Christelijke „Eén partij” IJmuider Courant „Je mag nooit zover vooruit lopen, dat de achterban de muziek niet meer kan horen” MBit V s F A Kwesties Ruimte om te schoppen f. Je i j I I f. H. Kikkert i a rebelleert CHU in Erbij - De 60-jarige H. Kikkert werd in het Drentse plaatsje Dalen (vlak bij Coe- vorden) geboren. Na de lagere school heeft hij zich via zelfstudie omhoog ge werkt. Onder meer haalde hjj een akte, waarmee de Nederlands Hervormde Kerk hem machtigde godsdienstonderwijs te geven. Na een tijdlang onder officier te zijn geweest werd hij in 1935 bestuurder van de christelijke vakbe weging en op 3 juni 1946 Tweede-Kamerlid voor de CHU. Zijn functies zjjn onder meer: voorzitter van de vaste commissie voor defensie in de Tweede Kamer, adviseur in sociale aangelegenheden en in zaken betreffende de regio nale industrialisatie, hoofdbestuurslid van de CBAT, welke bond is aange sloten bij het CNV, bestuurslid van de NCRV. Daarnaast doen allerlei instel lingen een beroep op hem. „Of ik nog tijd over heb? Ik werk elke dag van ’s morgens negen tot *s nachts twaalf. Ook op zaterdag, ’s Zomers neem ik vijf weken vakantie. Dan mag er ook nog wel even bij, dat ik een verstokt jager ben en graag een partijtje biljart”. allerbelangrijkste het beginsel van „het eigen uitgangspunt”, dat toch weer net iets anders was dan die van je concur rent. Dat kan nu niet meer. Het gaat er niet meer om of je het partijbeginsel wel precies kunt verwoorden, maar om de vraag of en in hoeverre je daadwer kelijk een bijdrage kunt leveren aan de verbetering van de maatschappij. Voor mij is een goede christelijke partij een doe-partij met het Evangelie als uit gangspunt. Zo zie ik ook de Christelijke Democratische Volkspartij. Open voor alle mensen, die zich tot een christe lijk geïnspireerd beleid voelen aange trokken. In dat verband moeten we ook afzien van de zogenaamde kwaliteits zetels. Dus geen bestuursplaatsen weg geven aan figuren met onvoldoende ca paciteiten ook al hebben ze een grote aanhang”. Krijgt de CDVP wel een royale kans van de drie partijen om vlot van de startblokken te springen? Mede om uw pleidooien voor de jeugd als onmisbaar element voor ’n gezonde CHU bent u wel eens de Black Panter van de Unie genoemd. Zo’n aanduiding etaleert toch iets van het scherpe con flict in de Unie. liefst elf zetels verloren. Daarvan is er slechts een naar de GPV gegaan, de rest is toegevallen aan partijen als D’66 en DS’70. Wanneer zijn we eindelijk bereid daaruit lering te trekken?” Hoewel het ideaal van de vorming van een grote christelijke partij hem het meest boeit op dit moment, blijkt hij ook zeer attent op de dingen, die ons landje nu het meest beroeren. Hieronder enkele „steekproeven”. anders was. Ach, ik wil er nu niet te veel meer van zeggen Krantenfusies: „Niet erg verontrus tend. Ik zie in Nederland nog geen ontwikkeling naar persmonolieten, die alle macht hebben in de sector van de communicatiemiddelen. Naar mijn mening komen de diverse groe peringen in ons landje nog voldoen de aan het woord”. Kikkert tijdens een openbare com missievergadering over Oost-Gro- ningen. Midden zijn partijgenoot Van der Mei, rechts de PSP’er Wie- benga. Financiële situatie: „Die is evenmin goed als de economische toestand. Vooral de zwevende valuta zijn ook nationaal gezien erg gevaar lijk. De dollar als norm van het geldverkeer is in gevaar. Dat is toch De onzekerheid in het leger loopt parallel met de verwarring in andere sectoren van de maatschappij. Ze is meer een reactie op het verzet tegen verouderde structuren. Ik persoon lijk (de heer Kikkert is voorzitter van de vaste commissie voor defen sie in de Tweede Kamer red.) zie het meest in een Kort Verband-leger bestaande uit vrijwilligers, die zich voor vijf jaar verbinden. In die tijd kunnen ze ook een vak naar hun keuze leren, zodat ze daarna gemak - kelijk hun plaats kunnen vinden in „de burgermaatschappij”. Kikkert: „Dat is wel zo. Het is na tuurlijk een duidelijke zaak, dat je geen politieke partij of beweging kunt opbou