We gaan kapot als niet
snel iets gebeurt
Psychische overlast erger
dan aantasting door vuil
i
LEVENSWERK VAN LOUIS LE ROY
Natuur in
Heerenveen
afval van
onze welvaart
En Holland
vandaag
overwoekerde I
pip*
i
ZATERDAG 23 OKTOBER 1971
24
degradeert". Dat zegt Louis Ie Roy
Energie
Hellenisme
Fabriek
Economie
Vormgever
A Iternatiej
Keuze maken
„Ga maar even de tuin in, dan
rust ik nog even uit”. Door Louis
le Roy de tuin in te worden ge
stuurd is geen straf: daar kom ik
juist voor. Want hij heeft rond het
oude renteniershuis dat hij eigen
handig in een prachtig woonhuis
omtoverde voor zijn gezin een tuin
geschapen waar hij alleen maar de
aanzet toe hoefde te geven: op puin
en afval ging de natuur haar gang,
600 verschillende planten en bo
men groeiden op, zonder kunst
mest, zonder besproeien of kort
wieken. Smalle paadjes leiden door
dit sprookje, vogels hoor je zingen,
insekten zoemen rond, een kat ligt
op een steen te pitten.
Onze bodem wordt vergiftigd. Door ons systeem van „gebruiken"
van de grond, gericht op één produkt met een maximale opbrengst.
Door chemische stoffen: kwik, insekticiden, door chemisch afval. En
planten en bomen gaat mede ten
rigoureuze ingrijpen van de mens
wat er op die bodem groeit aan
onder. Al was het maar door het
als hij de natuur kortwiekt.
„We leven in een cultuur die
uit Heerenveen. In het onderstaande verhaal kunt u lezen hoe hij zich
op zijn eigen wijze met de bodem bezig houdt, met mens en natuur;
hoe hij daaromheen een levenstheorie bouwde; hoe hij zijn protest
tegen onze economie vast legt in de natuur (en daarin bewezen
ziet), als een voorbeeld van hoe het ook zou kunnen.
Verkeerslawaai
Alleseters
Hn*
i
Prof. Zielhuis: „Het is in Neder
land nog niet aan te tonen, dat men
sen overlijden door bepaalde vormen
van lucht- of waterverontreiniging.
Tal van factoren spelen mee. Zo zul
len minder validen, astma- en bron-
chitispatiënten veel minder resistent
len waarom de mensen hem nadoen:
als ze het maar doen. Zoals hij zich er
van bewust is dat de economie waar hij
zich tegen af zet, zijn plantsoenen kan
invoeren, omdat ze kostenbesparend zijn
en om geen enkele andere ideële reden.
zijn tegen luchtverontremiging even
als mensen uit sociaal lagere klas
sen, die bijvoorbeeld ook een slech
tere behuizing hebben. Als je op
het ziek-zijn de nadruk legt, of op
het overlijden schakel je de welzijns-
tactoren uit. Nee, de psychische druk
en overlast zijn veel belangrijker.”
te. Bovendien zijn ze meestal slecht ge
construeerd.” Nieuwe steden, een land-
schap vol reliëf, terrassen
doen, maar waarin niets ten koste mag-
gaan van de alles zaligmakende concur
rentiepositie. We leven op de rand van
de waanzin, eerst komt de economie,
dan een hele tijd niets en dan nog weer
een hele tijd niets. Weet je, ik heb niet
eerder iets gepresteerd dan wanneer
ik hoor dat er geen fabrieken meer ge
bouwd worden.”
We komen bij de economie. Een lange
monoloog van Louis. Buiten lopen
steeds groepjes wandelaars in de maat
en in witte pakjes een mars te houden.
Zingend. We leggen de theorieën van
De Veer en Ehrlich op tafel: we heb
ben nog maar weinig levenskansen zeg
gen zij. Louis: „Ik ben geen pessimist,
maar ze hebben gelijk. We gaan kapot
als er niet snel iets gebeurt. Het gaat
niet om de getallen in jaren of de per
centen overlevingskansen, het gebeurt.”
