderijen waren nog intact,
totdat in de verwarring van de oorlog
alle resterende doeken werden gestolen.
Tot nu toe zijn ze nog niet terecht.
Pieter Brueghel (de Oude) schilderde
een „boerenruzie”, dat bij het bombar
dement van 13 februari 1945 in de
schilderijengalerie van Dresden werd
vernietigd. In dit museum hingen vele
honderden meesterwerken die werden
verwoest.
menten, vernietigd in gevechten van
man tot man, verloren gegaan door on
oordeelkundig bewaren of transport, ge
stolen bij plunderingen of verdwenen
in de verwarrende dagen van oorlogs
handelingen.
TWEE VOORBEELDEN VAN schil
derijen die „verdwenen” en later weer
teruggevonden werden, willen we u
hier niet onthouden. De beroemde Ita
liaan Titiaan schilderde omstreeks 1545
Pietro Aretino, de Italiaanse schrijver
van politieke pamfletten die in zijn tijd
bijzonder gehaat en tegelijk ook be
wonderd werd. Titiaan maakte twee
maal het portret van deze schrijver.
Eenmaal voor Cosimo de Medici, de
prachtlievende hertog van Florence en
een tweede voor bisschop Lovio. Dit
laatste schilderij ging van hand tot hand
totdat het zich in 1933 in een Duitse
privé-verzameling bevond. Maar rust
was het kunstwerk nog steeds niet be
schoren. Het verdween in de eerste
VELSEN. Onder zeer grote belang
stelling hebben de violist Daniël Otten en
zijn oom, de pianist Johan Otten vrijdag
voor de Velser Kunstkring „Voor Allen"
in het noordelijke koetshuis van huize
„Beeckestijn” een kamermuziekavoncb ge
geven met een bijzonder aantrekkelijk
programma van probleemloze muziek. De
toevoeging „probleemloos” betreft dan wel
het karakter van de uitgevoerde werken
en zeker niet de speeltechniek, die voor
een verantwoorde vertolking daarvan ver
eist werd.
Het tweede 'deel van de avond was
bestemd voor kleingoed, ware juweeltjes
vaak van uiteenlopend karakter.
kunnen weerstaan. Hij heeft de in wezen
diep-tragische beslissing van drie weten
schapsmensen, dat zij zich in een krank
zinnigengesticht dienen te laten opsluiten
om de mensheid tegen hun ontdekkingen
te beveiligen, gebruikt als thema van een
grotendeels absurde komedie. Het had een
tragi-komedie kunnen worden, maar zelfs
dat was Dürrenmatt blijkbaar nog te
serieus, want de elementen van spionna-
gethriller, melodrama en grand-guignol,
waarvan hij zijn stuk zo rijkelijk heeft
voorzien, kunnen nauwelijks ernstig ge
meend zijn geweest.
Vermoedelijk heeft Dürrenmatt de be
doeling gehad, het diep-menselijke inner
lijke conflict van zijn wetenschapsmensen
voor het schouwburgpubliek gemakkelij
ker verteerbaar te maken door er ook wat
quasi-spannende en heel of half komische
toestanden bij te halen. Maar dat is
bepaald geen deugdelijk recept. Hij heeft
het de toeschouwers er juist moeilijker
door gemaakt, zich volledig open te stel
len voor de ontzaglijke betekenis en de
tragiek van dat conflict; dat gaat niet zo-
maar-even tussen het lachen en griezelen
door. Wat des te meer jammer is omdat
Dürrenmatt in de onbedorven-ernstige
scènes van zijn stuk die zijn er geluk
kig ook zeer ware en overtuigende
dingen zegt ter illustratie van zijn eigen
stelling: „De inhoud der natuurkunde is
de zaak van de fysici, de uitwerking
ervan een zaak van alle mensen.” Door
zijn eigen speelsheid heeft Dürrenmatt
zich de kans laten ontgaan, een stuk te
schrijven dat een sterk en onvergefelijk
pleidooi voor die stelling zou zijn geweest.
