ROB DIJKSTRA BOB VAN DER SLUIS een week stenen doorslaan I „Racelicentie kan op ieder „De grootste boer kan binnen „Gestraft door mensen die moment worden ingetrokken” niets van racen afweten” „Ik heb me vroeger voor een karretje laten spannen Mg|k* r BA 17 DISKWALIFICATIE OVEREENKOMST r ZATERDAG 6 NOVEMBER 1971 •n le Erbij te dagen. De Amsterdammer deed dat als vlaggedrager van de toen malige Nederlandse Amateur Judo Associatie, één van de hondjes die inmiddels in de Budobond is opge gaan. Is n >r )r A d n >r Ld ik et at ie at Jt g ;r n t- it ar le :n in le t t le :e >n >n ft •>k k, Jon Bluming, in het afgelopen weekend benoemd tot trainer van de nationale karateselectie, wil er geen twijfel over laten bestaan dat alles tussen hem en het bestuur van de Budobond Nederland, waarin de karatesectie is onderge bracht, koek en ei is. „Ik ben erg blij dat het bestuur nu zoveel ver trouwen in me heeft dat het me deze functie aanbiedt”, benadrukt hij met klem. Die verstandhouding is weleens slechter geweest. In het afgelopen decennium heeft de nu 39-jarige judo- en karateleraar de heren achter de groene tafel me nigmaal de stuipen op het lijf ge jaagd. Na zijn terugkeer uit Japan, waar hij drie jaar trainde, bracht Bluming het Nederlandse sport- wereldje voor de eerste maal op zijn bekende manier in beroering door de kersverse wereldkampioen Anton Geesink voor een duel uit A 1 l L 'V - SHE A A W BLUMING GAAT VOORT OP ZIJN „HARDE” WEG ie THEO KLEIN in VtAAftJWVWVWlAAAAAAAAAAAAAAAAAAAA ^ftflftAftfWWWWtAft/VWWUWWW W«m"k«»aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaAAAAAAAA^AJ n imwmvw'/ww'a/mm'aa/vv'/**'/'*VVVWVWWWVI/WVWVWWWWVVWWW\/WWWWWVVVVWWVVVV\A/WVVWVVVV%A/WVWWWVVVVVVVV* AAAAAA/MVMWWWVVVWW>AAA/VVWWVWVWWWMWWWWIA4WWVM#WkAAAMMABMWWWWVVWWUWVVVWVWWWWWWIAA/WUVWWM4MI f t MARC SERNÉ 1 brood inziet om hem na die datum nog de kansen te laten verdedigen voor een Nederlandse titel) geschorst, terwijl de praktisch constant met de NAV in on min levende Rob Dijkstra voor het vol gend seizoen slechts een voorwaarde- lijke licentie op zak heeft, wat ook al merkwaardige consequenties met zich meebrengt. De sportcommissie van de KNAC, op gebouwd uit vertegenwoordigers van de RAC uit de vier gewesten. NAV’ en de Kartsport. heeft volgens Van der Sluis een nogal ongenuanceerd voorbeeld wil len stellen. Van der Sluis: „In die com missie zitten mensen die niets afweten van de racerij. Zij leven nog steeds in de tijd dat er geracet werd met een coltrui en de geruite pet. Dat zijn ook de men sen met de goed gevulde portemonnee die 's avonds in de Jaguar 3.8 springen om van kantoor naar huis te rijden”. Het feit dat Dykstra’s licentie vol gend seizoen op ieder willekeurig mo ment kan worden ingetrokken heeft Met karate werd zijn rug minder zwaar belast. Voornamelijk om die re den stapte hij over naar de vuistvech ters, in navolging van hun judobroe- omdat hij niet aan alle nationale wed strijden zou kunnen deelnemen. Heze- mans liep na de crash op hoge poten naar wedstrijdleider Ben Huisman. Van der Sluis bedenkt: „Toine is veel pro fessioneler dan ik. Hij stond in het zand en wist dat hij was uitgeschakeld. Daarom diende hij snel een protest in. Als hij was doorgereden dan was er niets aan de hand geweest. Dat was tenslotte mogelijk. Mijn monteurs heb ben er met hun neus bovenop gestaan toen zijn Alfa door zijn monteurs werd binnengehaald. Er was niets mee aan de hand. Dat protest van Hezemans was daarom wel slim. Hij had altijd ge rekend dat hij toch tot kampioen zou worden uitgeroepen, hoewel hij natuur lijk nooit heeft kunnen voorzien dat er zo’n krankzinnige straf zou worden uit gedeeld. Daarom koester ik tegen hem ook geen rancune. Hij is gewoon voor zijn belangen opgekomen. ders toen nog onderverdeeld in vele splinterpartijen. Ook daar is inmiddels een einde aan gekomen. Op initiatief van de Budobond