„We leven in een maatschappij waar
in de mensen aan de top zich alles in
kunnen denken en bereid zijn alles te
Louis neemt me mee naar zijn eigen-
gebouwd atelier en de wildernis erom
heen. Onderweg: „We hebben er weer
een verdovingsmiddel bij, hasj. En de
medici praten het goed. Genotsmiddel
of niet als al die middelen, koffie,
thee, alcohol, sigaretten, verdooft het,
en we zien de waarschuwingen niet
meer die de natuur uitzendt: de smog,
de kolen zijn op, aan aardgas komt een
eind. Bossen verdwijnen doordat wij
kappen. Per jaar 1 biljoen m3 hout. Als
je bomen weghaalt degradeer je het
bos, je onthoudt kalk en stikstof aan
de bodem. Onze cultuur is eindeloos
bezig te degraderen.”
HIJ IS tekenleraar. „Daar verdien ik
m’n brood mee. Met één been sta ik in
de maatschappij en het geld wat over is
gaat naar het werk waar ik me werke
lijk mee bemoei.” Noemt zich zelf
vormgever. Ik leg relaties dat ligt al in
mijn ondergrond van cultuurgeschie
denis. Ik houd me bezig met landschap
pen, huizen, schilderen, botanie, ecologie,
Geen specialisme dat is het kenmerk
van die monocultuur. De mensen heb
ben de basis opgegeven maar ik oriën
teer me juist op die basis.” Zo creëerde
hij zijn tuin, bouwde hij een eigen huis-
atelier op een stuk land in Heerenveen
en bestudeert hij wat er met het terrein
Wijzend uit het autoraampje: „zie je
die stikstofgroene weilanden?” Later
wandelen we over zijn terrein, waar ik
stil word van zijn uitleg, hoe hij de na
tuur hier en daar wat hielp met bomen
planten, takken op de grond. Hoe zich
humus vormt, hoe brandnetels agressief
omhoog schieten uit het puin, maar la
ter van binnenuit worden overwoekerd
door hondsdraf en muur, hoe het gras
verdwijnt, hoe er grote mollenesten
zijn ontstaan en de grond automatisch
hoger wordt. Het veert onder je voeten.
„De natuur is een keiharde fabriek,
waar de meet- en regelapparatuur
geen invloed op heeft,” zegt Lous. „En
ze werkt feilloos.”
Wijst op alle maatregelen die binnen
het systeem worden getroffen, maar niet
het systeem werkelijk veranderen:
meet- en regelkamers („ze meten, maar
ze regelen niet”), waterzuiveringsin
stallaties. „De essentiële punten worden
niet opgelost. De zaak wordt steeds in
gewikkelder, besluiten volgen elkaar op
in een spiraal en men wacht niet op het
resultaat. Als ze zelf zeggen dat we
niet meer kunnen stoppen dan erken
nen ze al zelf dat het catastrofaal is
het systeem is al bezig zichzelf op te
ruimen.”
Het alternatief van Louis: de beslo
ten economie, waarin de mens zonder
mechanische tussenkomst aan het werk
is. Alleen hoogstnoodzakelijke fabrie
ken, terreinen ertussen aan de mensen
geven om er tuinen en steden te maken.
Steden die zouden moeten verrijzen op
het puin van ingestorte flats: „Onmen-
selijke dingen, we leven maar in een
piepklein landje, we hebben als het wa
re die kolossen neergezet in een aquari
um. En nu is wel gebleken dat ze geen
ruimte winnen, ze trekken verkeer aan,
en dat betekent wegen en parkeerruim-
Hij zoekt een lijn in de geschiedenis,
concludeert dat het een golvende lijn
is, met op- en neergangen. „Deze tijd,”
filosofeert hij, „lijkt op het Hellenisme,
ook zo georiënteerd op de jeugd, op het
onbedorvene, dat verzet tegen de tech-
nokratie.”