Aan de spelers van de Noordercompag-
nie en de regisseur Zdenek Kraus ligt het
danook allerminst, dat hun opvoering van
„De fysici” niet zo’n sterk pleidooi is
geworden. Zij hebben al hun krachten
aan het stuk gegeven en daaruit is een
zeer respectabele voorstelling ontstaan.
Vooral Wim van den Heuvel, als Möbius
de natuurkundige die zich het eerst en
het duidelijkst bewust is van het demoni
sche effect dat zijn ontdekkingen in ver
keerde handen kunnen hebben gaf
uitstekend spel te zien; heel indrukwek
kend was zijn vertolking van „een psalm
van Salomo, door de ruimtevaarders te
zingen”. Ook Fien Berghegge als de direc
trice van' de psychiatrische kliniek die
uiteindelijk ze’f geestesziek en misdadig
blijkt te zijn, vertolkte haar rol met veel
overtuiging, al kon zij de melodramati
sche kanten daarvan uiteraard niet hele
maal wegspelen. Verder waren er goede
spelprestaties van Jaap Maarleveld en He
ro Muller als de twee pseudo-patiënten,
Ad Noyons en Fiet Dekker als zendeling
en zijn vrouw, Manon Alving als de
strenge hoofdverpleegster, en Sacco van
der Made als inspecteur van de recherche.
Speciale vermelding verdient Guusje Wes-
termann (een mij tot dusver onbekende
jonge actrice) voor haar zeer gevoelig en
voortreffelijk genuanceerd spel als zuster
Monika.
De opvoering is nog tot 6 oktober te
zien in het Amsterdamse theater De
Brakke Grond.
Er volgde een korte, maar felle discus
sie op een ordelijke demonstratie van de
ASVA-leden in de aula van het museum,
die daar een kwartier tevoren met span
doeken waren binnengekomen. ASVA-
voorzitter Constant Vecht ontlokte een
flink applaus aan de aanwezigen toen hij
zei: „Zonder goed onderwijs is cultuur
een farce”. Toen de minister werd aange
vallen op zijn beleid, beantwoordde hij de
wat hij „grove aanval” noemde met te
zeggen dat zestig percent van de studen
ten niet afstudeert en toch op kosten van
de gemeenschap teert. „Maar u heeft ne
gen jaar over uw studie gedaan”, riepen
de studenten terug. „Ik heb tien tot vijf
tien percent van mijn studiekosten zelf
betaald”, zo luidde het antwoord van de
minister. De discussie werd beëindigd door
een lid van de jury van de staatsprijs, die
de minister verzocht zich tot de onder
scheiden kunstenaar en diens vrouw te
bepalen. Aldus geschiedde.
Men werd dit al direct gewaar bij de
voordracht van de Sonate in g kleine terts
van Giuseppe Tartini, waarmede Daniël
en Johan Otten de avond begonnen. Het
werk heeft de bijnaam Duivelstrillersona-
te gekregen om de overvloed van triller-
versieringen, die erin opgenomen zijn. In
Tartini’s tijd, de achttiende eeuw, lever
den zij aan violisten nog respectabele
moeilijkheden op. Violisten van onze tijd
zijn er ruimschoots tegen opgewassen,
hetgeen overtuigend bewezen werd door
de beheerste, zij het wat metrische en
introverte vertolking, die Daniël Otten
van de sonate gaf. Veel meer in overeen
stemming met de gulle, gevoelige muzi
kantennatuur van de violist bleek het
tweede werk: het lyrische, maar ook
sprankelend en flitsende Duo in A opus
162 van Franz Schubert, dat in fijne
detaillering vaak, sierlijk en uitdrukkings-
rijk, mede door een bezielde, fraaie loon
vorming klonk. Johan Otten begeleidde
zijn neef in volmaakte eenheid, innig
muzikaal en met een voortreffelijk genu
anceerde, ja „geboetseerde” vleugelklank.