verenigden de kara- teka’s zich onder het banier van de grote organisatie. Bluming: „Achteraf is dat een erg goede zet gebleken. Er zijn nu nog wel onderlinge geschillen over de verschillende stijlen. Maar we zijn nu zover dat we om die reden niet meer uit elkaar gaan. Bovendien accepteert iedereen zo langzamerhand onze harde stijl, de kyokushinkay”. feite ben ik het slachtoffer geworden van dc verdeeldheid in de judowereld. Daardoor hebben veel sterke jongens jarenlang buitenspel gestaan. Gelukkig is dat nu de wereld uit”. een man geselecteerd )T id jn Tl le le ie rs le Maar eerst Van der Sluis. De Am sterdamse garagehouder wenste in de slotraces van de NAV niet opzij te gaan voor Toine Hezemans wat hem een na tionale titel opleverde die nogal wat te weeg zou brengen. Ongelukkigerwijze was bij de manoeuvre, waarbij Heze-- mans bij het uitkomen van de Tarzan bocht buiten de baan raakte, ook de tweede rijder van het team van Sir Irish Mosh, Nico Chiotakis, betrokken zodat de sportcommissie (NAV-voor- zitter Wessel Wessel: „De reglementen Twee korfballers van het Amster damse Luto die voor het leven zyn ge schorst, een Italiaanse voetballer (Ma rio Corso van Inter) die tot 1 januari 1973 geen Europa-cup meer mag spelen zijn volgens autocoureur Bob van der Sluis slechts enkele voorbeelden die wonderwel passen in de reeks van har de maatregelen bij sportbonden waar aan nu ook de weliswaar altijd al door rellen gekenmerkte maar voor de rest gezapige Nederlandse Autoren- sport Vereniging zich heeft overgege ven. De kersverse nationale kampioen in de Groep II toerwagens tot 1300 cc, Van der Sluis, werd door de NAV tot 30 juni (wat in feite neerkomt op een volledig seizoen, omdat geen sponsor er In ieder geval dreigt er aan de race- carrière van „vechter” Van der Sluis een vroegtijdig einde te komen. Van der Sluis: „Ik houd ermee op. Het gaat me ook allemaal te duur kosten. Ik heb nu een garage en ik ga mijn auto ver kopen. Het is ook bijna niet meer op te brengen. Een set banden kost 1300 gul den. Daar doe je twee races mee. Idioot eigenlijk. Ik ga nog wel een petitie in dienen met handtekeningen van cou reurs die het een krankzinnige zaak vinden dat ik deze straf heb gekregen”. „Kjjk”, argumenteert Rob Dijkstra, „misschien ben ik wel een beetje gek, want anders zou ik tenslotte niet racen, maar dan lopen er wel duizenden van die idioten rond. Maar als ik dan van de hoofd medische dienst van de KNAC een briefje krijg waarin meegedeeld wordt dat ik medisch en voornamelijk psychisch ongeschikt ben om te rijden, dan gaat my dat toch wel iets te ver.” lang geduurd voor wij er hier achter kwamen dat er samengewerkt moet worden willen we Japan van de troon kunnen stoten”, vertelt de 98 kilo we gende karatecrack. Jon Bluming lijkt na een jarenlange eenzame strijd nu eindelijk geaccep teerd te zijn. Ook in het dagelijks leven heeft hij een vrij stabiele positie weten te veroveren. Naast zijn sportscholen in De Bilt (waar hij tegenwoordig woont) en Amsterdam, heeft hij in Mokum sinds enkele weken een nachtclub. Blu ming: „Ik ben door de jaren wat rus tiger geworden, net als Geesink. Alleen handelt Anton soms nog te impulsief. Daardoor is hij het trainerschap van de judoploeg kwijtgeraakt, dat was niet nodig geweest”. Dit weekend gaat Bluming zich met vertegenwoordigers van de Budobond beraden over de mogelijkheden om de Nederlandse ploeg voor te bereiden op de Europese (februari) en wereldkam pioenschappen (april). De nieuwe trai- zijn echt wel rekbaar als het een con frontatie van rijder tegenover rijder betreft, maar het wordt anders als het er meerdere tegen één worden”) uiterst handig bij de strafbepaling teruggreep op het argument dat het een kongsi van een team tegen Hezemans betrof. Van der Sluis: „Het is bij het uitkomen van die Tarzanbocht gewoon een afknijp- procedure. Als je buiten rijdt