Het leven betrapt m Nieuw boek over Nieuwste film van Cassavetes Grebbelinie ’40 FILMS IN AMSTERDAM regeling Couperus verfilmd in Indonesië Protest tegen nieuwe contra- „HUSBANDS” h i x I 1 Auteur put ook uit Duitse gegevens Aantal musea niet u I optimaal veilig I RADEMAKERS WERKT AAN „STILLE KRACHT” VRIJDAG 5 NOVEMBER 1971 (Van onze redacteur in Djakarta) I DJAKARTA Regisseur Fons Rademakers heeft goede hoop dat het boek „De Stille Kracht” van Louis Couperus zal kunnen wor den verfilmd. „De plannen zullen dan binnen zeer afzienbare tijd tussen nu en januari moeten worden afgerond. Dit betekent dat we dan in mei 1972 volop kunnen draaien. Lukt dat niet, dan moeten we het gehele project laten val len”, zo vertelde Rademakers ons in een vraaggesprek. AMSTERDAM De naam John Cassavetes kwam omstreeks 1960 voor het eerst in het filmnieuws door zijn experimenteel regiedebuut „Sha dows”. Als acteur bij film en radio had hij toen al een bescheiden car rière opgebouwd die hem echter niet in de internationale publiciteit had gebracht, maar „Shadows”, ook door zijn vertoning op het Festival van Venetië in 1961, maakte hem plotse ling algemeen bekend. Honey moonkillers The Movies Nachtv oor stellingen Filmmuseum BBK bezet kantoor Raad voor de Kunst Dronkemansfeest Ik - 1 i r 5 i t e CHARLES BOOST. CHARLES BOOST afdeling kunsten L. COUPERUS F. RADEMAKERS 1 1 t Het begin van „Husbands”, voorop rechts regisseur-acteur John Cassa vetes. Sinds eind 1969 is een onderzoek gaande naar de beveiliging van de musea. Aan de hand van het rapport, dat omstreeks april 1972 wordt verwacht, zal de staatssecretaris bezien welke maatregelen genomen moe ten worden. De heer Vonhoft merkt op dat hij alleen ten aanzien van de rijksmusea rechtstreek se zeggenschap heeft en dat de aard en omvang van de maatregelen afhankelijk zal zijn van de beschikbare middelen. De vragen waren ingediend op 6 oktobdr. DEN HAAG Een aantal Nederlandse musea heeft door een tekort aan financiële middelen niet de optimale beveiliging die, zeker gezien de recente kunstdiefstallen, vereist zou zijn. Dit schrijft staatssecretaris Vonhoff (CRM) in antwoord op vragen van het Tweede-Kamerlid v Ljjenhorst (CHU)). i s 1 i Dat zou volgens Rademakers wel eens r"’”ino Djoenaedi kunnen worden, één van de belangrijkste cineasten in Indo nesië. Tn januari wil Rademakers weer terug naar Indonesië om als de samenwerking met Djoenaedi doorgaat ter plaatse het draaiboek te maken, "’aarna in mei met de opnamen zou moeten beginnen. Met een dergelijke producent zou dan nog over de kosten moeten worden gepraat. „Maar hier Rademakers en de schrijver Willem Frederik Hermans, die het script schreef, hebben enkele weken lang op Java rondgezworven. „Het ging er ons in de eerste plaats om toestemming te krijgen van de autoriteiten om deze film op Java (waar het boek zich omstreeks het jaar 1900 afspeelt) te draaien”, zei Rademakers. „Die toe stemming hebben we onmiddellijk ge kregen. Sterker nog: ik kreeg sterk de indruk dat de Indonesiërs de samen werking op dit gebied nog willen sti muleren.” RADEMAKERS HEEFT de plaatsen waar de roman is gesitueerd zoals Garoet, de Preanger en Pasoeroean (Oost-Java) bezocht. „Het is me eer lijk gezegd ietwat tegengevallen. In deze zin, dat een reconstructie van de sfeer van 1900 erg lastig is. De ontwik keling van Indonesië is op zichzelf verheugend. Het is voor mij echter een beetje droef te moeten constateren, dat de veranderingen zó radicaal zijn dat de ambiance van 1900, van tempo doe- loe, van de Nederlander in Indonesië, bijna helemaal niet meer is terug te vinden.” „De oude Nederlandse woningen, die ik ken van foto’s en die ik in 1946 heb teruggevonden, zijn verdwenen. Nou ja, de huizen staan er hier en daar nog wel, maar de grote tuinen zijn opge ruimd, de oprijlanen zijn weg en ook de typische Nederlandse bloempotten zie je niet meer. Vooral ook door de enorme nieuwbouw die er is geweest, is het eigenlijk