(Van onze correspondent)
HILVERSUM. We kijken en terecht vooral naar het leed en de ellende
die de Tweede Wereldoorlog voor miljoenen mensen heeft gebracht en nog steeds
met zich mee brengt. Toch zijn er ook andere waarden in deze oorlog verloren
gegaan. Dat zijn de kunstvoorwerpen, de schilderijen, de wandschilderingen, de
gebouwen, de beelden, de houtsnijwerken, de historische gebruiksvoorwerpen, die
in de oorlog verwoest werden of vermist, toen men na november 1945 overal de
rekening ging opmaken.
ALS WE DE balans opmaken dan
blijkt dat om ons nu maar tot een
onderwerp te bepalen er in de jaren
1932 tot 1945 zo’n kleine 10.000 schilde
rijen verloren zijn gegaan. Om ons nog
meer te beperken tot wat ons Neder
landers direct aangaat, van deze 10.000
schilderij zijn er zeker meer dan 1000
die behoren tot de verschillende Neder
landse of Vlaamse schilderscholen. Bij
de makers van deze schilderijen treft
men namen aan als: Pieter Brueghel,
Gerard Dou, Albert Cuyp, Vincent van
Gogh, Frans Hals, Meindert Hobbema,
Rubens, Jan Steen, Lucas van Leyden
en nog vele, vele meer.
De gestolen Vermeer is van onschatba
re waarde, doch bezit geen commerciële
betekenis. Een van de 42 schilderijen van
Vermeer, die er op de wereld bekend zijn.
Een catastrofe voor het Rijksmuseum in
Amsterdam, zoals tentoonstellingsdirec-
teur J. van Lerberghe opmerkte.
De staatsprijs 8000) is toegekend voor
het gehele oeuvre van Westerik, van
wiens werk een overzichtstentoonstelling
in het Stedelijk Museum wordt gehouden.
Minister De Brauw, die zijn CRM-colle-
ga Engels verving, ging in zijn toespraak
in op de discussie, die is aangespannen
over de aanvaardbaarheid van dit soort
onderscheidingen. De jury, die unaniem
toekenning van de prijs aan Co Westerik
adviseerde, heeft ook voorgesteld de staats
prijs te ontdoen van het eenzijdige be-
kroningskarakter. Men meende, dat dit zou
kunnen gebeuren door het gelijktijdig ge
ven van een opdracht aan een jongere
kunstenaar, die zijn weg verder moet
zoeken.
De minister vond, dat er nog eens
genuanceerd over gesproken moest wor
den.
Met voldoening constateerde mr. De
Brauw dat de jury een groot aantal
overtuigende argumenten heeft aangedra
gen om met volstrekte eenstemmigheid
advies uit te brengen. Hij merkte nog op,
dat ook duidelijk is geworden, dat in het
werk van Westerik sprake is van een
grote continuïteit in inhoud en vormge
ving, die zowel indrukwekkend is wan
neer wordt teruggezien naar het verleden,
als vol beloften voor verdere ontwikke
ling en verdieping.
Misschien wel het belangrijkste van al
les vond de minister, dat in het werk van
Westerik de noodzaak tot keuze en per
soonlijke plaatsbepaling voortdurend aan
de orde wordt gesteld. „De verhouding
tussen het ik en de omgeving vormt in
feite het enige onderwerp van uw bezig
heid”, aldus mr. De Brauw.
Verzekeringswaarde: onbekend, althans
geheim gehouden, voor het geval de dief
mocht besluiten het schilderij aan te bie
den bij de verzekeringsmaatschappij.
Maar: minder dan 15 miljoen gulden.
Vandaar dat Christiaan en Dick Bor
geen moeite hebben om een onderhoudend
programma samen te stellen; het repertoi
re is groot genoeg. Zij begonnen hun
concert met de Sonate opus 56 van S.