zoals Toine op dat moment dan weet je dat je aan de verkeerde kant zit. Vorig jaar stond ik op diezelfde plaats na een botsing met Wim Boshuis ook stil met vier kromme kleppen. Hezemans pro beerde mij tegen de vangrail te wer ken. Toen heb ik mij verdedigd”. Een vervelende zaak voor Hezemans want hij had uitgerekend zijn zinnen op die nationale titel in de klasse tot 1300 cc gezet. De hogere categorie, tot twee liter, had hij bewust laten schie ten omdat hij vanwege zijn internatio nale verplichtingen kansloos zou zijn, Dudok van Heel de twee NAV-ledén zyn die in de sportcommissie zit, legt uit: „Er is een heel groot verschil tus sen hard en fel ryden en het plegen van onsportieve dingen.” Zyn beweringen over een eigen Euro pese identiteit ly'ken verdacht veel op die van judovoorman Anton Geesink. Ook hy beweert dat, in zijn geval dan de judoka’s, niet langer naar Japan hoe ven kyken. Jon Bluming geeft die over eenkomst graag toe. Tien jaar na zyn eerste „aanval” op Geesink zijn zyn vijandige gevoelens helemaal verdwe nen. Hij zegt: „Och, op den duur kom je er wel achter dat je je vroeger eigen lek voor een karretje hebt laten span nen. Ik kan me nu wel voorstellen dat het bestuur van de bond toen niet zo gelukkig met me was (hy werd zelfs tijdeiyk geroyeerd, red.). Ik heb alles in een té korte tyd willen forceren. In Het is duidelijk dat deze „voor gek” verklaring Dijkstra duidelijk hoger zit dan bet krijgen van de zwarte vlag (het sein tot onmiddellijk stoppen) dit seizoen toen hij op het rechte eind het gat dicht gooide voor Rob Slotemaker. Ook Dijkstra is ervan overtuigd dat het een complex van factoren is die tot zijn nogal pikante straf (het voorwaardelijk verstrekken van een racelicentie voor het seizoen 1972) heeft geleid. Dijkstra: „Ik doe het nu niet meer, maar vorig jaar kwam het voor dat ik in het res taurant ging eten voor de race en dan één of hooguit een tweede pilsje dronk. Dat vond ik gewoon lekker. Toen kwam ik met mijn autootje een keer bij de slagboom waar Maarten Jonker druk staat te gebaren van: achteruit en je staat niet goed. Ik heb daarbij blijk baar een keer over zijn teen gereden omdat ik gewoon in die drukte niet kon zien dat zijn voet zich bij mijn wiel bevond. Toen is de hel losgebroken. Dijkstra was rijp voor de psychiater.” Dat was vorig seizoen. Dit jaar kwam daar de affaire Slotemaker bij. Dijkstra: „Ik word betaald om een race te win nen. Of betaald, beter gezegd ik krijg daarvoor het materiaal van mijn spon sor verstrekt. Gaat iemand slechts vijf centimeter sneller dan ik per ronde dan gooi ik het gat dicht. Dat heb ik toen met Slotemaker ook gedaan op het rechte eind. Het is trouwens mijn ge woonte, want ik ga altijd rechts de Tarzan-bocht in. Aan Slotemaker ligt het niet dat ik dan een zwarte vlag krijg. Maar wel om het kliekje daar omheen. Kijk zo’n Van Zalingen die ervan moet eten slikt het niet dat zo’n jongen als ik elke race win. Ik rijd wel scherp maar ik heb nog nooit laat ik het afkloppen één crash gehad Omdat ik op het juiste moment wel het koppie erbij houd. Ga ze maar na, een Hezemans, een Van der Sluis, een Chiotakis, een Akersloot, ze zijn allemaal wel eens op hun dak gegaan.” voor de man die in de zaak van zijn vader, gespecialiseerd in het opknappen van huizen, werkt, enkele moeilijke kanten. Dykstra: „Ik durf volgend jaar niet het ga< dicht te gooien want dan word ik geschorst. Dat heeft voor de sponsor tot gevolg dat ik minder scherp rijd en daardoor minder publiciteit ver tegenwoordig. En vergis je niet in Sony. Dat is wel de geldschieter die de meeste financiën in de hele Neder landse racerij steekt. Dus volgend jaar ook geen spannende races meer. In feite zyn Van der Sluis, Hezemans en ik de enige vechters die er spectaculair tegenaan gaan. Het publiek vindt het gevecht met die kleine Abarthjes toch ook geweldig. Men blijft net zo