wen zonder jeugd. Waarom ook zulke drama’s? Ik vind, dat de jongeren ruimte moeten hebben om te kunnen schop pen. Als een partij daar niet tegen kan, zegt dat meer over de veerkracht van die partij dan over de „opstandigheid” van de jongeren. Zij moeten het morgen van je overnemen. Vanuit ’n diepe over tuiging hebben CHU-jongeren kort voor de verkiezingen gezegd: „Wij doen niet mee”. Zoiets kun je niet negeren. Met Tilanus en Kruisinga heb ik geprobeerd de jongeren er in te houden. Gelukkig zijn ze gebleven. Stel je voor dat het i. Kikkert: „Waarom niet? Als de drie partners klaar zijn met de voorberei dingen dan moet er een instituerende vergadering komen waarop het model van de CDVP wordt gesmeed. De nieuwe partij moet ook haar eigen pro gram maken. Het moet echt iets heel nieuws worden, volkomen los van de drie partijen, die dan trouwens ook niet meer bestaan. Het is kiezen of delen. We gaan de nieuwe weg op in de heilige overtuiging, dat wij, Christenen, in een groot verband de maatschappij nog iets kunnen bieden, anders glijden we af tot onbekende rechtse groepjes. De CHU wordt dan een SGP of zo”. een angstig verschijnsel. Het tekort van de overheid is op zichzelf niet alarmerend. Dat is iets van voorbij gaande aard. Nee, het gakt om het terugvinden van de vaste normen. Blijven die weg, ja dan kan er van alles gebeuren. Bij een ernstige te ruggang kunnen dan zelfs de sociale verworvenheden in gevaar komen” Voor de heer Kikkert, die al op jonge leeftijd in de politiek en de vakbewe ging verzeilde, zijn er een hoop zaken in ons landje, die niet meer deugen. Hij belijdt ook met woord en daad, dat er zeker ook voor het christelijk blok een nieuwe weg gevonden moet worden om voor de maatschappij van straks nog van enig nut te kunnen zijn. Maar in zijn opstelling verschilt hij in zoverre van de radicalen al dan niet van confessionele huize dat hij niet bewust relaties wil verbreken bij een duidelijk verschillende zienswijze. Het credo van Kikkert is heel eenvoudig dit: „Je mag nooit zover vooruit lopen, dat de achterban de muziek niet meer kan AMERSFOORT Nu het inflatie- spook moeke welvaart de doodschrik op het lijf jaagt groeit de paniek onder de goegemeente. Wie heeft het spook losgelaten Wie gaat de griezel vangen? Legioenen hebben ijverig voor het kastje zitten kijken in de onblusbare hoop, dat de Grote Geruststeller met een machtige arm zwaai onder een allervriendelijkst gezicht alle ongerustheid zou weg vegen. Wij hebben hem niet gezien. Toch zijn er nog van die politici die in het nog ongeschreven toneel stuk „De Vredestichter” zonder ge nerale repetitie de titelrol zouden kunnen spelen. De CHU-er H. Kikkert, die met Mellema tot de koplopers van de Unie behoort, is er zo een. Kikkert is gehuld in een scherm van zeker heid, waarin zelfs politieke stormen van windkracht tien geen breukje hebben kunnen blazen. Zijn stem, rust brengend in door neurotische haast onstoken zeilen, past perfect bij het ritueel van de grote sigaren, die het decorum compleet maakt. Er is geen kracht, die dit beeld van har monie kan verstoren. Op elke vraag volgt een gebeiteld antwoord. De chaos lijkt voor hem niet meer dan een woelig zeetje waar je met ple zier heen gaat om eens lekker uit te waaien. In Lommerlust 42 in Zeist zo’n man zou toch nergens anders wonen wil hij best vertellen, dat het inflatiespook nog niet de vernieti gende kracht heeft van het zeven koppige monster uit het sprookjes boek. Hij lardeert het gesprek met bemoedigende lachjes. Evenzovele hartversterkers voor politieke twij felaars wier gemoedsrust is verplet terd onder de druk van het miljar dentekort. Naar alle kanten mag voor menig een het perspectief dan erg somber zijn, voor Kikkert zijn de financiële trubbels van voorbijgaande aard. Hij laat zich liever inspireren door de bewegingen in de politieke partijen en de kansen, die daaruit groeien voor een betere samenleving. Hier komt het paradoxale van de figuur Kikkert om de hoek kijken. Onder het uiterlijk van onaantastbare kalmte zit het