Prokofieff. Dit werk ontstond in 1932, in
de zogenaamde lyrische periode, toen hij
nog volkomen vrij werkte en nog niet
door de Sovjet-autoriteiten tot de orde
geroepen was. Het wordt de violisten in
dit werk zeker niet gemakkelijk gemaakt,
dat is al bij de eerste inzet duidelijk.
Maar de jongens Bor „draaien daar hun
hand niet voor om” bij wijze van spreken.
Het is een knap geschreven duo, maar het
klinkt weinig geïnspireerd. Christiaan be
weert dat het stuk opgedragen was aan de
gebroeders Borsky, Russische viool-virtuo-
zen, waar zij in rechte lijn van af stammen!
Het programma werd voortgezet met
een duo van Haydn een thema met
variaties en een presto. Vergeleken bij
Prokofieff een „zoet stukje”, maar meer
geïnspireerd en vol gracieuze invallen.
Het duo van Reger opus 131 in e mineur,
een canon en een fuga, werd stoer op zijn
poten gezet. Het was juist in dit stuk
bijzonder opvallend, dat de Borren niet
veel op elkaar lijken wat hun artistieke
karakter betreft.
Christiaan (de jongere) houdt van een
emotionele aanpak. Hij staat „op zijn
twee benen” (en loopt heen en weer) en
zijn rechterhand tilt hij hoog boven de
snaren. Dick daarentegen staat keurig
rechtop en maakt geen enkele overbodige
beweging. Ik heb zo nu en dan geprobeerd
met gesloten ogen te constateren wie
speelt, maar dat is heel moeilijk, want in
klank komen zij zeer goed overeen, hoe
wel zij de materia volkomen verschillend
benaderen.
Het grootste succes was weggelegd voor
zeven, duo’s van Geza Frid opus 37. Dit
werk is in 1952 opgedragen aan Theo Olof
en Herman Krebbers en bedoeld als een
voorstudie voor het Concert voor 2 violen.
De zeven duo’s die gisteravond werden
gespeeld (eigenlijk zijn het er 22) vormen
tezamen een aardige suite. De afsluiting
met de zogenaamde Kleine Hongaarse
Rhapsodie is bijzonder geestig. Het con
cert werd besloten met negen duo’s van
Bela Bartók, die met veel temperament
werden voorgedragen In deze stukken
was heel goed te horen dat Bartók zijn
inspiratie ontleent aan de oude volksliede
ren en dansen uit de Donaulanden. Chris
tiaan en Dick Bor komen uit Amsterdam,
maar zij spelen als Hongaren'
J. H. MOOLENIJZER
DE VELE SCHILDERIJEN die in de
Berlijnse musea werden getoond, bracht
men in de loop van de oorlog in bun
kers „in veiligheid”. Van de beroemde
Gemaldegalerij in Berlijn werden de
schilderijen in speciale zwaargebouw
de bunkers opgeborgen die in de
Zoo of in het nabij gelegen Friedrich-
hain lagen. Tijdens de slag om Berlijn
braken in deze schuilplaatsen branden
uit, zodat men moet aannemen dat het
allergrootste deel van de kunstwerken
verloren ging Daarbij waren meer dan
tien schilderijen van Pieter Paul Ru
bens.
Uit het slotmuseum te Gotha ver
dwenen vele kunstwerken, zoals het
beroemde „Boerengezelschap” van
Adriaan van Ostade, andere van Frans
Hals en ga zo maar door.
Zo zou deze lijst veel en veel langer
gemaakt kunnen worden. Schilderijen
die nooit meer bewonderd kunnen wor
den omdat ze of verbrand of vernietigd
zijn. Er rest nog een hoop: dat enkele
van deze meesterwerken gestolen zijn.
Dan bestaat nog een mogelijkheid, dat
ze nog eens tevoorschijn komen.
BEVERWIJK. Christiaan en Dick
Bor hebben gisteravond in „Scheijbeeck”
het nieuwe seizoen van de Stichting Mi
crotheater geopend. Zij hebben een aantal
vioolduo’s gespeeld die door het publiek
zeer gunstig ontvangen werden. Het komt
tegenwoordig maar zelden voor dat twee
violisten de hele avond samenspelen zon
der dat daar enige begeleiding aan te pas
komt, maar vroeger was dat niet zo
uitzonderlijk.