niet meer herkenbaar.” Rademakers geeft toe, dat het wel een probleem zal worden om met de filmploeg in Indonesië aan het werk te De filmer wil nog niets zeggen over de rolverdeling. Wel zullen er ook Indonesiërs meespelen. De taal zal „ge woon Nederlands” zijn (en niet die van een Hollander die lang in Indië beeft gewoond, de stijl van het boek van Cou perus). De Javanen gaan in de film Nederlands spreken of Bahasa Indone sia (met ondertiteling). kun je nauwelijks zeggen: het kost zo veel. Het is een kwestie van afdingen, de juiste autoriteiten en relaties ken nen.” De afdeling vindt het urgent dat funda menteel en op deskundig niveau overleg zal plaats vinden tussen de minister van CRM en die van Sociale Zaken, alsmede vertegenwoordigers van de raad voor de kunst en de belanghebbende kunstenaars organisaties. De afdeling heeft minister Engels gevraagd de wijziging op te schor ten en de oude regeling, die geldt voor 900 kunstenaars, desnoods een jaar te verlen gen. De actie van de BBK, die in alle rust verliep, werd kort na zes uur beëindigd, nadat minister Engels zich bereid had verklaard om de BBK op donderdag 18 november voor een gesprek te ontvangen. BBK-voorzitter Bonies heeft gezegd de voorstellen voor een nieuwe beeldende kunstenaarsregeling van minister Boersma van sociale zaken onaanvaardbaar te vin den, omdat de daarbij belanghebbenden niet zijn gehoord. De BBK wil volgens hem overigens een geheel andere regeling voor de kunstenaars: een arbeidsregeling op CAO-basis. DEN HAAG. Een dertigtal leden van de Beroepsvereniging van Beeldende Kun stenaars (BBK) heeft donderdagmiddag het kantoor van de Raad voor de Kunst aan de Stadhouderslaan in Den Haag bezet om te spreken over de beeldende kunstenaars regeling, de vroegere contra- prestatieregeling. Elders in Den Haag be handelde de afdeling beeldende kunst van de raad namelijk een conceptvoorstel van minister Boersma van sociale zaken ter wijziging van de „Contra”. Minister En gels van CRM had het concept-voorstel aan de Raad voor de Kunst doorgezonden om advies. De daarop volgende donderdagavond is voor een deel aan de Nederlandse film gewijd. Er wordt een bladzijde uit het „Nederlandsch cabaret album” van Ernst Winar uit 1935 getoond, waarin Louis Davids Henriette Davids, Fien de la Mar, Sylvain Poons, Albert de Booy en Jopie Koopmans optreden, vervolgens „Zonne tje”, een korte film van Maurits Binger uit 1919 met Annie Bos, Lola Cornero en Adelqui Migliar. En tenslotte een tien mi nuten durend fragment uit „Rubber” van Gerard Rutten en Johan de Meester, in 1936 gemaakt naar de veelgelezen roman van mevr. Szekely-Lulofs en een frag ment van twintig minuten uit „Veertig jaren” (het regeringsjubileum van konin gin Wilhelmina) van Edmond T. Gréville (1938) met o.m. Cees Laseur, Ank van der Moer, Eduard Ver kade, Paul Steenbergen, Cor van Lugt, Fie Carelsen en Matthieu van Eijsden. Na de pauze volgt dan een verfilming uit 1969 door Alf Sjöberg van Strindbergs toneelstuk „De vader”, waarin de oorspronkelijke bezetting van de op voering in het Kon. Dramatisch Theater van Stockholm werd aangehou den. 1962 „Too late blues” maakte. De film was opgetrokken rond de toen populaire pop-zanger Bobby Darin en had als groot ste verdienste een rake sfeertekening van de wereld van de jazz uit die jaren. Maar Cassavetes scheen als filmregisseur voor lopig uitgespeeld. Hij maakte nog twee films „A child is waiting” in hetzelfde jaar dat „Too late blues” ontstond en zes jaar later „Faces” die hier nooit vertoond werd, maar beoordeeld naar buitenlandse kritieken als een voorstudie tot „Hus bands” blijkt beschouwd te kunnen wor den. Er loopt in ieder geval een lijn tussen gaan. Verschillende lokaties gebruiken, zoals in Nederland, betekent in Indo nesië veel verplaatsen. En dat levert de nodige moeilijkheden op, nog afgezien van de hoge kosten. Bovendien geeft het verplaatsen van de hele filmset in een tropisch land veel