Hoe gaat het dan met onze toekomst?
„Elke toekomst is het tegendeel van de
tijd waarin we leven. Dat heb ik heel
sterk geïllustreerd in mijn tuin. Nu
braakt de machine mensen uit, die zijn
weer vrij en zouden met een andere
cultuur kunnen beginnen. Haal die
mensen eruit, geef ze een education
permanente, ga in je vrije tijd aan het
werk. Als deze economie daar geen be
dragen voor reserveert en ze ploft in el
kaar dan zal er geen alternatief zijn.
Dat is economische zelfmoord.”
dat in ons land nog maar 15 percent
van het rioolwater wordt gezui
verd Ik vraag me af of het voc»
het water, waarin we jaren stoffen
hebben geloosd, al niet te laat is.
Het zal in ieder geval lang duren
voor je resultaten van de waterzui
vering zult zien.”
over het algemeen weinig reden
tot optimisme, vooral niet als hij ’t
menselijk handelen en de politieke
keuze aansnijdt. Prof. Zielhuis is van
mening dat de mensen zelf de maat-
regelene moeten nemen, maar, zo
vrhagt hij zich af, kan een groep
verstandig handelen? Daarbij komt
dat milieubeheersing niet alleen een
kwestie van kennis, maar vooral van
toepassing is.
steeds meer mensen, steeds kleinere
mazen en steeds minder materiaal in
de punt
van anderhalve hectare daaromheen
gebeurt, maakte hij middenin de stad
een langgerekte tuinstrook tussen twee
verkeerswegen links en rechts om
zoomd met flats die je vanuit het groen
niet meer ziet. Puin, afval, ledikanten,
fietsen, steen waren de grondstof die de
flatbewoners aansleepten; zo geeft hij
adviezen aan al diegenen die hem met
hun tuin willen volgen, werkt hij met
studenten op de campus van de medi
sche faculteit in Brussel, geeft hij gast
colleges, architektonische adviezen, ver
zamelt hij stenen en fossielen die in
zijn huis liggen, waar de muren versierd
zijn met schilderijen van hem.
Louis le Roy is in de mode en hij
weet het. Maar het kan hem niet sche-
„Je moet oppassen, dat je de zaak
niet in het klassieke medische den
ken van ziekte en dood trekt. Door
geluidshinder kan men ook ziek wor
den. U ziet de Invloeden bijvoor
beeld in Zwanenburg met zijn over
vliegende vliegtuigen en ook in En
geland is het voorgekomen, dat men
sen waarschijnlijk door de vliegtuig-
hinder in psychiatrische inrichtingen
moesten worden opgenomen.” Uit het
gesprek dat wjj met de Amsterdam
se hoogleraar en arbeidshygiënist
prof. dr. R. L. Zielhuis van het
Coronel-laboratorium en zijn weten
schappelijk hoofdmedewerker dr. J.
H. Ettema hebben over de invloeden
van de milieuverontreiniging op het
menselijk lichaam, wordt al gauw
duidelijk, dat prof. Zielhuis het den
ken in termen van „aantasting van
het lichaam door vuil water of vuile
lucht” veel te eng vindt.
Zeer belangrijk is ook het aspect
van de keuze. Een klein voorbeeld
van prof. Zielhuis: „De luchtvaart
maatschappijen maken het mo
gelijk om spotgoedkoop van Euro
pa naar de Verenigde Staten te
vliegen, maar dit betekent dat
er minder aan lawaaibestrijding kan
worden uitgegeven”. En een ander
voorbeeld: „In dit gebouw het
Coronellaboratorium van de Univer-
siteit van Amsterdam aan de Con-
stantijn Huygensstraat, red. heeft,
nogal te lijden van het verkeersla
waai. Maar om die overlast te ver
minderen is er geld nodig voor een
nieuwe voorgevel in het gebouw en
Dr. Ettema, die de invloeden van
lawaai onderzoekt, verklaart, dat
vooral die geluidshinder psychische
effecten heeft. „Lawaai remt je nor
male levenswijze, de mensen gaan
slecht slapen, angstverschijnselen
vertonen. En het lawaai zal steeds
erger worden, onder meer door de
aanleg van grote verkeerswegen. We
zullen in de toekomst een keuze
moeten maken: of geen grotere ver
keerswegen en luchthavens in woon
gebieden aanleggen of woonwijken
afbreken. Dit zijn de consequenties.”