Ombudsman. Een wetsontwerp over de
instelling van het ambt van ombudsman
zal nog in dit zittingsjaar worden inge
diend, zo stelt minister Geertsema van
Binnenlandse Zaken in de memorie van
toelichting op zijn begroting in het voor
uitzicht. Daarbij zal ook moeten worden
bezien m hoeverre het wenselijk is de
enquêtewet te wijzigen- Met het oog op
de werkzaamheden van dc commissie
voor de verzoekschriften uit de Staten-
Generaal is dit noodzakelijk als er een
ombudsman komt.
Het is daarom toe te juichen dat het
kleine maar hard en serieus werkende
gezelschap De Noordercompagnie, geleid
door Jaap Maarleveld, de Tsjech Zdenek
Kraus tot vaste regisseur en lid van de
artistieke leiding heeft benoemd. Kraus
heeft al eerder overtuigende bewijzen van
zijn kunnen geleverd (het vorige seizoen
regisseerde hij bij hetzelfde gezelschap
„Biedermann en de brandstichters” van
Max Frisch) en nu heeft hij een nieuwe
opvoering van Friedrich Dürrenmatts ko-
médie „De fysici” tot stand gebracht. Het
stuk is al eerder in ons land gespeeld,
namelijk in 1963 door de Nederlandse
Comedie, maar het bleef toen niet lang op
het repertoire.
Het is zeer de vraag of de Noordercom
pagnie er een meer blijvend succes mee
zal hebben, ondanks het feit dat dit stuk
over een van de belangrijkste problemen
van onze tijd gaat, namelijk over de
verantwoordelijkheid van geleerden op
het gebied van de atoom-fysica tegenover
de mensheid, die zij door hun ontdekkin
gen aan het gevaar van algehele uitroei
ing blootstellen. Dürrenmatt is namelijk
een schrijver die zijn onderwerpen graag
op een speelse manier behandelt en deze
neiging heeft hij ook in „De fysici” niet
Toen de ochtendploeg van de bewa
kingsdienst vrijdagmorgen om 8 uur aan
trad, constateerde zij onmiddellijk dat op
een metersbreed geconstrueerde, donker
blauw beklede achtergrond de befaamde
afbeelding van de vrouw met luit en brief
en haar dienstmaagd was verdwenen. De
lijst lag op de grond: het loek werd er met
een niet al te scherp mes uitgesneden en
zal, naar deskundigen menen, ook als het
wordt teruggevonden, niet meer
oude kader van 44 bij 38,5 cm
worden teruggebracht.
De Rembrandt-tentoonstelling
kader van de aan Nederland gewijde ma
nifestatie Europalia beslaat zes zalen van
het museum, die gedurende de nacht,
wanneer de verlichting op halve sterkte
brandt, zijn afgesloten van het resterende
museumgedeelte. Op de deuren zijn juist
met het oog op deze expositie overal
nieuwe sloten aangebracht als onderdeel
van het eisenprogramma voor de bewa
king, dat Nederlandse en Belgische mu
seumdirecties en de verzekeringsmaat
schappijen, die het risico dekken, hadden
opgesteld.
Gedurende de avond en nacht worden
de zes zalen door twee -nachtwakers ge
controleerd, die worden verondersteld
voortdurend ronden te maken in tegenge
stelde richting volgens een circuit, dat
door de opeenvolging van de zalen wordt
voorgeschreven. De ronde is in slenter-
tempo een wandeling van toch niet meer
dan een minuut of twee, zodat strikt
genomen elke minuut of daaromtrent een
bewaker behoorde te passeren.
Evenwel, ook nachtwakers lopen voort
durend tijdens hun dienst van bijna 12
uur en ook al staan er dan nergens in de
ruimte stoelen, waarop zij het zich ge
makkelijk zouden kunnen maken, zij
Uren onder vrij geheimzinnige
omstandigheden.