lang wachten tot wy aan de beurt zijn ge weest.” Wessel Wessel, die met Freed Bovendien is Van der Sluis en hij trouwens niet alleen de mening toe gedaan dat er op een nogal in het oog springende manier met twee maten wordt gemeten. Hij zegt: „Als een Mar ko boven op zijn remmen staat waarbij een Quester bijna verongelukt dan volgt er niet eens een berisping. Dat wordt vrolijk weggewoven omdat zo’n jongen een zekere reputatie heeft”. En Rob Dijkstra: „Ze kijken wel uit, want dan zegt mijnheer Marko wel: jongens geef mij mijn centjes maar en de groeten. Mij zien jullie niet meer”. Het is boven dien een mening die gevoed wordt door speaker Philip Keller die, zodra het een race van buitenlanders betreft, zijn pu bliek al opwarmt met het geweldige spektakel dat in het verschiet ligt, ter wijl diezelfde Keiler vermanend de vin ger heft en uitroept: „maar wedstrijd leiding die man moet toch de zwarte vlag hebben” als een Nederlandse cou reur iets uithaalt wat veel minder ern stig is. gaan. Jon Bluming beoefent karate op de „harde manier”, wat inhoudt dat er ook knock outs door slagen en trappen uitgedeeld kunnen wor den. In het „zachte” systeem mogen de tegenstanders elkaar niet aan raken. Bluming werd als karateka bekend door zijn spectaculaire de- monstratiemethoden, waarbij hij planken en stenen pleegt te breken. Bluming: „Mede daardoor heeft het karate bij het publiek een verkeerde image gekregen. Doorslaan van plan ken en stenen is slechts een manier om het principe van het karate te tonen. Ik kan elke uit de kléi ge trokken boer binnen een week leren hoe hij een plank of een steen door moet slaan. Maar dat betekent nog niet dat hij dan karate kan”. In die tijd leidde elk contact tussen leden van beide organisaties echter di rect tot een explosie. Het bestuur van de officiële bond maakte duidelijk dat Geesink onder geen voorwaarde tegen Bluming op de mat kon komen, waar mee zijn eerste stunt was afgedaan. Daarmee was men echter nog lang niet van de oud-Korea-strijder verlost. Hij zorgde ervoor dat zijn uitdaging nog jarenlang bleef nadreunen, waarna hij zich met volle overgave op een nieuw object: het karate stortte. Bluming: „Ik kreeg in die tijd van de dokter te horen dat ik geen judo meer mocht doen, om dat één van mijn ruggewervels bescha digd was. Ik kon alleen nog maar wat op de grond oefenen. Daar kwam nog bij dat ik door een val bijna mijn nek brak”. zijn als de heren van de wedstrijd- commissie ook in een duinpan in het bos zaten om de zaak daar goed te kunnen beoordelen. Maar deze heren lopen met hun honderd gulden arm band te paraderen voor en in de pits zodat ze toch maar goed opgemerkt worden. Daarom komt het hier op neer: beschaafd rijden op het rechte eind en in de Tarzanbocht (want Huis man kan dat vanaf die strobaal met zijn lange nek allemaal precies bekijken) en ook nog wel in het Scheivlak, om dat dat gedeeltelijk kan worden over zien vanaf die hoge toren. Maar er is iets anders. Diezelfde wedstrijdcommis- sie geeft je wel de gelegenheid om elkaar in het bos tot één plasje bloed te rijden, omdat toch niemand ziet wat daar precies gebeurt”. Officieel kunnen de beide coureurs zelfs zover gaan dat zy bij de Fédéra- tion International de Automobile (FIA) in Parijs in beroep kunnen gaan tegen de straf. Zowel Van der Sluis als Dijk stra zien daar bij voorbaat vanaf omdat de mogelijkheden op succes uiterst ge ring zyn. Van der Sluis nog even: „Dacht je dat het de FIA wat kan sche len wat er allemaal in die nationale races gebeurt?” Hij zal er dus niet meer by zyn. Dykstra: „Dat is erg jammer want Van der Sluis was de jongen die het hoe dan ook vaak aantrekkelijk maakte. Bovendien komt die titel hem volledig toe. Hij heeft tenslotte met die 1300 wagen met 1.41.6 de snelste tyd gedraaid”. Geheel conform zyn uiterljjk is Blu ming een fel aanhanger van deze hard ste methode, waarby