„Een medicus is vaak optimisti
scher dan een bioloog, die iets met
een wil veranderen,,’ zo poneert dr.
Ettema terloops in het gesprek. Prof.
Zielhuis’ woorden geven echter
Tenslotte het voedsel en de ver
giften. Prof. Zielhuis vertelt dat de
vergiften schadelijk zijn als we ze in
bepaalde doseringen binnen krij
gen. „Wij zijn alleseters, dus we
krijgen van bepaalde stoffen gerin
gere hoeveelheden binnen dan de
dieren, die beperkter in hun voed-
selkeuze zijn. En wat die Japanse
vissers betreft met hun kwikvergif-
tiging: het ging hier vooral om ar
me vissers, die waarschijnlijk niets
anders dan vis aten. Voor de men
sen zou het vooral problemen geven
als we elkaar opaten of alleen vlees
aten. Je kunt dus rustig stellen, dat
de afschaffing van het kannibalisme
in zekere zin ook in dit opzicht de
redding van de mensheid heeft be
tekend."
denkend aan Holland
zie ik eindloze files
traag over banen
van asfalt gaan,
rijen ondenkbaar
zwart walmende pijper
als hoge pluimen
aan de einder staan,
en in de te kleine
ruimte gedrongen
de torenflats
heel dicht op elkaar,
plantsoentjes, winkels,
leegstaande kerken,
vuile fabrieken
in ondraaglijke stank,
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord;
en in alle gewesten
wordt door 't vuil in ’t water
in de natuur al het leven
op tragische wijze vermoord.
(Uit „Druppelsteen’’, landelijk
orgaan van de studentenver
eniging op humanistische
grondslag).
De menselijke energie wordt volgens
Louis niet gebruikt. „De werkgever, de
industrie schaft machines aan die de
mens eruit gooien. Tien eruit, twee er
voor terug in een supertechniek, die
niet alleen de man maar ook de vrouw
met alle huishoudelijke apparaten uit
schakelt. De machine zou hoogstens een
hulpmiddel moeten zijn. Met enorme
bedragen worden invaliden gerevali
deerd maar met dezelfde bedragen wor
den anderen buiten werking gesteld.
Dat gaat niet: de .mens eet, maar pro
duceert niet, alle energie blijft in ’m.
Dit is de enorme leugen van de econo
mie, de duivel die de mensen influis
tert: „ik geef jou vrije tijd”. Dan zeg
ik: ga maar zeilen, maar bedenk wel
dat de wereld in brand staat en praat
dan ook niet over milieu.”
Maar vrije tijd is toch zo gek nog
niet voor mensen die eentonige arbeid
aan de lopende band verrichten
werp ik schuchter tegen. Louis: „Het is
eentonig omdat het al door de machine
gedicteerd is. De mensen hebben een
deelfunctie door de machine, door het
specialisime, ze zijn niet meer bij het
hele arbeidsproces betrokken.” Praat
over de boer, die van z’n paarden af
moest en toen in het net verstrikt zat
met tractoren, die vanwege de concur
rentie steeds vernieuwd moesten wor
den. Over de handenarbeid die steeds
duurder wordt.