risico. De enige mogelijkheid die er nog inzit is, volgens Rademakers, om de film te maken in joint-production”, in samenwerking met een Indonesische producent, die daar vreseliik veel voor voelt. RADEMAKERS IS OP het idee van de verfilming van het boek „De Stille Kracht” gekomen, door „de waanzin van het koloniseren” die zoals hij zegt, toen al in het boek werd aangetoond, „maar die nu in 1971 nog duidelijker semaakt kan worden.” Rademakers wil voor dat duidelijk maken juist het boek, dat speelt in 1900, gebruiken omdat „je wezenlijk de misplaatstheid ziet van een Europeaan in een tropisch land. Dit drama accentueert de absur diteit daarvan. Ik zie een analogie tussen dit en de aanwezigheid van de Amerikanen in Vietnam.” Waarom liet u Hermans het script schrijven? Rademakers antwoordt, dat Hermans „een waanzinnige belangstelling heeft voor Indonesië, en een grote affiniteit met het soort verhaal. Hermans is helemaal gek van dit land”, gaat hij verder. „Hij vindt het bijvoorbeeld veel meer stijl en cultuur hebben dan de West, waar hij net is geweest en waar trouwens ook zijn vrouw vandaan komt.” BEHALVE „HUSBANDS” die zijn pre mière in het Leidseplein Theater beleeft en elders op deze pagina besproken wordt, kunnen de griezelfilm „De afgrijselijke dr. Phibes” van Robert Fuest, met Vincent Price, Joseph Cotten en Terry Thomas (Flora) en „The honeymoonkillers” in Ca lypso als enige aanwinsten van deze week op de Amsterdamse bioscoopagenda be schouwd worden. Vooral laatsgenoemde film, het regis seursdebuut van Leonard Kastle, zal de aandacht trekken als een ijzingwekkende reconstructie van een authentieke Ameri kaanse moordzaak, waarin een vrouw als voornaamste beklaagde tot de dood in de gaskamer veroordeeld werd. Die vrouw is „Fat” Martha Beck, de dikke ex-hoofdzus- ter van een Californisch ziekenhuis die met behulp van haar Mexicaanse vriend Ray Fernandez drie rijke dames via een „lonely hearts club” binnenlokte en ver moordde, niet dan nadat zij eerst hun geld op de bankrekening van de verleide lijke Fernandez hadden overgemaakt. De film is op een koopje gemaakt 150.000), maar had binnen een week in 33 Newyorkse theaters het drievoudige opgebracht, waarbij het morbide onder werp wel een grote rol zal hebben ge speeld. Want als werkstuk stelt „The ho neymoonkillers” die van de dikke hoofd actrice Shirley Stoler een beroemdheid maakte, weinig voor. Slordig gemaakt, naïef van camerawerk en primitief ge speeld, moet het succes van Kastle’s de buut vooral toegeschreven worden aan het macabere en in de Amerikaanse her innering nog levende onderwerp. THE MOVIES (bioscoop op de Haar lemmerdijk) gaat door met het veelzijdige programma waarvoor op de donderdag en vrijdagavond-voorstellingen Truffauts „Jules et Jim” wordt aangehouden, zater dag en zondagavond „Les quatre cents coups”, Truffaut’s debuut, vertoond wordt, en „Tales of Beatrix Potter”, de ideale familiefilm op zondagmiddag en verder op de eerste avondvoorstellingen (20.00 uur) van maandag, dinsdag en woensdag te zien is. De tweede avondvoorstelling op die dagen, de zogenaamde „Fat City” die om 22.30 begint is dan bestemd voor zoge naamde underground-films, in dit geval voor Otto Muehl’s sexfilm „Sodoma”. Als men dan ook nog weet (maar dat hoort eigenlijk in de volgende rubriek thuis) dat The Movies nachtvoorstellingen houdt (Old Time Movie Club) op vrijdag, zater dag en zondag, met deze week als hoofd attractie Hitchcock’s „Een vrouw wist te veel”, dan kan men niet zeggen dat de nieuwe bioscoopdirecteur, de heer Goe- dings, het zich erg makkelijk maakt. BEHALVE DE AL genoemde nachtelij ke attracties in The Movies, brengt Krite- rion in zijn Free Cinema Club twee fonkelnieuwe films van de Amerikaan Robert Beavers, „Palinode” en „The count of days”. Verder de constant roulerende reprises, veel „westerns” en griezelfilms, met als uitspringers Mark Robson’s „Val ley of the dolls” (in Bio) waarin drie veel besproken