innerlijk van een man, die geen vrede heeft met de bestaande situatie. Het meest wordt hij geïrriteerd door de verdeeldheid onder de christelijke partijen. Voor hem is de tijd van aarzelen en voor zichtig aftasten voorbij. Op een vergadering van de Unie in Amersfoort heeft hij het scherper gesteld dan waar ook: „Het is de hoogste tijd, dat wij christenen kie zen voor één grote partij. De Chris telijke Democratische Volkspartij”. Defensie: „Ik ben geen militarist, maar ik ga er wel van uit, dat in deze wereld geen internationale rechtsorde mogelijk is zonder legers. We moeten dus een politiek van machtsevenwicht nastreven. Mij is opgevallen, dat de vredeswil in de krijgsmacht groot is. Dat wil bepaald niet zeggen, dat jongeren op grote schaal een grote weerzin hebben te gen het leger. Integendeel, de dienst weigeraars vormen een kleine groep. Als er geklaagd wordt over onzeker heid binnen de krijgsmacht als ge volg van de gezagsondermijning en verslapping dan geloof ik dat dan de verkeerde oorzaken worden ge noemd. De vraag is of de meerderheid van de Unie uw denkbeelden deelt. De pu blicaties van en over de CHU hebben de Unie toch niet bepaald een progres sief gezicht gegeven. Kikkert: „Dat is niet helemaal waar. Het mag zijn dat door het optreden, vooral van minister Beernink, de Unie een conservatieve indruk heeft gemaakt, de onderstroom heeft geen moeite met de maatschappij evranderingen en het in antwoord daarop zelf mee verande ren. We moeten alleen het elan zien terug te vinden van de jaren ’66 tot ’68. Toen hebben we onder voorzitterschap van de jonge Tilanus echt goed werk geleverd. Op het congres in ’67 beslo ten we bijvoorbeeld heel bewust om op basis van een modern program een be leid te voeren. Ach, dat is met de ver kiezingstijd de mist in gegaan Waarom zet u zo’n haast achter die oprichting van een grote christelijke volkspartij? Kikkert: „Omdat we in ’74 al weer Statenverkiezingen hebben. Dat bete kent, dat een jaar eerder de nieuwe par tijvorming al voltooid moet zijn. En het kan ook vlug. In brede lagen is men er echt wel van overtuigd, dat de hok jesgeest niet meer van deze tijd is. Vroeger was het voor een partij het (Van onze correspondent) AMERSFOORT U bent de laatste tijd nogal in het nieuws geweest. Vooral na de voor de CHU teleurstellende verkiezingen, waarbij u een beschuldigende vinger hebt gericht naar lijsttrek ker Udink en Unievoorzitter Van Hulst, bent u in de bres gespron gen voor een grote christelijke partij. U dwingt de Unie letterlijk tot partij-kiezen. Kikkert: „Ik geloof, dat we niet meer op dezelfde voet door kun nen gaan. Het getij verloopt. De oude gedachte, dat de Unie een be paalde geestesstroming weerspie gelt is voorbij. Net zo goed als de maatschappelijke structuren zijn ook de politieke structuren aan slijtage onderhevig. In een bro chure van 1950 schreef ik nog heel trots: „We blijven onszelf”. Die overtuiging heb ik moeten prijs geven. Ja, ik ben veranderd. Maar naar mijn mening moet een politi cus de souplesse kunnen opbren gen om synchroon met de ontwik keling van de tijd mee te ver anderen”. n Kikkert: „Ik ben er heel zeker van, dat je ook nu niet goed politiek kunt bedrijven zonder een ideologie. Je moet praten en werken vanuit een bepaalde inspiratie. Begrijp me goed, ik heb geen behoefte aan een dogmatisch omschre ven beginselprogramma. Een verklaring vind ik voldoende. Onder de jonge Ti lanus waren we op de goeie toer. Op het congres van ’67 waren zo’n 1700 man onder wie de jongeren rijkelijk waren vertegenwoordigd. Op de laatste alge mene vergadering waren niet meer dan vierhonderd Unieleden. De gemiddelde leeftijd was vijftig. Zo’n ontwikkeling maakt je ongerust. De KVP en AR ma ken het ook niet goed. Met ons drieën hebben we met de laatste verkiezingen Is ook die ene, grote christelijke par tij niet een soort tussenfase? Er wor den allang discussies gevoerd, ook in confessionele kring, of een christelijke partij nog wel past in deze tijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 13