„We zitten in een stroomversnelling
van gebruik, van economische beslis
singen en van geldswaarde. Op een ge
geven ogenblik is gewoon de brandstof
op.” Maar tot nog toe was er toch steeds
een alternatief, na kolen kwam gas en
zovoorts „Godzijdank is het steeds
goed gegaan. Maar het is toch een
stompzinnig optimisme om daar vanuit
te gaan. We zwemmen in een fuik,
een nieuw ventilatiesysteem. Het is
een politieke keuze; hebben de men
sen het geld er voor over?”
Het is volgens de hoogleraar een
politieke keuze of je alle mensen
voor alles wil vrijwaren. „Wat je
aanvaardbaar vindt is een keuze. In
net verleden zijn er een heleboel
keuzen gedaan zonder dat de mensen
er zelf invloed op konden uitoefenen,
maar gelukkig verandert dat nu. Het
is de taak van de medicus de inhoud
van die keuze duidelijk te maken.
Dat men tegenwoordig veel
meer oog heeft voor de milieu
verontreiniging is volgens prof. Ziel
huis te wijten aan het feit, dat men
nu op een zodanige welvaartspeil is
gekomen, dat men ook naar het
welzijn gaat kijken. Volgens hem zul
len we een eind terug moeten met
onze welvaart, maar ook hier komt
weer de politiek om de deur kijken.
Want is het niet zo, dat de mensen
met de laagste inkomens het eerst
het terugdraaien van de welvaart
zullen bemerken?
Alhoewel hij ze slechts als facto
ren in een complex geheel wil zien,
geeft prof. Zielhuis toch zijn mening
over bepaalde onderdelen van de
milieubelasting. De lucht: „Als je
de minder validen buiten beschou
wing laat, sterven er meer mensen
door longkanker, veroorzaakt door
sigaretten, dan door bestanddelen in
de lucht. Het is erg moeilijk met die
lucht. Je zou bij chronische lucht
vervuiling eens in verschillende de
len van een stad groepen mensen
moeten vergelijken.”
Het verkeer: „De milieubelasting
door het verkeer is momenteel nog
niet zo dat de mensen er ziek van
liggen, maar het neemt wel toe. Met
het verkeer ligt het moeilijk, want
over het lood in de benzine bestaat
nog veel verwarring. Als je het lood
eruit haalt gaat de auto pingelen.
Je kunt dit wel tegengaan, maar
dan alleen met aromaten, die weer
kankerverwekkend zijn. De ver-
keersverontreiniging kan alleen wor
den opgelost door de auto’s te laten
verdwijnen. Het is technisch niet
mogelijk om alle verontreiniging
kwijt te raken.”
Over het water is de hoogleraar
tamelijk somber. „We
Nederland voor ons
worden in
voor ons drinkwater
steeds afhankelijker van het opper
vlaktewater en als je dan bedenkt
Hier ligt de kleine besloten economie
van Louis. Waarmee hij zich afzet te
gen de economie in onze maatschappij,
de „monocultuur” waarin de mens zich
inspant om één produkt ten koste van
alles economisch rendabel te maken.
Waarin hij de natuur bestudeert en zijn
filosofieën ontwikkelt en illustreert. De
vele verschillende planten houden de
tuin gezond, de kans op ziekten is klein.
Sommige planten overheersen een tijd,
andere nemen hun plaatsen in.
„Het is zo jammer dat je al die na
men van de planten niet kent,” zeg ik
als ik weer naar binnen ben gegaan.
Louis: „Waarom? Ken je soms alle
mensen op aarde?” Hij is moe moe
van alle vragen en lezingen en rond
leidingen. „Er komen op een mooie dag
wel zo’n 40 mensen kijken.” Gewone
nieuwsgierige mensen, maar ook land
bouwkundigen, tuinarchitecten, biolo
gen. Tijdens ons gesprek gaat de tele
foon een paar keer. Uitnodigingen voor
lezingen. De agenda is tot en met de
cember vol. Geeft u maar een boeken-
bon voor m’n studie” zegt Louis over
het honorarium.
WF 1
->^31