actrices: Barbara Parkins („Pey ton Place”), Sharon Tate (slachtoffer van de Tate-moordenaars) en Susan Hayward (doelwit in haar goede tijd van veel Hollywood-roddel) optreden; en „The fa mily jewels” met Jerry Lewis onder regie van Frank Tashlin in De Uitkijk. WOENSDAG GEEFT het Filmmuseum een avond van experimentele korte en lange films, te beginnen met „Off-on” van de Amerikaan Scott Bartlett uit 1967, verder „Images du monde visionaire”, waarin de Franse filmer Eric Duvivier een poging doet de visionarie beelden op te roepen van hallucinogene drug-gebrui- kers, en tenslotte „Tantra,” een Engelse film van Nick Douglas uit ’71, waarin een aspect van het Hinduïsme dat invloed op de huidige hippie-cultuur heeft uitgeoe fend, in poëtische en symbolische beelden wordt „verklaard.” OP DE VRAAG, hoe hoog het bud get voor de film is een Nederlands- Belgische co-produktie wil Fons Rademakers alleen maar antwoorden, dat het „heel aanzienlijk” is. W. F. Hermans heeft het script voor de film geschreven. Wat is vergeleken met het boek het belangrijkste thema geworden? Rademakers: „Het drama van de re- ;dent Van Oudijck. Een man die in 900 hier resident was, die het land -e^eerde samen met zijn „broeder”, de Indonesische regent. Van Oudijck was hier niet gekomen om zich binnen korte tijd rijk te maken en het land weer te verlaten, maar hij was echt van het land gaan houden. Hij zag het als taak om als ambtenaar binnenlands de in het militaire apparaat geleid had, lezen we in „Grebbelinie 1940,” wanneer geschreven wordt over de strijd aan de IJssel. Daar lag onder meer het foert Westervoort, met een zeer zwakke Neder landse bezetting. De brug hier was van uitzonderlijk belang hij is dan ook deugdelijk de lucht in gegaan, op 10 mei 1940. Maar daarna moesten Duitse aanvalstroepen nog van de westelijke oe ver worden weggehouden. Met zeer wei nig mensen over een grote afstand ver spreid, was het onderhouden van uitste kende verbindingen in fort Westervoort een eerste vereiste. Hoe stond het daar mee? Welnu, van rijkswege was niets ver strekt het was er eenvoudig niet. Maar toch had de bezetting van het fort een telefoonsysteem aangelegd. De kabel was geleend van een grensbataljon, voor zover hij niet uit eigen middelen was betaald. De batterijen betaalden de manschappen van hun soldij. De telefoontoestellen, stok oud, waren door de militairen her en der bij elkaar gebedeld. Van een bedrijf in Arnhem had men een oude centrale ca deau gekregen. Op deze manier gingen de enkele tientallen mensen op deze post de oorlog in een oorlog, waarin zij op 10 mei zouden komen te staan tegenover het gros van het met artillerie en andere wapens zwaar versterkte SS-regiment „Der Führer” „De Grebbelinie 1940” wijkt op vele tientallen punten af van het strijdverhaal zoals dr. Lou de Jong het in de officiële geschiedschrijving heeft neergelegd. Ma joor Brongers: „Ik heb prof. De Jong een vijftigtal c orrecties op zijn verhaal ge stuurd. Eigenlijk begrijp ik helemaal niet, waarom hij zich heeft gebaseerd op de stafwerken-alleen. In de Duitse documen ten zitten zeer waardevolle gegevens, die je eenvoudig niet kunt missen.” Daarbij een opvallende globale uit spraak over de Duitse veldtocht in Neder land, gedaan in een Duitse studie over de luchtoorlog: de enorme verliezen aan mensen en materieel die de Duitsers heb ben geleden bij de aanval van de „Flie- ger-Division” op het hart van Holland, hebben Engeland, Malta en Gibraltar waarschijnlijk voor een invasie uit de lucht behoed. Duitsland is de verliezen in Holland nooit teboven gekomen. (Van onze redacteur in Amsterdam) AMSTERDAM. Wanneer men de strijd om de Grebbelinie in 1940 overziet, is daarin wellicht het meest opzienbaren de gebeuren de nederlaag die de versterk te 227ste Duitse infanteriedivisie op 13 mei leed voor Scherpenzeel, In het hart van de Grebbelinie. Bijna 20.000 man, met 76 stukken geschut, hadden opdracht de Grebbelinie hier