De vroegere eigenaar, een Duits in
dustrieel, bezocht in het jaar 1953, het
landgoed van de bekende Amerikaanse
senator W. Lunsford Lonf in Noord-
Carolina. Daar hing in de salon boven
de open haard, op de ereplaats, „zijn”
schilderij: Aretino geschilderd door Ti
tiaan. Het schilderij was inmiddels in
Duitsland opgegeven als „vermist en
hoogstwaarschijnlijk als gevolg van
oorlogshandelingen verdwenen”. Naspo-
ringen naar de herkomst van het kunst
werk leidden naar een New Yorkse
kunsthandel, maar daar liep het spoor
dood. Het was niet meer uit te zoeken.
Het andere verhaal gaat over twee
prachtige schilderijtjes van Albrecht
Duerer portretten van een pas ge
trouwd stel, Hans Tucher en zijn vrouw
Felicitas. Na enkele malen van eige
naars te zijn verwisseld, kwamen ze in
het museum te Weimar. Daar werden
ze gedurende de oorlog in een goed be
schermd depot opgeborgen, dat even
wel na de oorlog door Duitse, Ame
rikaanse of Russische soldaten werd
geplunderd. In ieder geval werd
de advocaat Elicofoon op een mistige
herfstavond van het jaar 1946 uit zijn
luie stoel in zijn villa op Brooklyn
(N.Y.) gebeld. Er stond in het scheme
rige licht, zoals de advocaat later ver-
kunnen zich ook op de grond neerzetten.
Overigens hebben de nachtwakers de be
schikking over drie telefoons met directe
verbindingen naar politie, brandweer en
museumdirectie, waarbij zij dan nog een
aantal malen per nacht worden opgebeld
om te controleren of zij op hun post zijn.
Het politieonderzoek, dat in het mu
seum bijna zeven uur in beslag inam,
spitste zich dan ook in eerste instantie toe
op het verhoor van vier slaperige, ijlings
van huis gehaalde nachtwakers: de twee
die op de tentoonstelling zelf liepen en de
twee van een speciale veiligheidsdienst,
die de rest van de expositie controleerde.
Niemand begrijpt hoe het mogelijk is,
dat zij niet onmiddellijk na de dienst al
hebben opgemerkt dat het zo opvallend
uitgestalde werk in een vrij brede vergul
de lijst was verdwenen. „Tja”, heeft een
der bewakers aan de museumdirectie
verklaard, „wij lopen wel rond, maar wij
kijken niet wat er hangt.”
Het tot tevredenheid van de Nederland
se ambassadeur Van Schelle (met spoed
ter plaatse) met voorrang aangevatte poli
tieonderzoek heeft tenslotte een vrij
nauwkeurige reconstructie toegelaten van
de toedracht van de diefstal.
De dief (of dieven, al is dat niet waar
schijnlijk) heeft zich laten insluiten. Het
is niet bekend waar hij zich heeft ver
stopt, maar mogelijk lag hij achter een
kleine balustrade, die is aangebracht voor
sommige schilderijen die men veel be
langstelling van het publiek toedichtte.
In de loop van de nacht (doch substi
tuut officier van Justitie B. Janssens de
Bisthoven kon met geen mogelijkheid uit
de politierapporten destilleren wanneer)
heeft hij het schilderij van de twee spij
kers getild, waarop het was bevestigd.
Vervolgens sjouwde hij er 20 tot 30 meter
mee door het museum, teneinde zich te
rug te trekken in een ruimte iets lager
dan de eerste verdieping, waarop de ten
toonstelling is ingericht.
Daar heeft hij het raam, waarop het
linnen was gespannen, uit de lijst gehaald
en het doek van het hout afgesneden,
zodat, volgens de mededeling van voor
noemde justitiële functiorfaris, ongeveer
een centimeter van het linnen aan weers
kanten is weggesneden.
L