het mofeQjk te mn de tegenstander een knock out toe te brengen. „Tot voor kort hing men in Nederland de zachte shotokan of de Wado Ryu-styl aan. Toen onze groep op de nationale kampioenschappen volgens onze eigen styl te werk ging werden we achter elkaar gediskwalificeerd”. Nu de methode van Jon Bluming c.s. in Ne derland geaccepteerd is boeken zyn aanhangers succes. In de strjjd om het nationale teamkampioenschap verover den zy dit jaar zelfs de eerste en de derde plaats. Dijkstra rekent echter voor dat hij vier straffen heeft gehad. De zwarte vlag, de rel met de internist van de KNAC Fokke Bosch, een voorwaarde lijke schorsing van drie maanden, die dan later nog eens werd omgezet in een voorwaardelij ke licentieverstrekking van een jaar. Dijkstra: „Ik hoef nu maar even met mijn lichten te knippe ren in het bos of er is één of andere baancommissaris die een rapportje schrijft waarbij de licentie definitief wordt ingetrokken. Dan wordt gesteld: Dijkstra pleite met zijn lange haren. Wat gaat je sponsor op die manier zeggen?: Het zou nog heel wat anders Jon Bluming („ik ben als enige niet-Aziaat in het bezit van de zesde dan judo en zesde dan karate”) maakte als vrijwilliger in de Ko reaanse oorlog voor het eerst kennis met de Japanse vechtsporten. Terug van het front bereidde hij zich drie jaar in Japan voor op een entree op de wedstrijdmat. Dat is er nooit serieus van gekomen omdat hij ver zuimde om als iedere judoka nor maal van onderaf te beginnen. Hij daagde direct wereldkampioen Gee sink uit, een situatie die wel in de profbokssport, maar niet in de judo wereld, geaccepteerd wordt. Bovendien werd hij aanvankelijk geremd door het feit dat hij lid was van de „wilde” NAJA, een bond die inmiddels in de Budobond is o<pge- ner wil de zaken direct rigoureus aan pakken, een groep van zestig man om mee te beginnen waaruit later team van twintig moet worden. De BBN heeft Bluming voorlopig een mandaat voor zes maanden gege ven, met de mogelijkheid om na de wereldkampioenschappen op dezelfde voet door te gaan. Bluming: „Ze moeten van mij echter niet verwachten dat ik met een toverstafje over die jongens kan gaan om ze zo in enkele maanden kampioen te maken. Het is kort dag. Maar het is mogelijk dat wij op de komende kampioenschappen de Europese top halen. Nu zitten we daar nog net onder. Qua stijl en spirit hoe ven we nu al niet meer voor Frankrijk onder te doen. De Fransen hebben nu nog een voorsprong omdat men daar veel eerder met karate begonnen is. Maar dat kunnen we binnen enkele jaren inhalen”. Door de erkenning van de harde me- tehode werd het voor Bluming mogelijk om als trainer van de Nederlandse ploeg te gaan fungeren. Vorig jaar maakte hij zich verdienstelijk als oefen meester van de Belgen, die op de Euro pese titelstrijd een opmerkelijke voor uitgang boekten. Op het thuisfront wer den de zaken intussen waargenomen door Henri Seriese en een Japanse mees ter, die echter geen van beiden een vol doende haalden. Bluming: „De tijd dat een Japanner hier de dojo binnen kon wandelen om wat theorie te verkondi gen zonder zelf het bewijs te leveren is voorbij. Wij hoeven hen niet langer geld op le laten strijken voor dingen die we zelf vaak beter weten. Het bewijs daar van wordt misschien volpend jaar op de wereldkampioenschappen in Duits land al geleverd. Als men daar de harde stijl accepteert verliezen de Japanners hun toppositie. Want zelf hangen zij een zachte methode aan, met zoveel re glementen dat je er misselijk van wordt”. De pasbenoemde oefenmeester vindt dat de Europeanen en Amerikanen niet langer tegen de Japanners op hoeven te kijken. „Wij moeten een eigen Europees karate ontwikkelen. Daarom kunnen wij het ons niet langer veroorloven om elkaar onderling te bevechten. Het heeft |r JU

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

IJmuider Courant | 1971 | | pagina 17