onder scherpe krachten concentratie te doorbreken en op te ruk ken naar Zeist. Aan Nederlandse kant stonden daar tegenover drieëneenhalf ba taljon. Maar in feite stonden er slechts drie compagnieën tegenover, de bezetting van de voorpostenlinie. Het handjevol Ne derlanders hield een bijna honderdvoudige Duitse overmacht niet alleen tegen, maar sloeg ze nog terug ook. De aanval had ’s morgens om 8 uur moeten beginnen en de Duitsers hadden er de grootste haast mee. Immers: de Grebbelinie had al op de 11de mei door broken moeten zijn. Maar in het voorter rein traden de huzaren storend op en bovendien werden de troepen in hun ge- bestuur het volk op te voeden, wat deels een wat irritante bezigheid is. De bemoeizucht van ons Hollanders blijkt daaruit. Een man die het oprecht meent en die dit land, waar zijn fami lie zich verveelt en afbrokkelt, wil opbouwen. Daarnaast de broer van de regent, die zich wat misdraagt en het volk niet uitbetaalt, die schulden maakt waardoor de resident zich ge noodzaakt ziet de man te ontslaan. Via de regent Scenario gaan „stille krach ten” werken in een land waar een Hollander niet thuishoort, niets te zoe ken en niets te maken heeft, dat hij op dat moment koloniseerde. We zien dan de afgang van Van Oudijck, die daarom een groot-tragische figuur is, die echt van dit land houdt, niet be grijpt wat er gebeurt. Die meent als integere Hollander het beste te doen voor dit volk en voor dit land waar hij van houdt.” beste vriend, maar, daarmee samenhan gend, met de verspilling van eigen leven in een dagelijkse routine die geen tijd meer laat zich op iets of iemand te bezinnen. Hun dronkemansgedoe is voor een gedeel- reedstellmgen met sporadisch artillerie te verklaarbaar uit een drang eigen vitali teit te bewijzen, gedeeltelijk uit opgeza melde onrust en onvree met het bestaan. Dat hun huwelijksleven bij dit zelfonder zoek betrokken wordt ligt voor de hand, maar alleen Harry komt daarbij tot de ontdekking dat hij niet past in het door vrouw en schoonmoeder bepaalde huise lijke leven en hij trekt daaruit de conclu sie om in Londen te blijven. De beide anderen keren min of meer berouwvol terug naar hun gezinnen, met veel ca deaus om hun tweedaagse afwezigheid goed te maken en hun schuldgevoelens af te kopen. DOOR CASSAVETES’ onberekenbare wijze van filmen, waaraan, ondanks de aanwezigheid van beroepsacteurs, toch veel improvisatie te pas komt, wordt „Husbands” een fascinerende, voortdurend boeiende, maar vooral volkomen originele film. In al zijn, althans hier bekende films, heeft Cassavetes steeds getracht af te wijken van het gladde, soepel verlo pende en tevoren goed doordachte Holly- wood-produkt. Hij heeft voortdurend, nu ook in „Husbands”, een schijn van au- schijnselen de officiële bezuimngingswoe- thenticiteit, van „betrapt leven”, van toe val willen aanhouden. En al is dit streven naar werkelijkheidssuggestie in het huidi ge Amerikaanse filmen minder opzienba rend dan tien jaar geleden toen „Sha dows” ontstond, toch valt „Husbands” na drukkelijk uit de lijn van de gangbare bioscoopfilm, ook al omdat Cassavetes die zelf het scenario schreef, zeer wezenlijke dingen over het leven vertelt, zij het dan verpakt in een bizarre en luidruchtige kroegestafette van drie heren in rouwkle ren. De BBK-leden zetten tegenover de alge meen secretaris van de raad voor de kunst, dr. J. van Riemsdijk, en de secreta ris van de afdeling beeldende kunst, J. H. Rensen, hun grieven uiteen. Deze richten zich tegen de werkwijze van de raad in het algemeen (waar de BBK geen zitting meer in heeft willen hebben) en tegen het feit dat de BBK niet om haar mening over de voorgenomen wijzigingen is ge vraagd. De BBK stuurde een telegram aan minister Engels, waarin zij om een ge sprek vroeg. De afdeling beeldende kunsten en bouwkunst van de raad liet aan het eind van de middag in een telegram aan de minister van CRM weten dat zij de voor gestelde wijziging van de beeldende kun stenaars regeling principieel onaanvaard baar acht. Unaniem vond de afdeling dat „een slechte regeling niet door een nog slechtere moet worden vervangen”. Het opvallende aan de film was de poging van de regisseur om met amateur- spelers al improviserend tot een drama tisch geheel te komen. Op allerlei lokaties in New York, in Central Park, in de omgeving van Broadway en in miezerige woonkazernes werkte Cassavetes met zijn ongeoefend spelersmateriaal, waarbij hij telkens slechts in vage lijnen de situatie schetste, waarin de betrokken spelers zich op dat ogenblik bevonden. Het resultaat had een verrassende authenticiteit en ademde een sfeer van ongeschminkte menselijkheid die destijds grote indruk maakte. Uiteraard bleef het succes van „Sha dows” beperkt, de film bezat weinig at tracties voor een groot publiek, maar niettemin kreeg Cassavetes op basis van dit debuut een engagement bij Para mount, voor welke maatschappij hij in vuur bestookt. De aanval kwam dan ook pas om half 2 ’s middags los. Dit is een van de episoden, die majoor E. H. Brongers, bekend van het boek „De slag om de residentie, 1940” in zijn nieuwe boek „Grebbelinie 1940’ beschrijft. Anders dan zijn voorgangers, onder wie dr. Lou de Jong, zegt majoor Brongers niet uitslui tend te hebben geput uit de nu 'tien tot zestien jaar oude Nederlandse stafwerken, maar vooral ook uit kortelings gepubli ceerde Duitse bronnen. Majoor Brongers komt aan de hand daarvan tot een merk waardige conclusie: wij hebben in de afgelopen jaren de tegenstand die onze troepen in mei 1940 hebben geboden, in sterke mate onderschat. De Duitse docu menten getuigen van een grote verbazing aan Duitse kant over de kracht van de Nederlandse weerstand en over het hoge moreel bij de Nederlandse troepen. Im mers, wat hadden die dan helemaal: een sterk verouderde bewapening, een vol strekt onvoldoende training, belachelijk- zwakke linies en versterkingen en veel te weinig mensen. Tot welke uiterst merkwaardige ver- „Shadows”, „Faces” en „Husbands” die niet alleen hun korte titel gemeen hebben, maar als andere constante een gefasci neerde belangstelling vertonen om achter de menselijke gedragingen, achter gezich ten en activiteiten te ontdekken wat de drijfveren zijn, het mysterie te doorgron den van wat de mens beweegt tot te doen, wat hij doet. In „Husbands”, vooral in de Engelse pers met grote belangstelling ontvangen, begint Cassavetes’ speurtocht naar het gedragspatroon van mensen van deze tijd met een begrafenis. Drie vrienden, welge stelde New Yorkse burgers van rond de veertig bewijzen de laatste eer aan de vierde man in hun clubje die vroegtijdig is heengegaan. Als zij samen het kerkhof verlaten is er een gemeenschappelijk ver langen de dood te ontkennen, in ieder geval te bewijzen dat zii nog in leven zijn en voor hen is er geen betere plaats om verdriet en sombere gedachten te verdrij ven dan de kroeg. En met die paar borrels die voor velen het wegdrinken betekent van de bittere nasmaak van een begrafenis, begint voor het drietal een extravagant dronkemans feest van twee dagen. Er is een kort intermezzo na een nacht van doordrinken, waarin getracht wordt om het dagelijkse werk te hervatten, maar als een van hen, Harry (Ben Gazzara), thuis slaande ruzie met zijn vrouw krijgt en in een dolle bui besluit naar Londen uit te wijken, verkla ren de anderen zich solidair en nog steeds in hun begrafenispakken vertrekken zij per eerste gelegenheid naar de Engelse hoofdstad, waar het festijn wordt voort gezet. Dat klinkt allemaal zo op het eerste gezicht nogal losbandig en komisch, maar Cassavetes is er op uit de onzekerheid en angsten van mannen rond de veertig tot thema van zijn film te maken. Harry, Archie en Gus (de laatste wordt gespeeld door Cassavetes zélf), worden niet alleen geconfronteerd met de dood van hun I YWWVWWVWWVWWWVWVVVVVWV'VWVlAAAA/VWWWVWVWWWWnAIVV^ ■- 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 17